
Was Dirk Scheringa een echte bankier? En zijn de andere banken schoon????
Vroeger was de bank een mijnheer. Ik kan het weten want eind jaren zeventig kwam ik in dienst van wat toen nog de Amro bank heette. Mooi gebouw op het Rokin. Procuratiehouders gingen naar binnen via de hoofdingang, voetvolk zoals ik moesten het doen met een zijdeur. Stropdassen en grijze pakken waren weliswaar niet verplicht, maar een spijkerbroek wekte misprijzende blikken op en een aantekening op je cv. De man van de bank was koning en de klant een soort dienaar die in de meeste gevallen minzaam bejegend werd. Je werd dan ook niet zomaar klant. Om een hypotheek op je naam te krijgen moest je met een ernstige heer rond de tafel die een taxatierapport van een solide makelaar wilde zien, je moest een ruime hoeveelheid contanten op zak hebben en lang wachten tot de bank over de brug kwam. Van tophypotheken had niemand gehoord. De bank financierde 75% van de taxatiewaarde. De klant werd geacht om over genoeg vermogen te beschikken om de resterende 25% zelf op te hoesten. De grote banken hebben in die tijd voor immense vermogens aan solide hypotheken verkocht die even solide waren gedekt. Bovendien zaten de stroppenpotten stampvol, want er werd zorgvuldig gebankierd volgens de regels die na de grote depressie in het begin van de vorige eeuw waren opgesteld. En in dit boek staat een mooie foto van woordvoerder Wiltink......
Creatief taxeren
De leden van de top waren vaak afkomstig uit oude bankfamilies dan wel gelieerd aan betrouwbare bedrijven. Veelal oud geld. Van Lanschot, Van Voorst tot Voorst, Nelissen, Cavadino, om maar een paar namen te noemen. Aan het eind van de jaren zeventig begon er iets te veranderen binnen het bankwezen. Door de liberalisatie van de woningmarkt -vooral toen appartementen gesplitst mochten worden- werd het bankieren steeds meer een zaak van Jan Modaal inplaats van de vermogende elite. De banken werden publieksgerichter, laagdrempelig en dankzij het fenomeen gemeentegarantie kon de gewone werknemer een huis kopen zonder eigen kapitaal. De gemeente stond garant voor het verschil tussen de taxatiewaarde en het deel wat erboven op kwam. Tophypotheek heette dat. En je werd niet meer te woord gestaan door Van Voorst tot Voorst, maar door een joviale bankmedewerker die je rustig bij zijn voornaam Frans, Jaap of Klaas mocht noemen, en die adviseurs werkten niet op provisiebasis, maar kregen een gewoon salaris. Vooralsnog.
Voor elke hypotheek is een taxatierapport nodig. Zo'n rapport is natuurlijk maar een momentopname. Want welke makelaar had in 1985 kunnen voorspellen dat een krappe, gehorige etage in de Pijp die voor 75.000 guldens van eigenaar verwisselde, zes jaar later voor 4 ton van de hand zou gaan? Het gebeurde met grote regelmaat dat een klant de financiering bijna rond had en alleen nog even een taxatierapport moest ophoesten. Soms -niet vaak- kwam zo'n klant bij een makelaar/taxateur terecht die z'n werk naar eer en geweten deed. Met als gevolg een voorzichtige taxatie. Resultaat: de koop gaat niet door. U hebt te hoog geboden. Gelukkig kon de klant die het slachtoffer van zo'n integere taxateur was, in alle gevallen alsnog worden geholpen. Er werd even naar een 'soepele' makelaar gebeld en die stelde dan de standaardvraag: “Voor hoeveel moet ik het voor u op papier zetten?” Waarna het 'waardeloze' rapport verdween in de papierversnipperaar. Overfinanciering is beslist niet uitgevonden door Dirk Scheringa. Soms werden taxaties binnen vijf minuten gefaxt. Service van de zaak. En nam de makelaar (beëdigd) niet eens de moeite om naar het pand te kijken....
Optimistisch financieren
Het waren optimistische tijden en aangezien banken met de tijd meegaan was hun visie helemaal conform de tijdgeest. De feministische revolutie had man en vrouw gelijk geschakeld op de arbeidsmarkt. Het begrip tweeverdieners was geboren. Dat betekende dat de banken nu niet meer financierden op grond van één inkomen, maar twee. Man en vrouw gaan samen in de loop van de jaren natuurlijk in een hogere salarisschaal vallen, zo was de redenatie, dus gaan we op de groei financieren. In de praktijk bleken veel vrouwen niet voor een loopbaan te kiezen, maar voor kinderen en korter werken. Alle acties van Dolle Mina ten spijt. De eerste haarscheurtjes verschenen, soms moest de stroppenpot worden aangesproken en de gemeenten werden argwanender bij het afgeven van garanties. Kortom: veel banken kregen er een nieuwe tak bij: de hypotheken waaraan risico's kleefden. De mannen van het oude geld hadden zo hun bedenkingen, maar de nieuwe lichting economen wist te overtuigen met de stelling: bankieren is geld verdienen en om geld te verdienen moet je risico's nemen en innoveren. Hypotheken waren niet langer leningen met rente en aflossing -dat waren en zijn ze in feite natuurlijk altijd- maar producten van alle snit. Je kon lineair, annuïteiten of op basis van een levensverzekering de huizenmarkt op. Allemaal prachtige constructies, en de fiscus legt erop toe, was het credo. Inmiddels zijn er nog veel meer constructies, maar in die tijd werd de kiem gelegd voor wat nu het grote probleem is: leningen werden producten die alleen nog door specialisten doorgrond konden worden. De klant moest het allemaal maar geloven, en om de overtuiging van de specialist kracht bij te zetten, gingen de hypotheekslijters met de eerste portable computers de boer op. Dat maakte indruk. Ik heb bankdirecteuren gekend die er niks van snapten, dus kun je je afvragen of alle klanten die de uitdraaien met reeksen cijfers onder ogen kregen, het wél begrepen....
Vernieuwing......
Het oude geld hield zich bezig met de echte deals, zoals de financiering van grote projecten, fusies en mondialisering. Voor het kleinere werk werden vaak dochtermaatschappijtjes opgericht met namen waaruit geen enkele link met het moederbedrijf bleek. Het leek wel of de grote banken zich een beetje schaamden om leningen aan behoeftige consumenten die een ijskast, vakantie of televisie op afbetaling aanschaften, te verstrekken. Een auto, okee, een continue krediet, moest kunnen. Maar de gevestigde banken zagen weinig er weinig heil in om een echtpaar op kantoor te ontvangen dat verlegen zat om een nieuw bankstel. Echte bankiers denken namelijk groot. Maar slim als als ze zijn, wisten ze donders goed dat vele kleintjes samen ook heel groot zijn. Bijkantoortjes schoten als paddenstoelen uit de grond. Banken gingen nu ook in kleinere kredieten, vakanties verkopen en verzekeringen afsluiten.
Met regels werd creatief gewerkt. Medio jaren tachtig gingen de lijfrentes op basis van financiering middels een koopsompolis, als warme broodjes over de balies. Iedereen was gelukkig want de premie voor deze oude dag voorziening was fiscaal aftrekbaar. Iedereen? Nou ja, de fiscus was de enige partij die de lol ervan niet inzag. Van het ene op het andere moment werd paal en perk aan dit feest gesteld en per 1 januari moest over elke nieuwe polis een fors bedrag aan belasting worden betaald. Natuurlijk nam de populariteit van dit product daarna snel af, maar een bank is een bank en denkt -soms- met de klant mee. En zo kon het gebeuren dat tot ver in maart een hele afdeling van De Bank z'n meer kapitaalkrachtige afnemers telefonisch benaderde om nog zo'n mooie polis te nemen en had een andere afdeling er een dagtaak aan om de papieren te anti-dateren. Duidelijk liet de bank hier het belang van de klant voor de moraal gaan. Valsheid in geschrifte? Nou, dat zou het geweest zijn als u het als enige had gedaan. Nu lag het aan een 'achterstand bij de administratie. Onder toeziend oog van ex minister van financiën (!), voorzitter Nelissen... De fiscus kon naar miljoenen fluiten. En geen haan die er naar kraaide. De ex-minister, iemand die kort daarvoor nog verantwoordelijk voor wetgeving was, werd als bankier een man die naar de mazen van zijn eigen wetten zocht.
De beurs verandert.......
De beurs was lange tijd een wat suf instituut, waar mannen met sigaren als heren onder elkaar aandelen uitwisselden. Vrouwen zag je er niet, want de beursvloer was tot ver in de jaren tachtig verboden terrein voor twee types: heren zonder stropdas en vrouwen. Een gesloten bolwerk. Maar met de komst van de 'nieuwe economie' en de opmars van de computer veranderde dat. Opeens stond de beursvloer vol met PC's en vrouwen. De oude hoekmannen die gewend waren aan een handgebaar om een transactie te beklinken, waren opeens tot een soort geworden die uit de toon en buiten de tijd viel. De beurs werd booming. Opeens kocht iedereen aandelen. Of liever: opeens gaven Jan en alleman de bank orders om aandelen te kopen dan wel te verkopen. Want alleen banken handelden, particulieren kwamen en komen de beursvloer niet op. Veel beurshandelaren handelden naar eer en geweten. Naar eigen zeggen. Maar beurskoersen fluctueren soms per seconde. Merkwaardig was dat het altijd zo uitpakte dat de gewone klant z'n aandeel altijd afgerekend kreeg volgens de slotkoers die je in de kant las. Zelden kwam die overeen met de hoogste koers van de dag. Maar de klant ziet geen bord met knipperende koersen. De handelaar ziet echter niets anders.....En veel, of beter: alle handelaren van de bank(en) hadden een direct lijntje met een vriendje op de vloer. Makkelijk voor de eigen handel. Bankmedewerkers handelden namelijk per seconde als het om de eigen aandelen ging. Maling aan de slotkoers. Als 's morgens de orders binnenkwamen, kwam het hoofd personeelszaken -nu adviseur voor miljonairs in geldnood- steevast even langs. Om de orders te bekijken die lagen te wachten op de opening. Zo wist deze functionaris exact hoeveel, laten we eens zeggen: aandelen Philips, in het beursjargon flippen, straks in de verkoop werden gegooid. Laten het er 10.000 zijn. Dat betekent dat de koers van de flippen waarschijnlijk zakt, want 10.000 flippen is een groot aanbod. De beurs opent en onze functionaris zegt: 'Hou die order van 10.000 nog even vast.' Tegen je PZ man zeg je natuurlijk geen nee. De functionaris pakt de telefoon. Hij heeft ook z'n lijntje. En verkoopt zijn eigen pakketje van 1000 flippen exact een minuut voordat de grote bulk van 10.000 de vloer op gaat. Voor een leuke prijs! Inmiddels woont deze ex-bank man dan ook in een huis van een paar miljoen. En adviseert tegenwoordig gesjeesde miljonairs, die in het verleden door hem bij De Bank werden 'begeleid.' Het kan verkeren... Voorkennis maakt macht... Goed voorbeeld doet goed volgen: ik heb opvallend weinig beursjongens gekend die konden lezen en schrijven. Maar daar stond tegenover dat ze, zonder uitzondering konden hoofdrekenen met een ongekende snelheid en bijna beangstigende accuratesse. Toen de optiebeurs erbij kwam, was het feest pas echt compleet. Wat voor de gemiddelde mens een soort casino was, was voor hen een loterij zonder nieten. De beste spelers waren enkele heren die uit Volendam kwamen. Zij spraken volgens mij in getallen. Soms werd een leidinggevende ontslagen. Omdat hij even helemaal was opgeslokt door het beheren van z'n eigen toko. Concurrerende banken zagen dat niet als een vlek op het blazoen, maar eerder als een proeve van bekwaamheid. En zo kon je je gewezen chef een dag na zijn vertrek bij De Bank, tien meter verder bij de Andere Bank als een nieuwe bezem tekeer zien gaan. Dankzij uw computer kunt u nu zelf uw orders plaatsen. Maar wie beweert dat beurzen transparant zijn, is vermoedelijk te goed van vertrouwen. Op de beurs heerste destijds een cultuur van: hier heeft het personeel de leiding en de leiding zelf begrijpt er geen barst van. Ik ken de werknemers van Scheringa niet, maar naar wat ik op televisie zag, leken ze me stuk voor stuk betrouwbaarder dan de graaiers op de locatie beursplein 5. Ik geloof dat Dirks' DSB niet eens actief was binnen dat banksegment. Echte bankiers, echte old boys doen het allemaal op de beurs...Binnen dat netwerk was en bleef een figuur als Dirk buitenstaander.
Dirk, geen bankier maar financier
Bij DSB was het duidelijk: Dirk was de enige baas. En Dirk wenste niet tegen gesproken te worden, want dan vloog je eruit. Frank de Grave kan dat bevestigen. Frank zat ooit bij De Bank, zo'n beetje in hetzelfde circuit als waarin ik me destijds heb bewogen. Frank heeft het veel verder geschopt dan ik, tenminste als je stelt dat besturen leuker is dan schrijven. Frank had dus een degelijke bank achtergrond, in tegenstelling tot zijn latere werkgever, die na twee jaar ULO als politieman ging werken. Ik vermoed dat Dirk een autoritaire agent was, die prat ging op de macht van het uniform. Frank de Grave kwam uit een cultuur waar overleg, conflictbeheersing, luisteren en adviezen serieus nemen vanzelfsprekend was. Bij een echte bank heb je tegenstanders en elk idee moet verdedigd worden. In het bankwezen heb ik zelden ja-knikkers ontmoet. Zelfs Rijkman Groenink, een hele harde jongen, een soort van verbale pitbull, moest zich soms tijdens overlegvergaderingen het glazuur van de tanden praten. En daarna zijn verlies accepteren, omdat hij als machtigste man van het concern, toch nul op het rekest had gekregen. Topbankier Rijkman Groenink moest opboksen tegen jongens die nog meer van bankieren afwisten dan hijzelf. Tegen gewiekste economen die zijn modellen hadden doorgerekend. Tegen vakbondbonzen die om acties riepen en tegen collega's die hem liever vandaag dan morgen zouden zien vertrekken en dat ook duidelijk lieten merken. Frank dacht dat Scheringa gevoelig was voor het overlegmodel. Toen hij zijn baas op wat puntjes wees waar DSB een wat afwijkende politiek bedreef, werd Dirk gewoon giftig en de Grave kon zijn biezen pakken. Waaruit blijkt dat Dirk goede raad in de wind slaat. Hoogmoed of gewoon dom? Heren onder elkaar lossen zoiets met enig gevoel voor tact op. Heb ik bij De Bank geleerd....
Klaas Wilting, wiens brood men eet....
Dirk omringde zich niet met experts, een enkeling als Van Goor uitgezonderd, maar met namen. Dirk kickte op status. Niet op kennis. Neem nou Klaas Wilting. Wilting was als politiewoordvoerder niet de belangrijkste klabak, maar wel de meest ijdele. En hij kon liegen zonder met zijn ogen te knipperen. Ik heb nimmer een journalist ontmoet die Klaas' praatjes serieus nam. Voor de politie was Klaas een soort uithangbord, voor het journaille hing er altijd een bord voor het hoofd van Klaas. Klaas hoorde erbij, maar dan als symbool. Zeg maar de mascotte van het korps. Hij wekte de indruk alleen bij Waku Waku helemaal uit de verf te komen. Klaas was meer een BN'er dan een politieman en van banken had hij geen kaas gegeten. Ik ken Klaas, zijdelings. Vond hem autoritair. Klopt, want wie was de man die samen met Dirk kritische journalisten met 'gepaste' maatregelen dreigde? Wie beschermde DSB met hand en tand tegen negatieve publiciteit? Juist, Klaas Klabak. Opmerkelijk en pikant: net een boek van Theo Heuft over Yab Yum gelezen. Kom ik weer Klaas Wilting tegen, in het fotokatern van dat boek. Wat deed een politiewoordvoerder nou bij Yab Yum? Hebt u Wilting overigens ooit iets inhoudelijks horen zeggen over de DSB-problematiek? “Doorlopen mensen, niks te zien...” Volgens mij zette Klaas zijn act als symbool gewoon voort toen Dirk hem vroeg om voor hem BN-er te blijven. En een bank waaraan zo'n beroemde agent z'n naam verbindt, moet wel een hele betrouwbare bank wezen. Dirk had de eerste BN-er dus in z'n zak. We moeten nog meer status dacht Dirk en daar was Gerrit Zalm opeens, transfervrij op de markt. Die man was ooit minister van financiën, dat moet dan wel een topbankier wezen, redeneerde Dirk. Ik smijt er een flink salaris en een dijk van een bonus tegenaan, maar dan ben ik de eigenaar van een echte minister. Zalm was weliswaar nimmer bankier, maar een kniesoor die daarom maalt. Politicus of bankman, voor Dirk betekent het allebei dat de toko moet draaien. En Dirk was opeens de baas van een politicus. Dirk's ego zwol net zo op als Gerrits' salaris. Deuren werden geopend, Dirks' mening ging ertoe doen, hij mocht jijen en jouwen met Jan Peter, kreeg een lintje en werd gebombardeerd tot rolmodel. En als bonus een eigen elftal. Welkom in de wereld van de Russische oligarchie en oliesheiks. Dirk was een modelondernemer geworden. Weliswaar dreef zijn imperium op producten waarvoor echte banken ooit de neus ophaalden. Inmiddels halen ook die nergens meer de neus voor op. Ze zijn alleen slimmer, houden Radar en Lakeman op afstand en verkopen daarom niet structureel zeven koopsompolissen aan klanten die alleen al hun salaris in de rook van een super-hypotheek zien opgaan.
Guggenheim Dirk
Dirk werd als het ware een canon in zijn eentje. En passant was Dirk ook nog kunstkenner. Wat Guggenheim kon, kan ik beter, wist Dirk en hij besloot het volk een museum te schenken dat qua afmeting doet denken aan de pyramide van Cheops. Als nuchtere Noord Hollander ben en blijf ik altijd een gewone man, die bruin brood met kaas eet, verzekerde Dirk met grote regelmaat als hij weer eens voor een zelfportret zijn eigen trekken stond te vergelijken. Kunst, zo dacht Dirk, daarvan moet je kunnen zien wat het voorstelt. Daarom was hij zo verzot op zijn eigen portret. Net een pasfoto, alleen groter. Dus niet één Picasso van 40 miljoen, maar honderden doeken van kunstenaars die dingen maken die de mensen herkennen. Er was al een Jopie Huisman museum dat vol hangt met fotografisch geschilderde zweetsokken, gebreide borstrokken en gescheurde bretels. Stukken waarvan de mensen zeiden: 'Het lijkt net echt!' En zo kwamen die Willinks, waar geen museum in de hele wereld aan wil, samen met andere topstukken uit een genre waar geen museum aan wil, voor veertig miljoen in het bezit van DSB beheer. Mensen die wel eens in een echt museum komen, beweren dat 40 miljoen eerder een optimistische raming is van Scheringa, maar geen reële taxatie. En als dat inderdaad zo is -ik denk van wel- dan zit de financier, de ABN AMRO mooi in het schip, want reken maar niet dat het Guggenheim of de Hermitage zich wil blameren met een Willink aan de muur. Welk serieus museum overweegt ook maar een moment om een hele collectie aan te schaffen van kunst die alleen maar minder waard wordt naarmate de schilder langer dood is? Echte bankiers hebben zelden veel werken hangen. Vaak wel hele goede. Eén Mondriaan is overigens ongeveer net zoveel waard als die hele collectie Scheringa....Wrang voor Dirk Beheer...
Banken investeren. DSB investeerde ook, maar nu blijkt dat vooral in Scheringa Beheer te zijn geweest. Vestzak, broekzak. Dat is in de bankwereld niet alom gebruikelijk. De meeste banken zetten hun geld uit bij zoveel mogelijk projecten en bedrijven. Al is het alleen maar om het risico te spreiden. De DSB heeft natuurlijk veel geld uitstaan in de vorm van leningen. Dat doen banken, geld uitlenen. DSB heeft altijd beweerd anders te zijn dan andere banken. Daarin hebben ze gelijk. Normale banken hebben hun geld uitstaan onder mensen waarvan de meesten het zonder problemen terug willen en terug kunnen betalen. DSB heeft nou juist dat deel van de markt gefinancierd dat andere banken niet wilden en durfden. Dirks klanten willen graag, maar kunnen niks terug betalen. Veel banken hebben gekke dingen gedaan, maar er zijn maar heel weinig banken die mensen met een minimum loon een hypotheek bieden waarvan aflossing en rente bijna net zo hoog zijn als het hele inkomen. Het zal veel klanten van DSB die aan hun verplichtingen kunnen voldoen niet prettig in de oren klinken, maar DSB fungeerde eigenlijk als het afvoerputje van de markt. En daardoor is DSB de bank met de meeste wanbetalers. Veel klanten van DSB kunnen de lasten niet opbrengen. Van hypotheken is DSB nooit rijk geworden. Dat werden ze van de koopsompolissen die ze de klanten aansmeerden. In feite is DSB is nooit een echte bank geweest. Eerder een uit zijn voegen gebarste holding van talloze financieringsmaatschappijen. De bedrijfjes van Dirk Scheringa bedienden vrijwel de hele markt van kleine consumptieve kredieten. Dure kredieten, want ook hierin opereerde Scheringa aan de rafelranden van de markt. Wie een auto koopt en financiert belandt meestal bij een dochterbedrijf van een grote bank, of bij de bank zelf. De rente is acceptabel, het contract is helder en er worden geen bijkomende kosten uit de hoge hoed gehaald. Voor een dergelijk krediet heb je nodig: een inkomen dat hoog genoeg is om de termijnen probleemloos te voldoen en een een blanco kredietregistratie bij het BKR. En de auto fungeert als onderpand.
Scheringa was de eigenaar van een wirwar aan bedrijven, die allemaal verschillende namen hadden, maar hetzelfde product leverden. Leningen en verzekeringen. Daarvoor bracht hij elke avond een arsenaal aan spotjes op de buis, waarin louche BN-ers als Frits Bom -altijd op de bres voor kleine man- en andere min of meer herkenbare talking heads de lofzang zongen op de zegeningen van lenen tegen de laagste tarieven. Zelfs op pagina 2 van elke Gouden Gids kun je lezen dat bij Dirk een lage rente na een jaar variabel (lees hoger) wordt, maar Dirk wist als geen ander nou juist de mensen zonder enige termijnvisie aan zich te binden. De publieke omroepen waren ook blij met Dirk, want in hun programmabladen was hij de grootste adverteerder. Publieke omroepen zijn er voor het welzijn van en de verheffing van het volk, vandaar. Dezelfde omroepen die Dirk uiteindelijk de das om deden. Zo sneed voor de VARA en de TROS het mes aan twee kanten.
Inmiddels is ABN-Amro onder Rijkman Groenink in zwaar weer terecht gekomen. En heeft minstens twee dochter maatschappijen die hetzelfde doen als DSB deed. Met de goedkeuring van Gerrit Zalm. En bedenk : een achtergesteld deposito is niks anders dan een aandeel in een bank. Alleen is dat aandeel, helaas, niet te verhandelen. En Dirk is nooit een bovenbaas geweest. Binnenskamers moeten Nout Wellink en zijn vrienden van het oude geld regelmatig hebben gezucht: Dirk is klein geld.....En de rest: a never ending story...
F.W.