Goddeloos 2008 graag


Religie heeft mensen er echt van overtuigd dat er een onzichtbare man is –die hoog (!) in de hemel woont- en die toekijkt bij alles wat je doet, elk moment van de dag. En die onzichtbare man heeft een speciale lijst van tien dingen en die dingen mag je niet doen van hem. En als je een van die dingen wel doet (bijvoorbeeld je buurman zijn ezel zou willen hebben) dan heeft hij een speciale plek, vol vuur en rook en brandende dingen en pijn en angst, en daar stuurt hij je dan heen, om daar te gaan leven en te lijden en te branden en te stikken en te gillen en te huilen tot het einde der tijden…Maar: Hij houdt van je!

George Charlin (uit God als misvatting van Richard Dawkins)

Uitgave: Nieuw Amsterdam

Wij wensen u een goed en vooral goddeloos 2008. Blijf dus uit de buurt van godshuis, moskee, synagoge en vermijdt zelfbenoemde vertegenwoordigers die grossieren in verzinsels waar slechts ellende uit voorkomt!. U herkent ze aan jurken, mijters, baarden en habijten, taalgebruik en intolerantie….Pas op voor hun vermomde equivalenten die overal opduiken!

Cannabis, psychoses en coherent denken, gaat dat samen????

Zoals hieronder te lezen is, ga je dus schrijven als je Haldol moet slikken,maar sinds je twaalfde inplaats daarvan blowt. Wat ook helpt: een vader die zich al veertig jaar een versuffing snuift. Om begrijpelijke redenen gebruikt de auteur een pseudoniem,Vaatemaaker... Het artikel is veel langer, maar het gaat even om't idee. Ingestuurd voor plaatsing, maar uiteraard door de redactie geweigerd.

Voor verdere info zie het artikel 'Cannabis en psychoses" elders op dit log.

"Ik ben er nog steeds niet achter waarom het menselijke brein zo snel aan dingen went. Mij lijkt het brein bij uitstek dé mislukking van de evolutie. En als het niet de schuld is van de evolutie dan is het nog erger, dan is het de schuld van de mens. (die op zijn beurt weer de schuld van evolutie is…)

Wat de fuck ? Ik hoef verdomme maar 5 keer langs een boom te lopen en de boom verliest zijn mysterie. Ik kan me gelukkig nog verwonderen over het feit hoe mooi dat omhooggekomen stuk aarde is (die boom dus). Maar ik kijk er niet meer van op. Materiele dingen: eenmaal onderzocht begrepen, en ze veranderen in lege objecten. Niet dat ik het aan de kant gooi of zo maar de aanstekelijke waarde, van die eerste impressie, die is weg. Het is opeens normaal geworden.

Dit verklaart waarschijnlijk waarom kapitalistisme werkt. Iedereen wil iets nieuws. Vooral ik, en wél nu, heel veel, altijd , en intens blijvend. Zou alles altijd nieuw willen ervaren, hoe oud ook het ook is. Zo zou de stad waarin ik woon altijd nieuw moeten zijn., Alhoewel: ik wil de weg wel kunnen vinden, maar je begrijpt wel wat ik bedoel.

Of is deze onvrede, dit zoeken nou net de drijfveer van de evolutie ? Laten we dat maar hopen, anders trappen we ons constant in onze spreekwoordelijke ZAK.

Dus zeg nooit: doe normaal tegen mij. Daar wordt ik woest van. Normaal bah. Hoe redelijk ook lijkt te klinken, het deugt van geen kant. Voorbeeld: als je lang genoeg een absurde situatie tegenkomt is deze opeens normaal."
Meer weten?

www.sp.unimaas.nl/images/cecile_ecogenetic_studies_of_cannabis_as%20a_cause_of_psychosis_final.pdf

August Willemsen overleden


Vertaler, essayist en auteur August Willemsen (16 juni 1936) is gisteren, 29 november, overleden.

Willemsen verwierf grote bekendheid als vertaler van Portugese en Braziliaanse literatuur (o.a. Fenando Pessoa, Carlos Drummond de Andrade en Machado de Assis). Voor zijn vertaalwerk kreeg hij de Martinus Nijhoff Prijs. Ook was hij de auteur van veelgeprezen autobiografische werken als Braziliaanse brieven, De val en Vrienden,vreemden, vrouwen. Met zijn essayistische werk (o.a. De taal als bril, Het hoge woord) ontsloot hij de moderne Braziliaanse en Portugese poëzie voor Nederlandse en Vlaamse lezers.

Bron: De Arbeiderspers

De Val is voor mij Willemsens'meest indrukwekkende boek. Een intiem verslag over zijn strijd tegen old demon alcohol, prachtig, nuchter, geschreven.

Interview met Kathy Reichs, forensisch antropologe, schrijfster en de vrouw achter de televisieserie Bones


Forensisch onderzoek spreekt tot de verbeelding. Discovery Channel en National Geographic overspoelen de markt met vaak quasi-wetenschappelijke documentaires waarin wetenschappers als bijna bovennatuurlijke wezens worden opgevoerd en het menselijk drama door weglating van de al te macabere kanten, zelfs voor kijkers met een wat zwakkere maag kan worden verorberd. Echt bloed drukt de kijkcijfers en adverteerders hechten aan realisme, mits de consument er niet van gaat braken. Een jaar of tien geleden was profiling hot. Na Silence of the Lambs, meer bloederig dan psychologisch trouwens, maar filmtechnisch een absolute topper, was het hoogtepunt in dat genre bereikt en zochten de programmamakers nieuwe onderwerpen. Psychologie is weliswaar interessant, maar de kijker ziet liever actie dan diepte-analyses. Alhoewel: de aloude formule van de wat morsige inspecteur met minstens een alcoholprobleem en liever ook nog wat stroef in de omgang, doet het nog steeds goed. Het realisme is bijzaak, het gaat om de puzzel en om de einzelgänger die tegen de stroom in de zaak altijd tot een goed einde weet te brengen. Baantjer, Morse, Wallander, verschillende namen maar qua personen en verhaallijnen is’t allemaal veel van hetzelfde. Het verschil zit hem vooral in het verschil aan lengte. Baantjer heeft de zaak binnen drie kwartier in kannen en kruiken waar Wallander er een paar uur over doet. Kortom: crime is meestal gezellig en de zekerheid dat de dader altijd wordt gepakt geeft de kijker het gevoel dat het met de prinsemarij wel snor zit. Momenteel is Bones een grote hit. De serie staat dichter bij de werkelijkheid dan de amuserende policier, de verhaallijnen zijn stevig verankerd in de realiteit en Bones geeft een geloofwaardig beeld van de vorderingen die worden gemaakt binnen de forensische wetenschap. Geen morsige inspecteurs, maar wetenschappers, en de recherche die als team die deeltjes aandragen waarmee de misdaad kan worden gereconstrueerd. Bones is gebaseerd op de ervaring en kennis van Kathy Reichs. Ze is forensisch antropologe en werkt voor de gerechtelijke medische dienst in North Carolina, Amerika. Daarnaast is ze directrice forensische antropologie in de provincie Quibeck, Canada. Inmiddels heeft ze meer dan tien boeken op haar naam. De eerste die in Nederland uitkwam was Déja dead en ligt nu als low-price pocket in de schappen onder de titel Bot voor Bot. De laatste is net uit, met hoe kan het anders, als titel Tot Stof Vergaan. Alle boeken van Reichs hebben één ding met elkaar gemeen: de hoofdrol wordt gespeeld door Temperance Brennon. Haar beroep, je raadt het al: forensisch antropologe…

“Temperance Brennan. Mogen we haar omschrijven als uw alter ego?”

“Je mag haar zo wel omschrijven, maar dan zit je er toch een beetje naast. Mijn boeken zijn uiteraard gebaseerd op mijn ervaringen als onderzoekster. Maar Temperance is vooral een romanpersonage dat zich meer vrijheden kan veroorloven dan ik. Ze is avontuurlijker dan ik en daardoor geschikter om als spil voor een verhaal met verzonnen personages en bedachte plot te dienen.Haar kan ik dingen laten doen die ikzelf alleen in teamverband zou kunnen. Met mijn boeken zet ik ervaringen naar mijn eigen hand. Kathy Reichs zou dat zelf nooit mogen doen. Laten we zeggen dat ze een soort goede kennis van me is.”

“Hoe verklaart u het succes van Bones?”

“Ik denk dat razendsnelle ontwikkelen binnen de forensische wetenschap een grote rol spelen. Net als profiling, in feite ook forensisch werk, heeft ons vak zich ontwikkeld van bij- tot hoofdzaak. Zware misdaden en met name moord worden tegenwoordig niet meer met deductie opgelost, maar in een laboratorium. Waar het vroeger ging over alibi’s en signalementen hebben we het nu over microscopische sporen als schilfers, vezels, spatjes bloed en DNA”

“Wat doet een forensisch antropoloog?”

“Dode lichamen, geraamten en botten bestuderen. Het verschil met Temperance is dat Kathy Reichs heel materiaal onderzoekt dat niet aan een misdrijf is gekoppeld. Heel veel botten en skeletten die opduiken, zijn gewoon archeologische vondsten of afkomstig uit geruimde graven. Maar je moet er altijd nauwkeurig naar kijken om vast te stellen of het nou net die ene is die om een andere verklaring vraagt.”

“Is dat puzzelen met, in verschillende staat van ontbinding verkerende resten, een baan waar je plezier in kunt hebben?”

“Ik vind het geweldig werk. Maar natuurlijk is dit de vraag die niet uit kon blijven. Zou je deze vraag ook hebben gesteld als ik chirurg zou zijn geweest? De overeenkomst is dat we beiden in lichamen wroeten. Levende lichamen betekenen bloed. Maar vrijwel ieder mens is van mening dat chirurg een prachtig beroep is en veel mensen hebben baat bij zijn werk. Ik werk met dode lichamen. Niet om ze voor mijn plezier te ontleden, maar om te onderzoeken wie ze zijn en waardoor ze om het leven zijn gekomen. Een groot deel van de lichamen die ik onderzoek zijn van personen die niet zijn geïdentificeerd. Vermisten dus. En waar iemand is vermist, zijn er verwanten en vrienden die in volledige onzekerheid leven. Twijfel is vaak een grotere kwelling dan zekerheid. Ook al is die zekerheid de mededeling dat de vermiste niet meer in leven is. Identificatie is een van de meest troostende aspecten van het vak. Een clou vinden is ook een uitdaging. Hoe is dat slachtoffer dat een paar jaar in een ondiep graf lag om het leven gekomen? Vind ik sporen op een bot die erop wijzen dat er is gestoken? Is de schedel intact, of is er schade door een slagwapen? Kan ik nog zien aan de vorm van het bekken of het om een man of vrouw gaat? Is de leeftijd ook nog te bepalen? In zekere zin vertellen skeletten me een verhaal. En dat verhaal draagt bij tot de oplossing van een raadsel. Het is natuurlijk geen werk dat je fluitend doet. Soms, als een lichaam half is ontbonden of, nog erger, verzeept, is het smerig. De dood stinkt altijd. Maar dat hoort er bij. In zekere zin wen je eraan, maar je vindt het nooit gewoon. Menselijke resten dwingen toch altijd respect af.”

“In de boeken komt er redelijk veel humor aan te pas”

“Die boeken zijn voor mij een manier om mijn werk in mijn leven te integreren. Natuurlijk worden in dit metier harde grappen gemaakt. Zie je ook bij lijkschouwers, brandweermensen en ambulancepersoneel. Het is een manier om met de spanning om te gaan. Buitenstaanders zouden het als shockerend kunnen ervaren, maar iedereen die met dit soort dingen te maken heeft, overschreeuwt zo nu en dan de stress. De dood is weliswaar alledaags, maar de dood is nooit gewoon. In mijn beroep word ik er dagelijks mee geconfronteerd. Ik kan ermee omgaan. Maar mensen vergeten wel eens dat we allemaal met het sterven in aanraking komen. En op het moment dat zoiets gebeurt, blijkt een lichaam voor de omgeving toch minder beangstigend dan verwacht. De dood hoort bij het leven. De maatschappij ziet dat proces liever niet onder ogen. Dat is jammer want zo wordt de dood een klinisch gebeuren, terwijl het bij uitstek om emoties gaat. Echte emoties. In mijn boeken pak ik het wat luchtiger aan, want ik wil niet alleen de lezer, maar ook mezelf amuseren. In elke thriller komt minstens één lijk voor. Ik schrijf thrillers en mijn beroep brengt met zich mee dat ik wat plastischer en gedetailleerder over lijken kan schrijven dan auteurs die vanuit de leunstoel naar documentatie zoeken. Maar je leest een thriller voor je plezier. Of je leest om te huiveren. Ik combineer die twee factoren. Een thriller is geen autopsierapport. Natuurlijk gebruik ik feiten. Maar die verwerk ik tot fictie. Alweer een prettige kant van het vak.”

“Zijn er zaken waar u nooit amuserend over wil schrijven?”

“Ik zal nooit een drama herkenbaar beschrijven. Maar je kunt van alles wat je tegenkomt een verhaal maken. Maar sommige dingen raken je zo dat je er amper over kunt schrijven. Ik heb alles gezien wat er te zien valt. Mensen die een dag achter de kachel lagen en al onherkenbaar waren opgelost. Skeletten met kleding en een schotwond in het hoofd. Door dieren aangevreten botten en vleesresten. En nog veel meer. Maar niks heeft me zo aangegrepen dan de identificaties die ik mee heb helpen doen op Ground Zero. Het gevoel van onmacht, de hoeveelheid geblakerde en soms bijna verglaasde deeltjes waarvan we van sommigen nooit zullen weten wie het waren. Op dat moment was de dood zo aanwezig en tegelijk heel erg abstract.”

“Is de toekomst aan het forensisch lab?”

“Nee, er zal altijd gewoon recherchewerk blijven. Maar we worden wel steeds slimmer, waardoor de pakkans toeneemt. Overigens is mijn beroep helemaal niet nieuw. De eerste forensische beschrijving dateert uit de dertiende eeuw en is geschreven in China. Daar wordt een moord bewezen naar aanleiding van het feit dat er een bepaald soort vliegen op een met bloed besmeurde sikkel zat. We hebben het dus gewoon iets te laat weer opgepakt. Maar loslaten doen we niet meer.”


Kathy Reichs’boeken verschijnen bij De Boekerij

Feije Wieringa

Steve Brown op reis

STEVE BROWN IN GANGSTA’S PARADISE

Nagenoeg bijna ieder zg. derde wereld land levert wel een geestverruimend middel als hasj, weed, cocaïne of heroïne. Als coördinator van "The Happy Family" was Steve Brown veelvuldig op reis naar alle uithoeken van de wereld. Gebieden die toebehoren aan de schemerzone van geheimagenten, drugslords, ‘generaals’, ‘koningen’, huurmoordenaars, gelukzoekers, hoeren, ‘bankdirecteuren’, internationale bussinesmen en een enkele verdwaalde, verdwaasde stoney hippie. Hij liep rond in de gevaarlijkste sloppenwijk van Lagos, maar was ook te gast bij de maharadja van Balugistan, de warlords in Afghanistan en ging in Tanger op stap met politie als persoonlijke bodyguards naar de disco’s waar alleen Saoedische prinsen en plaatselijke drugslords zich vermaken. Verschijnt april 2008 bij uitgeverij Elmar

Gevaarlijke plantjes: het foutewoutje


Gevaarlijke plantjes

In het kader van onze wekelijkse rubriek gevaarlijke plantjes, deze week aandacht voor het foutewoutje. De triviale naam is dienderus cerruptus, niet te verwarren met dienderus onkreukus, de plant die erop lijkt maar onschadelijk is. De mannelijke vorm van het foutewoutje heeft de neiging om z’n omgeving te overwoekeren . Wildgroei vormt een probleem. Het exemplaar op de foto groeit in de noordelijke streken van het land.

Verspreiding: inheems, maar komt in principe over de hele wereld voor.

Beschrijving: groenblijvende struik, tot ongeveer 1.80 hoog. Volwassen planten halen soms de leeftijd van 90 jaar. Van de goedaardige soort halen zowel de mannelijke als vrouwelijke exemplaren de 65 en daarna sterven ze langzaam af. Het foutewoutje is doorgaans eerder en korter in bloei en de plant kan oud worden maar is vaak voor het vijftigste levensjaar verdord.

Habitat: omgeving waarin veel voeding aanwezig is in de vorm van vooral vrouwelijke plantensoorten. Houdt van extra voeding en vaak gaat dat ten koste van omringende planten. Het foutewoutje is weliswaar niet zeldzaam, maar wel solitair.

Geschiedenis: wordt gebruikt bij rituelen, zwarte magie en dodencultus. Germaanse toverplant.

Traditionele toepassing: gifplant. Ter activering van demonen en bliksem. Wordt veelvuldig toegepast in heksenzalven.

Medicinaal gebruik: bevat mitose, een celdeling remmende stof. Experimenteel. Zeer toxisch.

Werking: Verlamming zenuwstelsel, hallucinogene werking, visioenen zijn vaak angstaanjagend. Psycho-actief. Waarschuwing: kan gevaarlijk zijn. Links laten liggen.

In 1886 stierf Emily Dickinson...

Ze leefde als een kluizenaar en tijdens dat leven heeft ze maar enkele gedichten laten uitgeven. De uitgever die het aandurfde deed het met tegenzin omdat hij ze niet kon plaatsen. Na haar dood werden er bijna duizend gevonden. Niet geschreven met een publiek voor ogen! Anno 2007 wordt dat wonderlijke werk beschouwd als monumentaal. Nog steeds roept ze meer raadsels op dan ze beantwoordt. Onverklaarbaar en onvertaalbaar. Poezie is dat wat niet vertaalbaar is. Dat zouden die barbaren die zich aan Dylan hebben vergrepen zich ter harte moeten nemen. Nou is Dylan geen Dickinson, maar toch…It’s words and words, only?? Oordeel zelf maar...

I never hear the word “escape”
Without a quicker blood,
A sudden expectation,
A flying attitude!

I never hear of prison broad
By soldiers battered down,
But I tug childish at my bars
Only to fail again!


Emily Dickinson 1859 (of was’t gisteren?)

Uit: The Compete Poems
Uitgave: Faber & Faber 1986

De staat als zedenmeester


Roberto Schoenmaker en zijn visie op de (des)informatie over sofdrugs

Voor de meeste lezers van Highlife nog onbekend, maar Roberto Schoenmaker is een man die zich als onafhankelijk adviseur t.a.v. canabisvraagstukken –en dat in de meeste brede zin van het woord, waarbij vooral gedacht moet worden aan beleid en beeldvorming- ten doel heeft gesteld ondersteuning te bieden om tot een maatschappelijk verantwoord, transparant cannabisbeleid te komen. Dat klinkt een beetje ambtelijk, maar Schoenmaker drukt zich, in tegenstelling tot veel politici met wie hij regelmatig overlegt, uit in heldere taal. Hij benoemt de problemen direct en komt met oplossingen die stevig verankerd zijn in de realiteit. “Maar helaas zijn politici niet altijd realistisch. Op persoonlijke titel en off the record wordt er vaak andere taal gesproken dan wat officieel naar buiten komt. En dat is dan natuurlijk het standpunt van de partij.” Als communicatiedeskundige met een gedegen Amerikaanse opleiding en jaren werkervaring heeft hij zich de afgelopen 10 jaar toegespitst op de cannabisbranche. “Deels uit idealisme. Niet omdat ik nou zo’n doorgewinterd gebruiker ben. Ik blow met mate, recreatief. Het bewustzijnverruimend effect van cannabis vind ik gewoon prettig. Maar het idealistische zit in het feit dat ik de maatschappelijke vooroordelen rond cannabis wil nuanceren, en wat nog mooier zou zijn, wegnemen. Dat maatschappelijk vooroordeel is gebaseerd op twee factoren: politieke propaganda en onwetendheid, c.q. onverschilligheid bij het grote publiek. Natuurlijk is het een het gevolg van het ander. Het is hard nodig dat er tegengas wordt gegeven wanneer, zoals we dat vooral nu zien, de staat zich weer als zedenmeester gaat gedragen.”

De volledige versie van dit interview verschijnt in de nieuwe Highlife

www.highlife.nl

Oudebildtzijl: 2500 kilo marihuana, miljoenen XTC-pillen, vuurwapens en semtex, hoe zit dat met Gladio?



Precies tegenover mijn (inmiddels afgebroken) geboortehuis op de dijk te Oudebildtzijl staat een pand dat ooit opmerkelijk nieuws was. Toen ik de politie een paar maanden terug belde om info werd mij in niet mis te verstane bewoordingen te kennen gegeven ‘dat daarover niet geschreven mag worden.’ Pers en fryske politie, dat gaat niet samen door een deur, maar dat zijn we inmiddels wel gewend. Lamaar zitten. Die hebben er een dagtaak aan om de eigen poep onder de pet te houden…
We schrijven augustus 1992. De maand dat onder politietoezicht een container met 2500 kilo van Amsterdam richting Noord Friesland wordt getransporteerd. Eindbestemming: een pand onderaan de dijk te Oudebildtzijl. Toevallig woont daar de moeder van een vriend van Mink K. Volgens justitie een topcrimineel. Vooral bekend van dat proces achter gesloten deuren, waarbij geheel toevallig de luidsprekers in de perskamers bleven ingeschakeld. Typisch zo’n foutje van de crimefighters…

DELTA

Met toestemming van de dienstdoende officier van justitie mag een wakkere fout een (omstreden) inkijkoperatie uitvoeren. Een klein probleempje: de partij staat onder toezicht van het IRT. Opgericht om drugs door te laten, om zo hele grote drugsbendes op te rollen. 2500 kilo wiet is geen kattenpis, ook niet als de helft door de dienders zelf verhandeld wordt om het op een toevalstreffer te laten lijken. November besluit het IRT de fryske dienders te tippen, zonder erbij te vertellen dat het om een mede door henzelf georganiseerd transport gaat. Het zou gaan om het oprollen van zgn. DELTA groep. Om geen slapende honden te wekken mogen er geen arrestaties worden verricht. Nou is de fryske hermandad niet zo moeilijk te misleiden, maar dit was een bijzonder vreemde spagaat. De friese dienders dachten: hebbes!!!! Helemaal gerust waren ze niet want ze trokken bij hun tipgevers na of er soms ook andere zaken in het pand aanwezig waren (waarom?????) maar kregen de verzekering dat’t alleen om wiet ging. Veel wiet, maar alleen wiet. “Tweehonderd procent betrouwbaar, dat’t alleen wiet is,” aldus de CID-IRT. Tsjongejonge, wat schrokken die friese smerissen, doorgaans bekend met een wikkeltje speed of klompje hash toen ze tijdens de huiszoeking niet alleen 2500 kilo sofdrugs zagen, maar ook miljoenen XTC pillen, 130 kilo’s verschillende soorten springstof, honderden slagpijpjes en.ander ontstekingsmechanismen en tientallen in uitstekende staat verkerende handgranaten, almede een aantal gebruiksklare vuurwapens. Genoeg om heel Noord Friesland van de aardbodem te vegen. De politie houdt alleen de bewoners van het pand aan. Die verklaren van niks te weten. En verder verdwijnt de zaak in de fog of the war on drugs: arrestaties volgen er niet.

GLADIO

Iedereen verrast. Het was ook wel veel voor wat een eenvoudig, blijkbaar klein, drugszaakje leek te wezen. Iedereen zat ermee in z’n maag. Volgens de officiële lezingen tenminste. En opeens dook de naam Gladio op. Officieel een buiten de politie en geheime diensten operend netwerk. Oorspronkelijk bedoeld om in actie te komen tijdens een communistische invasie en officieel opgeheven in 1992. Eerder heete deze organisatie O en I staat voor Operatien en inlichtingen. Wikipedia: “De eindverantwoordelijkheid voor "het instellen, wijzigen en opheffen van een organisatie in vredestijd, belast met de voorbereiding van een stay-behind organisatie in oorlogstijd" werd gedeeld door de Minister-president en de Minister van Defensie. De uitvoeringsorganisatie was formeel ondergebracht bij de Generale staf van de krijgsmacht en maakte gebruik van de huisvesting (villa Maarheeze in Wassenaar) van de Inlichtingendienst Buitenland.” En “De O organisatie, die onder het ministerie van Algemene Zaken (de minister president) viel, was gericht op het uitvoeren van sabotages, overvallen en liquidaties in bezet gebied en beschikte over duizenden kilo's explosieven en wapens die lagen opgeslagen in 40 geheime ondergrondse bergplaatsen. Een wapenopslag die in april 1980 bij toeval werd ontdekt in een Limburgs bos, bleek, naar in november 1990 bekend werd, deel uit te maken van O. De O-tak van de stay behind organisatie was aanvankelijk gehuisvest op een zolderetage aan de Oude Gracht in Utrecht, maar verhuisde later naar het advocatenkantoor van mede-oprichter Bootsma in de binnenstad van Amsterdam. Later zat de staf van de O dienst (circa 12 personen) in een villa aan het Vondelpark onder de dekmantel van een historisch studiegenootschap, de stichting Hendrik van Borsele. Het laatst bekende kantooradres van O was de zwaar beveiligde marinebasis Kattenburg bij het centraal station in Amsterdam. O was voorzien in de secties Sabotage, Psychologische Oorlogvoering, Verbindingen, Falsificatie, Operationele Financiering, Security en een sectie Codes. De huidige voorzitter van de Raad voor de Journalistiek en voormalig voorzitter van de NCRV mr A. Herstel was als instructeur psychologische oorlogvoering aan O verbonden. Kort nadat O&I opgeheven was en enige medewerkers met wachtgeld thuis zaten, pleegden twee leden hiervan (waaronder een majoor) chantage met voedselvergiftiging bij Nutricia. Zij werden gegrepen en veroordeeld. Om te voorkomen dat anderen ook zouden overgaan tot dergelijke activiteiten werden allen weer in actieve dienst genomen.”

Agenten op hol

Kortom een wazig geheel. In de jaren tachtig en negentig werden hier en daar in Nederland wapenarsenalen gevonden waar officieel niemand vanaf wist en waar politie en regering geen mededelingen over deden. Speculatie alom, en regelmatig viel de naam Gladio. Ook waren er opslagplaatsen ontdekt die waren leeggehaald en waarin alleen schroot lag weg te roesten. Niet onaannemelijk dat ex-agenten en / of criminelen het materiaal hebben verdonkermaand. Als een gladio-agent werd aangehouden door de politie kon hij een vrijbrief overleggen die hem vrijpleitte voor ondervraging naar zijn activiteiten. Menige diender zal met grote ogen naar zo’n license to … hebben gekeken. Toen het communistisch gevaar was geweken schijnt dat Gladio agenten zijn ingezet tegen de ‘georganiseerde’ misdaad. Daarna doken er al snel aanwijzingen op dat het niet helemaal pluis was wat er gebeurde. Voormalige agenten zouden de inhoud van de geheime bergplaatsen hebben doorverkocht aan organisaties als IRA en ETA. Een oud topman over de zijn collega’s: “Het is soms pure maffia. In het verleden zijn er al enkele executies geweest. Sommigen zoeken nog steeds de spanning, het avontuur. Zulke agenten zijn van alle markten thuis en niet meer in de hand te houden. Tijdbommen zijn het.” Later bleek dat Gladio nog steeds een niet eens zo sluimerend bestaan leidde. En zodoende is het vermoeden gerechtvaardig dat dat verzwegen arsenaal in Oudebildtzijl niet alleen een bijzaak was van een drugsdeal, maar onderdeel van een netwerk waarin schimmige diensten, criminelen, informanten en dienders struikelden over elkaars activiteiten.

Mink K.

Wat Mink K. hiermee te maken heeft? Het pand werd bewoond door een connectie, that's all... Niemand die het weet, maar de politie laat niks na om hem de zwarte piet toe te schuiven als het om grote, ‘per ongeluk gevonden’ partijen wapens gaat. Momenteel is Mink vrij. Maar het O.M. zit hem op de hielen. Zitten ze achter een omhoog gevallen infiltrant aan? Is Mink ex-agent en gepromoveerd tot zondebok? Of spelen er andere krachten een rol? Bovenstaande informatie komt grotendeels uit het net verschenen boek van V.N. journaliste Marian Husken. Als het bovenstaande verhaal uw nieuwsgierigheid heeft geprikkeld, moet u het beslist lezen. Dit is nog maar een tipje van de sluier. Husken heeft een onthullend en verontrustend boek gemaakt over de duistere kanten van de machten die ons officieel tegen criminaliteit horen te beschermen, maar in werkelijkheid niet zijn te onderscheiden van grote criminele netwerken. Husken weet ook niet op elke vraag het antwoord. En na lezing van deze eye-opener blijft de grote vraag: wie bewaakt de wachters???

Als kind heb ik nog in dat boerderijtje gespeeld. Op zolder lagen destijds pakken hooi……

De criminele carriere van Mink K.
Marian Husken
Uitgave: De Boekerij.

Energiebesparing

In het kader doe meer met minder energie hebben wij de beschikking gekregen over:

een boiler, waardoor het minstens drie minuten duurt alvorens de kraan lauw water geeft. Daarvoor was het een secondenkwestie.

een ventilator in de badkamer die niet uitgezet kan worden en voortdurend full-power draait.

automatisch aanfloepende verlichting bij de voordeur, tegenover een lantaarnpaal.

automatisch aanfloepende verlichting bij de achterdeur zodat je precies wanneer je buren passeren en het onmogelijk is om in het donker naar de sterren te kijken.

De eerste keer



Steve Brown

Die wiet van tegenwoordig lijkt wel LSD man. Toen ik er laatst een paar haaltjes van nam leek het wel dat ik ging trippen. Mij toch te heftig. Ik heb het meer op dat spul oud de goeie ouwe tijd. Waar je nog een lachkick van kreeg en dat na een uurtje was uitgewerkt. Komt vast wel weer terug. Er zijn altijd klanten die allen maar mellow en relaxed willen worden. Zouden die kwekers van tegenwoordig toch rekening mee moeten houden. Ik denk niet dat ze ermee blijven zitten als ze wiet met wat minder THC op de markt brengen. Maar wie ben ik? Jaren in het buitenland gewoond en de ontwenning heeft bij mijn ervaring misschien ook een rol gespeeld.”

Dit verklaarde Steve Brown, die weer (voorlopig) in Nederland terug is, spraakmakend een boek Killing Fields Amsterdam uitbracht en dit alles gelardeerd met een vracht aan media-aandacht. Eerste druk –met dank aan een schop onder de kont van Peter R. de Vries- binnen een week uitverkocht. “Was ik even blij dat het bij die schop is gebleven. Het had er heel anders uitgezien als ik’m echt had mishandeld. Maar ik mijn woede was oprecht. In mijn boek staan enkele feitjes over de Vries waaruit onmiskenbaar blijkt dat hij niet de vechter voor law en order is, die hij pretendeert. Maar als je op televisie held kunt spelen kun je de mensen alles laten geloven. De mensen zouden wat boeken van Bart Middelburg moeten lezen. Die heeft mij aangepakt, destijds met de Happy Family, maar dat is’t werk van een misdaadjournalist. Maar Middelburg liegt niet en dat doet de Vries wel.”

Hieronder het verslag van de eerste keer van Steve Brown. In zijn eigen woorden, behoudens wat kleine redactionele aanpassingen.

Mijn eerste weetje

Zoals jullie als Highlife lezers waarschijnlijk wel weten, ben ik opgegroeid in de Amsterdamse Pijp. Het hele verhaal over mijn jeugd en mijn eerste baantjes heb ik opgeschreven in Drugsbaron in Spijkerbroek.
In die tijd was zuipen de cultuur. De Pijp was een volksbuurt, nog niet mulicultureel en coffeeshops bestonden nog niet. We hebben het over de vroege jaren zestig. Hasj en weet was voor de Hippies en ander ‘tuig’. Zo keek de volkscultuur tegen vertegenwoordigers van wat we nu de hogere cultuur noemen, aan.
Wel werd er soms een pilletje speed gedropt, al was het maar op dat je daar zo lekker op kon doorzuipen. Raar eigenlijk, want je dronk om dronken te worden en het gekke is dat je met speed nou juist niet dronken wordt. Maar als alles in de wereld logisch was waren de drugs al lang legaal. Misschien een kwestie van een beetje stoer doen. Dat hoort nou eenmaal bij de natte gemeente.
Veel zuipen en daarna volkomen lazarus met elkaar op de vuist gaan, liefst met types uit een ander buur, dat gold in die tijd als vermaak. Zo’n avondje was zo’n een beetje een doorsnee toffe avond in de Amsterdamse Pijp. Zuipen en Knokken, met hoofdletters want in de Pijp werd je status afgemeten aan de kracht van je vuisten. En dan hebben ze’t tegenwoordig met weemoed over de goeie ouwe tijd waarin alles beter was. De Pijp is de Pijp van vroeger niet meer. Maar ik denk dat dat knokken en drinken niet echt gemist wordt. Van drugs wist niemand in de Pijp wat af. Ligt nou geheel andersom, want de Pijp is van volksbuurt veranderd in prima, levendige Amsterdamse wijk. Zeker de slechtste niet.

Pas op latere leeftijd toen ik ‘coördinator’ van de Happy Family was heb ik mijn eerste stickie gerookt. Ik moest wel om de kwaliteit te keuren. Alhoewel: had ik eigenlijk wel een idee wat kwaliteit was? God zegene greep, was’t devies en ik was opeens keurmeester. Het was Top- Marokkaanse. ( Spoetnik)
Natuurlijk had ik behoorlijk erbij gezopen, wist ik toen veel. Na eerste een verschrikkelijke lachkick te hebben gekregen moest mijn vriendin mij daarna letterlijk de trap op slepen. Ik ben geloof ik, tig keer op die trap als een blok baton in slaap gevallen.
Nee, drinken en blowen heb ik toen geleerd gaan niet goed samen.
Ook zakendoen en blowen gaan niet goed samen. Ik heb eigenlijk amper stuff gerookt.
Toen ik een keer voor zaken bij een zeer goede, gekleurde zeer slanke vriend van mij was, en voor een transactie die keer weer dacht de stuff zelf maar te keuren kreeg ik prompt weer die niet te stuiten lachkick. Als mijn vriend tegen mij praatte moest ik steeds aan Ricky het slingeraapje denken. Het was gewoon niet meer te stuiten. Van zaken is het die avond niet meer gekomen. Ik had wel pijn in mijn kaken van het lachen….

Voor meer: zie www.highlife.nl

Vrienden..

Hoe diep kunnen zelfbenoemde vrienden / vriendinnen zinken. Vooral als ze gelinked zijn met foutewoutje. Nou, tot op het niveau waarop ze prive telefoongsprekken opnemen, afluisteren en dat binnen hun zompige omgeving verspreiden. Zelfbenoemde vrienden,types die CD's bietsen, zichzelf uitnodigen en dan met hun whole family je wijn opzuipen en boos worden als't effe niet uitkomt... uiteraard...zie de links hierboven!! Ach,zo hebben een afgeschreven speedfreak en zijn doortrapte ega ook eens een idee van storm in een glas water in the normal world. Stom dat zo'n telefoon online blijft, ook als je'm neerlegt. Dat gebeurt met nieuwe elektronica. Over dat afluisteren en opnemen: dom, slecht, hypocriet, geniepig en onbduidend. Het bandje heeft geeneens de prijs van een gram speed (onmisbaar in dat milieu) opgebracht...Als ze't op het net zetten zal ik de link melden!!!!!

Alalyse This

Zie voor een schitterende analyse de links hierboven. Mijnheer Freud zou zijn vingers hierbij aflikken. Jammer dat ze de auteur bij de prinsemarij hebben gelost, wegens wangedrag. Ze hebben er een profiler van formaat aan verloren. Hoeveel zelfrespect heeft een smeris die met mobiele telefoons bij je om de hoek in de bosjes staat....Of ze 's nachts laat rinkelen.....Het foutewoutje (zo heet dat woekerende plantje in de botanica. Voor meer: zie Gevaarlijke Plantjes in de lahringer courant. De nieuwbakken psychiater, coach, magister en botanicus is een veelzijdig schrijver, die goed de overweg kan met Google en wat verouderde handboeken. En 't kost de krant nix, want foutewout vindt z'n naam in druk een eer. Eeen foto daarentegen, die boezemt hem angst in. Ijdel tot op het bot, maar toch de verleiding om een foto bij rubriek en op covers weerstaan. Daar zit iets achter Tom Poes!!!

Dansen op Vulkanen


In zijn boek Dansen op vulkanen verhalen over het dagelijks leven in Reggio Calabria schetst
Remko Tekke op onnavolgbare wijze hoe de maffia zich op alle terreinen geworteld heeft in die samenleving en kan hij van binnenuit verhalen door zijn jarenlange verblijf aldaar.

Calabrese Maffia overstemt de Siciliaanse’N drangheta

Door de beestachtige moord op vijf Italianen in Duisburg wordt de wereld zich er ineens van bewust dat de Siciliaanse maffia, de cosa nostra, in Calabrië (de teen van de Italiaanse laars) een tegenhanger heeft, de ’n drangheta, die inmiddels veel machtiger is. De cocaïnehandel in de hele wereld wordt gedomineerd door de Calabrese mannen uit het malavita en schijnt het verbond een omzet te draaien van een slordige 36 miljard euro. Waar dat geld blijft nadat het is witgewassen, onder andere in Nederlandse coffeeshops, blijft een raadsel als je door het Calabrise landschap rijdt; de provincie is erg landelijk en de armste van Italië.
Over wat het woord ’n drangheta precies betekent, verschillen de meningen. Er zijn mensen die beweren dat het een linguïstisch residu is van de Arabische beschaving die Calabrië een tijd overheerst heeft, maar anderen twijfelen er niet aan de afkomst van het oud-griekse andragathía, dat iets als heldendom en deugd betekent. Zuid Italië maakte een groot gedeelte van de oudheid deel uit van “Magna Grecia” (heren als Pythagoras en Archimedes zouden vandaag de dag in alle waarschijnlijkheid een Italiaans paspoort hebben gehad) en er zijn streken waar het dialect nog een duidelijk Grieks fundament heeft, dus dat is niet geheel onwaarschijnlijk.

”Wereldleider. In de door de mediterrane zon verhitte snelkookpan van culturen die Calabrië is, is heel weinig goed georganiseerd, maar de streek is op het moment wel zondermeer wereldleider op het gebied van de georganiseerde misdaad. Aldus een opmerking bij het persbericht van Tussen Twee Vulkanen.”


Remko Tekke is een halve Nederlander. Hij woont liever in Reggio Calabria, het meest zuidelijke stuk Italië, een boottochtje verwijderd van Sicilië. Het gebied is niet alleen roerig door twee actieve vulkanen, De Stromboli en de Etna. Niet zo bekend als de Vesuvius, maar wat niet is kan nog komen…Voor toeristen is dit deel Italië nog steeds onontgonnen gebied. Aan het landschap zal het niet leggen want dat behoort tot het mooiste, in een land, dat het toch al niet van een tekort mooie panaroma’s moet hebben.
Informatie uit een ANWB gids vertelde, vrij vertaald, ongeveer het volgende: Wijlen Alexander Dumas, de schrijver van o.m. De Drie Musketiers, dus een man met een romantische visie, schreef dat God de aarde, steden en bergen af en toe, zo deed schudden dat er geen steen op de andere bleef en geen rotsblok op z’n plek. Niet te grote woorden in dit geval want tijdens een aardbeving in 1908 vielen er in dit, niet al te dicht bevolkte gebied, meer dan 12.000 slachtoffers. Voor Calabria een drama, in de geschiedenis een onbeduidende voetnoot. De bevingen hebben er wel voor gezorgd dat er van de belangrijke Italiaanse cultuurhistorie aldaar weinig over is. Je moet er dus niet naartoe gaan omdat je graag een Giotto, Da Vinci of Raphael in het echt wilt zien. Het is de vraag of er veel van dat soort historie gemaakt is want Calabria ligt nou niet bepaald op een steenworp afstand van het Vaticaan en Venetie. Het geloof is natuurlijk katholiek en de bevolking schijnt de leer naar alle eer en ruim geweten toe te passen. Zo verwacht je dat natuurlijk in het gebied waar de maffia zijn echte roots zijn geplant.

Raar land

Remko Tekke heeft zijn hart verpand aan deze streek, waar een toerist een bezienswaardigheid is en een Nederlander die er wóónt nog meer moet opvallen. Hij schrijft: “Door familieomstandigheden gedwongen geweest anderhalf jaar in Nederland te verblijven en het zuidelijke Italië waar ik daarvoor jaren had gewoond, heb ik intens gemist.” En hij voegt daaraan toe: “Het is moeilijk uit te leggen waarom precies: in Nederland functioneert alles heel redelijk, en in Calibria- de teen van de Italiaanse laars- werkelijk helemaal niets. Merkwaardig genoeg heb ik toch nooit méér in leven gevoeld dan in dat rare (cursivering vet F.W.) land.”
De motivatie van Remko lijkt een beetje op die van een zeezeiler of een bergbeklimmer. Het verkennen van onbekend gebied, dat niet gebonden is aan de benauwdheid van de Nederlandse overbureaucratisering. Wat overigens niet wil zeggen dat er in Calabria geen sprake is van bureaucratie: integendeel. Tekke besteedt bijna een heel hoofdstuk aan alles wat er gedaan en gelaten moet worden om een pakje (in dit geval psychedelische paddo’s bevattend, maar dat is het punt niet) fatsoenlijk het postale circuit binnen te loodsen. Het blijkt dat de bureaucratie in Calabria eigenlijk heel flexibel is wanneer je de juiste connectie hebt en weet eie je wat moet toeschuiven. Weet je, zoals Tekke, weliswaar door schade en schande, uiteindelijk de weg, dan valt er heel wat te regelen. Je vraagt je af of Remko Tekke de ontwikkelingen in zijn eerste vaderland de laatste jaren heeft gevolgd want daar werkt het systeem ongeveer hetzelfde. Weliswaar is het versturen van een pakje in Nederland nog steeds een fluitje van een cent als je tenminste in de buurt van een BRUNA vestiging woont. Maar kom je iets boven dat niveau dan spreken we echt over Italiaanse toestanden…Maar uit eigen ervaring weten wij dat moeilijkheden elders, altijd iets anders worden ervaren dan moeilijkheden thuis…Elders horen ze er gewoon bij!

Misdaad

De misdaad speelt in Tekke’s boek geen grote rol. Wel kun je tussen de regels door lezen dat je nooit zeker bent of degene die je een glas wijn aanbiedt niet de avond van tevoren een liquidatie heeft uitgevoerd. Maar zelfs al vermoed je dat, de gewoonte is dat er niet naar vraagt en zo is iedereen tevreden. En ook om meer moverende redenen kun je in Calibria beter niet naar achtergronden vragen. Je neemt het leven zoals het zich voordoet, en dan is het er volgens Tekke, erg goed toeven.
Tekke probeert zijn brood te verdienen als leraar –verdient hij geen vermogen mee, maar hij kan er van rondkomen. En zo nu en dan wordt hij voor een klusje zoals het vertalen van politieverslagen (er is politie in Calabria) en dan gaat het om een akkefietje van dertig kilo coke, een ontvoering en een moord. Remko hoorde de kassa al rinkelen, voor deze supergeheime opdrachten. Als ik het goed heb gelezen zit hij nog steeds op zijn salaris, een ápaar honderd euro, te wachten. Zo werkt dat daar. Het leuke aan dit vermakelijke boekje is dat Remko het zelf allemaal met een prettig optimisme ondergaat. Hij accepteert zijn rol als buitenstaander en insider (een rare combinatie, maar wáár) en speelt met verve de rituelen die gevraagd worden mee. Dat betekent dat hij niet klaagt dat zijn auto wordt gestolen door zigeuners en hij hem tegen betaling van een bescheiden losgeld weer terug kan kopen. Dat gaat er bij de parkeerpolitie in Amsterdam een stuk minder gemoedelijk aan toe…

Drugs en hoeren

Erg amusant zijn de passage’s die worden besteed aan de uitleg van Remko als de Italianen vragen hoe het mogelijk is dat in Nederland zo makkelijk met drugs en hoeren wordt omgegaan (we hebben het over de bakermat van de maffia!!!). “Hoe vaak gaat een gemiddelde Nederlander eigenlijk naar de hoeren? “
“Dat zou ik je niet kunnen zeggen. Ze praten er in elk geval niet vaak over. Van één vriend weet ik het toevallig…”
“En hoe vaak gaan ze naar de koffieshop?”
“Ik geloof geen vriendin of vriend te hebben die nog nooit een joint heeft gerookt, maar ik ken ook niemand die de deur van de koffieshop platloopt,” is Remko’s laconieke antwoord. En hij voegt daar fijntjes aan toe: “Als iets legaal is wordt het meteen een stuk minder interessant….” Dat laatste snappen ze in Calibria nou weer heel goed.

Al met al heeft Remko Tekke een aangenaam boek geschreven over een streek waar op het eerste gezicht de absolute vrede heerst, maar de onderhuidse spanning die er is weet de schrijver ook goed voelbaar te maken. En dat is misschien de reden waarom hij zo gesteld is op de streek. Want Tekke is in feite een avonturier, een soort zeezeiler, met een vaste verblijfsplek. En uit de recepten die achterin het boek staan zou alleen al om de plaatselijke keuken een reisje naar Reggio Calabria boeken. Wel dit boek meenemen, want ander zou men wel eens kunnen denken dat je er voor andere zaken rondneust…

Uitgave: Elmar

Nieuwsbrief Margarita over Dick Nicolaas


Ondanks dat Dick niet telefonisch te bereiken is zijn er toch belangrijke dingen gebeurd.
Astrid en ik hebben advokaat Bart Stapert voor een tweede keer gesproken en hij heeft ons zowiezo zijn hulp aangeboden. Met behulp van een rechtsbijstandregeling en met de hulp van een sponsor, die Bart Stapert zal gaan aanspreken, is het mogelijk dat hij Dick’s zaak op zich kan nemen.
Meer informatie is te vinden op internet als je zijn naam Bart Stapert in typt.

Wel heeft het programma van Paul en Witteman hun podium aangeboden.
Bart Stapert heeft mij het volgende advies gegeven n.a.v van mijn vraag hierover.

P&W lijkt me goed, wellicht ook iets om samen te doen.

Er is een klacht neergelegd bij de Constitutional Court van Indonesië inzake discriminatie van buitenlandse gevangenen en schending van de Mensenrechten. Helaas is dit vandaag afgewezen.
Bart gaat proberen toevoegingen te krijgen. Hij gaat een klacht formuleren voor de committee of Human Rights van de Verenigde Naties vanwege het in gebreke blijven van de Nederlandse regering. Die moeten meer hun nek uitsteken voor hun onderdanen. Verder wil Bart voor het eind van dit jaar Dick bezoeken. Hij vliegt daarna door naar Australië voor overleg met Andrew Byrnes, professor of International Law. Via de contacten met de Australiërs die vastzitten in Indonesië probeert hij een betere advocaat in Indonesië voor Dick te regelen. Hij stelt dat Australië veel meer inzet om hun onderdanen te verdedigen en dat Dick met die kennis mee kan liften.

Verder Hebben we via email af en toe contact met Michel Maas, correspondent van de Volkskrant in Jakarta, zie ook op internet bij Michel Maas.o.a.

Hieronder enkele citaten van Michel die met Dick mee leeft. Heel belangrijk voor ons om de steun van Bart Stapert en Michel Maas te hebben.Want op een gegeven moment is er zo’n machteloos gevoel van dat er werkelijk niets meer gebeurt en er toch ontstaat dan weer een gevoel van hoop.

Gelukkig is er de mogelijkheid om brieven te schrijven en van Dick te ontvangen. Ze zijn soms gedateerd, want het duurt meestal maanden voordat er nieuws via Dick of via de verslagen van Buitenlandse Zaken binnenkomt. Na elk bezoek neemt BZ brieven van Dick mee.
Dick krijgt iedere maand bezoek van de ambassades van Nederland en afwissend die van Frankrijk of de Amerikaanse ambassade.

In de laatste brief van Dick van 20 Oktober geeft Dick een goed verslag hoe het daar toegaat.

“Ik hoop wat post te krijgen van Ursa van de Ambassade, die morgen op bezoek komt, ze komen dit jaar nog een keer voor de kerst. Nog steeds problemen met de telefoon, we krijgen morgen weer een andere telefoonversterker, we blijven het doorproberen, eens lukt het wel.
Nancy zie ik niet meer. Ze heeft nog steeds geen nieuws over de definitieve motivatie van het laatste vonnis. Serge is druk met perscontacten. Hij kan nu officieel geld innen voor een goed doel, advokaatkosten, levensonderhoud, reiskosten voor de familie. Dit alles heeft Sabine met een advokaat verzorgd door met behulp van Justitie in Frankrijk een stichting op te richten met de juiste statuten. De stichting is bedoeld voor de ondersteuning van een ter dood veroordeelde in Indonesie.
Het is te proberen om brieven rechtstreeks naar het eiland te sturen, dat is bij een Amerikaan gelukt, daar de post dan sneller aankomt.”
Verder nog een lijstje van benodigde spullen, die na hun overplaatsing verloren zijn geraakt.

Inmiddels heb ik Nancy (Dick's advocate F.W.) per mail gevraagd of ze nog bezittingen van Dick heeft, en of ze die tegen betaling terug kan bezorgen. Dick is veel spullen kwijt o.a. brieven van zijn zoons, boeken, woordenboeken, foto’s, laptop, muziek, enz. Hij heeft een CD speler, dus het zou fijn zijn wanneer vrienden gebrande CD’d naar Dick kunnen sturen.Hij wil in de toekomst een cameraatje om zelf foto’s te maken en naar Nederland te sturen. Er wordt nog geprobeerd een goed signaal te krijgen voor internet. Het is nu al de derde Kerst, een Kerst CD zou leuk zijn. Inmiddels heeft Astrid, zijn vrouw al een kerst CD verzonden. Ik denk dat iedereen Dicks smaak van muziek kent, na alle etentjes en dansen van vroeger. Hieronder Margarita's emailadres.

margarita.nicolaas@home.nl

Het zou heel fijn zijn als jullie voorlopig nog financiële bijdragen willen blijven storten op bankrekening nummer 383584248 t.n.v. M.A.E Nicolaas voor extraatjes voor Dick, de heropening van het proces en de verdediging.

Michel Maas:

"Ik heb hem die hardloopschoenen (en natuurlijk koffie, koekjes, boeken etc) gegeven omdat dat in een email van Margarita werd genoemd. Hij was er heel blij mee, want had alleen een paar plastic slippers. Nu kan en wil hij gaan hardlopen op het binnenterrein. Ook dat kan nooit kwaad. Hij lijkt zijn draai gevonden te hebben in de gevangenis. Die valt erg mee. Alleen dat de mobiele telefoons het niet doen. Dat vindt hij vreselijk. En alle anderen met hem. Het is er schoon, opgeruimd, en niet overvol. Het tegenovergestelde dus van Cipinang. Er zitten veel buitenlanders en die zijn over het algemeen zo'n beetje van Dick's leeftijd, en allemaal vanwege drugs. Oude hippies en mannen zoals Dick zelf, die gewoon pech hebben gehad. "Gelijkgezinden" noemt hij dat zelf. Hij heeft dus nog steeds hoop dat er "iets" gaat gebeuren en dat hij ooit nog daarvandaan komt. Ik hoop met hem mee. Misschien helpt mijn stuk een beetje. Je weet maar nooit."

Metdank aan Margarita

De Roes


Op avontuur met ether, alcohol, hash, LSD, boeken en liever de lucht in !

Bestaat de roes eigenlijk wel? En zo ja, wat is het, en wat doe je er mee? Baas in eigen brein mag dat? Ontsnappen aan de werkelijkheid, is’t nog geoorloofd? Moet het hoofd altijd helder wezen?? Over hoe de roes het leven kan verrijken. Soms. Al besef je’t vaak pas later….

Hans Plomp, psychonaut, bohémien en mede-auteur van “Uit je Bol,” nog steeds de handleiding die beschrijft welke (roes)middelen er op de markt zijn en hoe ze te gebruiken, of hoe ze uit de weg te gaan, vroeg lezing over de roes. Je zou zeggen dat Hans zelf expertise genoeg in huis heeft. Zijn argument overtuigde: “Ik vind dat een jongere generatie het stokje wel mag overnemen.” Niet dat Hans nou stokoud is, maar hij heeft wel de leeftijd bereikt waarop je liever van de roes geniet dan er nog over schrijft.

Wikipedia

Eerst maar wat huiswerk gedaan en “roes” ingetikt. De tweede link was Wikipedia die meldde: ‘roes’ en daarnaast, merkwaardig en tussen haakjes (bewustzijn). Daarna volgde nog dat de roes een slaperig gevoel is dat men krijgt na het innemen van verdovende middelen zoals alcohol en drugs (dat is dubbelop). In de volgende zin wordt gerept over een ‘ontspannend gevoel waarna men in slaap valt.’ Beetje rare toelichting. Wie slaperig is zeker ontspannen, maar het zou een mooie boel worden als iedereen die ontspannen is de neiging krijgt om in slaap te vallen. Wikipedia schrijft ook nog dat iemand die flink heeft gefeest daarna zijn roes uitslaapt. En dat het woord roes ook wordt gebruikt voor het gevoel van bedwelming en plezier na een opwindende gebeurtenis zoals, het staat er écht: bij de overwinningsroes. Bedoelen ze nou dat die jongens in Afghanistan elke avond bedwelmd hun bunker opzoeken? Zelf val ik ook wel eens in slaap na een opwindende gebeurtenis, maar dan heb ik het niet over de overwinningsroes. Duidelijk moge wezen dat het woord roes op vele manieren wordt uitgelegd. Laat ik maar wat voorbeelden, deels eigen ervaringen, geven over de leuke en de minder aangename versies waarin het gevoel dat roes wordt genoemd zich kan manifesteren.

Bad trip met ether

In de jaren zestig van de vorige eeuw waren er niet alleen maar prettige dingen als muziek, cannabis, psychedelica en vrije liefde. Van dat laatste drie merkte ik trouwens maar weinig, want in the summer of love moest ik nog tiener worden. Vrije liefde was iets waarover je stiekem in Candy las, cannabis dat mysterieuze spul (rode libanon…) waarover Koos Zwart berichtte op VARA. Van psychedelica wist ik niet meer dan dat je een trip/ roes kon stoppen met librium, informatie van een doublerende klasgenoot, voor wie werd gewaarschuwd want op z’n jasje had hij pooier geverfd. Eveneens een onbekend begrip. Minder prettig: men behoorde z’n amandelen te laten knippen. Toen ik ze op m’n dertiende nog had constateerde de dokter een latertje, wat neerkwam op een acute ziekenhuisopname. Ziek was ik niet, maar na twee dagen in bed dacht ik het wel te wezen. Derde dag: partytime. In een processie vijf bedden op een rij met daarin vijf kerngezonde lotgenoten. De deur van de behandelkamer stond op een kier. Angstaanjagend gekreun en gegil joeg me de stuipen op het lijf. Werd daarbinnen soms gemarteld?? In die jaren had je geen psychologische begeleiding, je hoorde een kerel te wezen. Mijn geluksnummer was drie. Bevend liet ik me door een witgejaste –speelde later de hoofdrol in One flew over the Cuckoo’s nest- zuster in een soort tandartsstoel vastbinden. Daarboven een akelig felle lamp en ernaast twee gasflessen. In een glazen buisje danste een soort kogeltje op blauwige gaskolom. “Je gaat nou lekker slapen, je krijgt een roesje,” lichtte ze toe terwijl ze een groot masker op m’n hoofd zette. Ik inhaleerde (ik wél) en dacht de dood nabij. “Waar is die voetriem,” vroeg witte jas, waarna riem begon te echoën. Handen en voeten tegelijk heet en koud. De echo in het hoofd, riem, riem, riem vervormde, smolt samen met het licht en op het netvlies verschenen kleurige wiskundige patronen. Driehoeken, pyramides, dingen die we nu fractals noemen, een weirde caleidoscoop. Ik dacht dat ik dood ging. Heel vreemd: er was een dansend gloeiend driehoekje waarvan ik wist dat het een cirkel moest worden, wilde ik een kans hebben om uit deze wonderlijke beleving te ontsnappen. Verdomd, het werd een cirkeltje, werd groter en het werd licht!. Het licht van de lamp. Alles was opeens weer gewoon, alsof er nooit een hel was geweest. Behalve een akelige keelpijn, maar dat was me een stuk aangenamer dan mijn roes. Ik heb er niks aan overgehouden behalve dat ik nog steeds geen ziekenhuis in durf. Zelfs niet op bezoek. Ze hadden me mooi belazerd. Ik ging niet lekker slapen, ik ging trippen. Achteraf heette het tripmiddel ether en de etherroes benadert de bijna dood ervaring. Was ik me toch even m’n tijd vooruit geweest. De etherroes schijnt in bepaalde kringen nog populair te wezen. Ik hoop het nooit meer te beleven. Doodgaan lijkt me nog minder angstig dan deze horror. Men zegt dat het in ziekenhuizen niet meer wordt gebruikt. Vraag toch maar even, mocht iemand anno 2007 je amandelen willen knippen….Weinig over geschreven, blijkbaar niet inspirerend.

De uitgeslapen roes

Veertien. Het is 1968 en oudejaarsavond. “Vieren we bij m’n zus,” (achttien, pas getrouwd) zei een vriend, ”maar we moeten wel wat te drinken meenemen, doet iedereen die komt.” Dus schaften wij twee flessen 7up aan. De kersverse echtgenoot nam ze hartelijk in ontvangst. We hadden ons steentje bijgedragen. We waren de jongsten. Het andere publiek gaf niet om 7up. Maar een flessen dat er waren! “We gooien er een scheut vermouth in,” zei mijn kompaan en voegde de daad bij het woord door een bierglas minstens voor de helft met die mierzoete substantie te vullen en daar een klein scheutje 7up aan toe te voegen. Niemand die erom maalde. Na drie glazen van dit nieuwe, niet eens onaangename, brouwsel, werd het een stuk gezelliger. Wat hadden we een lol. Misschien zagen ze ons wel als gangmakers want iedereen lachte en voor ik het wist had ik een vierde glas naar binnengewerkt. Zong ik luidkeels mee met (sorry) Boudewijn de Groot. Dat was toen in. Knakworstjes waren er ook. En ’t werd ook allemaal wat diffuser. Het leek wel of er steeds meer mensen waren. Dat is de roesachtige fase die ik me herinner. Daarna is er een zwart gat. Wakker werd ik in mijn eigen bed. Hoe ik daarin terecht ben gekomen? Nog steeds geen idee. En hoewel al op mijn derde zindelijk, had ik het hele bed fors ondergezeken en gebraakt. Knakworst. Ik was ook nog eens doodziek, te beroerd om het bevuilde bed te verlaten. De aanblik van het braaksel genereerde een nieuwe golf van halfverteerde knakworst. Toen mijn vader verscheen, keek hij nou niet bepaald als een bezorgde vader die vreesde voor het leven van zoonlief. Het enige wat hij zei was: “Zo, heb je je roes uitgeslapen?” Niks aan overgehouden behalve een forse antipathie tegen knakworst en vermouth. De alcoholroes dus waarschijnlijk de meest populaire roes. Niet mijn favoriet, maar ik kan niet ontkennen dat ik me er vaker aan heb bezondigd. Zonder pissen en braken, dat wel. Het is dus beheersbaar. Alcohol is voor weinigen inspirerend, maar het heeft wel mooie boeken opgeleverd. Charles Bukowski en Malcolm Lowry zijn de meest geslaagde voorbeelden van ’t omzetten van drank in literatuur. Lowry’s Under The Volcano is de ultieme alcoholroes / trip op papier. Van hem zijn de woorden: “er is geen druppel die ik niet heb laten zingen.” Let wel: hij is een van de weinigen…

De hash roes

Een paar jaar later. De tijd van de Vietnam-weigeraars die in Friesland neerstreken. (Forrest Gump Time..) Nog nooit hash gehad en evenmin gerookt. Geen braafheid, het was er gewoon niet. Voor zestienjarige scholieren tenminste. Vriend Dirk was boerenzoon, en de dijkhuisjes van de boerderij, waar vroeger arbeiders woonden, werden nu bevolkt door kunstenaars, tv-acteurs die op pastoraal gingen, hippies en Amerikanen op de vlucht. Dirk had het erg op Beerenburg, maar op z’n varjaardag verschenen Ricky en Ralph, zonder de Friesche volksdrank, maar met een trommel goudgele –later nooit meer zoiets gezien- hash. Nu weet ik dat het veel was. Maar destijds? Het feest was goed, de muziek prima –Transformer van Lou Reed net uit- en voor het barre noorden was’t publiek bijzonder pluriform. Niemand keek verbaasd toen Ricky zijn trommel met plantaardig goud op tafel zette. Als niet roker, maar in voor nieuwe ervaringen vroeg ik of je’t ook kon eten. “No problem, but easy does it,” was’t advies. Een flinke brok, weg gekauwd en doorgespoeld met Beeenburg want echt lekker was het niet, droog des te meer. Wist ik wat de hashroes was…Niks voelde ik, dus nog een brok. Ricky mompelde iets over tomorrow. Maar wie dan leeft, wie dan zorgt was destijds het adagium. Diep in de nacht enigszins beneveld naar huis gefietst. Geen kater de volgende ochtend. Maar waar was ik? De slaapkamer was dezelfde, maar toch ook weer niet. De hoeken waren altijd negentig graden, maar nu leken ze variabel. De gordijnen, altijd flets, waren geschakeerd als de draperie van een meesterschilder. En de deur? Een muizenhol, waar ik me niet wilde wagen. Was het zomer of was het winter? Keek ik naar de avond- of morgenzon? Een beetje paniekerig vroeg ik mijn zuster, die me aankeek alsof ik een alien was. Ze brulde: hij is gek geworden! Zelf vond ik dat ook wel een beetje want het ene moment voelde ik me normaler dan normaal, het volgende ogenblik leek het wel of ik in Alice’s wonderland verbleef. Tijd had geen betekenis. Lastig want ik moest naar het fotolab waar ik werkte. Lab? Wat is dat, een lab? Was ik ergens met vakantie? Deden foto’s ertoe als er geen werkelijkheid was? “Wat heb jij gisteren gehad?” blafte mijn moeder die altijd al argwanend was over de omgang met ‘die vreemde vogels uit het westen.” Angst alom. Was het na een uur of een paar seconden dat de huisarts verscheen? Vriendelijk legde hij uit dat je van hash moest genieten en reed me naar ’t huis van Ricky waar ik lekker op Transformer nog zeker uren heb gespaced. “Didn’t I tell you, tomorrow,” zei hij grijnzend. Prima dag gehad. Later regelmatig herhaald en nog steeds vind ik de roes van spacecake aangenaam. Beter dan blowen. Daar heb ik een nicotineverslaving overgehouden en het lullige van dat spul is dat het bijna niks doet en je er toch naar verlangt. De hashroes kun je overigens niet uitslapen.en als je’t wel doet mis je Bedwelmd? Foutje wikipedia….Veel over geschreven, recentelijk nog in Wintervlinder van Plomp’s co-pilot Gerben Hellinga.

Andere roes

Als elke verandering in het bewustzijnsniveau roes genoemd wordt kunnen we er boeken mee vullen. LSD, paddo’s en andere psychedelica genereerden indrukwekkende roezen. Of waren het onderdompelingen in de realiteit? Of overweeg het tijdloze moment van een skydive. Dat laatste is nog niet verboden…Het lezen van een meeslepend boek, het beluisteren van intense muziek, het zien van prima films: achteraf ervaar je’t als roes. Wat in de praktijk als negatief wordt gezien, blijkt in wekelijkheid een onmisbare factor. Zelfs de calvinisten onder ons hebben hun eigen roesverwekker: jonge jenever. En van de bijbel willen ze ook nog wel eens van uit hun bol gaan.Kortom: de roes verrijkt –vaak- het leven. Claim het recht op de roes!!! Mits incidenteel ervaren. En bedenk: menigeen beweert op het sterfbed: het leven beste mensen, is als in een roes voorbij gegaan..

Joseph Conrad


Avonturen met een zwarte rand
Apocalpypse Now van Coppola is zo’n film die geen nadere toelichting vraagt. Een monument, een trip op celluloid. We hebben het nu niet over de gecoupeerde versie die bij Blokker in de schappen lag, of over de langere versie die regisseur Coppola een paar jaar geleden uitbracht. Het gaat om het oorspronkelijke raamwerk van de film. Die speelt zich af in Vietnam. In werkelijkheid filmde Coppola op de Filipijnen, want in 1979 was de verhouding tussen Amerika en Vietnam nog te gespannen voor een dergelijke samenwerking. Het verhaal is schijnbaar eenvoudig: in een patrouilleboot zakt een aantal soldaten een rivier af, op zoek naar een dolgedraaide bevelhebber die Kurtz heet. Na een aantal dagen is er niks meer dan die verzengende jungle. De mannen hebben nauwelijks contact met de werkelijkheid, waardoor het geheel een hallucinogeen karakter krijgt. De bemanning, inmiddels paranoia, schiet op alles wat beweegt. Vriend of vijand, voor de patrouilleboot is iedereen Charlie. De apotheose is na de Walküreklanken van Wagner en I love the smell of naplam in the morning, bedrieglijk sereen. Kurtz wordt na de helse tocht gevonden. Hij heeft in de jungle zijn eigen, macaber, rijk gesticht. De grenspalen zijn afgetopt met hoofden, Kurtz is koning van een dodenrijk en sterft nadat hij zijn laatste woorden “The horror, the horror,” heeft uitgesproken. “Mistah Kurtz is dead,” schrijft Joseph Conrad in Heart of Darkness, de korte roman die de basis vormde voor een van de meest epische films uit de geschiedenis. Heart of Darkness, werd in eind negentiende eeuw in drie episodes geschreven. Geen wonder dat Coppola juist dit beklemmende boek als basis nam voor zijn film.

Autobiografisch
Allereerst iets over Joseph Conrad, een man die welhaast meerdere levens heeft geleid. Conrad was geen Brit, zoals zijn naam doet vermoeden. Hij werd geboren in de Oekraïne, zijn ouders waren Pools. Omdat ze politiek actief waren, het was de aanloop naar de Russische revolutie, werd Jozef Teodor Konrad Korzeniowski, zijn echte naam, als zoon van ballingen geboren. De kiem van de rusteloosheid die hem zijn hele leven zou achtervolgen, was daarmee gelegd. Jozef’ moedertaal was Pools. Als kind sprak hij geen woord Engels. Toen zijn ouders kort na elkaar stierven, nam een oom de honneurs waar. De jongen kreeg wat onderwijs, maar zijn ambitie was de zee. Hij vertrok naar Marseille toen hij twintig was en monsterde aan op een Frans schip. Dat was in 1877. In 1912 schreef hij zijn herinneringen aan die jaren op in The Mirror Of The Sea, a Personal Record. Een meeslepend boek dat op de plank van elke zeezeiler staat. In 1878 hield Conrad de Franse vloot voor gezien en monsterde hij aan op een Engels schip. Hij werd een serieuze zeeman, leerde snel de Engelse taal, was binnen jaar bootsman en liet zich en passant naturaliseren tot Brit. De onuitsprekelijke Poolse naam werd kort en duidelijk: Joseph Conrad. Hij gaat varen, eerst onder de mast en later ervoor. Turbulente jaren voor Conrad. Hij lijdt een paar keer schipbreuk, raakt betrokken bij een vuurgevecht –de kogelwond die hij daarbij opliep wordt ook wel geduid als een zelfmoordpoging, maar het fijne daarvan heeft de veelschrijver Conrad nooit uit de doeken gedaan. Voor de mast maakt hij ook enkele reizen als smokkelaar. Het geluk was met deze avonturier: hij werd niet gepakt. In 1886 is hij inmiddels opgeklommen tot kapitein en maakt hij verschillende reizen naar de ‘gordel van smaragd.’ In 1895 schrijft hij –in het Engels- daarover een roman die Almayer’s Folly heet.
Almayer is Conrads verbastering van de naam van een Hollandse koopman. De man woont al zo’n vijfentwintig jaar op een eiland en heeft nauwelijks een menswaardig bestaan. Hij is getrouwd met een Maleisische die hem haat. Als vlucht voor z’n misère trekt hij zich terug in een zelfgeconstrueerde schijnwereld, waarin alleen hij en z’n dochter Nina geloven. Uiteindelijk ziet ook zij de echte realiteit en dat betekent de aanzet tot de volledige destructie van Almayer en z’n wereld. Een deprimerend boek waarin de schaduw van het latere Heart of Darkness al vooruitgeworpen is. Schitterend geschreven, maar echt vrolijk stemt het niet.

De Congo
In 1890 laat Conrad de zee voor wat hij is, en vaart hij met een rivierboot de Congo af om een zieke handelsagent op te halen. De tocht blijkt zwaarder dan alle zeereizen die hij daarvoor maakte. Conrad wordt geconfronteerd met een onbarmhartig harde natuur, hitte, ziekten en de kracht van het ondoordringbare oerwoud. De handelsagent overlijdt op de terugweg, Conrad zelf wordt zo ziek, dat hij het varen eraan moet geven. Het idee voor Heart of Darkness (1902) was geboren. Conrad werd gegrepen door de tegenstelling tussen de ’beschaafde’ en de ‘onbeschaafde’ wereld. De handelsagent verandert in Kurtz. Een blanke kolonist die ergens in de jungle de wet van het geweer laat gelden en zijn imperium markeert met de hoofden van ‘wilden’ op de grenspalen. Het is de blanke Kurtz die de jungle met brute kracht wil beheersen en daarin lijkt te slagen. Alleen zijn wil is wet en wie hij kan gebruiken spaart hij, de rest wordt slachtoffer van zijn schrikbewind. Uiteindelijk is het de woeste natuur die het laatste woord heeft. Als Kurtz aan boord stapt, op weg naar de beschaving, mompelt hij, naar zijn imperium kijkend: “The horror, the horror.” Het enige moment van zelfreflectie dat deze ‘wilde’ ooit heeft laten blijken. Of misschien was het niet eens reflectie, maar angst. Koning en demon haalden de bewoonde wereld niet.

Metafoor
Het verhaal wordt ook wel gezien als een metafoor. Wat niet wegneemt dat de verzengend indringende tocht langs de Congo voor Conrad realiteit is geweest. Kurtz was fantasie, maar misschien toch realistisch als we hem zien als symbool voor het brengen van ‘westerse’ waarden, of een zoektocht naar de ‘graal ’van het onbewuste. In Apocalypse Now heeft Coppola de tocht van Conrad overgezet naar Vietnam. Marlon Brando speelt Kurtz. Zijn monoloog is langer dan die van Conrad’s Kurtz. Maar ook Brando eindigt met “The horror, the horror.” Maar die literaire uitleg is in feite overbodig. Heart of Darkness kan heel goed gelezen worden als een van de meest tragische en avontuurlijke reisverslagen ooit. Ook zonder Coppola’s beelden heeft dit tijdloze meesterwerk een hallucinogeen effect.

Conrad scheef een memorabel aantal boeken en verhalen.

We doen een greep:

The nigger of the Narcissus, over ziekte en lijden van een zwarte matroos tussen een blanke bemanning.

Lord Jim, het tragische verhaal van een man die een inschattingsfout maakt met een schip vol pelgrims, zijn zelfrespect verliest en vergeefs blijft vechten voor eerherstel.

Typhoon Het meest adembenemende verhaal over storm op zee…

The secret agent, een soort van thriller over een (echt gebeurde) aanslag op het observatorium in Greenwich. Door Hitchcock verfilmd. Alleen is de dader bij Conrad een zwakzinnige en bij Hitchcock een kind.

Nostromo is een indrukwekkend epos over een revolutie, ergens in Zuid Amerika.

Joseph Conrad, de Pool die Britser schreef dan Brits en die taal pas als volwassene onder de knie kreeg stief in 1924. Vrijwel al zijn boeken zijn nog in druk. Hoewel hij aan depressies leed weerhield dat hem er niet van om ook optimistische boeken te schrijven. Vooral ziijn korte verhalen zijn aanraders voor de beginnende Conrad addicts.

F.W.


F.W.

Antonov op Texel


Van een oud vrouwtje geweest en nog helemaal gaaf!!!!

Koud opgediend het lekkerst

Vijf Wraken

Jeroen van Baaren

Wraak, zo heet het is, is een gerecht dat koud wordt opgediend. Als het, zoals in dit geval, om een vijfgangen menu gaat, zou je een laffe hap verwachten. Niks is minder waar. Jeroen van Baaren, scenarioschrijven en bedenker van het programma B.O.O.S. heeft er duidelijk plezier in om rotzakken dat te geven wat ze toe komt. Hij schetst de ultieme droom van een T.V. producent, die murw is gemaakt door de roddelpers (die’m overigens ook groot maakte…) en tijdens een bespiegelend moment besluit vijf procent van zijn aanzienlijk vermogen te besteden aan wraak, op de vijf grootste ellendelingen die z’n pad kruisten. Het levert een hilarische, cynische roman op. Alleen al om er achter te komen hoe creatief en lekker wraak kan zijn is dit een boek een must. Wij verklappen daar niks over, want van een thriller geef je de plot ook niet weg. Als toegift doet van Baaren, een onthullend boekje over de trucs en misleiding die worden toegepast om de kijkcijfers op te krikken. Of je wilt of niet, zo nu moet je aan de Mol en de onreality van zgn. realityprogramma’s denken. Twee vliegen in 1 klap dus. Leuker dan televisie. En dat vinden wij nou weer knap van deze televisiemaker. Pardon: schrijver!! Verschijnt eind oktober bij de Arbeiderspers. Waarschuwing: niet geschikt voor lezers met een teveel aan compassie....

In Gods Naam


Ton Theunis werkte ooit voor justitie en publiceerde over zijn ervaringen twee boeken, De Toren en De Pion die hem door zijn ex-werkgever niet in dank werden afgenomen, maar het waren wél eye-openers voor het publiek dat door zijn toedoen een onthutsend inkijkje kreeg in corruptie en manipulatie van gezagsdragers, binnen en buiten de bajes. Een loopbaan bij justitie zat er niet meer in. Niet tot Ton’s grote verdriet want als schrijver bleek deze unhappy youth, a writer;s goldmine. De True Crime niet meegerekend, is In Gods Naam zijn derde thriller. De vorige die mochten er wezen, maar deze laatste vinden wij met vlag en wimpel Ton’s beste. Een verhaal over een terreurgroep die zichTijgers van Allah noemt, een overval met dodelijke aflood, een doodgeschoten duo, mooi aaneengesmeed tot een actuele roman die, de vele incidenten van de afgelopen jaren, in real life in aanmerking genomen, faction getint is. De plot is verrassend en daarover doen we dus niks uit de doeken, maar laten we hopen dat Theunis in dit geval zijn fantasie de vrije loop heeft gelaten…Alhoewel: Tom Clancy had twintig jaar geleden ook een idee: hij fantaseerde over een Boeing die zich het Witte Huis in boorde. Over allochtoon versus autochtoon. Verveelde jongeren of fundamentalistische krijgers? Kaas versus Koes heet dat in het jargon, en uit alles blijkt dat Ton Theunis niet alleen in jargon is ingevoerd, maar ook in het schimmige wereldje van semi-buitenlandse outcasts en de, niet te onderschatten, risico’s van de moderne terreurdreiging. Niet vanuit Afgahanistan, maar vanuit de kelders en zolderkamers van de Nederlandse Vinexwijken. Gelukkig blijft er nog hoop in de vorm van gedegen politiewerk en ander gezond verstand, waarmee Theunis aangeeft dat enig vertouwen in zijn oude werkgever, nog wel, gerechtvaardigd is…..

Uitgave: De Boekerij

www.tontheunis.nl

Holleeder van A tot Z

Het ABC van Willem en zijn vrienden

Roots

Weer een boekje over de inmiddels tot mythische proporties uitgegroeide Willem Holleeder. In kort bestek wordt stil gestaan bij alle (nou ja, alle) mensen die op een of andere manier een rol in diens leven speelden. Geen diepgaande True Crime, evenmin een boekje waarin de onderste steen boven wordt gehaald, maar wie wil weten wat en hoe Holleeder geworden is anno 2007 vindt in dit boekje een aardige verzameling no-nonsense informatie. Het meeste materiaal komt uit openbare bronnen. Een betrouwbaar naslagwerkje voor geïnteresseerden. Aardige feitjes: Holleeder was op school een verlegen jongetje, stond altijd achteraan en geen klasgenoot zag er destijds een crimineel in wording in. Vader Holleeder werkte bij de Brouwerij van Alfred Heineken. Holleeder sr. kan niet worden ontzegd dat hij over te weinig companypride beschikte. Ten eerste was hij dol op het product dat de Brouwerij leverde en ten tweede had hij een kwaaie dronk. Dat laatste leverde Willem vaak een pak slaag op. Misschien ligt hier de kiem van Willems aversie tegen de biermagnaat. Willems wraak mocht er wezen. En de beruchte ontvoering van Freddy bleek de opstap naar de status van supercrimineel.

Grolsch

Vader Holleeders loyaliteit naar Heineken was niet aan limieten gebonden. Waagde iemand het in de familiekring het met een Grolsch-petje op te verschijnen dan was de toorn van Holleeder sr. Zo groot dat ook in dat geval de handjes van de stevig gebouwde profwielrenner wapperden. Geweld was dus een integraal onderdeel in het dagelijks leven van de Holleeder clan.

Bloedgabbers

Vinden we bij de B. Bloedgabbers noemden de vier jongens uit de Amsterdamse Volksbuurten zich en ze zagen dat als een geuzennaam. Willem Holleeder, Cor van Hout, Frans Meijer en Jan Boellaard. Eerst runden de heren een incassobureau. Ze deden alleen moeilijke incasso´s en hadden veel succes. De score tikte tegen de 100%. De methodes logen er niet om± wie niet betaalde kon op z´n minst rekenen op een hele forse rente en anders stond er letterlijk een baseball knuppel achter de deur. Ook waren de bloedgabbers goed in het ontruimen van kraakpandjes. Hun aanpak was onconventioneel, maar zeer effectief. Later volgend nog enkele spectaculaire roofovervallen. De bloedgabbers wisten opmerkelijk slim uit handen van de politie te blijven. Hoe ze dat deden wordt ook niet duidelijk uit deze verzameling feiten…

Middelbare school

Op de middelbare school kwam Willem in aanraking met zijn enige echte bloedgabber, die naar verluid, jaren later op zijn commando is omgelegd, Cor van Hout. Van Hout beschikte net als Holleeder over een imponerend postuur. Cor was een stuk brutaler dan de, toen nog bescheiden, Willem. Toen de school een keer collecteerde voor de slachtoffers in Vietnam kwam Cor´s booraardige inborst naar voren: hij stak de opbrengst van de collecte in eigen zak. Geen echte Robin Hood dus…

Sympathie

Cor van Hout mocht zich verheugen op de warme sympathie van Peter R. de Vries. Ook grote boeven hebben natuurlijk vrienden. Voor Willem Holleeder geldt hetzelfde al is het niet Peter R. de Vries die de loftrompet over hem toetert, maar meester Abraham Moskowicz: Je hebt cliënten die antipathie opwekken, je hebt cliënten tegenover wie je heel neutraal staat en je hebt cliënten voor wie je ook een zekere sympathie kunt opbrengen. Holleeder behoort tot die laatste categorie. En dat zal men mij zeer kwalijk nemen, dat ik dit nu zeg. Maar het is zo.” De gevolgen van die houding zijn inmiddels duidelijk. Meester Moskowicks heeft inmiddels de verdediging van zijn sympathieke cliënt uit handen moeten geven.

Z

Staat voor ziekenhuis. Holleeder schijnt te lijden aan lekkende hartkleppen. Hoe of wat is niet helemaal duidelijk want in de rechtszaal staat hij er monter bij. Boze tongen beweren dat die lekken het gevolg zijn van de anabole steroïden die Willem nam in de tijd dat hij sportscholen bezocht.

Het grote Holleeder boek zal nog wel even op zich laten wachten, maar een boeien overzicht van de Nederlandse penoze is het zeker. En een redelijk duidelijke who is who in Dutch crimebizz.

Peter Felder

Uitgave: Carrera


F.W.

De Tranen Van Mata Hari

De Tranen Van Mata Hari en Tomas Ross

Faction heet het genre waarop Tomas Ross het laatste decennium het patent lijkt te claimen. Het mengsel van historische roman, true crime en fictie heeft hem minstens twee keer een Gouden Strop opgeleverd. Vooral zijn trilogie over het ‘heldenleven’ van prins Bernhard maakte furore, niet in de laatste plaats doordat het onderwerp meerdere keren zijn misnoegen uitte over de wijze waarop Ross de goede naam (?!) van de aspirant stadhouder aantastte. Betere PR kan een schrijver zich niet wensen. Helaas is Bernhard dood, en aan een trilogie kun je moeilijk een vierde boek toevoegen. Zijn faction over Fortuyn en Hirsi Ali deed het evenmin onaardig, maar haalde het qua oplagen niet bij de ‘onthullingen’ over de gespannen verhouding tussen Oranje en de Staat der Nederlanden.
Met “De tranen van Mata Hari” doet Ross weer een volgende poging om de geschiedenis te verklaren. Volgens Ross is Mata Hari de meest bekende Nederlandse uit de historie. Dat lijkt me een beetje overdreven. Ik heb over de hele wereld in kroegen de namen Johan Cruyff en Vincent van Gogh voorbij horen komen, maar nog nooit iemand over Mata Hari gehoord.
En als de naam bij u evenmin een bel doet rinkelen: Mata Hari was de artiestennaam van de danseres/courtisane Margaretha Greetruda Zelle die, vooral in Parijs, furore maakte als kunstenares met als specialisme de erotisch-oosterse dans. Dat laatste was de sleutel: omdat ze ‘cultuur’ bracht was ’t bon ton. De Parijse society kon moeilijk blote vrouwen bekijken in een havenkroeg… En wie het kon betalen mocht zich offstage laven aan haar, ongetwijfeld brede kennis van de kama-soetra…Het meest bekend is niet haar leven, maar de overgebleven foto’s waarop een frêle vrouwtje in sluiers gehuld oosterse mystiek pretendeert.
Margaretha Zelle was de dochter van een hoeden- en pettenhandelaar in Leeuwarden. Verliet de benepen provincie en wist zich een fictief verleden aan te meten –tegenwoordig heet dat een image- waardoor heel even de wereld aan haar voeten leek te liggen. Kwam tijdens de eerste wereldoorlog in Parijs in aanraking met al dan niet betalende legerofficieren, politiemannen en societyleaders. Van allerlei nationaliteiten. Dat laatste is haar fataal geworden. In 1917 werd ze door de Fransen voor het vuurpeloton gezet, op beschuldiging dat ze voor de Duisters had gespioneerd. De mythe was geboren: de beeldschone oosterse danseres als femme fatale. Margreet Zelle werd vergeten en Mata Hari werd dood nog veel beroemder dan ze ooit levend had kunnen worden. Over het hoe en waarom is veel geschreven en er zijn minstens een dozijn films over haar gemaakt –met de nadruk op de erotiek en de executie- maar nooit is haar rol op het Parijse toneel echt duidelijk geworden. Ross heeft geprobeerd een tip van de sluier op te lichten. Maar wie denkt dat “De Tranen van Mata Hari,” het hele verhaal bevat, komt bedrogen uit. Niet echt vreemd want uit alles blijkt dat Margaretha Zelle weliswaar goed was in het scheppen van erotische illusie, maar als mens nou niet bepaald interessant was. Dat ze het bed met meer dan driehonderd mannen heeft gedeeld, heeft niet geleid tot driehonderd onthullingen waaruit blijkt dat ze een belangrijke rol speelde als spionne/informante. Niet zo vreemd want vermoedelijk heeft het grootste deel van haar klanten gezwegen over het contact, want het moge bekend wezen dat niet iedereen te koop loopt met een bezoek aan de hoeren, waarbij doorgaans ook nog eens komt dat er tijdens de daad zelden over politiek wordt gesproken. Mata Hari blijft in Ross zijn boek dat wat ze altijd is geweest: een schim die per ongeluk beroemd werd. In feite is zij niet eens de hoofdpersoon. Mondjesmaat wordt ze sprekend opgevoerd en dan blijft ze nog een beetje bordkarton.

Het zijn vooral de setting en de bijfiguren die het ’m doen. Ross schrijft smeuïg over een (volgens hem gedocumenteerde) ontmoeting tussen Wilhelmina’s echtgenoot Prins Hendrik en Mata Hari. Dat zou ook de reden zijn geweest waarom de stijfste telg van Oranje geen gratieverzoek bij de regering in Parijs deponeerde. Volgens Ross liet ze weten niks met de buitenechtelijke relaties van haar man te maken willen hebben.
Echtgenoot Hendrik speelt in het boek een meer cruciale rol dan Mata Hari en dat niet alleen door zijn losbandig gedrag. Soms was dat zelfs bespottelijk. Ross noteert droogjes dat ondergeschikten soms een gulden lieten vallen en die door Hendrik op lieten rapen. Want de krenterige Wilhelmina hield deze voorloper van Bernhard zo kort dat ‘hij wanneer hij een gulden vroeg, een dubbeltje kreeg.’ De rest van Hendriks verhaal brengen we niet ter sprake, daarvoor moet u het boek van Ross maar lezen..

Er zitten nog wat meer Oranje onthullingen in. Zo zou Wilhelmina een onecht kind zijn. Daarvoor weet Ross steekhoudende argumenten, maar geen hard bewijs te leveren. Ook heeft Ross in dit boek –en dat is de belangrijkste sectie- een andere lezing over de Nederlandse neutraliteit voor en tijdens de eerste wereldoorlog dan de officiële canon. Wat dat betreft is “De Tranen van Mata Hari,” een heel geslaagd boek. Ross weet als geen ander duidelijk te maken dat officiële geschiedschrijving, eufemistisch uitgedrukt, gewantrouwd moet worden. En komt vervolgens met materiaal dat in geen enkel geschiedenisboek is te vinden. Vraagtekens bij Hendrik, vraagtekens bij Wilhelmina”s adviseur Van ’t Sant, vraagtekens bij de houding van de Nederlandse regering én vraagtekens bij Mata Hari.
Inderdaad, net als bij alles wat over Mata Hari is verschenen, geeft ook Ross geen helder antwoord op wie en wat zij was. Vermoedelijk niet meer dan een courtisane die te veel wist en op het verkeerde moment op de verkeerde plek was. En als ze niet voor het vuurpeloton was gestorven, een voetnoot in de geschiedenis was geworden. Een icoon als een te vroeg gestorven popster.

Mata Hari is zeker geen boek voor zwijmelende romantici of actie-adepten. Wel is het een eye-opener van allure over de duistere machinaties van de Nederlandse geheime dienst en de wazige rol van de Oranjes tijdens WO 1. Mindere kanten van het boek: de balans tussen informatie en spanning is vaak afwezig. Daardoor lees je soms een spannend jongensboek en dan weer een droge historische verhandeling. Er komen erg veel personen in voor en dat is vooral lastig voor thrillerlezers met een gebrek aan concentratie. En omdat het faction is, blijf je je afvragen waar het feit eindigt en de fictie begint. Was Ross maar historicus geworden. Alhoewel: dan hadden we hem als thrillerschrijver moeten missen.
Wie wil weten hoe het echt afloopt, moet wachten tot 2017. Want dan schijnen de archieven open te gaan. Zo gaat dat in een transparante democratie.
(Foto F.W.)

Ab Klink ziet ze vliegen met dank aan de Paddo!!!

Jawel, Ab Klink van het CDA wil nu echt de paddo verbieden. Dat werd tijd ook, want met 1 dode per jaar kun je niet daadkrachtig genoeg zijn. Dat vraagt om drastische maatregelen. Eh… draconisch. Nu kunnen we natuurlijk ook een verbod op het marathonlopen verwachten (Rotterdamse marathon: 11 deelnemers met hartklachten, waarvan eentje dood), een verbod op het verkeer (jaarlijks 811 mensen dead as a doornail), een verbod op alcohol (1800 aan alcohol gerelateerde sterfgevallen, dus ook mensen die er kanker of andere onaardige ziektes van kregen) en de sigaret (geschat aantal doden 23.000 per jaar). Aan verslaving en psychische stoornissen gaan er nog eens 1200 het hoekje om. Dat vraagt om een fikse overheidssubsidie voor depressiebestrijding. Hebben we het nog niet over alle bejaarden die sterven aan een overdosis reguliere medicijnen of infecties die ze oplopen in ziekenhuizen. Nu kunnen we toch zeker een verbod op ipubrofen verwachten, want aan die enge roze pijnstillers, die je gewoon in de supermarkt kan kopen, sterft jaarlijks een aantal pechvogels. En denk ook eens aan het aantal mensen dat van trap en keukentrapje valt (toch ook weer goed voor 30 doden per jaar). Mij zie je nooit ramen lappen. Veel te (K)link. Moeten we misschien gewoon stellen dat leven een tikkeltje gevaarlijk is, maar desondanks soms wel leuk? En vooral dat iedere volwassene verantwoordelijk is voor de risico’s die hij zelf wil nemen? Verbieden we nu ook het skydiven en bergbeklimmen, het wandelen van de vierdaagse en het koeknuffelen (onlangs stierf er iemand door een aanval van een koe!!! Klink, doe er wat aan.)? Zelf wil ik graag baas blijven in mijn eigen hoofd en dus ook over de mindbending chemicals die ik daarin wens te stoppen. Een goede meertalige bijsluiter waarin de ‘spelregels’ staan, zou al veel onheil voorkomen: trip alleen als je goed in je vel zit (het gestorven meisje was manisch-depressief), combineer psychedelica nooit met alcohol, zorg voor een goede sfeer en een veilige omgeving, doe het niet in je eentje en neem er ruim de tijd voor. Go with the flow... zo lang het nog kan. En als je van echte risico’s houdt: meld je aan bij de landmacht….

De Geheimen van Atlantis en het Oera Linda Boek. Fryske frustratie!!!

Simon Cox en Marc Foster

Uitgave: Forum

De Atlantis literatuur kun je het best vergelijken met die over UFO’s. Iedereen een mening, maar wetenschappelijk is het allemaal ’op drijfzand gebouwd. In het geval van UFO’s is het gerechtvaardigd dat het grootste deel van UFO vorsers ze inderdaad ziet vliegen en dat heeft massa’s boeken opgeleverd. Die waarschijnlijk niet bij u en mij op de plank staan. Bij UFO-logen vind je wel. Maar die mensen geloven en dat is wat anders dan weten. Met Atlantis ligt het een beetje anders. Er blijven boeken verschijnen die vasthouden aan het beeld, voor ’t eerst opgetekend door Plato, van een paradijselijk Utopia, Atlantis dat binnen één nacht door de oceaan verzwolgen zou zijn en waarvan geen spoor is terug gevonden. Simon Cox, die eerder een handige handleiding bij de Da Vinci Code schreef er een boekje over. Waarin verschillende theorieën worden getoetst. Wat ze met elkaar gemeen hebben volgens Cox: allemaal onhoudbaar. De samensteller (beter woord dan schrijver in dit geval) beweert: het is mogelijk is dat in een ver verleden door meteorietinslag of zeebeving een stuk land is verdwenen. En zo’n impact laat natuurlijk sporen na in de vorm van mythes en legenden. En Cox stelt dat daarin het echte Atlantis boven komt drijven. De mythe, gepolijst en opgesierd met het idee van een verloren, betere, wereld. Niet uit te roeien, natuurlijk Atlantis-adepten kijken nu natuurlijk zuur omdat Cox toch vrij redelijk overtuigt als hij schrijft dat tot nu toe geen enkele speculatie zinnig is gebleken. Wel een opvallend slordigheidje, dat mij sterk doet twijfelen of mijnheer Cox wel echt serieus in de weer is geweest met het maken van z’n huiswerk: het Oera Linda boek komt als bron ter sprake. Een oeroud boek waarin in vreemde letters en symbolen, met een fries tintje, dat wel, bewezen is dat de Friese en Keltische cultuur gezamenlijke oeroude bronnen hebben, en de bakermat van de moderne beschaving daar vandaan kwam. Dat had Cox beter weg kunnen laten. Het Oera Linda boek is beruchte falsificatie. Niet al te snuggere Friezen hebben er tot voor kort nog in geloofd, en er lopen zelfs nog een enkele fundamentalistische gelovige frysken rond. Maar onomstotelijk staat vast dat Piet Paaltjens de Friese domineeszoon en dichter de auteur is van deze grap, die een friese historicicus zelfs, uit frustratie, tot zelfmoord zou hebben gedreven... Dat had ik graag bij Cox gelezen. Nu heb ik het idee dat hij er gewoon met de pet naar gooit. Als hij zo slordig met deze bron omgaat ,vrees je ook voor de kwaliteit van de rest van Cox beweringen. Maar als je Cox en Atlantis, net al wij, niet te serieus neemt, lees je een aardige verzameling (semi) wetenswaardigheden. En dat het verzwolgen rijk een mooie mythe blijkt, wat is daar nou mis mee?. Dat Oera Linda boek is trouwens een must: nog steeds kun je de echte frieske die-hards, ermee op de kast jagen. Die denken dat de de hof van Eden echt bij Kimswerd lag en de mens niet directe familie van de aap is, maar van de Fries! Niet dat het overigens veel uitmaakt. Beide soorten maken soms opvallende, tot nu toe niet ontcijferde, geluiden waarvan onderzoekers zich afvragen of er misschien sprake is van taal. Van Chimpansees is inmiddels duidelijk dat ze een woordenschat opbouwen. De klanken van de friezen zijn tot nu toe een volledig mysterie. Ze lijken boodschappen, met rauwe keelklanken over te brengen, die door hun soortgenoten lijken te worden geinterpreteerd. Andere soortem kunnen deze vorm van communicatie, vooralsnog, niet , slecgts als waarschuwingssignaal wordt gebruikt. Dit soort boodschappen kan evolueren naar taal. De voorhoofdskwabben van de gemiddelde fries zijn waarschijnlijk te klein om dit proces binnen enkele honderden jaren te voltrekken. Dus waarschijnlijk komt het nimmer tot echte communicatie.

Politiepropaganda (2)

Deze advertentie sierde de achterkant van de informatieve folder die de politie in Friesland verspreidde. Voor meer informatie kunt u niet alleen contact opnemen met het ministerie van defensie (ministry of truth) maar ongetwijfeld zal de familie Rozier uit Het Bildt u eveneens kunnen uitleggen hoe uitdagend een baan bij de landmacht is....

Normaal hadden wij deze folder niet moeten krijgen. De deur was voorzien van een sticker met de mededeling dat wij geen ongewenst drukwerk willen ontvangen. By the way: ooit aangifte gedaan? Wij hebben het ook geprobeerd. Ook nooit gelukt. Over de aangifte van Peter Tulner, die oudejaarsnacht in elkaar is geslagen, volgende keer meer. Leuke brief van de politie op komst!!!!!
De politie je beste vriend? We zullen zien......

Een veelzijdig auteur...


Dit is de auteur Fred De Vries. Schrijver van Storm in je Hoofd en De Droom.
Ook biedt de Vries coaching aan kinderen die lijden aan PDDNOS. Daarvoor heeft Fred het volgende sacrament:
21. Daarop zal de Meester, als hij dat zou willen, met zachte stem woorden uitspreken, en met muziek of wat dan ook zal hij zijn Slachtoffer naar voren brengen.
22. Ook zal hij een jong kind op het altaar doden, en het bloed zal het altaar bedekken met parfum...
Meer informatie vindt u op: http://www.boudicca.de/lsr-nl.htm
Waarop ook: op de link: http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm met de aanbeveling van de schrijver zelf:
"Fred de Vries is een veelzijdig auteur en is het meest bekend van zijn in 2004 verschenen boek Een Storm in je Hoofd – Handboek PDD-NOS. De ontwikkelingsstoornis PDD-NOS is een milde vorm van autisme.
Tevens heeft hij recent een boek geschreven met een aantal korte verhalen. Dit boek, getiteld De Droom en andere korte verhalen, kan gezien worden als de zo noodzakelijke tegenhanger van zijn eerste boek.
Beide boeken zijn slechts te bestellen via zijn website
www.pdd-nos.nl. "

Blogarchief

Over mij

Niks te melden, Groucho fout gespeld, geen clublid, atheist. Slechte ervaringen: met foute dienders en foute vrienden, soms een combinatie. Goede ervaringen: met vrouwen en vrienden, en daar vallen geen zelfbenoemde vrienden onder. Met skydiven, zeilen en LSD.

Albert Hoffman 28 april overleden

102 werd Albert Hoffman, de man die de wereld LSD gaf. Helaas is zijn sleutel van The door of Perception anno 2008 nog steeds omstreden. Hofmann heeft tot de laatste dag gepleit om zijn Problem Child serieus te nemen. Maar LSD werd om politieke redenen tot een gevaarlijke drug bestempeld. Met dat gevaar blijkt het mee te vallen: lethale dosering is anno 2008 nog steeds niet gevonden en Albert Hoffman, die regelmatig zijn geesteskind zelf nam is er 102 meegeworden.

Er is een condoleance-register:

http://www.alberthofmann.org/

Thanks for the trips dr Hoffman...


Meer info over de toenemende invloed van christelijk neo-conservatieve politiek

Friesland bakent de grenzen af

De provincie vindt dat het tijd wordt om de fryske identiteit te benadrukken. Ideetje????

Ooit was Friesland beroemd om haar koeien.

Tegenwoordig is Friesland berucht: hoe ze daar met koeien en ander vee omgaan.....

http://allaboutppd.blogspot.com/

De meeste patiënten zullen gedurende de rest van hun leven erg veel last houden van hun stoornis. Een voortschrijdende leeftijd (vanaf circa 50 jaar) zorgt ook nog eens voor nog minder geestelijke flexibiliteit, waardoor de symptomen verder kunnen verergeren. De prognose is dus gewoonlijk slecht. Klik voor de aardigheid eens op de blauwe link. Volgens de auteur een grapje. Maar hij trekt wel mooi de vleugels en pootjes van vliegen uit hun lichaam...Mooi verhaal verder op dat allaboutppd. Je zult er maar last van hebben!

Nachtmerrie, deze opdracht in dit masterpiece

Nachtmerrie, deze opdracht in dit masterpiece
Wat ben ik hier blij mee...En in zijn droom verliep alles feilloos en perfect zoals hij vooraf gepland had. Hij doodde meedogenloos en gevoelloos zijn verachtelijke vriend, die ook zijn vijand was.

Rober Plant & Alison Krauss

In de voetsporen van The All American Music van Gram Parsons het album Raising Sand van Led Zeppelins Robert Plant en bluegrass coryfee Alison Krauss. Folk is still in progress....Uitschieters: "Through the morning through the Night," van Gene Clark em "Polly," eveneens een nummer van Clark.

http://www.youtube.com/watch?v=g5KF4dKq-6I

Gene Clark info and downloads:

http://www.geneclark.com/

Mother should I trust the government?

Ik niet. En jij toch evenmin? Maar bij twijfel vind je't antwoord op http://www.witheet.com/ de site die een oogje in het zeil houdt! Laat je geen oor aannaaien door ambtenaren, dienders, politici, kwakzalvers, deskundologen, dominees, priesters, imams en ander gespuis!!!!
En heb je het niet op Bush, McDonalds, en twijfel je aan het nut van PRIVATISERING?
http://www.gregpalast.com/

By the way: wil de vaste lezer van dit log voorzichtig wezen gaat als het gaat om laster en suggesties te plaatsen die hem, als huisvriend, ter ore zijn gekomen door de slangentong van mevrouw R.H.. mijnheer R.R. en "'kunstenaar"Lerak L? Als de volledige namen van z'n bronnen, alsmede wat pijnlijke bijzonderheden die daarmee samenhangen, door mij worden onthuld, kan het wezen dat binnen de family R . de pleuris uitbreekt. Lijkt me niet leuk voor Lerak L. en R.R. Maar wie de bal kaatst.....kan een tornado in een glas water verwachten...This is not a hoax...

Scott Lynch (foto: F.W)

Scott Lynch (foto: F.W)
The king of modern Fanatsy did it again. Rode Zee onder een Rode Hemel, net uit bij de Boekerij. Zie voor het interview met Scott in het archief van dit log!!!

Lahringen a Turner Impression

Lahringen a Turner Impression
Dutch Masterpiece, watch the clouds...

Paragnosten

5 tot 15 % van het aantal verdwijningen, meestal als gevolg van misdrijven, zou volgens een artikel in de Leeuwarder Courant op paragnostische wijze alsnog worden opgelost. Bron: 15 jaar onderzoek door een paragnost. Die heeft er vast een onafhankelijk onderzoek van gemaakt... Al in de jaren twintig van de vorige eeuw deed Julian Huxley, broer van Aldous onderzoek naar Britse paragnosten. Hij wist ze allemaal te ontmaskeren. Publiceerde zijn resultaten, en het gevolg was dat er geen klant minder gebruik maakte van hun diensten, integendeel. Veel mensen zijn goedgelovig, journalisten helaas niet uitgezonderd. Zelf heb ik o.m. commissaris Jan Blaauw, profilers Robert Ressler, John Douglas, Paul Britton, de Amerikaanse True Crime schrijfster en biografe van Ted Bundy, Anne Rule gevraagd of er ooit in de historie een misdrijf via bovennatuurlijke weg is opgelost. Het antwoord, unaniem: nog nooit. Robert Ressler merkte fijntjes op dat de waarheid vaak te gruwelijk is om te geloven. en logica voor veel mensen te onaangenaam. "De realiteit zien is angstaanjagend, sprookjes niet," aldus Ressler, die als credo heeft: "Wie in de afgrond lijkt, moet zich realiseren dat de afgrond terug kijkt." Het citaat is van Nietzsche.

http://www.robertkressler.com/

H.P. Lovecraft

H.P. Lovecraft (1890-1937) wordt, hoewel nagenoeg onbekend tijdens zijn leven, thans beschouwd als een van de grootste fantastische vertellers uit de Amerikaanse literatuur. Sommige literatuurcritici achten hem zelfs hoger dan de grote E.A. Poe. In dit eerste deel van het verzameld proza van Lovecraft zijn in chronologische volgorde zijn eerste 29 verhalen opgenomen. In deze verhalen zien we dat de schrijver zoekt naar een eigen stijl, maar nog sterk beïnvloed wordt door Poe en de Engelse Lord Dunsany, voor wie hij grote bewondering had. Lovecraft, een excentrieke, wereldvreemde reactionair, droomde veel en hield in een notitieboekje een overzicht bij van al deze dromen, die zijn voornaamste inspiratiebron waren. Omdat die dromen zeer verschillend van aard waren, zijn de eruit voortgekomen verhalen dat eveneens, wat de lectuur ervan zeer afwisselend en boeiend maakt. Voor Lovecraft was het complot van een verhaal niet het belangrijkste, maar wel de opgeroepen sfeer. Daarin slaagde hij wonderwel, ook in deze vroege teksten, waarover Michel Houellebecq in zijn prachtige essay over Lovecraft schreef: `Daar zien we zijn artistieke middelen een voor een ontstaan, als muziekinstrumenten die zich om beurten aan een vluchtige solo wagen alvorens zich gezamenlijk over te geven aan de razernij van een krankzinnige opera.’ De bundel bevat de vroege verhalen van Lovecraft. Laten we hopen dat de rest ook snel wordt uitgegeven. Gelukkig dat er nog een uitgever als Voltaire bestaat!

http://www.uitgeverij-voltaire.nl/

Fragment uit De Droom (uitgave: Flevodruk)

En volgende week begint het proces. De therapeut staat dan eindelijk terecht voor het plegen van meervoudige moord op kwetsbare vrouwen. Die hij geestelijk zo manipuleerde en misbruikte dat ze allemaal uit pure wanhoop en op zijn aandringen zelfmoord hadden gepleegd.”

De auteur biedt coaching en solliciteerde bij opvang mishandelde vrouwen....Boek bestellen?

zie: http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm

Ik kan de codes niet geven en per ongeluk een boek gejat....

Even wat rechtzetten:

* Heb contact gehad met de Meesters. Zij hebben nooit ook maar enige invloed gehad op de inhoud van hun website. De site was van Vaccalucci. Zij hebben jou verzoeken verschillende keren naar hun uitgever gestuurd, maar die heeft er niets mee gedaan. Toen Vaccalucci ophield te bestaan was ook die website dood. (Zou je een negatieve recensie willen weghalen? De Meesters zijn nl. vrienden van mij....)
* De code van jou website kan ik je niet geven omdat ik zelfs de codes van mijn eigen websites niet meer heb. (Vreemd, die wordt steeds aangepast) Na een crash zijn ze verdwenen en de zoon van Rimmert IQUE wees gewaaschuwd!!! moet ze opnieuw aanmaken, of zoiets. (zo gaat dat, en vice versa....)
* Kellerman: dat moet een vervelend misverstand zijn geweest. Mijn herinnering is dat Ymco het pakketje bracht, jij het openmaakte, iets zei in de trant van: die lees ik allang niet meer, en ik vroeg of ik het dan mocht hebben. Jouw herinnering is anders. Dat spijt me verschrikkelijk. (boek achterover gedrukt en betrapt...)

Niet elke diender kan zo doorzichtig liegen...


Some quotes from the boys

"You know, there's a right and wrong way to do everything."

Woman: "About how much money do you boys average a street ?"
Ollie: "I would say about fifty cents a street."Woman: "There's a dollar. Move down a couple of streets."

Stan: "Well, I don't know anything about cutting wood."
Ollie: "Well, you ought to. You once told me your father was in the lumber business."
Stan: "Well, I know he was but it was only in a small way."
Ollie: "What do you mean small way ?"Stan: "Well, he ... he used to sell toothpicks."

Ollie: "Shut up and get this mess cleaned up. Do you know that my wife will be home at noon ?"
Stan: "Say, what do you think I am, Cinderella ? If I had any sense I'd walk out on you."
Ollie: "Well it's a good thing you haven't any sense."
Stan: "It certainly is."

"We're not looking for him, we're just trying to find him."


Gouden Strop

Roel Janssen Gouden Strop voor "De Tiende Vrouw" Wat een treurnis. Zelden zo'n saai boekje gelezen als dit boek van de man die de-eveneens dodelijk brave- Nederlandse John Grisham wordt genoemd. Het zal de nieuwe Balkenende braafheid wel wezen, dat er is gekozen voor een een amusing verhaaltje -negeer de suggestie maar dat het om de zaak Bruinsma gaat- waarin alle cliche's die de clichematigheid van de thriller bevestigen, uit de kast zijn gehaald. En geen spoortje humor, wat't boek onbedoeld humoristisch maakt.. Blij dat ik dit jaar geen jurylid was. En nou zal ik het nooit weer worden ook. Maar die prijs had Peter de Zwaan natuurlijk moeten hebben. Maar helaas: Peter schrijft niet voor de NRC en hij schrijft -lees de passage over twee lullen, vastgelijmd op een plankje, in De Voeder er maar op na- erg onbraaf. Peter, zorg dat je'm volgend jaar ook niet wint. Die Gouden Strop is inmiddels een belediging.

Klein en Groot

Klein en Groot
Bauer en De Poel (uitgave: Aspekt)

Stil water en een column van Marelle

Door Feije Wieringa (Penthouse / Highlife) Haar debuut Nephila’s Netwerk heb ik niet gelezen dus Stil Water was mijn kennismaking met werk van Marelle Boersma. Laat ik met de deur in huis vallen: het viel niet mee. Het verhaal is weinig origineel. Na een duik in de Oosterschelde lopen duikers, badgasten en bruinvissen een merkwaardige vorm van huiduitslag op. En dat niet alleen: veel bruinvissen spoelen dood aan en de huiduitslag blijkt onderdeel van een syndroom waardoor ook de hersenen worden aangetast. De schrijfster komt wat langzaam over de brug met wat de lezer al lang vermoedt: het water in de Oosterschelde is giftig. Je denkt dat in zo’n geval van hogerhand het sein onveilig gegeven wordt, of nog eerder, groot alarm geslagen. Maar net als in de film Jaws zijn de mensen die over zulke dingen gaan nou net degenen die weigeren om direct verbanden te leggen tussen de symptomen en de toestand van het water. Een thrillertruc die jaren geleden nog net kon, maar die anno 2006 bij mij allerminst het gevoel oproept dat de schrijfster zichzelf voor een uitdaging heeft geplaatst. De hoofdpersonen boeien niet. Ze zijn vooral clichématig. Uit alles blijkt dat Marelle Boersma zeker geen psychologie heeft gestudeerd. De topmanager van het Zeeuwse waterbeheer is, mag je hopen, niet naar ’t leven getekend, maar een karikatuur van een slechterik. Corrupt, weet niet het verschil tussen een knotwilg en een populier, kan niet van zijn vrouwelijke ondergeschikten afblijven en is niet eens in staat om het chantagegeld af te leveren op de goede plek. Gelukkig gaat het er gemoedelijk aan toe en mag hij nog een keer proberen. Als Marelle een persiflage had geschreven was ’t al op de rand geweest, maar het is haar ernst en dat geeft het boek vooral een knullig karakter. Misschien ben ik na vijftien jaar Penthouse een beetje gedegenereerd als het om erotiek gaat, maar de erotisch bedoelde beelden wekken bij mij eerder lachlust op dan fysieke driften. De lesbische relatie die ze in het verhaal heeft verwerkt is volstrekt irrelevant. ’t Had net zo goed hetero kunnen zijn. Blijkbaar is seks in Zeeland saai. Laten we voor de Zeeuwen hopen dat het hier om slechte research gaat: je kunt tenslotte niet overal verstand van hebben. Van toxicologie heeft Marelle meer verstand. Maar dat blijkt pas tegen het einde van het boek wanneer een niet alledaagse algensoort de oorzaak van de ellende blijkt te zijn. Daarmee geef ik de plot niet weg, want er is nog een kleine twist ingebouwd waardoor je toch even op ’t verkeerde been wordt gezet. Zo’n onverwachte wending–nou ja, onverwacht?- gebruikt Baantjer ook, maar die is al 83 en geen wetenschapper, doch eenvoudig politieman. De duikscènes hadden nog wat spanning kunnen genereren. Helaas kabbelen die net zo lauw voort als de rest van het verhaal. Geen claustrofobie, geen ademnood, geen paniek. Toeval of niet: de avond voor Stil Water las ik Duivelswerk een nieuwe thriller van Mo Hayder. Ook een boek over vergiftigd water en kadavers. Subliem geschreven, psychologisch geloofwaardig uitgewerkt en niet gemaakt om de lezer te behagen, maar om hem met angst, met een thrill te overdonderen. Misschien komt dit over als het vergelijken van appels met peren. Vind ik niet: op beide boeken staat duidelijk THRILLER. De passage aan het eind van ‘t boek: “Rona trok Line tegen zich aan waardoor Lines hoofd tegen haar borsten terechtkwam. Ze liet een hand over Lines lichaam glijden. Wat hadden vrouwen toch een heerlijk rond lichaam dacht ze....” Dat is niet thrilling, dat is romantiek. Een heel ander genre. Het positieve van Stil Water is dat je rustig kunt slapen als je ’t uit hebt. Maar wie een slapeloze nacht verwacht kan beter dat boek van Mo Hayder lezen. Stil Water is goed bedoeld. Maar het tijdperk van het brave spannende boek is voorbij. Dat zouden ze in Zeeland ook moeten weten. Zeker als je een universiteit van binnen hebt gezien. (over)Schrijver en EX-agent Fred de Vries lachte zich dood om deze recensie. Het heeft hem geroerd, achteraf, want de kleefkikker benaderde de talentvolle schrijfster ongeveer zo -die Wieringa meent natuurlijk niet wat hij opschrijft, ik ben een vriend van'm en zodoende weet ik dat- en wil jij nou een column schrijven op mijn site over zielsziekten? -Daar verzamelt hij schrijvers. Het geeft niet wat ze schrijven. En zo werd naieve Marelle gestrikt om Fred's collectie uit te breiden. Marelle heeft niet alleen verstand van sex in Zeeland. Ze is onder supervisie van een gewezen smeris, die god weet waarom, opeens handelaar in een knipselmap met open deuren is geworden, opeens ingevoerd in de wondere wereld van autisme. Een beetje thrillerschrijfster weet toch dat crime zich niet alleen in boeken afspeelt? En dat niet iedereen in uniform zuiver is op de graat! Integendeel zou'k zeggen...Nou Marelle, misschien inspireert het je ooit en komt dat meesterwerk er toch nog!

Housewife in action

Housewife in action
Words and Music

Housewifes Lament

Sommige dingen veranderen nooit.... http://www.ibiblio.org/jimmy/folkden/php/search/ I learned “Housewife’s Lament” at the Old Town School of Folk Music in Chicago around 1958. It’s kind of a bitter portrayal of the lot of women in the not-so-distant past. There is a verse at the end where the poor housewife dies and gets covered with dirt, which is supposed to be funny, but I thought there was enough hardship in this song without adding insult to injury, so I left it out. Lyrics: [G] One day I was walking,I heard [Am] a complaining,I saw a [D] poor womanThe [C] picture of [G] gloom.She gazed in the mudOn her [Am] doorstep (’twas raining),And [D] this was her songAs she [C] wielded her [G] broom: Chorus: [G] O life is a trial,[D] And love is a trouble,[G] Beauty will fade[D] And riches will flee,[G] Wages will dwindleAnd [Am] taxes will doubleAnd [D] nothing is as IWould [C] wish it to [G] be.” In March it is mud,It’s slush in December,The midsummer breezesAre loaded with dust.In fall the leaves litter,In muddy NovemberThe wallpaper rotsAnd the candlesticks rust. Chorus: It’s sweeping at sixAnd i’s dusting at seven, ( I know I sang 11 but it should be 7 It’s victuals at eightAnd it’s dishes at nine.It’s potting and panningFrom ten to eleven.We scarce break our fastTill we plan how to dine. Chorus: Last night in my dreamsI was stationed forever,On a far distant rockIn the midst of the sea.My one task of lifeWas a ceaseless endeavor,To brush off the wavesAs they swept over me.

A psychedelic journey by Samuel Taylor Coleridge

In Xanadu did Kubla KhanA stately pleasure-dome decree :Where Alph, the sacred river, ranThrough caverns measureless to man
Down to a sunless sea.
So twice five miles of fertile groundWith walls and towers were girdled round :And there were gardens bright with sinuous rills,Where blossomed many an incense-bearing tree ;And here were forests ancient as the hills,Enfolding sunny spots of greenery.
But oh ! that deep romantic chasm which slantedDown the green hill athwart a cedarn cover !A savage place ! as holy and enchantedAs e'er beneath a waning moon was hauntedBy woman wailing for her demon-lover !And from this chasm, with ceaseless turmoil seething,As if this earth in fast thick pants were breathing,A mighty fountain momently was forced :Amid whose swift half-intermitted burstHuge fragments vaulted like rebounding hail,Or chaffy grain beneath the thresher's flail :And 'mid these dancing rocks at once and everIt flung up momently the sacred river.Five miles meandering with a mazy motionThrough wood and dale the sacred river ran,Then reached the caverns measureless to man,And sank in tumult to a lifeless ocean :And 'mid this tumult Kubla heard from farAncestral voices prophesying war !
The shadow of the dome of pleasureFloated midway on the waves ;Where was heard the mingled measureFrom the fountain and the caves.
It was a miracle of rare device,A sunny pleasure-dome with caves of ice !
A damsel with a dulcimerIn a vision once I saw :It was an Abyssinian maid,And on her dulcimer she played,Singing of Mount Abora.Could I revive within meHer symphony and song,To such a deep delight 'twould win me,
That with music loud and long,I would build that dome in air,That sunny dome ! those caves of ice !And all who heard should see them there,And all should cry, Beware ! Beware !His flashing eyes, his floating hair !Weave a circle round him thrice,And close your eyes with holy dread,For he on honey-dew hath fed,And drunk the milk of Paradise.
Autumn of 1797 or (more likely) spring of 1798, published 1816, 1828, 1829, 1834
(proofed against E. H. Coleridge's 1927 edition of STC's poems and a ca. 1898 edition of STC's Poetical Works, ``reprinted from the early editions'')
To rest of poems

Hortensia's en rituelen

http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm http://www.boudicca.de/lsr-nl.htm 22. Ook zal hij een jong kind op het altaar doden, en het bloed zal het altaar bedekken met parfum, zoals van 23. Dan zal de Meester verschijnen zoals Hij zou verschijnen --- in Zijn glorie.24. Hij zal zichzelf uitstrekken op het altaar, en het ontwaken in het leven, en in de dood Dit is allemaal te vinden op bovenstaande sites. Laat u uw kind behandelen door lieden met deze hobby's?

Hoe de pers (soms) werkt

Een Imam moest naar een persconferentie in New York. De man maakte de oversteek per boot omdat hij niet durfde vliegen. Toen hij, eenmaal aangekomen, de loopplank afliep, kwam er een journalist naar hem toe, die hem, een microfoon onder de neus duwend vroeg: Monseigneur, wat vindt u van de hoeren in New York? Verbouwereerd reageerde de man: zijn er hoeren in New York? De volgende dag stond in de krant: Het eerste wat de Imam vroeg was 'Zijn er hoeren in New York?" Met dank aan PeeWee. Humoristisch raadsman.

Stalker

A moment of Glory Soms is een blik mooier dan wat dan ook. Kwam vanmiddag een stalker tegen. Hij wist dat ik het wist (dattie stalker was...) Ik keek'm in z'n smoel. Z'n blik draaide weg. Zoiets genereert een beter gevoel dan een veroordeling!!!!

In Groucho We Trust

In Groucho We Trust
Keep in mind!!!

Fake

Fake
Dit is een bootleg, waar McGuinn geen barst mee van doen had. Ik had'm cadeau gekregen van een ex-vriend, maar die deed me er geen plezier mee en bovendien bleek hij het goede heertje uit te hangen met de smaakvolle muziek van zijn echtgenote. Eigenlijk heb je zoiets niet in huis: maar het echtpaar is erop gesteld. Ik niet...Niet op't fakeplaatje en niet op't echtpaar....

Glenn Gould

Glenn Gould

Dit past op 1 GB mp-3

Bach: Das wohltemperierte klavier: Glenn Gould Murder Ballads: Nick Cave and the Bad Seeds Peace On You: Roger McGuinn Other Peaple's Lives: Ray Davies Compilatie: David Byrne and Talking Heads Beethoven: Grosse Fuge and two other Sring Quartets Bach: The Art of Fugue: The Candian Brass The Gilded Palace of Sin: The Flying Burrito Brothers Jazz from Hell: Frank Zappa Sex and Religion: Steve Vay Mass in C: W.A. Mozart Bach: Grand Motets: Herreweghe

Dexter solved a Loyd problem, while Ramon is sleeping and dreaming

Dexter solved a Loyd problem, while Ramon is sleeping and dreaming

Tim Krabbé

Recensie op crimezone Toevallig worden ze beiden op dezelfde dag bezorgd: Een goede dag voor de ezel, van Tim Krabbé, en de biografie van Simon Vestdijk, geschreven door Wim Hazeu. Verschil: zo’n 700 pagina’s. Vestdijk heeft meer dan vijftig boeken op zijn naam, Krabbé vooralsnog een stuk of tien, maar wat niet is kan komen. Tenslotte debuteerde Vestdijk pas toen hij dik in de dertig was en hield hij het schrijven vol tot het eind van zijn leven. Vestdijk was een stevige roker, dronk behoorlijk en schreef zich van depressie naar depressie. Krabbé is in alle opzichten Vestdijk’s tegenpool. Vestdijk kon vermoedelijk niet eens fietsen. Krabbé heeft jarenlang gefietst in de hogere regionen en haalde daar De Renner uit, één van de weinige boeken over sport waarvan de auteur de research helemaal zelf heeft doorvoeld. Vestdijk bedacht zijn materiaal. Krabbé beleefde het. Vestdijk leefde voornamelijk binnen de grenzen van zijn eigen universum, de huiskamer. Krabbé niet. Wielrennen, schaken, schrijven, Krabbé combineert het allemaal. Vestdijk kon zich binnen dat immense oeuvre nog wel eens een uitglijder veroorloven. Van die vijftig boeken heeft ongeveer de helft de tand van de tijd doorstaan. Krabbé heeft het nooit gezocht in kwantiteit. Geen grote romans, geen literaire experimenten. Maar wat hij heeft geschreven staat nog steeds als een huis. Het gouden ei is inmiddels uitgegroeid tot een klassieker. Twee keer verfilmd, maar in beide gevallen blijft het boek beter dan de film. Krabbé is niet in een hokje te stoppen. Schijnbaar eenvoudig, en met geen woord te veel wekt hij zijn personage’s tot leven. Om ze vervolgens in situaties te brengen die doen denken aan omstandigheden die ontsproten zijn aan de bizarre geest van Edgar Allan Poe. Alleen heeft Krabbé de lak van de gothische romantiek niet nodig om de horror uit het dagelijks leven te schilderen. Een goede dag voor de ezel, is een logische parel in de ketting van de Krabbé s juweeltjes. Alleen al de eerste zin: “Gelukkig zijn was het makkelijkste wat er was.” Kan zo bijgezet worden in de serie “beste eerste zinnen.” Net als: “De portier is een invalide,” uit Nooit meer slapen, van W.F. Hermans, een opening om in te lijsten. Wat er ook gebeurt, het kan alleen maar slechter worden. Er ontvouwt zich een subtiel drama, de formule waarop Krabbé het patent lijkt te hebben. Een toevallige samenloop van omstandigheden en een toevallig gehoorde, beledigende opmerking in een streekbus, vormen de aanzet tot een keten van gebeurtenissen die tijdens het lezen achteloos voorbij lijkt te komen, maar aan het slot samenvallen tot een macabere ontknoping. Toeval speelt een grote rol in dit boek. Vaak een truc om een plot sluitend te maken, maar in Een goede dag voor de ezel, een logisch gegeven. Toeval speelt ook een grote rol in het leven, al denkt menigeen dat het lot niet door toeval, maar door wilskracht wordt bepaald. Op het verkeerde moment, op de verkeerde plek zijn, is vaker een noodlottige gebeurtenis, dan een uitgekiende moord. Krabbé maakt weer eens duidelijk dat goed en kwaad balletje vormen dat alle kanten op rollen. Dat het vaak de verkeerde is valt de schrijver niet aan te rekenen. Een boek dat pas op z’n plek valt wanneer je er een paar dagen over hebt nagedacht. Bedrieglijk eenvoudig. Krabbé weet uit een minimum aan woorden een maximaal effect te halen. Weinig schrijvers die hem dat nadoen. Glashelder…

A Cosmic Joke

Voor de meeste mensen is Einstein gewoon een naam, een foto met een man, type nerd, weelderige grijze haardos, die op een merkwaardige foto, spottend zijn tong uitsteekt. En de formule: E=MC kwadraat. Daarmee houdt het zo’n beetje op. Einstein was in tegenstelling tot uitvinders als Edison, Wright broertjes en Ford niet een man die zich kon beroepen op een uitvinding die in de praktijk van het dagelijks leven een rol speelt. Hij ontdekte iets wat er altijd al was, maar niet herkend werd. Vlak na de donkere middeleeuwen gooide Copernicus de knuppel in het (theologische) hoenderhok door te stellen dat het niet de zon was die om de aarde draaide, maar andersom. Zo werd de centrale plaats van een door God geschapen aarde als middelpunt van het heelal weggevaagd. Het constateren van dit feit kwam hard aan, vooral bij de gelovigen die ervan uitgingen dat de schepping, zoals die in het boek Genesis staat (voor de oplettende lezer is dat een vreemd boek: het bevat twee scheppingsversies) slechts zeven dagen werk was, in plaats van miljarden jaren evolutie. Een paar honderd jaar later bevestigde de Britse natuurkundige Newton (volgens de mythe omdat er een appel uit een boom op zijn hoofd viel) die stelling door vast te stellen dat het heelal bestond uit lichamen die allemaal een vaste baan beschreven, met de zwaartekracht als bindende factor. Daarna kwam Einstein, die aantoonde dat de logica van Newton weliswaar heel goed bruikbaar was in de ‘gewone’ wereld maar dat Newton’s wetten niet bruikbaar waren in de kosmos, en op het niveau van de kleinste deeltjes. Voor het dagelijks leven was er niks aan de hand, een pond koffie bleef een pond koffie. Einstein toonde de correlatie aan tussen massa en gravitatie. Daarom weten we nu dat er meer koffie in een pond gaat als je het op de maan weegt. Bovendien vroeg hij zich af wat er zou gebeuren als je met de snelheid van het licht in een scheerspiegel zou kijken. Dat soort gedachten kon hij niet in de praktijk toetsen, dus bleef er niks anders over dan een wiskundig model te maken van ruimte, tijd en (zwaarte(kracht). Het kwam erop neer dat de lichtsnelheid constant was met ongeveer 300.000 km per seconde. En dat tijd, gemeten door een klok, langzamer ging naarmate een lichaam zich sneller beweegt. En dat beweging niet is vast te stellen, omdat er altijd een punt moet zijn ten opzichte waarvan je je beweging vaststelt. Zo gaat dat: de aarde draait om de zon, de zon draait weer mee in een sterrenstelsel en dat beweegt weer rond een ander stelsel enz. Kortom: Einstein zette de natuurkundige wereld op zijn kop door te stellen dat alles relatief is en het heelal geen ijkpunt kent. Het is maar vanaf welk punt je de zaak bekijkt. Hij toonde aan dat de lichtsnelheid absoluut is. Om die te kunnen overschrijden is een oneindige hoeveelheid massa / energie nodig. Reizen sneller dan het licht zou daarom het einde betekenen van het heelal zoals we dat nu kennen. Jean Claude Caririére heeft over deze materie een toegankelijk, langs wetenschap en filosofie scherend, boek gemaakt. (Bezige Bij) Hij laat een denkbeeldige Einstein aan het woord, die door een jonge studente aan de tand wordt gevoeld. Door haar ogen krijg je een kijkje in Einstein’s Brain. Het boek stopt op het punt van de kwantumfysica. Logisch, want Einstein heeft zich daar niet in kunnen vinden om de reden dat de kwantumtheorie uitgaat van een onzekerheidsprincipe en de observator van een kwantumonderzoek altijd zo’n onderzoek stuurt, omdat hij een onderdeel in de meting is. “God dobbelt niet” beweerde Einstein stellig. Daarover is het laatste woord niet gesproken, maar intussen is de theorie van de oude Albert wél stevig overeind gebleven. Maar absoluut, nee....Ooit vroeg een journaliste aan Einstein: “Mijnheer, zou u de theorie in een paar zinnen kunnen uitleggen?” “Dat kan ik wel,” antwoordde Einstein, “maar de vraag is of u het in een paar zinnen begrijpt.” In Einstein, vertel eens,” is dat uitleggen de schrijver aardig gelukt.

Albert Joking

Albert Joking

De Oerknal

De Oerknal Uitgave: De Arbeiderspers Simon Singh 2005 was het Mozart jaar en dat zullen we weten. Alle publieke omroepen proberen elkaar te overtreffen in de Mozart manie. Van kleuteropera tot taartjes, van classic FM tot de concertzender. Het is allemaal Mozart. Misschien is het vloeken in de kerk, maar ik ben van mening dat Mozart weliswaar een paar briljante pianoconcerten in elkaar heeft gezet, maar het probleem is dat dat materiaal nauwelijks verkrijgbaar is. En helaas is elke noot vastgelegd, zelfs opera’s die’t wonderkind op zijn tiende bedacht. Knap voor een knaapje, maar niet te genieten als je geen musiciloog bent. Tip: koop nooit een goedkope cd met werk van Mozart. Alfred Brendel weet zijn pianowerk de diepte te geven die het verdient. De rest is meestal rommel. En nu ik toch associeer: Mozart liefde was de opera. Hij was dus een soort Lloyd Webber voor de Oostenrijkse society. Mozart wordt het grootste genie allertijden genoemd. Te veel eer. Ik durf te beweren dat oude Bach een veel groter componist was dan die bepruikte muziekfabriek. 2005 was ook Einstein jaar. Het hele jaar niets van gemerkt. Einstein doet het slecht op koekblikken en Weens gebak. Einstein speelde overigens graag viool, Deed dat slecht, maar pretendeerde er ook niks mee . Zowel Einstein en Bach gingen uit van theoretische modellen. Daarom kun je Bach’s fuga’s in een sampler stoppen en het blijft Bach. De noten, daar gaat het om. Slechtere componisten hechten aan interpretatie van noten. Bach moet je niet interpreteren en al helemaal opvullen met romantische klanken. “De belangrijkste ontdekking ooit,” schrijft Simon Singh ergens in zijn boek. De meningen daarover zijn verdeeld. De evolutietheorie van Darwin is waarschijnlijk meer omstreden. Vooral op basis van religieuze argumenten. In bijbel en koran staat nadrukkelijk geschreven dat dieren en mensen van volstrekt verschillende aard zijn en dat de mens het recht heeft het dier te onderwerpen. Pijnlijk voor de gelovigen om dan te horen dat zijn voorouders niet Adam en Eva zijn, maar waarschijnlijk een aap met een genetische afwijking. Met die onderwerping zit het wel goed, maar daarvoor hoef je geen christen te zijn. De ontdekking van Edwin Hubble dat we leven in een heelal dat uitdijt wekte in 1923 veel belangstelling in de wetenschappelijke wereld. Einstein’s relativiteitstheorie was een gedachtesprong die veel filosofische vragen opriep, maar moeilijk is te weerleggen. Uit Hubble’s constatering dat bijna alle sterrenstelsels zich met steeds grotere snelheid van elkaar af bewegen kan zelfs een leek afleiden dat die stelsels daarvoor dichter bij elkaar waren. Zo’n vijftien milard jaar geleden moeten ze zo dicht op elkaar zijn geweest dat het hele heelal een soort oneindige dichtheid had. Misschien een miljardste van een speldenknop, maar zelfs dat is onwaarschijnlijk. Einstein’s theorie was niet in tegenstelling met het idee dat tijd en ruimte een beginstadium hebben, maar Einstein had geen oplossing voor welke wetten er bestonden op het moment dat dit heelal ontstond. Singh weet het evenmin, maar heeft een lekker toegankelijk boek geschreven over de aanloop naar de feiten zoals we nu kennen. Het begint eigenlijk in de tijd van de “verlichting” een tijd die niet geheel toevallig zo wordt genoemd. Het theologische model werd na de middeleeuwen langzaam vervangen door wetenschap. Logica versus geloof, een combinatie die onverenigbaar is. Hoe meer je weet, hoe minder je gelooft. Hoe meer je weet hoe groter de twijfel want in de wetenschap is het, in tegenstelling tot de religie, bijna altijd zo dat een theorie door een andere –betere- theorie te vervangen. Niets is zeker en zelfs dat niet. Een aardige paradox. Paradoxaal is ook dat de zoektocht naar het oneindige grote automatisch leidt tot een zoektocht naar het oneindige kleine. De wereld heeft het lang gedaan met Newton’s wetten over banen en zwaartekracht. Hij had het bijna goed, maar helaas voor Newton werd zijn theorie door Einstein aan flarden geschoten. Op zijn beurt is Einstein’s theorie eveneens onvolledig. Als het gaat om de allerkleinste deeltjes kloppen Einstein’s beweringen evenmin als die van Newton. Nog tijdens Einstein’s leven kwamen Planck en Bohr met de kwantumtheorie. Die theorie vond Einstein zo krankzinnig dat hij het afdeed met de stelling dat God niet dobbelt. De kwantumtheorie is zo absurd omdat onzekerheid, iets wat gelovigen en wetenschappers moeilijk aanvaarden, een rol speelt. En omdat er niets objectief kan worden waargenomen. Want elke waarneming is deel van wat wordt waargenomen en beinvloedt het resultaat. Als iemand naar een deeltje kijkt kan hij de snelheid zien of de plek. Maar beide tegelijk is onmogelijk. Kortom: “It’s all in the eye of the beholder.” Moeilijk terrein waaraan je niks hebt in het dagelijks leven. De kwantummechanica sluit niet uit dat alles een illusie is. Leuk om over te filosoferen. Maar in zekere zin ook angstaanjagend. Voorlopig kunnen we het doen met Simon Sings’ beschrijving van wat er allemaal nodig was om dogma’s te weerleggen en feiten te verklaren. Het lijkt erop dat we deel zijn van iets onvoorstelbaars. Wat was er voor de Big Bang? Die vraag zou Singh graag hebben beantwoord. Stephen Hawking ook. Wat was er voor er ruimte en tijd was? Kan er iets uit niets ontstaan? Het enige dat zeker is dat de oerknal geluidloos was. Oerflits is een betere formulering. Geluid zich plant verplaatst zich door materie zoals lucht. En lucht bestaat niet buiten de dampkring. De ontploffingen in Star Wars zijn spectaculair, maar voor het effect hebben d schrijvers de feiten ruim benut. Het grote probleem: is er werkelijkheid als niemand kijkt? Who knows? En hoeveel tijd is geen tijd? Een lekkere aflevering van Star Trek gaat er wel in als je dit dikke boek van Singh achter de kiezen hebt. Daarin gebeuren tenminste gewone dingen. En passant: onlangs heeft Stephen Hawking zijn menig over zwarte gaten herzien. Zwarte gaten zijn het effect van grote sterren die ineenstorten door hun eigen zwaartekracht. In een zwart gat bestaat tijd noch ruimte. Hawking heeft ontdekt dat er wel informatie uit zo’n gat sijpelt en dat betekent dat de hele kosmologie op losse schroeven staat. Therotisch zou de kwantummechanica wel eens het ei van Clolumbus kunnen zijn. Dat zou een grotere omwenteling zijn dan elke andere theorie. Maar laat het nou net die theorie zijn, die zich niet aan oorzaak en gevolg houdt. De theoretische fysica leert ons steeds meer over het heelal. Descartes opmerking “Ik denk, dus ik besta,” is geen voldongen feit meer. De Big Bang is nauwelijks te begrijpen. Maar de kwantumfyisica lost meer vragen op dan elke andere theorie. Alleen begrijpt geen sterveling hoe de kwantumfysica werkt. En nog even over Einstein: E=MC Kwadraat. Dat betekent dat de lichtsnelheid nooit kan worden overschreden, omdat C, de snelheid van het licht energie nodig heeft. Maar in het heelal is geen kracht te vinden die zoveel energie levert. Gebeurt dat wel dan bestaat er geen heelal meer. Maar: de kwantummechenica sluit niet uit dat deeltjes met een grotere dan de lichtsnelheid bestaan... Singh heeft er een onderhoudend boek over gemaakt. Toegankelijk en helder. Soms wat oppervlakkig. Maar het is een grote verdienste dat een schrijver deze filosofische vragen helder probeert uit te leggen aan publiek dat wel eens verder wil kijken dat de pulp van Discovery.

Bitter Bierce!!!!!

A person who doubts himself is like a man who would enlist in the ranks of his enemies and bear arms agains himself. He makes his failure certain by himself being the first person to be convinced of it. Ambrose Bierce A total abstainer is one who abstains from everything but abstention, and especially from inactivity in the affairs of others. Ambrose Bierce Ability is commonly found to consist mainly in a high degree of solemnity. Ambrose Bierce Absence blots people out. We really have no absent friends. Ambrose Bierce Abstainer: a weak person who yields to the temptation of denying himself a pleasure. Ambrose Bierce Absurdity, n.: A statement or belief manifestly inconsistent with one's own opinion. Ambrose Bierce Academe, n.: An ancient school where morality and philosophy were taught. Academy, n.: A modern school where football is taught. Ambrose Bierce Acquaintance. A person whom we know well enough to borrow from, but not well enough to lend to. Ambrose Bierce Admiration, n. Our polite recognition of another's resemblance to ourselves. Ambrose Bierce All are lunatics, but he who can analyze his delusions is called a philosopher. Ambrose Bierce Ambidextrous, adj.: Able to pick with equal skill a right-hand pocket or a left. Ambrose Bierce An egotist is a person of low taste-more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Anoint, v.: To grease a king or other great functionary already sufficiently slippery. Ambrose Bierce Ardor, n. The quality that distinguishes love without knowledge. Ambrose Bierce Bacchus, n.: A convenient deity invented by the ancients as an excuse for getting drunk. Ambrose Bierce Barometer, n.: An ingenious instrument which indicates what kind of weather we are having. Ambrose Bierce Battle, n., A method of untying with the teeth a political knot that would not yield to the tongue. Ambrose Bierce Beauty, n: the power by which a woman charms a lover and terrifies a husband. Ambrose Bierce Belladonna, n.: In Italian a beautiful lady; in English a deadly poison. A striking example of the essential identity of the two tongues. Ambrose Bierce Bigot: One who is obstinately and zealously attached to an opinion that you do not entertain. Ambrose Bierce Bore, n. A person who talks when you wish him to listen. Ambrose Bierce Brain: an apparatus with which we think we think. Ambrose Bierce Bride: A woman with a fine prospect of happiness behind her. Ambrose Bierce Cabbage: a familiar kitchen-garden vegetable about as large and wise as a man's head. Ambrose Bierce Calamities are of two kinds: misfortunes to ourselves, and good fortune to others. Ambrose Bierce Childhood: the period of human life intermediate between the idiocy of infancy and the folly of youth - two removes from the sin of manhood and three from the remorse of age. Ambrose Bierce Clairvoyant, n.: A person, commonly a woman, who has the power of seeing that which is invisible to her patron - namely, that he is a blockhead. Ambrose Bierce Cogito cogito ergo cogito sum - I think that I think, therefore I think that I am. Ambrose Bierce Confidante. One entrusted by A with the secrets of B confided to herself by C. Ambrose Bierce Conservative, n: A statesman who is enamored of existing evils, as distinguished from the Liberal who wishes to replace them with others. Ambrose Bierce Consult: To seek approval for a course of action already decided upon. Ambrose Bierce Corporation: An ingenious device for obtaining profit without individual responsibility. Ambrose Bierce Coward: One who, in a perilous emergency, thinks with his legs. Ambrose Bierce Cynic, n: a blackguard whose faulty vision sees things as they are, not as they ought to be. Ambrose Bierce Dawn: When men of reason go to bed. Ambrose Bierce Day, n. A period of twenty-four hours, mostly misspent. Ambrose Bierce Death is not the end. There remains the litigation over the estate. Ambrose Bierce Debt, n. An ingenious substitute for the chain and whip of the slavedriver. Ambrose Bierce Deliberation, n.: The act of examining one's bread to determine which side it is buttered on. Ambrose Bierce Destiny: A tyrant's authority for crime and a fool's excuse for failure. Ambrose Bierce Doubt begins only at the last frontiers of what is possible. Ambrose Bierce Doubt is the father of invention. Ambrose Bierce Doubt, indulged and cherished, is in danger of becoming denial; but if honest, and bent on thorough investigation, it may soon lead to full establishment of the truth. Ambrose Bierce Edible, adj.: Good to eat, and wholesome to digest, as a worm to a toad, a toad to a snake, a snake to a pig, a pig to a man, and a man to a worm. Ambrose Bierce Education, n.: That which discloses the wise and disguises from the foolish their lack of understanding. Ambrose Bierce Egotism, n: Doing the New York Times crossword puzzle with a pen. Ambrose Bierce Egotist: a person more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Egotist: A person of low taste, more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Experience is a revelation in the light of which we renounce our errors of youth for those of age. Ambrose Bierce Faith: Belief without evidence in what is told by one who speaks without knowledge, of things without parallel. Ambrose Bierce Famous, adj.: Conspicuously miserable. Ambrose Bierce Fork: An instrument used chiefly for the purpose of putting dead animals into the mouth. Ambrose Bierce Genealogy, n. An account of one's descent from a man who did not particularly care to trace his own. Ambrose Bierce Happiness: an agreeable sensation arising from contemplating the misery of another. Ambrose Bierce History is an account, mostly false, of events, mostly unimportant, which are brought about by rulers, mostly knaves, and soldiers, mostly fools. Ambrose Bierce I believe we shall come to care about people less and less. The more people one knows the easier it becomes to replace them. It's one of the curses of London. Ambrose Bierce I never said all Democrats were saloonkeepers. What I said was that all saloonkeepers are Democrats. Ambrose Bierce Immortality: A toy which people cry for, And on their knees apply for, Dispute, contend and lie for, And if allowed Would be right proud Eternally to die for. Ambrose Bierce In our civilization, and under our republican form of government, intelligence is so highly honored that it is rewarded by exemption from the cares of office. Ambrose Bierce Inventor: A person who makes an ingenious arrangement of wheels, levers and springs, and believes it civilization. Ambrose Bierce It is evident that skepticism, while it makes no actual change in man, always makes him feel better. Ambrose Bierce Land: A part of the earth's surface, considered as property. The theory that land is property subject to private ownership and control is the foundation of modern society, and is eminently worthy of the superstructure. Ambrose Bierce Lawsuit: A machine which you go into as a pig and come out of as a sausage. Ambrose Bierce Learning, n. The kind of ignorance distinguishing the studious. Ambrose Bierce Liberty: One of Imagination's most precious possessions. Ambrose Bierce Litigation: A machine which you go into as a pig and come out of as a sausage. Ambrose Bierce Logic: The art of thinking and reasoning in strict accordance with the limitations and incapacities of the human misunderstanding. Ambrose Bierce Love: A temporary insanity curable by marriage. Ambrose Bierce Mad, adj. Affected with a high degree of intellectual independence. Ambrose Bierce Mammon, n.: The god of the world's leading religion. Ambrose Bierce Marriage, n: the state or condition of a community consisting of a master, a mistress, and two slaves, making in all, two. Ambrose Bierce Mayonnaise: One of the sauces which serve the French in place of a state religion. Ambrose Bierce Meekness: Uncommon patience in planning a revenge that is worth while. Ambrose Bierce Men become civilized, not in proportion to their willingness to believe, but in proportion to their readiness to doubt. Ambrose Bierce Ocean: A body of water occupying about two-thirds of a world made for man - who has no gills. Ambrose Bierce Optimism: The doctrine that everything is beautiful, including what is ugly, everything good, especially the bad, and everything right that is wrong... It is hereditary, but fortunately not contagious. Ambrose Bierce Painting, n.: The art of protecting flat surfaces from the weather, and exposing them to the critic. Ambrose Bierce Patience, n. A minor form of dispair, disguised as a virtue. Ambrose Bierce Perseverance - a lowly virtue whereby mediocrity achieves an inglorious success. Ambrose Bierce Philosophy: A route of many roads leading from nowhere to nothing. Ambrose Bierce Photograph: a picture painted by the sun without instruction in art. Ambrose Bierce Politeness, n: The most acceptable hypocrisy. Ambrose Bierce Politics: A strife of interests masquerading as a contest of principles. The conduct of public affairs for private advantage. Ambrose Bierce Positive, adj.: Mistaken at the top of one's voice. Ambrose Bierce Pray, v.: To ask that the laws of the universe be annulled in behalf of a single petitioner confessedly unworthy. Ambrose Bierce Pray: To ask the laws of the universe to be annulled on behalf of a single petitioner confessedly unworthy. Ambrose Bierce Prescription: A physician's guess at what will best prolong the situation with least harm to the patient. Ambrose Bierce Quotation, n: The act of repeating erroneously the words of another. Ambrose Bierce Religion. A daughter of Hope and Fear, explaining to Ignorance the nature of the Unknowable. Ambrose Bierce Revolution, n. In politics, an abrupt change in the form of misgovernment. Ambrose Bierce Saint: A dead sinner revised and edited. Ambrose Bierce Speak when you are angry and you will make the best speech you will ever regret. Ambrose Bierce Spring beckons! All things to the call respond; the trees are leaving and cashiers abscond. Ambrose Bierce Success is the one unpardonable sin against our fellows. Ambrose Bierce Suffrage, noun. Expression of opinion by means of a ballot. The right of suffrage (which is held to be both a privilege and a duty) means, as commonly interpreted, the right to vote for the man of another man's choice, and is highly prized. Ambrose Bierce Sweater, n.: garment worn by child when its mother is feeling chilly. Ambrose Bierce Telephone, n. An invention of the devil which abrogates some of the advantages of making a disagreeable person keep his distance. Ambrose Bierce The best thing to do with the best things in life is to give them up. Ambrose Bierce The covers of this book are too far apart. Ambrose Bierce The gambling known as business looks with austere disfavor upon the business known as gambling. Ambrose Bierce The hardest tumble a man can make is to fall over his own bluff. Ambrose Bierce The slightest acquaintance with history shows that powerful republics are the most warlike and unscrupulous of nations. Ambrose Bierce The small part of ignorance that we arrange and classify we give the name of knowledge. Ambrose Bierce There are four kinds of Homicide: felonious, excusable, justifiable, and praiseworthy. Ambrose Bierce To be positive is to be mistaken at the top of one's voice. Ambrose Bierce Vote: the instrument and symbol of a freeman's power to make a fool of himself and a wreck of his country. Ambrose Bierce War is God's way of teaching Americans geography. Ambrose Bierce We know what happens to people who stay in the middle of the road. They get run over. Ambrose Bierce We submit to the majority because we have to. But we are not compelled to call our attitude of subjection a posture of respect. Ambrose Bierce What this country needs what every country needs occasionally is a good hard bloody war to revive the vice of patriotism on which its existence as a nation depends. Ambrose Bierce When you doubt, abstain. Ambrose Bierce Who never doubted, never half believed. Where doubt is, there truth is - it is her shadow. Ambrose Bierce

Back from Rio

As a very longtime lover of Roger McGuinn, having seen him a number of times, including this past year, sitting front row center in a small venue, I absolutely love this album. If you listen to it more than a cursory once, and especially on a good stereo or better yet, through good headphones, you will realize what a spectacular album this is. Give it a chance and it will grow on you (if it doesn't instantly knock you out, like it did me). http://www.mcguiincom

Rickenbackermasterpiece

Rickenbackermasterpiece
www.mcguinn.com

Dexter

Dexter

Anton Wachter bij het grofvuil

Anton Wachter bij het groffe vuil.... Harlingen. Soms lijkt het alsof de geest van Vestdijk er nog rondspookt. Waar vind je nog een stad waar de burgemeester je persoonlijk even belt als hij vindt dat ’t journaille hem niet helemaal geloofd? En die hoogstpersoonlijk een echte vuilverbrandingsoven aan het wad binnenloodst... "De lucht in Lahringen is dan schoner dan die boven Antarctica," verzekerde de geparachuteerde bobo. Waar kon je tot voor kort een heuse schouwburg met alles erop en eraan voor een halve euro kopen? En waar vind je een stad die een literaire prijs –De Anton Wachter Prijs, jawel, uitreikt aan een debuut, waarvan jurylid Martin Ros toch echt beweerde, dat het zonde was van de bomen die voor’t papier van het boek gekapt waren? Het mocht niet verhinderen dat Christiaan Weijts, hem, zoals voorspeld, kreeg voor zijn indrukwekkende roman Artikel 285 B. Weijts mocht een replica van het standbeeld van Anton Wachter meenemen. Het werd hem tijdens een indrukwekkend gala overhandigd. Wat vooral opviel was de afwezigheid van de jury en de toespraken van menig spreker, die, noch Weijts, noch Vestdijk had gelezen. Dat Vestdijk’s nalatenschap, literatuur in het algemeen en Lahringen er geen innige banden op nahouden: soit. Maar om nou op deze manier als gemeente je gram te halen....Of zou Ros even langs zijn geweest? Of, wederom een smerige streek van Vestdijk’s narrige stadse kwelgeest, Mijnheer Visser?? En passant verklaarde Mieke Vestdijk dat Ierse Nachten de mooiste roman was van de Lahringse reus en Op Afbetaling de meest nare. Lang geleden dat Mieke zich liet interviewen. Een primeur dus.

Meneer Scheffer

Meneer Scheffer

Mieke Vestdijk

Mieke Vestdijk

Anton bij het oud papier

Anton bij het oud papier