Omtrent Dick Nicolaas, lifesign....


Gister, een druilerige zondag, naar Groningen getogen in plaats van knus in de buurt te blijven genieten van jazz. We waren uitgenodigd om er Rein Paalmans foto-expositie te besluiten met een feestelijk tintje. Of het ‘t weer was of de stad, het was gewoon niet feestelijk, er gebeurde niets. Ook de foto’s waren verstilde landschappen waar geen enkele emotie van de fotograaf door de pure esthetiek van de ontmenselijkte natuur heendrong.

Machteloos

Toen Rein ons terzijde zijn fotoboek over zijn bezoek met Margarita aan Dick daar in de gevangenis liet zien gebeurde er plotseling teveel. De eerste foto liet zien hoe broer en zus langs elkaar heenkeken uit angst voor de ander’s emotie, de tweede hoe die emotie eruit zag toen ze elkaar uiteidelijk wel aankeken: de onvoorstelbare wanhoop op beider gezichten, Dick’s blik gesloten als een kerkermuur, die van Margarita verwrongen van machteloze pijn, een tafereel waaruit het onpeilbare familieleed sprak dat beide overlevenden (vier andere broers en zussen hebben de een na de ander op tragische wijze het leven verlaten) vanaf geboorte hebben meegekregen.
Op de laatste foto straalde Dick humor en Margarita liefde uit en bezegelden daarmee hun gemeenschappelijke hoop op hereniging, immers, met humor en liefde hebben ze zich altijd weten te handhaven in extreem moeilijke situaties. Het bezoek aan Dick is dus, niettegenstaande de vrijwel uitzichtsloze situatie waarin hij verkeert, niet op een definitief afscheid uitgelopen.

War on Drugs...

Een oorlog tegen drugs is net zo min een oplossing voor de mondiale problematiek als willekeurig welke oorlog waarin het slachtofferaantal alleen maar stijgt en de krijgsvoerders hun wapens vervolgens tegen de nabestaanden moeten keren omdat het uitmoorden van medemensen nu eenmaal geen respect oplevert.
Een discussie over drugs zoals die in Nederland gevoerd wordt leidt nergens toe omdat drugs bezongen of verguisd kunnen worden, maar niet besproken: geïnitieerden kunnen voor- of tegenstanders zijn, de rest alleen maar virtueel voorstander of ongefundeerd tegenstander en daar valt dan verder niet meer mee te praten. We hebben immers geen overtuiging uit te dragen.
Het argument van de zuiverheidscontrole die bij legalisatie van drugs het slachtofferaantal zou moeten verminderen is een drogreden: wie niet zeker is van wat hij slikt onthoude zich of riskeert z’n leven en daarvoor kan men de overheid nu werkelijk niet aansprakelijk stellen. Ieder mens gaat met die vrijheid naar inzicht en vermogen om. Alleen jongeren zouden daarin goed voorgelicht en begeleid moeten worden, wat hier te lande genoegzaam gebeurt, dunkt me. Kan altijd beter nog natuurlijk.

Herziening?

Het bestaan van drugs valt in de wereld niet meer weg te denken, in de oudste culturen kwamen ze voor. Net zo vergeefs en idioot als het zou zijn om die culturen te willen uitroeien, is het illusoir om hun producten te ontkennen of door een oorlog uit de wererld te willen stampen: Afghanistan is nog altijd ‘s werelds grootste opiumproducent.
Het enige discussiepunt dat overblijft inzake drugs is het strafbaar stellen van productie en -handel. Voorzover geen overheid controle op het product noch de handel uitoefent verliest ieder gezag de legitimiteit om regels op te stellen. Het is niet alleen een zwaktebod - om niet te zeggen ‘machtsmisbruik’ - om dan maar alles te verbieden en de totale oorlog te verklaren, het is voor geen drugskenner inzichtelijk meer en maakt slachtoffers van relatief onschuldige mensen die vanuit onbegrip de illegaliteit ingezogen worden om, zoals overal in alle legaliteit ook gebeurt, voor de bazen de kastanjes uit het vuur te halen zodat deze hun activiteiten vrolijk kunnen blijven voortzetten…
Die oorlog wordt dus nooit gewonnen en de slachtoffers zijn altijd relatief onschuldigen, zelden of nooit de aanvoerders. Maar het meest weerzinwekkende is dat sommige overheden uit politieke overweging de aangeklaagden in het strafproces tot drugsbarons bombarderen om hun onderdanen te laten geloven dat de oorlog vruchten afwerpt en het belastinggeld niet drievoudig over de balk gesmeten wordt. Dus wordt levenslang of doodstraf uitgesproken over lui die zich van zo goed als geen kwaad bewust zijn. Een voorbeeld stellen heet dat dan ook nog.
Nederland doet daar gelukkig niet aan mee en komt op voor Nederlanders die in Indonesië in de fuik gelopen zijn, zoals Dick Nicolaas. Er wordt gewerkt aan de herziening van zijn proces en gestreefd naar een uitwisselingsverdrag. Wat ons betreft mag er alleen wel wat meer druk achter gezet worden. De spanning waarin Dick verkeert is menselijk gesproken ondraaglijk.

Click op de titel voor meer info



Ariënne Verburg, 27 oktober 2008

Philip Kerr en Bernie Gunther


Ongeveer tien jaar geleden had ik Amsterdam een paar ontmoetingen waarvan er eentje vreselijk ut de hand liep. Na een interview -ging over de wonderbaarlijk goede Bernie Gunther trilogie, waarmee hij opmerkelijk hoge ogen gooide als misdaadauteur, besloot Kerr dat we het succes van Bernie ook wel even konden vieren. “Zo vaak ben ik nou ook niet Amsterdam.” Als echte Schot liet Kerr meteen dubbele whisky -zonder e, aanrukken. Ieren schrijven whiskey, Schotten zijn zuiniger, ook met letters, maar bepaald niet met whisky want blijkbaar was Kerr zo in zijn nopjes met de verkoop en onvangst van zijn Bernie Gunther werken in Holland, dat hij uw verslaggever niet alleen trakteerde op wat hij 'echte Schotse cultuur,' noemde en als toegift -of was het voorzorg- de taxi naar huis liet komen, alwaar de chauffeur de huisdeur opende en ik de volgende ochtend in gang in plaats van in bed wakker werd. Heel erg ziek en vage herinneringen aan een alcohol doorwasemde avond. Later op de ochtend belde Kerr, fris als een hoentje, om te vragen hoe de vlag erbij stond. En pasant vertelde hij te hebben ontbeten met spiegeleieren en spek en raadde me aan om hetzelfde te doen. “Schotse cultuur, wij hebben misschien niet zoveel goeie schrijvers hier, maar stokers van jewelste.” Ik hoorde hem grinniken en ging bijna over mijn nek.

Nu, tien jaar later zit ik tegenover dezelfde Kerr. Niet echt veranderd behalve dat de Schotse cultuur hem een behoorlijk aantal kilo's heeft nagelaten. “Weinig Schotse cultuur meer,” zegt Kerr daarover, “Ik woon inmiddels in Londen, voel me niet zo verwant met de Schotse school die het onder leiding van Ian Rankin zo goed schijnt te doen. Ik wil Sean Connery niet als president want we hebben eerder meegemaakt dat een acteur op leeftijd de politiek in ging en dat is op het nippertje geen ramp geworden. De wilde haren ben ik, older and wiser, kwijt. De whiskyfles staat meestal buiten mijn blikveld. Ik ben een brave burger met kinderen en mijn enige handicap is dat ik moeilijk nee kan zeggen tegen lekker eten. Dat zet mogelijk meer aan dan alcohol. Maar als ik reis, en dat doe ik veel, is het eerste wat ik doe kennis maken met de keuken. Dat zegt veel over de mentaliteit van een land. Bovendien voer je aan tafel de beste gesprekken. Goed eten maakt de tongen losser dan drank. Proefondervindelijk vastgesteld. Ik ben er nog niet achter hoe het precies zit met de Nederlandse volksaard, maar zou ik op het ontbijt afgaan, dan is het slecht met dit land gesteld. Londen is evenmin een culinair paradijs, maar op elke straathoek kun je er wel tot diep in de nacht ontbijten.”

Kerr werd begin jaren negentig vrijwel in één klap tot de hele groten gerekend met wat nu bekend staat als “De Berlijnse Trilogie. Drie boeken,die snel na elkaar verschenen. De hoofdrol was weggelegd voor Bernie Gunther, een Duitse politieman die zijn werk deed in nazi Duitsland. Voor die tijd gewaagd -de anti Duitse sentimenten waren begin jaren negentig nog volop aanwezig in de houding van de, vooral wat oudere Nederlanders die 'de oorlog nog hadden meegemaakt,' en die hun nazaten soms het gevoel gaven dat het schande was dat zij dat niet hadden. Boeken over de oorlog waren er genoeg, maar boeken die speelden in Nazi Duitsland met een hoofdpersoon die zelfs deel uitmaakte van dat verfoeilijke systeem, dat lag anders. Overigens zette Kerr Gunther niet neer als nazi. Bernie Gunther was een integere politieman, die niks op had met Hitler's fanatieke aanhang, maar wel met hen door een deur moest en zo werd genoodzaakt te laveren tussen integriteit en loyaliteit. Kerr maakte er meer van dan alleen thrillers met een plot, al zijn ze ook op dat niveau best te lezen. Het was vooral de zwalkende Gunther, op zoek naar een consensus waarin hij precies genoeg kon doen om vrienden te houden en vijanden te mijden. En daarbij zijn handen toch, relatief, schoon probeerde te houden. De sfeertekeningen van Berlijn in oorlog voegden de meerwaarde toe.

Die eerste boeken kregen een schitterende pers, maar niet iedereen vond ze onomstreden.

“Toen ik eraan begon was ik me er van bewust dat ik lezers op hun tenen zou trappen. Over de oorlog, wordt vooral in de landen die door de Duitsers bezet zijn geweest, niet bepaald genuanceerd tegen Duitsers aan gekeken. In Engeland is dat anders. Wij zien de Duitsers meer als die lui die Londen bombardeerden en waarvan wij, en nu druk ik me heel erg Brits uit: sportief gewonnen hebben. Zo ziet de gemiddelde Brit de oorlog. Hij zag geen deportaties; hij zag trouwens ook weinig Duitsers. Mij fascineerde het hoe een gemiddelde Duitser had kunnen functioneren. Als het oorlog is denk je al snel dat gewone misdaad er niet eer toe doet. Maar ook in Londen hebben bijvoorbeeld moordenaars gebruik gemaakt van de bombardementen om de sporen van een moord uit te wissen. Destijds heeft de politie een aantal gevallen gewoon opgelost. Het leek mij interessant om een politieman in nazi Berlijn te laten werken. Als schrijver had ik een rijk geschakeerd gegeven. Hij deed normaal politiewerk onder wel heel veel abnormale omstandigheden. Dat bood zowel een scala aan situaties en een scala aan psychologische factoren.”

In Nederland hebben we Tomas Ross. Ross schrijft faction, een mengsel van historische feiten en fictie.

“Zo zou ik mijn Bernie Gunther romans niet willen noemen. Er komen weliswaar historische gegevens in voor, maar ik schrijf romans. Als ik schrijf dat Eichmann in Zuid-Amerika was, dan is dat het enige dat klopt. Dat hij daar ene Bernie Gunther zou hebben ontmoet? Dan mag je alleen aar zeggen dat je fictie schrijft. Ik heb niet de pretentie de loop van de geschiedenis te veranderen door een verzonnen detective.”

Waarom bleef het niet bij een trilogie?

“Die eerste drie boeken volgden snel na elkaar. Maar ik was bang, dat wanneer ik er nog meer zou laten volgen ik gezien zou zijn als een one-issue writer. In die hoek wilde ik niet terecht komen. Ten eerste wordt je dan een instituut en ten tweede een soort gevangene van je eigen verzinsels. Misschien dat het vele geld dat er tegenover had gestaan een beetje goed had kunnen maken. Maar ik voel me een schrijver, geen produktiewerker in een serie fabriek. Ik wil kunnen experimenteren. Dus heb ik thrillers geschreven, sommige slecht, anderen weer beter, maar wel allemaal verschillend. S.F., ook niet allemaal geslaagd. Maar goed, wel geprobeerd. Mijn kinderboeken lopen als een trein. Ik heb met Tom Cruise gewerkt aan scenarios. Waarbij ik wil opmerken dat ik me gelukkig prijs dat ik een onbekend gezicht heb en mijn naam alleen bekend is van covers. Over mij heeft niemand een mening. Over mijn boeken bestaan meningen. Er bestaan meningen over de films van Cruise, maar die vallen weg tegenover het grote aantal meningen over de persoon Cruise. Ik heb relaxed met hem gewerkt en weet van dichtbij dat het lastig is om tot het publieke bezit te behoren. Ik bewonder de stabiliteit van Cruise en ik trok me al niet zoveel aan van meningen, maar sinds ik hem ken heb ik er helemaal lak aan.”

Je gaat door met scenarios?

“Ik heb het gedaan in Hollywood en het was een ervaring. Maar ook een oefening in discipline. Als schrijver ben je vrij om je personages geheel naar eigen inzicht te verzinnen. Daarin ligt de sleutel van het succes. Verzin je een persoon die aanslaat, zoals Bernie dan vormt dat geen belemmering om vrij et Bernie om te gaan. Je unt hem als het ware zelf laten groeien. Met scenarios ben je gebonden. Je moet werken met heel veel limieten. Dialoog in een boek is onbruikbaar in een film. Alles moet compact zijn en toch moet het grotesk lijken. Ik vind het een uitdaging maar het schrjven boeken ligt dichter bij me. Maar k denk dat ik zelf nog wel eens een film ga maken. Dat zal, met mijn naar Hollywood maatstaven gemeten, bescheiden middelen, een low budget Britsh movie moeten zijn. Schrijven is vertellen, filmen ook. Ik wil de vorm uitproberen. “

En na al die jaren is Bernie weer ten tonele. Een stap backward?

“Nee, forward. Kerr is wat jaartjes older and wiser, en Bernie Gunther eveneens. We lijken een beetje op elkaar, Bernie en ik. Ik vond dat ik Bernie nu wel weer op pad kon laten gaan, zonder het risico te lopen dat ik zou worden gezien als alleen maar Bernie's chroniqueur. De mensen waren Bernie al een beetje vergeten, zo gaat dat in thrillerland. De nieuwe Bernie is niet meer in Berlijn. Ja, af en toe in een flash back. Maar de oorlog is voorbij en we schrijven jaren vijftig Buenos Aires. Met veel Duitsers uit die jaren (Kerr grijst) is Bernie wereldburger geworden. Vond je hem op zijn plek in die stad?

“Helemaal, je hebt hem er goed werk laten doen.”

En wat gaat Bernie hierna doen?

“Nog veel meer reizen. Bernie heeft Philip Kerr aangezet tot reizen. Ik bereis nu de wereld en zoek de plekken op die vlak na de oorlog belangrijk waren. En ik zoek uit welke rol daar voor Bernie Gunther is weggelegd. Ik snuif de geur op voor Bernie. Ruikt een stad goed, dan heb ik de basis.”

Hoe ruikt Amsterdam?

“Waar Amsterdam naar ruikt, dat hadden ze in Gunther's tijd nog niet.”

Maar ruikt het goed?

“Als ik kenner was zou ik zeggen: het beste ruikt als de equivalent van een hele mooie Schotse whisky. Denk je eraan dat je de e weglaat?”

Een witte vlam. De excellente nieuwe roman van Kerr verscheen bij de Boekerij

Feije Wieringa

Heroine is de hel drugs hebben niets subversiefs meer. en dus moeten ze op een 'normale' manier worden geïntegreerd in de maatschappij, vindt het comi

HET HEEFT nog nooit zo fris geroken in de Melkweg. De entree is geboend, de posters hangen recht, de kaartjescontroleurs spreken met twee woorden en in de hal zijn de standjes, de tafels met tijdschriften en parafernalia keurig gedekt.

DOOR Rob van Erkelens

Alsof de Vereniging Peuteropvang Alphen a/d Rijn een bijeenkomst heeft belegd, of de Stichting Eigen Huis een inspraakavond doet. Maar nee. Dit is heus de eerste manifestatie van blijmoedige druggebruikers, georganiseerd door het onlangs opgerichte CRD, het Comité voor Recreatief Drugsgebruik.
Lieve poezelige meisjes met paarse pruiken gaan rond met voorhangtafeltjes met xtc-testers. Het Comité geeft informatie over de achtergronden van deze avond. Duidelijke bordjes wijzen de weg.
De stemming is al even keurig: beschaafd staat men te keuvelen tegen een achtergrond van slappe muziek. Een spa nippend wisselt men andekdoten uit over vrouw en kinderen en de aanstaande zomervakantie. Ben ik hier wel goed? Dit was toch Operation Brain Storm? Een avond bedoeld om het pleidooi van het CRD voor een algehele vrijgave van alle genotsmiddelen kracht bij te zetten?
HET COMITE voor Recreatief Drugsgebruik bestaat uit Arno Adelaars, Arjen Koedam, Bart-Jan Brouwer, Cliff Cremer, Daan Diederiks, Erik van Ree, Feije Wieringa, Freek Polak, Gerben Hellinga, Gerhard Rekvelt, Hannah Bouma, Hans Ossebaard, Hans Plomp, Harry Bego, Iris Freie, Jaap Jamin, Mario Lap, Melissa Blommers, Peter Cohen, Quirijn Meijnen, Rae Eikelboom en Ton Nabben. Voorwaar enkele vooraanstaande drugskenners, klinkende namen op dit gebied.
In een als een slager-op-de-hoek-krantje vormgegeven pamflet publiceert het CRD zijn manifest. 'Er is één zaak waarover Wim Kok en Lee Kuan Yew, ayatollah Khamenei en Nelson Mandela, Fidel Castro en Bill Clinton het roerend eens zijn, één zaak waarover een hartverwarmende internationale consensus bestaat: de noodzaak drugs te bestrijden. De drugs zijn het nieuwe spook dat door de wereld gaat, en waartegen alle machten zich in een heilige alliantie hebben aaneengesloten. Waar het drugs aangaat heeft iedereen zich de blauwe knoop opgeprikt. Want wie zou de noodzaak van drugsbestrijding willen bestrijden?'
Nou, het CRD dus. Het constateert: 'Drugs, dat zijn immers Colombiaanse en Russische miljardairs die, dobberend in hun zwembaden, via hun zaktelefoons de wereld verzieken; en aan het einde van de lijn: opgeschoten psychopaatjes die onze volksbuurten onveilig maken. Drugs zijn toch met aids besmette naalden waar onze peuters zich aan prikken? Drugs zijn onze kinderen, onze zoons en dochters die ooit op de havo zaten en nu, verlept en grauw, gestolen fietsen verkopen. Drugs verwoesten de hersenen. Drugs zijn drugsdoden. Drugsgebruik is controleverlies, een samenleving die afglijdt naar anarchie.'
Natuurlijk heeft het CRD gelijk als het stelt dat hier sprake is van een vertekend beeld. We stellen de bergsport toch ook niet gelijk aan gebroken nekken en bevroren ledematen? Dan moeten drugs ook worden bevrijd van hun staatsgevaarlijke en levensbedreigende imago.
Het CRD wil onderscheid maken tussen drugsgebruik en drugsmisbruik. 'Drugsgebruik is geen probleem, en dient dan ook niet te worden bestreden. Alleen drugsmisbruik is een probleem.'
Verder wordt de brochure van het comité opgesierd door diepgravende artikelen als 'Drugs en alcohol, toen en nu', 'Lente', 'De roes', 'Een cadeautje' en de brief 'Lieve ouders', waarin Gerhard Rekvelt en Melissa Blommers (kinderen) het verschil blootleggen tussen hun generatie en die van hun opvoeders: 'Als een kind op jonge leeftijd in drugs geïnteresseerd raakt, ontbreekt het jullie opvoeders vaak aan eerlijke informatie omtrent drugs en rest jullie niets anders dan deze sappige vruchten simpelweg te verbieden. Juist als gevolg van dit verbod ontstaan de werkelijke drama's van vandaag de dag. Elk kind is namelijk nieuwsgierig en een blij kind is er meestal één dat zijn nieuwsgierigheid positief heeft leren bevredigen. Geen ouder zal dat ontkennen!'
De avond in de Melkweg heeft niets van een manifestatie van opstandige mensen die strijden voor een ideaal, die als een maatschappelijke minderheid de krachten willen bundelen om te vechten tegen de burgerlijke normen en waarden van een schijntolerante samenleving. Er is een debat, er is een forum, er zijn interruptiemicrofoons in de zaal (maar niemand interrumpeert; men wacht netjes tot de ander is uitgesproken voor men wat zegt), er is van alles. Maar de ambtelijke manier waarop alles verloopt wekt de indruk dat hier brave burgers hun recht op brave burgerdingen komen onderstrepen. We willen verse quizzen op tv, we willen vrije tijd, we willen bioscopen in nieuwbouwland, en we willen ongestraft en onbecommentarieerd drugs kunnen gebruiken.
DRUGS ZIJN niet meer wat ze geweest zijn. De tijd dat drugs werden gebruikt door een kleine groep progressieven en kunstenaars is ver weg. Met Baudelaire die de subversieve geneugten van hasjiesj bezingt, heeft dat allemaal niets te maken, net zomin als met de trippende hippies uit de flower power-jaren, die in lsd en andere psychoactieve middelen een serieuze mogelijkheid zagen de wereld te veranderen. Drugs hebben niets subversiefs meer. Ze zijn gemeengoed geworden, alledaags, normaal. En dus moeten ze ook maar op een 'normale' manier worden geïntegreerd in de maatschappij, vinden de recreatieve gebruikers en hun comité.
De laatste tien jaar is er snel veel veranderd. Voor mijn eerste xtc-pilletjes heb ik dagen moeten zwoegen en reisde ik kilometers. Nu is xtc het middel van de dansende middenklasse en de hakkende schooljeugd. Cocaïne was, toen ik het ontdekte, nog dat half-mysterieus wondermiddel dat je nachten bezorgde die je niet gemakkelijk meer vergat, een middel waarvoor je moeite moest doen om het te kopen, en waarvan de voorpret vaak al een enorme kick was. Vandaag is cocaïne ook al zo'n doodgewoon stofje geworden - dat wil zeggen: in rauwe vorm - dat door jan en alleman zijn neus in wordt gejaagd. (Gekookte cocaïne, zogenaamde coke-base, is iets heel anders. Dat is een heel stuk problematischer.) Het 'uitgaansleven' van de beter gesitueerden draait op cocaïne en andere stimulerende middelen. Drugs zijn op dit moment een doodnormaal onderdeel van het leven. En in die zin heeft het CRD gelijk dat ze ook als zodanig behandeld moeten worden. Maar in hun enthousiasme zien ze nogal wat dingen over het hoofd.
HET BEGON zo'n half jaar geleden met het pamflet 'Om wille van onze kinderen' van Erik van Ree en Theo van Gogh. Dat was een van de meest gênante geschriften ooit op dat gebied. De toon was uitgesproken zelfgenoegzaam, en het gemak waarmee het 'drugsprobleem' werd gereduceerd tot de moeite die Van Ree dan wel Van Gogh die avond had om de gewenste spullen te kunnen scoren, was stuitend. 'Om wille van onze kinderen' was in de eerste plaats koket: wij gebruiken allemaal wel eens wat, en dat willen we we-he-ten. We zijn hip. We zijn modern. En we durven ook nog. De brief begon zo: 'Cocaïne of paddestoelen, lsd, speed of ecstasy - alle ondergetekenden hebben één of meerdere van deze "harddrugs" wel eens genuttigd. Sommigen van ons zijn regelmatige gebruikers ervan - en tot genoegen. Een enkeling is zelfs wel eens met een joint te betrappen. En toch betalen wij belasting, hebben onze naaste lief (nu ja) en hopen op geluk, net als U en ieder ander. Harddrugs worden niet slechts gebruikt door menselijke wrakken die aan de grond gelopen hun dagen slijten.'
'Menselijke wrakken die aan de grond gelopen hun dagen slijten.' Bedoelen ze daarmee hetzelfde als wat het CRD omschrijft als: 'mensen die iets te kort komen, de werkelijkheid niet aankunnen en die zich daarvoor eigenlijk moeten schamen', waarmee men verwijst naar een 'heersende opvatting'? Maar net als Van Ree en Van Gogh onderschrijven ze in wezen die 'heersende opvatting' waar het één ding betreft, en wel het belangrijkste ding als het gaat om het 'drugsprobleem'. Voor het gemak sluit men daar de ogen maar voor. En dat zou men niet moeten doen. Want het is vermijdelijk de bottleneck in alle drugsdiscussies: heroïne.
Terwijl in de Melkweg in de hal xtc-testers worden uitgedeeld en her en der de wietzaden en -bladen de bezoeker om de oren vliegen, ligt bij de uitgang, in een stil hoekje, een klein, verlegen stapeltje papiertjes van het Centrum voor Drugsonderzoek (Cedro) van de Universiteit van Amsterdam, dat onderzoek doet naar het gebruik van heroïne en amfetamine. Hé, dit gaat over problemen! Hè bah, dat willen we niet, hoor! Loop maar door.
Wat begon met de brief van Van Ree en Van Gogh, wordt doorgezet door het Comité voor Recreatief Drugsgebruik: een blij en vrolijk verhaal vertellen over drugs en ondertussen weigeren te erkennen dat er wel degelijk een keerzijde is.
Natuurlijk is de huidige situatie te absurd voor woorden. Paars neemt steeds meer anti-drugsmaatregelen. Housefeesten barsten van de stillen. Heel Amsterdam barst langzamerhand van de stillen.
IN DE MELKWEG, bij het stapeltje flyers, ontmoet ik heroïnegebruiker D. Hij is geen prototype van het 'wrak': goed opgeleid, goeie jeugd gehad, prima werk. Desondanks hangt er een tranentrekkende vermoeidheid om zijn mond. 'Je wordt tegenwoordig opgepakt door de politie als je alleen maar kijkt naar een dealer. Een tijdje terug kocht ik 's ochtends wat dope, echt zo'n beetje (gebaart met vingers), en daarvoor werd ik meteen in de boeien geslagen en afgevoerd alsof ik net een oud vrouwtje verkracht had. Lieten ze me zes uur in een cel creperen, want ik was erg ziek. Ik praatte met de hoofdcommissaris over het probleem in zijn algemeenheid. Hij zei: "Als ik het hier onder het viaduct door heb gewerkt, is het mijn probleem niet meer." Dat hij het daarmee niet oploste, was hem een zorg. Het was uit zijn district weg. Daar ging het hem om. Zo gaat het tegenwoordig. Leve het paarse kabinet.'
Onder druk van het buitenland gedraagt Nederland zich als een laf en angstig staatje, te beroerd om de problemen aan te pakken. Dus in principe is zo'n CRD welkom. Maar ook dat comité is bang om de werkelijke ellende onder ogen te zien.
D.: 'Heroïne noemen ze in die brief opzettelijk niet. Van Ree en Van Gogh houden het bij relatief onschuldige middelen als cocaïne, xtc, speed en hasj. Die dingen moeten natuurlijk zo snel mogelijk uit de opiumwet worden gehaald. Maar weten ze over wie ze het hebben als ze spreken over "de druggebruiker"? Waar liggen de problemen? Juist, bij heroïne. Niemand gebruikt dat spul voor zijn lol. Of denk je misschien dat ik lachend en gierend midden in de nacht, als het vriest en ijzelt en regent, door de stad wankel om dope te zoeken? Daar is niets leuks aan. Dat is een vorm van moeten die niet uit te leggen is. Heroïneverslaafden zijn in die zin tragisch dat ze zijn grootgeworden met het concept van de vrije wil. Die is bij ons heel belangrijk, net als de mogelijkheid te kiezen. Wat weinig mensen inzien, en vooral diegenen die zo vrolijk pleiten voor legalisatie van alle middelen, is dat die keuze eigenlijk niet meer bestaat in het geval van een heroïneverslaving. En die vrije wil, daar geloof ik nauwelijks nog in. Dat spul doet gruwelijke dingen met een mens. Volgens mij is het de duivel zelf.'
BIJ HET CRD staat voorop: recht op eigen roes. Maar bestaat er ook niet zoiets als de plicht anderen te behoeden voor een gevaarlijke roes? Voor middelen die kunnen leiden tot dingen die ze nooit van hun leven hebben zien aankomen? Waarover nauwelijks goede informatie bestaat? Het comité heeft het graag over jongeren, en hoe mondig en slim die wel zijn. En wat weten die jongeren over de gevaarlijkste aller drugs? Niets. Want er is nauwelijks informatie over. Wie zich bezighoudt en wil houden met legalisatie van (hard)drugs dient in de eerste, de allereerste plaats het heroïneprobleem onder ogen te zien.
Niemand steelt om een joint te kunnen roken. Niemand prostitueert zich voor een geeltje om een pilletje te kunnen slikken. (Degenen die het hardst roepen dat alles moet worden vrijgegeven, bezoeke om half vier des nachts, liefst bij regen, liefst bij kou, bijvoorbeeld de Amsterdamse Czaar Peterstraat. De verhalen van de wankelmeisjes die hij dan tegenkomt, knope hij dan in zijn oren.) Niemand riskeert een jaar gevangenisstraf voor een lijntje coke.
Moeten we niet - niet om wille van onze kinderen van straks, maar om wille van onze buren van nu - iets meer aandacht besteden aan de échte problemen? Want, nogmaals, bij 'het drugsprobleem' denken we niet aan een blowende Erik van Ree of een trippende Theo van Gogh, maar aan andere dingen:
D.: 'Als ze over legalisering praten, moet heroïne, jammer genoeg, op de eerste plaats komen. Het is een groot probleem. Voor de maatschappij en voor degenen die aan dat takkespul verslaafd zijn. Dit is geen leven.'
Leuk, al die comités en al die pamfletten. Maar zolang men de ogen blijft sluiten voor wat er werkelijk aan de hand is, verandert er niets voor degenen die verandering het hardst nodig hebben. Drugs legaliseren, ja. Maar dan om levens te redden. En niet om gezellige dansavondjes van verwende burgers veilig te stellen. © Rob van Erkelens / De Groene Amsterdammer

Het is al even geleden, maar wordt het niet tijd om weer eens aan de weg te timmeren?? F.W. (met dank van Rob van Erkelens van de Groene. www.groene.nl

Over mij

Niks te melden, Groucho fout gespeld, geen clublid, atheist. Slechte ervaringen: met foute dienders en foute vrienden, soms een combinatie. Goede ervaringen: met vrouwen en vrienden, en daar vallen geen zelfbenoemde vrienden onder. Met skydiven, zeilen en LSD.

Albert Hoffman 28 april overleden

102 werd Albert Hoffman, de man die de wereld LSD gaf. Helaas is zijn sleutel van The door of Perception anno 2008 nog steeds omstreden. Hofmann heeft tot de laatste dag gepleit om zijn Problem Child serieus te nemen. Maar LSD werd om politieke redenen tot een gevaarlijke drug bestempeld. Met dat gevaar blijkt het mee te vallen: lethale dosering is anno 2008 nog steeds niet gevonden en Albert Hoffman, die regelmatig zijn geesteskind zelf nam is er 102 meegeworden.

Er is een condoleance-register:

http://www.alberthofmann.org/

Thanks for the trips dr Hoffman...


Meer info over de toenemende invloed van christelijk neo-conservatieve politiek

Friesland bakent de grenzen af

De provincie vindt dat het tijd wordt om de fryske identiteit te benadrukken. Ideetje????

Ooit was Friesland beroemd om haar koeien.

Tegenwoordig is Friesland berucht: hoe ze daar met koeien en ander vee omgaan.....

http://allaboutppd.blogspot.com/

De meeste patiënten zullen gedurende de rest van hun leven erg veel last houden van hun stoornis. Een voortschrijdende leeftijd (vanaf circa 50 jaar) zorgt ook nog eens voor nog minder geestelijke flexibiliteit, waardoor de symptomen verder kunnen verergeren. De prognose is dus gewoonlijk slecht. Klik voor de aardigheid eens op de blauwe link. Volgens de auteur een grapje. Maar hij trekt wel mooi de vleugels en pootjes van vliegen uit hun lichaam...Mooi verhaal verder op dat allaboutppd. Je zult er maar last van hebben!

Nachtmerrie, deze opdracht in dit masterpiece

Nachtmerrie, deze opdracht in dit masterpiece
Wat ben ik hier blij mee...En in zijn droom verliep alles feilloos en perfect zoals hij vooraf gepland had. Hij doodde meedogenloos en gevoelloos zijn verachtelijke vriend, die ook zijn vijand was.

Rober Plant & Alison Krauss

In de voetsporen van The All American Music van Gram Parsons het album Raising Sand van Led Zeppelins Robert Plant en bluegrass coryfee Alison Krauss. Folk is still in progress....Uitschieters: "Through the morning through the Night," van Gene Clark em "Polly," eveneens een nummer van Clark.

http://www.youtube.com/watch?v=g5KF4dKq-6I

Gene Clark info and downloads:

http://www.geneclark.com/

Mother should I trust the government?

Ik niet. En jij toch evenmin? Maar bij twijfel vind je't antwoord op http://www.witheet.com/ de site die een oogje in het zeil houdt! Laat je geen oor aannaaien door ambtenaren, dienders, politici, kwakzalvers, deskundologen, dominees, priesters, imams en ander gespuis!!!!
En heb je het niet op Bush, McDonalds, en twijfel je aan het nut van PRIVATISERING?
http://www.gregpalast.com/

By the way: wil de vaste lezer van dit log voorzichtig wezen gaat als het gaat om laster en suggesties te plaatsen die hem, als huisvriend, ter ore zijn gekomen door de slangentong van mevrouw R.H.. mijnheer R.R. en "'kunstenaar"Lerak L? Als de volledige namen van z'n bronnen, alsmede wat pijnlijke bijzonderheden die daarmee samenhangen, door mij worden onthuld, kan het wezen dat binnen de family R . de pleuris uitbreekt. Lijkt me niet leuk voor Lerak L. en R.R. Maar wie de bal kaatst.....kan een tornado in een glas water verwachten...This is not a hoax...

Scott Lynch (foto: F.W)

Scott Lynch (foto: F.W)
The king of modern Fanatsy did it again. Rode Zee onder een Rode Hemel, net uit bij de Boekerij. Zie voor het interview met Scott in het archief van dit log!!!

Lahringen a Turner Impression

Lahringen a Turner Impression
Dutch Masterpiece, watch the clouds...

Paragnosten

5 tot 15 % van het aantal verdwijningen, meestal als gevolg van misdrijven, zou volgens een artikel in de Leeuwarder Courant op paragnostische wijze alsnog worden opgelost. Bron: 15 jaar onderzoek door een paragnost. Die heeft er vast een onafhankelijk onderzoek van gemaakt... Al in de jaren twintig van de vorige eeuw deed Julian Huxley, broer van Aldous onderzoek naar Britse paragnosten. Hij wist ze allemaal te ontmaskeren. Publiceerde zijn resultaten, en het gevolg was dat er geen klant minder gebruik maakte van hun diensten, integendeel. Veel mensen zijn goedgelovig, journalisten helaas niet uitgezonderd. Zelf heb ik o.m. commissaris Jan Blaauw, profilers Robert Ressler, John Douglas, Paul Britton, de Amerikaanse True Crime schrijfster en biografe van Ted Bundy, Anne Rule gevraagd of er ooit in de historie een misdrijf via bovennatuurlijke weg is opgelost. Het antwoord, unaniem: nog nooit. Robert Ressler merkte fijntjes op dat de waarheid vaak te gruwelijk is om te geloven. en logica voor veel mensen te onaangenaam. "De realiteit zien is angstaanjagend, sprookjes niet," aldus Ressler, die als credo heeft: "Wie in de afgrond lijkt, moet zich realiseren dat de afgrond terug kijkt." Het citaat is van Nietzsche.

http://www.robertkressler.com/

H.P. Lovecraft

H.P. Lovecraft (1890-1937) wordt, hoewel nagenoeg onbekend tijdens zijn leven, thans beschouwd als een van de grootste fantastische vertellers uit de Amerikaanse literatuur. Sommige literatuurcritici achten hem zelfs hoger dan de grote E.A. Poe. In dit eerste deel van het verzameld proza van Lovecraft zijn in chronologische volgorde zijn eerste 29 verhalen opgenomen. In deze verhalen zien we dat de schrijver zoekt naar een eigen stijl, maar nog sterk beïnvloed wordt door Poe en de Engelse Lord Dunsany, voor wie hij grote bewondering had. Lovecraft, een excentrieke, wereldvreemde reactionair, droomde veel en hield in een notitieboekje een overzicht bij van al deze dromen, die zijn voornaamste inspiratiebron waren. Omdat die dromen zeer verschillend van aard waren, zijn de eruit voortgekomen verhalen dat eveneens, wat de lectuur ervan zeer afwisselend en boeiend maakt. Voor Lovecraft was het complot van een verhaal niet het belangrijkste, maar wel de opgeroepen sfeer. Daarin slaagde hij wonderwel, ook in deze vroege teksten, waarover Michel Houellebecq in zijn prachtige essay over Lovecraft schreef: `Daar zien we zijn artistieke middelen een voor een ontstaan, als muziekinstrumenten die zich om beurten aan een vluchtige solo wagen alvorens zich gezamenlijk over te geven aan de razernij van een krankzinnige opera.’ De bundel bevat de vroege verhalen van Lovecraft. Laten we hopen dat de rest ook snel wordt uitgegeven. Gelukkig dat er nog een uitgever als Voltaire bestaat!

http://www.uitgeverij-voltaire.nl/

Fragment uit De Droom (uitgave: Flevodruk)

En volgende week begint het proces. De therapeut staat dan eindelijk terecht voor het plegen van meervoudige moord op kwetsbare vrouwen. Die hij geestelijk zo manipuleerde en misbruikte dat ze allemaal uit pure wanhoop en op zijn aandringen zelfmoord hadden gepleegd.”

De auteur biedt coaching en solliciteerde bij opvang mishandelde vrouwen....Boek bestellen?

zie: http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm

Ik kan de codes niet geven en per ongeluk een boek gejat....

Even wat rechtzetten:

* Heb contact gehad met de Meesters. Zij hebben nooit ook maar enige invloed gehad op de inhoud van hun website. De site was van Vaccalucci. Zij hebben jou verzoeken verschillende keren naar hun uitgever gestuurd, maar die heeft er niets mee gedaan. Toen Vaccalucci ophield te bestaan was ook die website dood. (Zou je een negatieve recensie willen weghalen? De Meesters zijn nl. vrienden van mij....)
* De code van jou website kan ik je niet geven omdat ik zelfs de codes van mijn eigen websites niet meer heb. (Vreemd, die wordt steeds aangepast) Na een crash zijn ze verdwenen en de zoon van Rimmert IQUE wees gewaaschuwd!!! moet ze opnieuw aanmaken, of zoiets. (zo gaat dat, en vice versa....)
* Kellerman: dat moet een vervelend misverstand zijn geweest. Mijn herinnering is dat Ymco het pakketje bracht, jij het openmaakte, iets zei in de trant van: die lees ik allang niet meer, en ik vroeg of ik het dan mocht hebben. Jouw herinnering is anders. Dat spijt me verschrikkelijk. (boek achterover gedrukt en betrapt...)

Niet elke diender kan zo doorzichtig liegen...


Some quotes from the boys

"You know, there's a right and wrong way to do everything."

Woman: "About how much money do you boys average a street ?"
Ollie: "I would say about fifty cents a street."Woman: "There's a dollar. Move down a couple of streets."

Stan: "Well, I don't know anything about cutting wood."
Ollie: "Well, you ought to. You once told me your father was in the lumber business."
Stan: "Well, I know he was but it was only in a small way."
Ollie: "What do you mean small way ?"Stan: "Well, he ... he used to sell toothpicks."

Ollie: "Shut up and get this mess cleaned up. Do you know that my wife will be home at noon ?"
Stan: "Say, what do you think I am, Cinderella ? If I had any sense I'd walk out on you."
Ollie: "Well it's a good thing you haven't any sense."
Stan: "It certainly is."

"We're not looking for him, we're just trying to find him."


Gouden Strop

Roel Janssen Gouden Strop voor "De Tiende Vrouw" Wat een treurnis. Zelden zo'n saai boekje gelezen als dit boek van de man die de-eveneens dodelijk brave- Nederlandse John Grisham wordt genoemd. Het zal de nieuwe Balkenende braafheid wel wezen, dat er is gekozen voor een een amusing verhaaltje -negeer de suggestie maar dat het om de zaak Bruinsma gaat- waarin alle cliche's die de clichematigheid van de thriller bevestigen, uit de kast zijn gehaald. En geen spoortje humor, wat't boek onbedoeld humoristisch maakt.. Blij dat ik dit jaar geen jurylid was. En nou zal ik het nooit weer worden ook. Maar die prijs had Peter de Zwaan natuurlijk moeten hebben. Maar helaas: Peter schrijft niet voor de NRC en hij schrijft -lees de passage over twee lullen, vastgelijmd op een plankje, in De Voeder er maar op na- erg onbraaf. Peter, zorg dat je'm volgend jaar ook niet wint. Die Gouden Strop is inmiddels een belediging.

Klein en Groot

Klein en Groot
Bauer en De Poel (uitgave: Aspekt)

Stil water en een column van Marelle

Door Feije Wieringa (Penthouse / Highlife) Haar debuut Nephila’s Netwerk heb ik niet gelezen dus Stil Water was mijn kennismaking met werk van Marelle Boersma. Laat ik met de deur in huis vallen: het viel niet mee. Het verhaal is weinig origineel. Na een duik in de Oosterschelde lopen duikers, badgasten en bruinvissen een merkwaardige vorm van huiduitslag op. En dat niet alleen: veel bruinvissen spoelen dood aan en de huiduitslag blijkt onderdeel van een syndroom waardoor ook de hersenen worden aangetast. De schrijfster komt wat langzaam over de brug met wat de lezer al lang vermoedt: het water in de Oosterschelde is giftig. Je denkt dat in zo’n geval van hogerhand het sein onveilig gegeven wordt, of nog eerder, groot alarm geslagen. Maar net als in de film Jaws zijn de mensen die over zulke dingen gaan nou net degenen die weigeren om direct verbanden te leggen tussen de symptomen en de toestand van het water. Een thrillertruc die jaren geleden nog net kon, maar die anno 2006 bij mij allerminst het gevoel oproept dat de schrijfster zichzelf voor een uitdaging heeft geplaatst. De hoofdpersonen boeien niet. Ze zijn vooral clichématig. Uit alles blijkt dat Marelle Boersma zeker geen psychologie heeft gestudeerd. De topmanager van het Zeeuwse waterbeheer is, mag je hopen, niet naar ’t leven getekend, maar een karikatuur van een slechterik. Corrupt, weet niet het verschil tussen een knotwilg en een populier, kan niet van zijn vrouwelijke ondergeschikten afblijven en is niet eens in staat om het chantagegeld af te leveren op de goede plek. Gelukkig gaat het er gemoedelijk aan toe en mag hij nog een keer proberen. Als Marelle een persiflage had geschreven was ’t al op de rand geweest, maar het is haar ernst en dat geeft het boek vooral een knullig karakter. Misschien ben ik na vijftien jaar Penthouse een beetje gedegenereerd als het om erotiek gaat, maar de erotisch bedoelde beelden wekken bij mij eerder lachlust op dan fysieke driften. De lesbische relatie die ze in het verhaal heeft verwerkt is volstrekt irrelevant. ’t Had net zo goed hetero kunnen zijn. Blijkbaar is seks in Zeeland saai. Laten we voor de Zeeuwen hopen dat het hier om slechte research gaat: je kunt tenslotte niet overal verstand van hebben. Van toxicologie heeft Marelle meer verstand. Maar dat blijkt pas tegen het einde van het boek wanneer een niet alledaagse algensoort de oorzaak van de ellende blijkt te zijn. Daarmee geef ik de plot niet weg, want er is nog een kleine twist ingebouwd waardoor je toch even op ’t verkeerde been wordt gezet. Zo’n onverwachte wending–nou ja, onverwacht?- gebruikt Baantjer ook, maar die is al 83 en geen wetenschapper, doch eenvoudig politieman. De duikscènes hadden nog wat spanning kunnen genereren. Helaas kabbelen die net zo lauw voort als de rest van het verhaal. Geen claustrofobie, geen ademnood, geen paniek. Toeval of niet: de avond voor Stil Water las ik Duivelswerk een nieuwe thriller van Mo Hayder. Ook een boek over vergiftigd water en kadavers. Subliem geschreven, psychologisch geloofwaardig uitgewerkt en niet gemaakt om de lezer te behagen, maar om hem met angst, met een thrill te overdonderen. Misschien komt dit over als het vergelijken van appels met peren. Vind ik niet: op beide boeken staat duidelijk THRILLER. De passage aan het eind van ‘t boek: “Rona trok Line tegen zich aan waardoor Lines hoofd tegen haar borsten terechtkwam. Ze liet een hand over Lines lichaam glijden. Wat hadden vrouwen toch een heerlijk rond lichaam dacht ze....” Dat is niet thrilling, dat is romantiek. Een heel ander genre. Het positieve van Stil Water is dat je rustig kunt slapen als je ’t uit hebt. Maar wie een slapeloze nacht verwacht kan beter dat boek van Mo Hayder lezen. Stil Water is goed bedoeld. Maar het tijdperk van het brave spannende boek is voorbij. Dat zouden ze in Zeeland ook moeten weten. Zeker als je een universiteit van binnen hebt gezien. (over)Schrijver en EX-agent Fred de Vries lachte zich dood om deze recensie. Het heeft hem geroerd, achteraf, want de kleefkikker benaderde de talentvolle schrijfster ongeveer zo -die Wieringa meent natuurlijk niet wat hij opschrijft, ik ben een vriend van'm en zodoende weet ik dat- en wil jij nou een column schrijven op mijn site over zielsziekten? -Daar verzamelt hij schrijvers. Het geeft niet wat ze schrijven. En zo werd naieve Marelle gestrikt om Fred's collectie uit te breiden. Marelle heeft niet alleen verstand van sex in Zeeland. Ze is onder supervisie van een gewezen smeris, die god weet waarom, opeens handelaar in een knipselmap met open deuren is geworden, opeens ingevoerd in de wondere wereld van autisme. Een beetje thrillerschrijfster weet toch dat crime zich niet alleen in boeken afspeelt? En dat niet iedereen in uniform zuiver is op de graat! Integendeel zou'k zeggen...Nou Marelle, misschien inspireert het je ooit en komt dat meesterwerk er toch nog!

Housewife in action

Housewife in action
Words and Music

Housewifes Lament

Sommige dingen veranderen nooit.... http://www.ibiblio.org/jimmy/folkden/php/search/ I learned “Housewife’s Lament” at the Old Town School of Folk Music in Chicago around 1958. It’s kind of a bitter portrayal of the lot of women in the not-so-distant past. There is a verse at the end where the poor housewife dies and gets covered with dirt, which is supposed to be funny, but I thought there was enough hardship in this song without adding insult to injury, so I left it out. Lyrics: [G] One day I was walking,I heard [Am] a complaining,I saw a [D] poor womanThe [C] picture of [G] gloom.She gazed in the mudOn her [Am] doorstep (’twas raining),And [D] this was her songAs she [C] wielded her [G] broom: Chorus: [G] O life is a trial,[D] And love is a trouble,[G] Beauty will fade[D] And riches will flee,[G] Wages will dwindleAnd [Am] taxes will doubleAnd [D] nothing is as IWould [C] wish it to [G] be.” In March it is mud,It’s slush in December,The midsummer breezesAre loaded with dust.In fall the leaves litter,In muddy NovemberThe wallpaper rotsAnd the candlesticks rust. Chorus: It’s sweeping at sixAnd i’s dusting at seven, ( I know I sang 11 but it should be 7 It’s victuals at eightAnd it’s dishes at nine.It’s potting and panningFrom ten to eleven.We scarce break our fastTill we plan how to dine. Chorus: Last night in my dreamsI was stationed forever,On a far distant rockIn the midst of the sea.My one task of lifeWas a ceaseless endeavor,To brush off the wavesAs they swept over me.

A psychedelic journey by Samuel Taylor Coleridge

In Xanadu did Kubla KhanA stately pleasure-dome decree :Where Alph, the sacred river, ranThrough caverns measureless to man
Down to a sunless sea.
So twice five miles of fertile groundWith walls and towers were girdled round :And there were gardens bright with sinuous rills,Where blossomed many an incense-bearing tree ;And here were forests ancient as the hills,Enfolding sunny spots of greenery.
But oh ! that deep romantic chasm which slantedDown the green hill athwart a cedarn cover !A savage place ! as holy and enchantedAs e'er beneath a waning moon was hauntedBy woman wailing for her demon-lover !And from this chasm, with ceaseless turmoil seething,As if this earth in fast thick pants were breathing,A mighty fountain momently was forced :Amid whose swift half-intermitted burstHuge fragments vaulted like rebounding hail,Or chaffy grain beneath the thresher's flail :And 'mid these dancing rocks at once and everIt flung up momently the sacred river.Five miles meandering with a mazy motionThrough wood and dale the sacred river ran,Then reached the caverns measureless to man,And sank in tumult to a lifeless ocean :And 'mid this tumult Kubla heard from farAncestral voices prophesying war !
The shadow of the dome of pleasureFloated midway on the waves ;Where was heard the mingled measureFrom the fountain and the caves.
It was a miracle of rare device,A sunny pleasure-dome with caves of ice !
A damsel with a dulcimerIn a vision once I saw :It was an Abyssinian maid,And on her dulcimer she played,Singing of Mount Abora.Could I revive within meHer symphony and song,To such a deep delight 'twould win me,
That with music loud and long,I would build that dome in air,That sunny dome ! those caves of ice !And all who heard should see them there,And all should cry, Beware ! Beware !His flashing eyes, his floating hair !Weave a circle round him thrice,And close your eyes with holy dread,For he on honey-dew hath fed,And drunk the milk of Paradise.
Autumn of 1797 or (more likely) spring of 1798, published 1816, 1828, 1829, 1834
(proofed against E. H. Coleridge's 1927 edition of STC's poems and a ca. 1898 edition of STC's Poetical Works, ``reprinted from the early editions'')
To rest of poems

Hortensia's en rituelen

http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm http://www.boudicca.de/lsr-nl.htm 22. Ook zal hij een jong kind op het altaar doden, en het bloed zal het altaar bedekken met parfum, zoals van 23. Dan zal de Meester verschijnen zoals Hij zou verschijnen --- in Zijn glorie.24. Hij zal zichzelf uitstrekken op het altaar, en het ontwaken in het leven, en in de dood Dit is allemaal te vinden op bovenstaande sites. Laat u uw kind behandelen door lieden met deze hobby's?

Hoe de pers (soms) werkt

Een Imam moest naar een persconferentie in New York. De man maakte de oversteek per boot omdat hij niet durfde vliegen. Toen hij, eenmaal aangekomen, de loopplank afliep, kwam er een journalist naar hem toe, die hem, een microfoon onder de neus duwend vroeg: Monseigneur, wat vindt u van de hoeren in New York? Verbouwereerd reageerde de man: zijn er hoeren in New York? De volgende dag stond in de krant: Het eerste wat de Imam vroeg was 'Zijn er hoeren in New York?" Met dank aan PeeWee. Humoristisch raadsman.

Stalker

A moment of Glory Soms is een blik mooier dan wat dan ook. Kwam vanmiddag een stalker tegen. Hij wist dat ik het wist (dattie stalker was...) Ik keek'm in z'n smoel. Z'n blik draaide weg. Zoiets genereert een beter gevoel dan een veroordeling!!!!

In Groucho We Trust

In Groucho We Trust
Keep in mind!!!

Fake

Fake
Dit is een bootleg, waar McGuinn geen barst mee van doen had. Ik had'm cadeau gekregen van een ex-vriend, maar die deed me er geen plezier mee en bovendien bleek hij het goede heertje uit te hangen met de smaakvolle muziek van zijn echtgenote. Eigenlijk heb je zoiets niet in huis: maar het echtpaar is erop gesteld. Ik niet...Niet op't fakeplaatje en niet op't echtpaar....

Glenn Gould

Glenn Gould

Dit past op 1 GB mp-3

Bach: Das wohltemperierte klavier: Glenn Gould Murder Ballads: Nick Cave and the Bad Seeds Peace On You: Roger McGuinn Other Peaple's Lives: Ray Davies Compilatie: David Byrne and Talking Heads Beethoven: Grosse Fuge and two other Sring Quartets Bach: The Art of Fugue: The Candian Brass The Gilded Palace of Sin: The Flying Burrito Brothers Jazz from Hell: Frank Zappa Sex and Religion: Steve Vay Mass in C: W.A. Mozart Bach: Grand Motets: Herreweghe

Dexter solved a Loyd problem, while Ramon is sleeping and dreaming

Dexter solved a Loyd problem, while Ramon is sleeping and dreaming

Tim Krabbé

Recensie op crimezone Toevallig worden ze beiden op dezelfde dag bezorgd: Een goede dag voor de ezel, van Tim Krabbé, en de biografie van Simon Vestdijk, geschreven door Wim Hazeu. Verschil: zo’n 700 pagina’s. Vestdijk heeft meer dan vijftig boeken op zijn naam, Krabbé vooralsnog een stuk of tien, maar wat niet is kan komen. Tenslotte debuteerde Vestdijk pas toen hij dik in de dertig was en hield hij het schrijven vol tot het eind van zijn leven. Vestdijk was een stevige roker, dronk behoorlijk en schreef zich van depressie naar depressie. Krabbé is in alle opzichten Vestdijk’s tegenpool. Vestdijk kon vermoedelijk niet eens fietsen. Krabbé heeft jarenlang gefietst in de hogere regionen en haalde daar De Renner uit, één van de weinige boeken over sport waarvan de auteur de research helemaal zelf heeft doorvoeld. Vestdijk bedacht zijn materiaal. Krabbé beleefde het. Vestdijk leefde voornamelijk binnen de grenzen van zijn eigen universum, de huiskamer. Krabbé niet. Wielrennen, schaken, schrijven, Krabbé combineert het allemaal. Vestdijk kon zich binnen dat immense oeuvre nog wel eens een uitglijder veroorloven. Van die vijftig boeken heeft ongeveer de helft de tand van de tijd doorstaan. Krabbé heeft het nooit gezocht in kwantiteit. Geen grote romans, geen literaire experimenten. Maar wat hij heeft geschreven staat nog steeds als een huis. Het gouden ei is inmiddels uitgegroeid tot een klassieker. Twee keer verfilmd, maar in beide gevallen blijft het boek beter dan de film. Krabbé is niet in een hokje te stoppen. Schijnbaar eenvoudig, en met geen woord te veel wekt hij zijn personage’s tot leven. Om ze vervolgens in situaties te brengen die doen denken aan omstandigheden die ontsproten zijn aan de bizarre geest van Edgar Allan Poe. Alleen heeft Krabbé de lak van de gothische romantiek niet nodig om de horror uit het dagelijks leven te schilderen. Een goede dag voor de ezel, is een logische parel in de ketting van de Krabbé s juweeltjes. Alleen al de eerste zin: “Gelukkig zijn was het makkelijkste wat er was.” Kan zo bijgezet worden in de serie “beste eerste zinnen.” Net als: “De portier is een invalide,” uit Nooit meer slapen, van W.F. Hermans, een opening om in te lijsten. Wat er ook gebeurt, het kan alleen maar slechter worden. Er ontvouwt zich een subtiel drama, de formule waarop Krabbé het patent lijkt te hebben. Een toevallige samenloop van omstandigheden en een toevallig gehoorde, beledigende opmerking in een streekbus, vormen de aanzet tot een keten van gebeurtenissen die tijdens het lezen achteloos voorbij lijkt te komen, maar aan het slot samenvallen tot een macabere ontknoping. Toeval speelt een grote rol in dit boek. Vaak een truc om een plot sluitend te maken, maar in Een goede dag voor de ezel, een logisch gegeven. Toeval speelt ook een grote rol in het leven, al denkt menigeen dat het lot niet door toeval, maar door wilskracht wordt bepaald. Op het verkeerde moment, op de verkeerde plek zijn, is vaker een noodlottige gebeurtenis, dan een uitgekiende moord. Krabbé maakt weer eens duidelijk dat goed en kwaad balletje vormen dat alle kanten op rollen. Dat het vaak de verkeerde is valt de schrijver niet aan te rekenen. Een boek dat pas op z’n plek valt wanneer je er een paar dagen over hebt nagedacht. Bedrieglijk eenvoudig. Krabbé weet uit een minimum aan woorden een maximaal effect te halen. Weinig schrijvers die hem dat nadoen. Glashelder…

A Cosmic Joke

Voor de meeste mensen is Einstein gewoon een naam, een foto met een man, type nerd, weelderige grijze haardos, die op een merkwaardige foto, spottend zijn tong uitsteekt. En de formule: E=MC kwadraat. Daarmee houdt het zo’n beetje op. Einstein was in tegenstelling tot uitvinders als Edison, Wright broertjes en Ford niet een man die zich kon beroepen op een uitvinding die in de praktijk van het dagelijks leven een rol speelt. Hij ontdekte iets wat er altijd al was, maar niet herkend werd. Vlak na de donkere middeleeuwen gooide Copernicus de knuppel in het (theologische) hoenderhok door te stellen dat het niet de zon was die om de aarde draaide, maar andersom. Zo werd de centrale plaats van een door God geschapen aarde als middelpunt van het heelal weggevaagd. Het constateren van dit feit kwam hard aan, vooral bij de gelovigen die ervan uitgingen dat de schepping, zoals die in het boek Genesis staat (voor de oplettende lezer is dat een vreemd boek: het bevat twee scheppingsversies) slechts zeven dagen werk was, in plaats van miljarden jaren evolutie. Een paar honderd jaar later bevestigde de Britse natuurkundige Newton (volgens de mythe omdat er een appel uit een boom op zijn hoofd viel) die stelling door vast te stellen dat het heelal bestond uit lichamen die allemaal een vaste baan beschreven, met de zwaartekracht als bindende factor. Daarna kwam Einstein, die aantoonde dat de logica van Newton weliswaar heel goed bruikbaar was in de ‘gewone’ wereld maar dat Newton’s wetten niet bruikbaar waren in de kosmos, en op het niveau van de kleinste deeltjes. Voor het dagelijks leven was er niks aan de hand, een pond koffie bleef een pond koffie. Einstein toonde de correlatie aan tussen massa en gravitatie. Daarom weten we nu dat er meer koffie in een pond gaat als je het op de maan weegt. Bovendien vroeg hij zich af wat er zou gebeuren als je met de snelheid van het licht in een scheerspiegel zou kijken. Dat soort gedachten kon hij niet in de praktijk toetsen, dus bleef er niks anders over dan een wiskundig model te maken van ruimte, tijd en (zwaarte(kracht). Het kwam erop neer dat de lichtsnelheid constant was met ongeveer 300.000 km per seconde. En dat tijd, gemeten door een klok, langzamer ging naarmate een lichaam zich sneller beweegt. En dat beweging niet is vast te stellen, omdat er altijd een punt moet zijn ten opzichte waarvan je je beweging vaststelt. Zo gaat dat: de aarde draait om de zon, de zon draait weer mee in een sterrenstelsel en dat beweegt weer rond een ander stelsel enz. Kortom: Einstein zette de natuurkundige wereld op zijn kop door te stellen dat alles relatief is en het heelal geen ijkpunt kent. Het is maar vanaf welk punt je de zaak bekijkt. Hij toonde aan dat de lichtsnelheid absoluut is. Om die te kunnen overschrijden is een oneindige hoeveelheid massa / energie nodig. Reizen sneller dan het licht zou daarom het einde betekenen van het heelal zoals we dat nu kennen. Jean Claude Caririére heeft over deze materie een toegankelijk, langs wetenschap en filosofie scherend, boek gemaakt. (Bezige Bij) Hij laat een denkbeeldige Einstein aan het woord, die door een jonge studente aan de tand wordt gevoeld. Door haar ogen krijg je een kijkje in Einstein’s Brain. Het boek stopt op het punt van de kwantumfysica. Logisch, want Einstein heeft zich daar niet in kunnen vinden om de reden dat de kwantumtheorie uitgaat van een onzekerheidsprincipe en de observator van een kwantumonderzoek altijd zo’n onderzoek stuurt, omdat hij een onderdeel in de meting is. “God dobbelt niet” beweerde Einstein stellig. Daarover is het laatste woord niet gesproken, maar intussen is de theorie van de oude Albert wél stevig overeind gebleven. Maar absoluut, nee....Ooit vroeg een journaliste aan Einstein: “Mijnheer, zou u de theorie in een paar zinnen kunnen uitleggen?” “Dat kan ik wel,” antwoordde Einstein, “maar de vraag is of u het in een paar zinnen begrijpt.” In Einstein, vertel eens,” is dat uitleggen de schrijver aardig gelukt.

Albert Joking

Albert Joking

De Oerknal

De Oerknal Uitgave: De Arbeiderspers Simon Singh 2005 was het Mozart jaar en dat zullen we weten. Alle publieke omroepen proberen elkaar te overtreffen in de Mozart manie. Van kleuteropera tot taartjes, van classic FM tot de concertzender. Het is allemaal Mozart. Misschien is het vloeken in de kerk, maar ik ben van mening dat Mozart weliswaar een paar briljante pianoconcerten in elkaar heeft gezet, maar het probleem is dat dat materiaal nauwelijks verkrijgbaar is. En helaas is elke noot vastgelegd, zelfs opera’s die’t wonderkind op zijn tiende bedacht. Knap voor een knaapje, maar niet te genieten als je geen musiciloog bent. Tip: koop nooit een goedkope cd met werk van Mozart. Alfred Brendel weet zijn pianowerk de diepte te geven die het verdient. De rest is meestal rommel. En nu ik toch associeer: Mozart liefde was de opera. Hij was dus een soort Lloyd Webber voor de Oostenrijkse society. Mozart wordt het grootste genie allertijden genoemd. Te veel eer. Ik durf te beweren dat oude Bach een veel groter componist was dan die bepruikte muziekfabriek. 2005 was ook Einstein jaar. Het hele jaar niets van gemerkt. Einstein doet het slecht op koekblikken en Weens gebak. Einstein speelde overigens graag viool, Deed dat slecht, maar pretendeerde er ook niks mee . Zowel Einstein en Bach gingen uit van theoretische modellen. Daarom kun je Bach’s fuga’s in een sampler stoppen en het blijft Bach. De noten, daar gaat het om. Slechtere componisten hechten aan interpretatie van noten. Bach moet je niet interpreteren en al helemaal opvullen met romantische klanken. “De belangrijkste ontdekking ooit,” schrijft Simon Singh ergens in zijn boek. De meningen daarover zijn verdeeld. De evolutietheorie van Darwin is waarschijnlijk meer omstreden. Vooral op basis van religieuze argumenten. In bijbel en koran staat nadrukkelijk geschreven dat dieren en mensen van volstrekt verschillende aard zijn en dat de mens het recht heeft het dier te onderwerpen. Pijnlijk voor de gelovigen om dan te horen dat zijn voorouders niet Adam en Eva zijn, maar waarschijnlijk een aap met een genetische afwijking. Met die onderwerping zit het wel goed, maar daarvoor hoef je geen christen te zijn. De ontdekking van Edwin Hubble dat we leven in een heelal dat uitdijt wekte in 1923 veel belangstelling in de wetenschappelijke wereld. Einstein’s relativiteitstheorie was een gedachtesprong die veel filosofische vragen opriep, maar moeilijk is te weerleggen. Uit Hubble’s constatering dat bijna alle sterrenstelsels zich met steeds grotere snelheid van elkaar af bewegen kan zelfs een leek afleiden dat die stelsels daarvoor dichter bij elkaar waren. Zo’n vijftien milard jaar geleden moeten ze zo dicht op elkaar zijn geweest dat het hele heelal een soort oneindige dichtheid had. Misschien een miljardste van een speldenknop, maar zelfs dat is onwaarschijnlijk. Einstein’s theorie was niet in tegenstelling met het idee dat tijd en ruimte een beginstadium hebben, maar Einstein had geen oplossing voor welke wetten er bestonden op het moment dat dit heelal ontstond. Singh weet het evenmin, maar heeft een lekker toegankelijk boek geschreven over de aanloop naar de feiten zoals we nu kennen. Het begint eigenlijk in de tijd van de “verlichting” een tijd die niet geheel toevallig zo wordt genoemd. Het theologische model werd na de middeleeuwen langzaam vervangen door wetenschap. Logica versus geloof, een combinatie die onverenigbaar is. Hoe meer je weet, hoe minder je gelooft. Hoe meer je weet hoe groter de twijfel want in de wetenschap is het, in tegenstelling tot de religie, bijna altijd zo dat een theorie door een andere –betere- theorie te vervangen. Niets is zeker en zelfs dat niet. Een aardige paradox. Paradoxaal is ook dat de zoektocht naar het oneindige grote automatisch leidt tot een zoektocht naar het oneindige kleine. De wereld heeft het lang gedaan met Newton’s wetten over banen en zwaartekracht. Hij had het bijna goed, maar helaas voor Newton werd zijn theorie door Einstein aan flarden geschoten. Op zijn beurt is Einstein’s theorie eveneens onvolledig. Als het gaat om de allerkleinste deeltjes kloppen Einstein’s beweringen evenmin als die van Newton. Nog tijdens Einstein’s leven kwamen Planck en Bohr met de kwantumtheorie. Die theorie vond Einstein zo krankzinnig dat hij het afdeed met de stelling dat God niet dobbelt. De kwantumtheorie is zo absurd omdat onzekerheid, iets wat gelovigen en wetenschappers moeilijk aanvaarden, een rol speelt. En omdat er niets objectief kan worden waargenomen. Want elke waarneming is deel van wat wordt waargenomen en beinvloedt het resultaat. Als iemand naar een deeltje kijkt kan hij de snelheid zien of de plek. Maar beide tegelijk is onmogelijk. Kortom: “It’s all in the eye of the beholder.” Moeilijk terrein waaraan je niks hebt in het dagelijks leven. De kwantummechanica sluit niet uit dat alles een illusie is. Leuk om over te filosoferen. Maar in zekere zin ook angstaanjagend. Voorlopig kunnen we het doen met Simon Sings’ beschrijving van wat er allemaal nodig was om dogma’s te weerleggen en feiten te verklaren. Het lijkt erop dat we deel zijn van iets onvoorstelbaars. Wat was er voor de Big Bang? Die vraag zou Singh graag hebben beantwoord. Stephen Hawking ook. Wat was er voor er ruimte en tijd was? Kan er iets uit niets ontstaan? Het enige dat zeker is dat de oerknal geluidloos was. Oerflits is een betere formulering. Geluid zich plant verplaatst zich door materie zoals lucht. En lucht bestaat niet buiten de dampkring. De ontploffingen in Star Wars zijn spectaculair, maar voor het effect hebben d schrijvers de feiten ruim benut. Het grote probleem: is er werkelijkheid als niemand kijkt? Who knows? En hoeveel tijd is geen tijd? Een lekkere aflevering van Star Trek gaat er wel in als je dit dikke boek van Singh achter de kiezen hebt. Daarin gebeuren tenminste gewone dingen. En passant: onlangs heeft Stephen Hawking zijn menig over zwarte gaten herzien. Zwarte gaten zijn het effect van grote sterren die ineenstorten door hun eigen zwaartekracht. In een zwart gat bestaat tijd noch ruimte. Hawking heeft ontdekt dat er wel informatie uit zo’n gat sijpelt en dat betekent dat de hele kosmologie op losse schroeven staat. Therotisch zou de kwantummechanica wel eens het ei van Clolumbus kunnen zijn. Dat zou een grotere omwenteling zijn dan elke andere theorie. Maar laat het nou net die theorie zijn, die zich niet aan oorzaak en gevolg houdt. De theoretische fysica leert ons steeds meer over het heelal. Descartes opmerking “Ik denk, dus ik besta,” is geen voldongen feit meer. De Big Bang is nauwelijks te begrijpen. Maar de kwantumfyisica lost meer vragen op dan elke andere theorie. Alleen begrijpt geen sterveling hoe de kwantumfysica werkt. En nog even over Einstein: E=MC Kwadraat. Dat betekent dat de lichtsnelheid nooit kan worden overschreden, omdat C, de snelheid van het licht energie nodig heeft. Maar in het heelal is geen kracht te vinden die zoveel energie levert. Gebeurt dat wel dan bestaat er geen heelal meer. Maar: de kwantummechenica sluit niet uit dat deeltjes met een grotere dan de lichtsnelheid bestaan... Singh heeft er een onderhoudend boek over gemaakt. Toegankelijk en helder. Soms wat oppervlakkig. Maar het is een grote verdienste dat een schrijver deze filosofische vragen helder probeert uit te leggen aan publiek dat wel eens verder wil kijken dat de pulp van Discovery.

Bitter Bierce!!!!!

A person who doubts himself is like a man who would enlist in the ranks of his enemies and bear arms agains himself. He makes his failure certain by himself being the first person to be convinced of it. Ambrose Bierce A total abstainer is one who abstains from everything but abstention, and especially from inactivity in the affairs of others. Ambrose Bierce Ability is commonly found to consist mainly in a high degree of solemnity. Ambrose Bierce Absence blots people out. We really have no absent friends. Ambrose Bierce Abstainer: a weak person who yields to the temptation of denying himself a pleasure. Ambrose Bierce Absurdity, n.: A statement or belief manifestly inconsistent with one's own opinion. Ambrose Bierce Academe, n.: An ancient school where morality and philosophy were taught. Academy, n.: A modern school where football is taught. Ambrose Bierce Acquaintance. A person whom we know well enough to borrow from, but not well enough to lend to. Ambrose Bierce Admiration, n. Our polite recognition of another's resemblance to ourselves. Ambrose Bierce All are lunatics, but he who can analyze his delusions is called a philosopher. Ambrose Bierce Ambidextrous, adj.: Able to pick with equal skill a right-hand pocket or a left. Ambrose Bierce An egotist is a person of low taste-more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Anoint, v.: To grease a king or other great functionary already sufficiently slippery. Ambrose Bierce Ardor, n. The quality that distinguishes love without knowledge. Ambrose Bierce Bacchus, n.: A convenient deity invented by the ancients as an excuse for getting drunk. Ambrose Bierce Barometer, n.: An ingenious instrument which indicates what kind of weather we are having. Ambrose Bierce Battle, n., A method of untying with the teeth a political knot that would not yield to the tongue. Ambrose Bierce Beauty, n: the power by which a woman charms a lover and terrifies a husband. Ambrose Bierce Belladonna, n.: In Italian a beautiful lady; in English a deadly poison. A striking example of the essential identity of the two tongues. Ambrose Bierce Bigot: One who is obstinately and zealously attached to an opinion that you do not entertain. Ambrose Bierce Bore, n. A person who talks when you wish him to listen. Ambrose Bierce Brain: an apparatus with which we think we think. Ambrose Bierce Bride: A woman with a fine prospect of happiness behind her. Ambrose Bierce Cabbage: a familiar kitchen-garden vegetable about as large and wise as a man's head. Ambrose Bierce Calamities are of two kinds: misfortunes to ourselves, and good fortune to others. Ambrose Bierce Childhood: the period of human life intermediate between the idiocy of infancy and the folly of youth - two removes from the sin of manhood and three from the remorse of age. Ambrose Bierce Clairvoyant, n.: A person, commonly a woman, who has the power of seeing that which is invisible to her patron - namely, that he is a blockhead. Ambrose Bierce Cogito cogito ergo cogito sum - I think that I think, therefore I think that I am. Ambrose Bierce Confidante. One entrusted by A with the secrets of B confided to herself by C. Ambrose Bierce Conservative, n: A statesman who is enamored of existing evils, as distinguished from the Liberal who wishes to replace them with others. Ambrose Bierce Consult: To seek approval for a course of action already decided upon. Ambrose Bierce Corporation: An ingenious device for obtaining profit without individual responsibility. Ambrose Bierce Coward: One who, in a perilous emergency, thinks with his legs. Ambrose Bierce Cynic, n: a blackguard whose faulty vision sees things as they are, not as they ought to be. Ambrose Bierce Dawn: When men of reason go to bed. Ambrose Bierce Day, n. A period of twenty-four hours, mostly misspent. Ambrose Bierce Death is not the end. There remains the litigation over the estate. Ambrose Bierce Debt, n. An ingenious substitute for the chain and whip of the slavedriver. Ambrose Bierce Deliberation, n.: The act of examining one's bread to determine which side it is buttered on. Ambrose Bierce Destiny: A tyrant's authority for crime and a fool's excuse for failure. Ambrose Bierce Doubt begins only at the last frontiers of what is possible. Ambrose Bierce Doubt is the father of invention. Ambrose Bierce Doubt, indulged and cherished, is in danger of becoming denial; but if honest, and bent on thorough investigation, it may soon lead to full establishment of the truth. Ambrose Bierce Edible, adj.: Good to eat, and wholesome to digest, as a worm to a toad, a toad to a snake, a snake to a pig, a pig to a man, and a man to a worm. Ambrose Bierce Education, n.: That which discloses the wise and disguises from the foolish their lack of understanding. Ambrose Bierce Egotism, n: Doing the New York Times crossword puzzle with a pen. Ambrose Bierce Egotist: a person more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Egotist: A person of low taste, more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Experience is a revelation in the light of which we renounce our errors of youth for those of age. Ambrose Bierce Faith: Belief without evidence in what is told by one who speaks without knowledge, of things without parallel. Ambrose Bierce Famous, adj.: Conspicuously miserable. Ambrose Bierce Fork: An instrument used chiefly for the purpose of putting dead animals into the mouth. Ambrose Bierce Genealogy, n. An account of one's descent from a man who did not particularly care to trace his own. Ambrose Bierce Happiness: an agreeable sensation arising from contemplating the misery of another. Ambrose Bierce History is an account, mostly false, of events, mostly unimportant, which are brought about by rulers, mostly knaves, and soldiers, mostly fools. Ambrose Bierce I believe we shall come to care about people less and less. The more people one knows the easier it becomes to replace them. It's one of the curses of London. Ambrose Bierce I never said all Democrats were saloonkeepers. What I said was that all saloonkeepers are Democrats. Ambrose Bierce Immortality: A toy which people cry for, And on their knees apply for, Dispute, contend and lie for, And if allowed Would be right proud Eternally to die for. Ambrose Bierce In our civilization, and under our republican form of government, intelligence is so highly honored that it is rewarded by exemption from the cares of office. Ambrose Bierce Inventor: A person who makes an ingenious arrangement of wheels, levers and springs, and believes it civilization. Ambrose Bierce It is evident that skepticism, while it makes no actual change in man, always makes him feel better. Ambrose Bierce Land: A part of the earth's surface, considered as property. The theory that land is property subject to private ownership and control is the foundation of modern society, and is eminently worthy of the superstructure. Ambrose Bierce Lawsuit: A machine which you go into as a pig and come out of as a sausage. Ambrose Bierce Learning, n. The kind of ignorance distinguishing the studious. Ambrose Bierce Liberty: One of Imagination's most precious possessions. Ambrose Bierce Litigation: A machine which you go into as a pig and come out of as a sausage. Ambrose Bierce Logic: The art of thinking and reasoning in strict accordance with the limitations and incapacities of the human misunderstanding. Ambrose Bierce Love: A temporary insanity curable by marriage. Ambrose Bierce Mad, adj. Affected with a high degree of intellectual independence. Ambrose Bierce Mammon, n.: The god of the world's leading religion. Ambrose Bierce Marriage, n: the state or condition of a community consisting of a master, a mistress, and two slaves, making in all, two. Ambrose Bierce Mayonnaise: One of the sauces which serve the French in place of a state religion. Ambrose Bierce Meekness: Uncommon patience in planning a revenge that is worth while. Ambrose Bierce Men become civilized, not in proportion to their willingness to believe, but in proportion to their readiness to doubt. Ambrose Bierce Ocean: A body of water occupying about two-thirds of a world made for man - who has no gills. Ambrose Bierce Optimism: The doctrine that everything is beautiful, including what is ugly, everything good, especially the bad, and everything right that is wrong... It is hereditary, but fortunately not contagious. Ambrose Bierce Painting, n.: The art of protecting flat surfaces from the weather, and exposing them to the critic. Ambrose Bierce Patience, n. A minor form of dispair, disguised as a virtue. Ambrose Bierce Perseverance - a lowly virtue whereby mediocrity achieves an inglorious success. Ambrose Bierce Philosophy: A route of many roads leading from nowhere to nothing. Ambrose Bierce Photograph: a picture painted by the sun without instruction in art. Ambrose Bierce Politeness, n: The most acceptable hypocrisy. Ambrose Bierce Politics: A strife of interests masquerading as a contest of principles. The conduct of public affairs for private advantage. Ambrose Bierce Positive, adj.: Mistaken at the top of one's voice. Ambrose Bierce Pray, v.: To ask that the laws of the universe be annulled in behalf of a single petitioner confessedly unworthy. Ambrose Bierce Pray: To ask the laws of the universe to be annulled on behalf of a single petitioner confessedly unworthy. Ambrose Bierce Prescription: A physician's guess at what will best prolong the situation with least harm to the patient. Ambrose Bierce Quotation, n: The act of repeating erroneously the words of another. Ambrose Bierce Religion. A daughter of Hope and Fear, explaining to Ignorance the nature of the Unknowable. Ambrose Bierce Revolution, n. In politics, an abrupt change in the form of misgovernment. Ambrose Bierce Saint: A dead sinner revised and edited. Ambrose Bierce Speak when you are angry and you will make the best speech you will ever regret. Ambrose Bierce Spring beckons! All things to the call respond; the trees are leaving and cashiers abscond. Ambrose Bierce Success is the one unpardonable sin against our fellows. Ambrose Bierce Suffrage, noun. Expression of opinion by means of a ballot. The right of suffrage (which is held to be both a privilege and a duty) means, as commonly interpreted, the right to vote for the man of another man's choice, and is highly prized. Ambrose Bierce Sweater, n.: garment worn by child when its mother is feeling chilly. Ambrose Bierce Telephone, n. An invention of the devil which abrogates some of the advantages of making a disagreeable person keep his distance. Ambrose Bierce The best thing to do with the best things in life is to give them up. Ambrose Bierce The covers of this book are too far apart. Ambrose Bierce The gambling known as business looks with austere disfavor upon the business known as gambling. Ambrose Bierce The hardest tumble a man can make is to fall over his own bluff. Ambrose Bierce The slightest acquaintance with history shows that powerful republics are the most warlike and unscrupulous of nations. Ambrose Bierce The small part of ignorance that we arrange and classify we give the name of knowledge. Ambrose Bierce There are four kinds of Homicide: felonious, excusable, justifiable, and praiseworthy. Ambrose Bierce To be positive is to be mistaken at the top of one's voice. Ambrose Bierce Vote: the instrument and symbol of a freeman's power to make a fool of himself and a wreck of his country. Ambrose Bierce War is God's way of teaching Americans geography. Ambrose Bierce We know what happens to people who stay in the middle of the road. They get run over. Ambrose Bierce We submit to the majority because we have to. But we are not compelled to call our attitude of subjection a posture of respect. Ambrose Bierce What this country needs what every country needs occasionally is a good hard bloody war to revive the vice of patriotism on which its existence as a nation depends. Ambrose Bierce When you doubt, abstain. Ambrose Bierce Who never doubted, never half believed. Where doubt is, there truth is - it is her shadow. Ambrose Bierce

Back from Rio

As a very longtime lover of Roger McGuinn, having seen him a number of times, including this past year, sitting front row center in a small venue, I absolutely love this album. If you listen to it more than a cursory once, and especially on a good stereo or better yet, through good headphones, you will realize what a spectacular album this is. Give it a chance and it will grow on you (if it doesn't instantly knock you out, like it did me). http://www.mcguiincom

Rickenbackermasterpiece

Rickenbackermasterpiece
www.mcguinn.com

Dexter

Dexter

Anton Wachter bij het grofvuil

Anton Wachter bij het groffe vuil.... Harlingen. Soms lijkt het alsof de geest van Vestdijk er nog rondspookt. Waar vind je nog een stad waar de burgemeester je persoonlijk even belt als hij vindt dat ’t journaille hem niet helemaal geloofd? En die hoogstpersoonlijk een echte vuilverbrandingsoven aan het wad binnenloodst... "De lucht in Lahringen is dan schoner dan die boven Antarctica," verzekerde de geparachuteerde bobo. Waar kon je tot voor kort een heuse schouwburg met alles erop en eraan voor een halve euro kopen? En waar vind je een stad die een literaire prijs –De Anton Wachter Prijs, jawel, uitreikt aan een debuut, waarvan jurylid Martin Ros toch echt beweerde, dat het zonde was van de bomen die voor’t papier van het boek gekapt waren? Het mocht niet verhinderen dat Christiaan Weijts, hem, zoals voorspeld, kreeg voor zijn indrukwekkende roman Artikel 285 B. Weijts mocht een replica van het standbeeld van Anton Wachter meenemen. Het werd hem tijdens een indrukwekkend gala overhandigd. Wat vooral opviel was de afwezigheid van de jury en de toespraken van menig spreker, die, noch Weijts, noch Vestdijk had gelezen. Dat Vestdijk’s nalatenschap, literatuur in het algemeen en Lahringen er geen innige banden op nahouden: soit. Maar om nou op deze manier als gemeente je gram te halen....Of zou Ros even langs zijn geweest? Of, wederom een smerige streek van Vestdijk’s narrige stadse kwelgeest, Mijnheer Visser?? En passant verklaarde Mieke Vestdijk dat Ierse Nachten de mooiste roman was van de Lahringse reus en Op Afbetaling de meest nare. Lang geleden dat Mieke zich liet interviewen. Een primeur dus.

Meneer Scheffer

Meneer Scheffer

Mieke Vestdijk

Mieke Vestdijk

Anton bij het oud papier

Anton bij het oud papier