De eerste keer...


van Marian Henderson.

Dit keer houden we het dicht bij huis en laten we medewerkster Marian Henderson aan het woord. Zij schrijft onder andere voor Highlife en Soft Secrets. Ook heeft zij twee boeken op haar naam, eentje over depressies (De aap op mijn rug) en één over abortus (Vlinderkind).

,,Nee, dat lijken misschien geen vrolijke onderwerpen, maar overigens ben ik best iemand met plezier in het leven. Een van de leuke dingen is voor mij het roken van weed. In een pijpje met twee mallotige kikkertjes erop. Altijd puur omdat ik geen tabak rook en de high het prettigste vind.

Mijn aller-eerste keer? Een paar trekjes van een joint.“Voel je al iets?” “Nee, ik geloof het niet. Nee, echt niet, bij mij werkt het niet. Neu, ik denk niet dat ik iets voel, of eh…?” Gezellig babbelend en giechelend en luisterend naar diepe muziek bracht ik de avond door, in de stellige overtuiging dat er nada met mij gebeurde.

Tijdens de tweede poging werkten we een flinke kluit hasjies naar binnen. Weer gebeurde er niks. Dus namen we nog maar wat en gingen naar de film. Eerst nog wat eten in een Italiaans restaurant. Het menu? Geen flauw idee. Maar dat ze daar een prachtig plafond hadden!!! Zoiets oubolligs met visnetten, schelpen, kreeften en vissen. Ik heb mijn ogen uitgekeken. Ik had er de hele avond willen blijven. Kon mijn blik niet losmaken van die indrukwekkende maritieme overkapping. Ik zat er helemaal in. Nou ja, voor die ontroering kwamen we niet, dus toch maar naar de bioscoop.

Twas een griezelfilm met lijken die uit hun graven opstonden en de achtervolging inzetten op iedereen die in hun blikveld kwam. Op mij bijvoorbeeld. Ze storten zich lillend, en met lege oogkassen van het scherm. Geen film waar een psychonautische beginner relaxed van wordt. De toon van de avond was gezet.

De thuisreis duurde verraderlijk lang. De kauwgomachtige straten leken alsmaar langer te worden en hun eindpunt verder. Of liepen we intussen achteruit? Ik begon mij van straatlantaarn tot straatlantaarn te verplaatsen. Niet dat dat veel hielp, trouwens. Ik had ook nog een bijzondere ontmoeting. Bij een vuilnisbak zag ik een lappenpopje liggen. Nou ja, eigenlijk was het een oud dametje. Een vriendelijk heksje. We hadden een geanimeerd gesprek met elkaar. Na wat zo’n beetje mijn langste thuisreis werd, bereikte ik de keuken van onze flat.

Witte tegels, witte muren, schelle tl-verlichting aan. Wat deed ik daar eigenlijk? Wat deed ik sowieso in het leven en wat was daar belangrijk aan? Geen idee. Wie was ik, trouwens? En waarom? Du moment gaapte er een angstaanjagende existentiële crisis. Een kuil om gillend in te vallen. Tot mijn vriend me opving met geruststellende woorden en thee. Schemerlicht. Een genoeglijk muziekje. Of hij mijn leven had gered! Die nacht viel ik van het ene gat in het andere. Had ik net mijn evenwicht weer een beetje hervonden, dan stortte ik in de diepte. Terug bij af. Slapeloos wachtte ik tot dat vreselijke spul was uitgewerkt.

Wat moet je dan eigenlijk een optimist zijn om toch weer te gaan blowen. Ik leerde roken uit een pijpje, zodat ik de werking kon doseren. Ik las ergens “Als je je rot gaat voelen tijdens het blowen, neem dan gewoon een beetje meer.” Menige opkomende angstaanval heb ik gecoupeerd door naar hoger level te gaan. Ik leerde er mee spelen. Bovendien kreeg ik veel geestverruimende inzichten.

Afgelopen winter was ik jurylid voor de Highlife Cup. Een nieuwe ervaring. “Ja ik blow wel elke dag, maar dat doe ik voor mijn werk”. Ik maakte kennis met de superhoge THC-gehaltes. Het neusje van de zalm, maar ook een flinke duw richting paranoia. Toen ik er steeds meer van overtuigd begon te raken dat er luidsprekers en camera’s in mijn huis geplaatst waren, begon ik me toch wel af te vragen of ik mijzelf niet stiekemweg psychotisch aan het blowen was.

Stoppen? Eh, maar eerst nog die laatste test-zakjes oproken. Het weekend was eigenlijk niet zo’n goed moment om te stoppen. Dan toch liever op maandag. Of nog beter: op de eerste dag van de nieuwe maand. Tjeezus, was ik inmiddels ook verslaafd geraakt of zo? Nu moest ik mijn weedvoorraad, inclusief mijn maffe kikkertjespijp VOOR MIJZELF VERSTOPPEN. Maar ook weer niet té ver weg, want stel….Na een paar dagen gemonkel begon de innerlijke strijd te luwen en trok de wolk in mijn hoofd op. Geen camera-angst meer. Opeens was ik weer vreselijk gewoon.

Nu rook ik weer af en toe een prettig pijpje. Met recreatief blowen is absoluut niks mis. Laat dat duidelijk zijn. Toch geloof ik dat elke dag dat heftige spul gebruiken te riskant is. ‘A spliff a day keeps the doctor away’ is misschien té naïef. Bovendien gaat er in dagelijks roken veel tijd zitten, die je actiever kunt besteden. Niet aan denkdingen maar aan doedingen. Dus schaar ik mij nu weer vrolijk onder de recreatieve blowers en dat wil ik volhouden.”

(Verschenen in Highlife)

De teloorgang van de diepzeevis


Beet

Over het leegvissen van de wereldzeeën

G. Bruce Knecht

Uitgave: Nijgh en Van Ditmar

Een paar jaar gelden verscheen Leeg van Charles Clover bij dezelfde uitgeverij. Een verontrustend boek over de schade de een nieuwe tak van vissen: de diepzeevisserij toebrengt aan het milieu. Onzichtbaar voor het grote publiek: wat zich onder de golven afspeelt onttrekt zich aan het oog. Beet is de consolidatie van Clover’s boek. Over hoe Chileense Zeebaars op de Amerikaanse menu’s verscheen en dat dier in werkelijkheid een bijna voorhistorische, zich langzaam voortplantende diepzeevis blijkt te zijn. Een lucratieve markt, die instortte toen de exemplaren die aan land werden gebracht uiteindelijk 80 kilo werden. Hoe de Australische kustwacht met gevaar voor eigen leven probeert de stropers die de oceanen afschuimen probeert te pakken. Soms met succes, meestal vergeefs. Over toprestaurants en topkoks, die steeds nieuwe exemplaren willen. Ten kostte van alles. Na dit boek zult u in het minste geval toch even op de verpakking in de supermarkt kijken waar uw vis vandaan komt. Helaas meldt dezelfde verpakking niet vanaf welke diepte de exotische vis die zo goedkoop in de schappen ligt is gevangen…..

F.W.

Falsificaties...


Mail van 16 januari naar ditzelfde e-mail-adres:

Marian,

Kennelijk was mijn voorstel niet belangrijk genoeg om op te reageren. Dus heb ik zelf maar een beslissing genomen.

Het secundaire doel: rust en verschoond te blijven van treiterende mailtjes van Feije is ook niet bereikt. Dat vind ik zorgelijk.

Voor de rest: ik heb aan Rimmert gevraagd om de toegangscodes aan jullie te geven, maar Rimmert blijkt alles maar een algemene toegangscode te hebben voor al zijn sites. Hij zal zijn zoon, Ron, vragen om deze vanaovnd op te sturen. Vervolgens stuurt hij die aan mij door en ik zal ze direct aan jullie doorgeven.

Aan Feije's voortdurende verzoek om zijn naam bij de columns te verwijderen heb ik uiteindelijk maar voldaan. Met tegenzin, maar ik hoop dat het genoeg is om opnieuw van die lasterlijke mails af te komen.

Fred

Dat van die naam is niet waar: ik heb'm talloze malen verzocht om de columns te verwijderen. En dan nog liegt mijnheer. Want wat zien we op de foto: kijk eens naar de datum van zijn klagelijke mail en de datum en stukken op de site....Volgende keer wederom een leugentje van onze schrijver. Want we gaan door totdat al mijn content van zijn sites is verwijderd. Proberen we al jaren en er begint zowaar schot in te komen. Helaas lopen er nog steeds lijntjes van mij naar dat kwakzalversduo. Wordt vervolgd.

Uitlevering?

MOSKOU - Het Russische Openbaar Ministerie heeft maandag de stukken ontvangen waarmee de Britse justitie om de uitlevering vraagt van Andrej Loegovoj.

Hij is de hoofdverdachte in de bizarre gifmoord in Londen op de Russische ex-spion Aleksander Litvinenko. Dat hebben de Russische autoriteiten maandag laten weten.

Zie interview verder op deze pagina

De Gouden Strop?


Het is bijna juni, maand van het spannende boek.
Mogelijk dat de winnaar dit jaar "De Droom" wordt. Aantekeningen van een ervaringsdeskudige. Oud agent. Onbekend is of het onder de noemer fictie, of True Crime valt. Is dat laatste het geval dan mag je je hart vasthouden. De auteur spreekt van 'verhaaltjes voor het slapen gaan.' Onze maag draaide er echter van om. In tegenstelling tot goede horror zoals die door Poe en King is geschreven bevat dit boek geen glimp van humor of relativering. Het is allemaal BLOEDSERIEUS. Lees en huiver!!! Voer voor forensische psycholgen en profilers. Citaten zeggen meer dan ik ex-jurylid en de prijs aan Tim Krabbe toegekend, en elke andere boeksbespreker erover kan zeggen. By the way: mocht de schrijver suggereren dat deze recensie 'smaad' zou wezen:

1 Recenseren is sinds jaar en dag mijn vak
2 Ik plaats geen anonieme recensies op BOL.COM uit rancune. Ik plaats helemaal geen recensies op BOL.
3 Ook tegen betaling ben ik niet bereid om iets wat, zelfs naar objectieve maatstaven, beroerd is positief te recenseren.
4 Wie schrijft is een publicist en kan publiciteit verwachten.


Pagina 5:
“Maar is een gedroomde moord misschien toch een echte moord of is of blijft het slechts een illusie. Of is het een voorbode van de daadwerkelijke actie of is en blijft het dan slechts een wens? Een wensdroom. Bestaan ze echt? Misschien wel. Komen ze echt uit? Weet jij het?”

Pagina 6:
“Hij wist dat hij geen sporen zou moeten achterlaten. Niemand mocht ooit weten dat hij degene was die het mes had gehanteerd. Gepakt worden zou opnieuw een smadelijke nederlaag betekenen. Alweer. Nog een nederlaag zou hij niet kunnen verdragen, zou hij niet mee kunnen leven. Daarom moest de dodelijke daad zorgvuldig uitgedacht en uitgevoerd worden. Zo vaak had hij de droom gedroomd dat hij geen verschil meer zag tussen droom en werkelijkheid. Ze vloeiden naadloos in elkaar over.”

Pagina 6:
“En in zijn droom verliep alles feilloos en perfect zoals hij vooraf gepland had. Hij doodde meedogenloos en gevoelloos zijn verachtelijke vriend, die ook zijn vijand was. Doorstak doelgericht het verraderlijke hart, wachtte tot hij het bloed uit zijn borst zag stromen en zag de ogen breken toen het leven uit ze verdween. Daarna stond hij een moment glimlachend in stille triomf voor het levenloze lichaam en wilde vervolgens wegrennen om spoorloos te verdwijnen.”

De moordenaar, pagina 21:
“Zoals iedereen met een obsessieve-compulsieve stoornis is de aard van het geloof of de overtuiging niet echt van belang. Wat wel belangrijk is, is de fixatie, de mogelijkheid je onbewuste behoefte om te focussen een duidelijke richting te geven. Want waarschijnlijk, zo zou een psychiater ons kunnen vertellen, was die man eigenlijk een heel onzeker en ongelukkig persoon. Een emotioneel onvolgroeid en beschadigd kind nog maar, verstopt in het lichaam van een volwassene. Een man die zijn bestaansrecht alleen maar ontleende aan zijn geloof, zijn overtuiging. Neem dat weg en je neemt de man weg.”

Het proces, pagina 32:
“Het vermoorden van mensen op grote schaal trekt altijd speciale mensen aan. Mannen zonder schuldgevoel, zonder inzicht, zonder hart. Kleine mannen, die door de hun toevertrouwde macht groot dachten te kunnen worden doordat ze konden heersen over anderen. Konden beslissen over leven en dood. Maar in dat vernietigingskamp van de Duitsers was dat toch voornamelijk de dood geweest.”

De therapeut, pagina 37:
“En volgende week begint het proces. De therapeut staat dan eindelijk terecht voor het plegen van meervoudige moord op kwetsbare vrouwen. Die hij geestelijk zo manipuleerde en misbruikte dat ze allemaal uit pure wanhoop en op zijn aandringen zelfmoord hadden gepleegd.”

De inbreker, pag 42:
“Zijn gehandschoende handen maakten geen vingerafdrukken, lieten geen DNA-sporen achter. Hij was een geest in de computers van de politie. Slechts talloze onopgeloste processen-verbaal van onbekende daders waren zijn enige achtergelaten spoor. Het oplossingspercentage van woninginbraken was in deze stad niet iets om met trots in de krant te vermelden, zo meenden beleidsmakers teleurgesteld. Rechercheurs werden ondertussen al op bijscholingscurssen gestuurd.”

Horror, fantasy of True Crime? Wie't weet mag het zeggen.

De Minnaar




Laura Wilson

Uitgave: Cargo

We schrijven herfst 1940. Londen wordt geteisterd door Hitler’s Blitzkrieg, maar naast de bombardementen gebeuren er meer misdaden. Binnen enkele weken worden de verminkte lijken van vier jonge prostituees gevonden. Doet een beetje denken aan het archetype Jack the Ripper. Een vijfde prostituee leeft in doodsangst en een kantoormedewerkster waant zich veilig door ’s nachts onder een tafel te schuilen. Allemaal kruisten ze het pad van Jim, een roekeloze thrillseeker, en vlieger die boven de kust van Engeland jaagt op Duitse bommenwerpers. Van meet af aan is duidelijk dat Jim zijn kicks zich niet alleen in de lucht zoekt. Het boek van Wilson laat er van meet af aan geen twijfel over bestaan wie de dader is. Toch is dit boek buitengewoon spannend. Met akelige precisie beschrijft Wilson de belevingswereld van doodsbange prostituees en door oorlogsgeweld en andere spanningen desintegrerende piloten. Ze weet bovendien een angstwekkend sfeerbeeld op te roepen van een stad in oorlog. Zo inlevend, dat het lijkt alsof je erin rondloopt. Het boek stijgt door z’n goede research en uitstekende stijl ver boven de gemiddelde thriller uit. Een psychologische, historische en spannende roman, verenigd in één pageturner. Adembenemend. Op de cover staat een aanbeveling van niemand minder dan Mo Hayder. En in dit geval is dat volkomen terecht.

F.W.

From the Faber Book of Comic Verses


EMINENT COSMOLIGISTS

Nature, and Nature's laws, lay hid in night,
God said, Let Newton Be! and all was light

It did not last: the Devil howling Ho
Let Einstein be, restored the status quo. (Pope and Squire)

Billy
Billy, in one of his nice new sashes
Fell in the fire and was burned to ashes
Now, although the room grows chilly
I haven't the heart to poke poor Billy (Graham)

A Case

As I was going up the stair
I met a man who wasn't there
He wasn't there agian today-
I wish to God he'd go away!

The Five Reasons

If all be true that I do think
There are Five Reasons we should drink;
Good Wine, a Friend, or being Dry
Or lest we should be by and by;
Or any other Reason why.

Groucho Marx Quotes

How do you feel about women's rights ? I like either side of them.

Politics is the art of looking for trouble, finding it, misdiagnosing it and then misapplying the wrong remedies.

Age is not a particularly interesting subject. Anyone can get old. All you have to do is live long enough.

Here's to our wives and girlfriends...may they never meet!

Mrs. Teasdale: He's had a change of heart.
[Groucho]: A lot of good that'll do him. He's still got the same face.

I sent the club a wire stating, Please accept my resignation. I don't want to belong to any club that will accept me as a member.

Send two dozen roses to Room 424 and put 'Emily, I love you' on the back of the bill.

I never forget a face, but in your case I'll be glad to make an exception.

A man is as young as the woman he feels.

Anyone who says he can see through women is missing a lot.

I didn't like the play, but then I saw it under adverse conditions-the curtain was up.

Now there's a man with an open mind - you can feel the breeze from here!

There's one way to find out if a man is honest-ask him. If he says 'yes,' you know he is a crook.

To Margret Dumont: "I can see you and I married. I can see you bending over the stove. I can't see the stove!

Dig trenches? With our men being killed off like flies? There isn't time to dig trenches. We'll have to buy them ready made.

I find television very educating. Every time somebody turns on the set, I go into the other room and read a book.

Those are my principles. If you don't like them I have others.

I've had a perfectly wonderful evening. But this wasn't it.

Either this man is dead or my watch has stopped.

The secret of life is honesty and fair dealing..if you can fake that, you've got it made.

Military justice is to justice what military music is to music.

Military intelligence is a contradiction in terms.

She got her good looks from her father. He's a plastic surgeon.

I worked myself up from nothing to a state of extreme poverty.

Remember men you are fighting for the ladies honor, which is probably more than she ever did.

Paying alimony is like feeding hay to a dead horse.

Last night I shot an elephant in my Pajamas and how he got in my pajamas I'll never know.

We took pictures of the native girls, but they weren't developed. . . But we're going back next week.

Politics doesn't make strange bedfellows, marriage does.

A child of five would understand this. Send someone to fetch a child of five.

I was married by a judge. I should have asked for a jury.

Marriage is the chief cause of divorce.
Meer Groucho: http://www.groucho-marx.com/

Paradoxen

Is time travel possible? Most of us would probably say no. And yet modern science accepts at least one kind of time travel. According to the theory of relativity, travelers moving at different speeds experience time at different rates. An astronaut who traveled to a distant star at close to the speed of light could return to the earth hundreds or thousands of years into the future, while having aged only a few years in the process. Similarly, someone in a very strong gravitational field – near a black hole, say – would age more slowly than someone back on earth. Thus, time travel to the future is certainly possible.

But could one travel to the past? Backwards time travel, the kind that is usually found in science fiction, is an even more interesting prospect than travel to the future. It is, however, associated with certain paradoxes, and as a result has seemed to many to be logically impossible.

There are two main kinds of time travel paradoxes. The first type involve changes to the past, the second involve what are known as “causal loops.” The famous Grandfather Paradox is an example of the first type.

http://members.aol.com/kiekeben/time.html

Maarten Biesheuvel, Aldous Huxley en een misverstand



Genoten hebben we van zijn verhalen. Vooral "Brommer Op Zee" uit zijn eerste bundel "In de Bovenkooi" is onovertroffen. Maarten is heel erg belezen en brengt dat graag voor het voetlicht. Vorige week maakte hij grote indruk door op te merken dat "roem de som van onze misverstanden is." Vermoedelijk was Maarten een beetje in de war. Dat kun je hem niet kwalijk nemen want dat hoort bij zijn kwaal. Maarten zegt van zichzelf dat hij gek is. Dus vergat hij even dat hij Aldous Huxley (foto) parafraseerde die ooit opmerkte: "Ervaring is de som van onze misverstanden." En dat is toch echt heel wat anders. Andere foto: Maarten bij z'n boeken.

Google als verklikker?

Spyware

Het doel is dat een Google gebruiker straks vragen kan intikken als “wat zal ik morgen doen” of “welke baan zal ik aannemen.” (Volkskrant 24 mei) Topman Eric Schmidt van Google heeft verklaard dat hij zoveel mogelijk persoonlijke informatie van Google gebruikers wil verzamelen, dat deze via de zoekmachine zeer persoonlijke vragen beantwoord zullen krijgen. Hou dat even in gedachten als je een agenda bijhoudt op Google of gebruik maakt van al die buttons die het leven van de Googlelaar veraangenamen. Je zult vandaag toevallig een bordeel hebben aangeklikt en je vrouw tikt vanavond in en ziet wat je morgen misschien gaat doen…Privacy? Hoezo Privacy!!!

F.W.

Since Then


Davis Crosby on stage.

How I survived EVERYTHING and Lived to tell about it.
Putnam Books.

"They live a very sallow life, they don't seem to have much of a worldview, and most of them don't seem to have much education. They don't READ!!!"

Waar zijn de hortensia's gebleven

Het antwoord vindt u op deze site. Als u op de link onderaan "home" klikt ziet u de hobby van een bekende Lahringer schrijver. Zou hij die hortensia's bij z'n rituelen gebruiken? De tekst hieronder is door'm zelf geschreven.

http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm

Fred de Vries is een veelzijdig auteur en is het meest bekend van zijn in 2004 verschenen boek Een Storm in je Hoofd – Handboek PDD-NOS. De ontwikkelingsstoornis PDD-NOS is een milde vorm van autisme.

Tevens heeft hij recent een boek geschreven met een aantal korte verhalen. Dit boek, getiteld De Droom en andere korte verhalen, kan gezien worden als de zo noodzakelijke tegenhanger van zijn eerste boek.

Beide boeken zijn slechts te bestellen via zijn website www.pdd-nos.nl.



Terug

In steen gehouwen op een station...


Gefotografeerd door uw blogger. PeeWee zag'm het eerst...

Alexander Litvinenko en Yuri Felshtinsky



Op 23 november 2005 overleed Alexander Litvinenko in Londen. De beelden van de zieke ex-KGB agent gingen de hele wereld over. Een treurig kijkende man in een ziekenhuisbed. Gehuld in een groene operatie-outfit, op zijn lichaam plakkertjes met bedrading die informatie van zijn lichaamsfuncties stuurden aan de monitoren van de intensive care. Wat hij mankeerde wist eigenlijk niemand, maar Litvinenko zelf wist het maar al te goed. Volgens zijn vriend en co-auteur van het boek “Terreur van binnenuit” (verboden in Rusland) Yuri Felshtinsky wist Litvinenko dat hij met radio-actief materiaal was vergiftigd en geen schijn van kans had om te overleven. Later werd door Londen bevestigd dat het inderdaad ging om Polonium-210. Een radio-actieve isotoop die nou niet direct binnen het reguliere criminele circuit voorhanden is. Inmiddels is er een dader gepakt. Op het moment dat ik Yuri sprak was dat nog niet het geval. Yuri: “Wie er ook als dader wordt aangewezen, zeker is dat in werkelijkheid zijn oude werkgever, de KGB erachter zit.”

Waarom is de Russische geheime dienst op jacht geweest naar Litvinenko?

“Omdat hij als eerste publiceerde over het feit dat de omwenteling in Rusland in feite schijn is. Voor Gorbatsjov had de KGB het voor het zeggen. Na Gorbatsjov bleef de macht in handen van de geheime diensten. Alleen werkten ze niet meer alleen voor de regering maar verenigden ze zich met de grote Russische criminele organisaties.

Dat was toch niet helemaal een geheim?

“Dat de KGB niet van de ene op de andere dag is verdwenen is natuurlijk ondenkbaar. Na de val van het communistisch bewind is nooit bijltjesdag geweest. Maar er ontstond wel een soort wettelijk vacuüm. De oude communistische wetten verboden de dollar. Maar de dollar werd eigenlijk het wettelijk betaalmiddel dat de roebel verving. Het parlement stond in feite op non-actief, het leger werd een puinhoop en de corruptie van de slimme zakenlieden, drugsbaronnen, wapenhandelaren en KGB bloeide als nooit tevoren. Het enige dat Jeltsin bereikte was een vrije pers. Maar dat is inmiddels door Poetin de kop ingedrukt. “

Wat onthulden jullie?

“We legden het netwerk bloot dat Poetin in het zadel hielp. Een mengsel van KGB agenten, zakenlieden met dubieuze contacten en we vertelden over de methodes die ze toepasten.”

Noem eens een voorbeeld?

“Het opblazen van flats in Moskou waarbij meer dan 300 bewoners omkwamen. We toonden aan dat het niet de Tsjetsenen waren die achter die aanslagen zaten, maar de Russische geheime dienst zelf. Eerder warendoor oplettende burgers zakken met hexogeen, een krachtige springstof, familie van TNT en geel van kleur in een kelder van een andere flat gevonden. Compleet met detonators. Dat spul is voor gewone burgers en terroristen niet in grote hoeveelheden op de markt. Maar het is wel alom gebruikt door de KGB en het leger. De burgers werd wijsgemaakt dat het om een oefening ging en dat de gele substantie suiker was. Maar nader onderzoek wees uit dat het wel degelijk springstof was. Er is nooit ruchtbaarheid aan gegeven. Maar ik denk niet dat Poetin het leuk vond dat we daar over schreven.”

De voor de hand liggende vraag: waarom?

“Dat is een lang verhaal en daarvoor moet je het boek lezen. Maar kort gezegd komt het erop neer dat een conflict met de Tsjetsenen de bestuurlijke elite goed uitkwam. Niet zozeer vanuit politieke overwegingen. Het was in eerste instantie een pure geldkwestie. De vermoorde Tsjetsjeense leider was de Moskouse bureaucraten miljoenen schuldig. Daar werd tijdens Jeltsin’s bewind over onderhandeld. Maar de haviken konden niet wachten en begonnen een gewapend conflict dat uiteindelijk zijn eigen dynamiek kreeg. Kort gezegd komt het daarop neer.”

Gebeurt dit allemaal in opdracht van Poetin

“Dat beweer ik niet. Maar de kringen rond Poetin zijn wel degelijk verantwoordelijk. En hij is uitgegroeid tot de machtigste Rus. Wel een enigszins merkwaardige leider. Gek genoeg is hij populairder dan zijn voorgangers. En hij is staalhard met een heel merkwaardig gevoel voor humor. Toen Larry King hen ooit vroeg: “Mr. Poetin, what happend to the Koersk?, antwoordde Poetin droogjes “It drowned mr. King.,” en lachtte daarbij hartelijk in de overtuiging een goede grap te hebben gemaakt.”

Vreest u ook voor uw leven?

“Ik woon in Amerika en hou mijn agenda zoveel mogelijk geheim. Laatst heb ik een afspraak in Londen moeten afzeggen omdat de Britten over een dreiging spraken. Maar ik leid een zo normaal mogelijk leven. Je kunt niet altijd onderduiken en de tentakels van geheime diensten reiken ver. Ik vrees eigenlijk meer voor Gary Kasparov. Hij is de enige oppositieleider die ertoe doet. En ik weet dat de KGB lak heeft aan het feit dat iemand in het buitenland een publieke figuur is.”

Waarom radio-actief materiaal gebruikt? Dat wijst toch op betrokkenheid van de overheid?

Polonium-210 is ideaal gif omdat het alleen aantoonbaar is in vloeistoffen. Als je dood bent is het niet meer te traceren. Litvinenko was beresterk en leefde na de vergiftiging nog opmerkelijk lang en daardoor kon het in zijn bloed gevonden worden. Anders had er geen haan naar gekraaid.

Feije Wieringa

Het boek is verschenen bij De Boekerij.

Math van der Gulik

Hieronder een quote van de site www-pdd.nos.nl waaraan coach van der Gulik is verbonden. Momenteel liggen de activiteiten van de makers van deze site journalistiek en bij medisch deskunigen onder vuur. De maker, Fred de Vries beschikt over GEEN ENKELE medische achtergrond. Waarvan acte. Zijn coach weigerde vragen omtrent zijn exepertise te beantwoorden. Info biedt hij nauwelijks, behalve tarieven, die worden uitgebreid belicht. Zijn telefoonnummer 06-19858312 was op het moment dat ik belde buiten werking gesteld. Wordt de grond de heren te heet onder de voeten???


Geen enkel kind is hetzelfde, geen enkele ouder ook.
Het zal dus altijd maatwerk moeten zijn.


Ten allen tijde is er in eerste instantie een vrijblijvend kennismakingsgesprek. En vrijblijvend betekent hier echt: zonder kosten en zonder verdere verplichtingen.
De bedoeling hiervan is om te inventariseren welke problemen er spelen, welke mogelijkheden er zijn en de rol die ik daarin zou kunnen hebben.
Als we met elkaar in zee gaan en een traject afspreken, zullen er veel vertrouwelijke zaken op tafel komen. Uiteraard ben ik daarbij aan geheimhouding gebonden.

De vorm van het traject en de frequentie van de contacten is maatwerk en afhankelijk van de specifieke omstandigheden zoals: de aard van de problemen, de leeftijd van uw kind, uw eigen wensen, etc, etc.
In de praktijk betekent dat meestal afspraken met alle betrokkenen in wisselende samenstelling, al naar gelang de situatie vereist.

Vaste elementen daarbinnen zijn in ieder geval:
- analyse: welke betekenis heeft bepaald gedrag en wat is het gevolg?
- inzicht: hoe komt dat gedrag tot stand, welke motieven spelen er?
- doorbreking: oplossingsgericht, het aanleren van nieuw gedrag.

Maandelijks stuur ik een nota over de gemaakte uren en eventuele reiskosten. Er zijn verder geen contractuele verplichtingen, behoudens zorgvuldigheid.


Wat betekent dat laatste nou weer??? F.W.

We Vieren Het Pas Als Iedereen Terug Is


Johan van der Wal promoveert op Schylge in Tweede Wereldoorlog

“Was mijn vader geen zeeman geweest, dan zou ik misschien nog stopcontacten aanleggen”

Door Feije Wieringa

Bij het woord proefschrift denk je al snel aan een heel dik boek, veel vakjargon en de helft als notenapparaat in kleine lettertjes. Alleen het eerste is van toepassing op Johan van der Wal’s boek: het telt 456 pagina’s, vrij grote pagina’s zelfs, maar er staat geen letter jargon in. Behalve wanneer het noodzakelijk is en dan volgt de uitleg meteen. Het notenapparaat is bescheiden. Alle informatie staat in het boek.

‘We vieren het pas als iedereen terug is’ is weliswaar een proefschrift, maar Johan van der Wal is schrijver genoeg om het meteen in de vorm van een uiterst leesbaar, bij vlagen zelfs spannend - en dat is positief bedoeld - boek te gieten. Op 1 maart is de promotie een feit en mag Van der Wal zich doctor in de letteren noemen. Maar de kans dat zijn journalistieke instinct eronder zal lijden is ondenkbaar: hij gaat gewoon door met schrijven en elke Harlinger mag ’m bij zijn voornaam blijven noemen. “Ik blief een gewone ouwe seun. Gien kapsones”.
Hoewel Van der Wal een tot voor kort onbelicht stuk geschiedenis in al zijn facetten heeft blootgelegd en daarvoor heel terecht een bul in ontvangst mag nemen, blijft hij aan de weg timmeren. Niet alleen met kinderboeken en boeken over de maritieme geschiedenis - specialisme WO II - ook blijft hij verbonden aan ‘Weekblad Schuttevaer’, de krant voor de Nederlandse beroepsvaart, andere kranten en tijdschriften en uiteraard aan de ‘Harlinger Courant’. Onder de naam Johan van der Wal: “Ik vind het natuurlijk prachtig dat ik me straks doctor mag gaan noemen. Dat is geen ijdelheid, het is de bekroning op mijn werk, en dus ook op mijn passie. Een betere motivatie om gewoon door te gaan, kan ik niet bedenken”.

“Titel aangereikt”
Eerst iets over het boek. Fysiek heb je wel iets in handen. Een stevige paperback, ontroerende cover, de titel is een vondst en, ook belangrijk, het valt niet na de eerste keer lezen uit elkaar. Mooie bladspiegel, duidelijk afstekende letters en kwaliteitspapier waarop ook het zwart-wit fotomateriaal (spaarzaam maar effectief gebruikt) de tand van de tijd kan doorstaan. Want ‘We vieren het pas als iedereen terug is’ kun je het best omschrijven als ‘geschiedenis voor het nageslacht’. “Die titel is me aangereikt. Had het graag zelf bedacht, maar het is een uitspraak van huisarts David Smit, tijdens de oorlogsjaren verzetsleider op Terschelling. Je kunt het als een soort hommage aan hem beschouwen”.
Het boek bestaat uit drie delen, die naadloos in elkaar overvloeien. Het begint met de beschrijving van het ontstaan en de evolutie van het waddengebied. Kort en krachtig schetst Van der Wal zowel de geografische veranderingen die hebben geleid tot het wad zoals we dat nu kennen, als de sociaal-culturele ontwikkelingen die de bewoners van in feite de héle Noordzeekust, tot en met die van Denemarken, doormaakten. Hij tekent een dynamisch proces dat, ondanks de grote onderlinge verbondenheid, leidde tot een pluriform leefklimaat. Alle eilanden zijn stukken land in zee. Maar deze eilanden (er zijn er meer dan 50) hebben bijna net zoveel met elkaar gemeen als ze van elkaar verschillen. Veel aandacht heeft de schrijver voor eilander talen, gewoonten en identiteit. Van der Wal: “Het gaat zelfs zover dat er op de eilanden zelf soms sprake is van verschillende culturen. Alle Terschellingers zijn Terschellinger voor wie er niet woont. Maar een West-Terschellinger is op het eiland heel wat anders dan iemand die om Oost woont”.

Isolatie
Het tweede deel dekt de ondertitel. Daarin gaat Van der Wal heel uitgebreid in op wat zich tijdens de Tweede Wereldoorlog op Terschelling afspeelde. “Daarvoor heb ik heel veel bronnenonderzoek gedaan. Prachtig werk: oude archieven uitpluizen en van onder het stof de herinneringen aan het leven van destijds naar boven halen. Mijn vrouw Annie heeft me daarbij geholpen, want als ik het in mijn eentje had moeten doen was ik nu nog bezig. Als de badgasten lekker op het strand lagen te zonnen, zweetten wij in duistere kelders met registers en documenten. Eigenlijk is dat leuker dan op het strand liggen. Maar ook vermoeiender. Toch kom je soms dingen tegen die je tot tranen toe roeren. Zo vond ik bij het NIOD in Amsterdam de handtekening van mijn moeder onder kwitanties van de Zeemanspot, het illegale fonds waarmee in de oorlog zeemansvrouwen financieel werden ondersteund. En opeens zijn die kwitanties dan een stukje tastbaar leven uit een vervlogen. tijd”.
In het bijzonder verwijst Van der Wal naar de nalatenschap van Atte Hibma, in de oorlogsjaren veearts en voedselcommissaris op het eiland. Uit het boek komt Hibma naar voren als een omstreden man. Hij werkte vaak nauw samen met de Duitse bezetters. Dat is hem kwalijk genomen, maar er staat tegenover dat hij ook een sterk medegevoel had voor de Terschellinger bevolking. Dankzij hem hoefde tijdens zijn commissariaat geen enkele Terschellinger in Duitsland te werken. Misschien zou je het ‘pragmatische collaboratie’ kunnen noemen. Van der Wal: “Besef dat er op zeker moment 2.200 Duitsers op Terschelling waren en de bevolking telde iets meer dan 3.000 zielen. Met elkaar geïsoleerd op een eiland. Dan ben je tot elkaar veroordeeld. Op een eiland gelden andere wetten dan op het vasteland. Je kon er in die tijd niet af zonder Duitse toestemming. Er vormde zich een gemeenschap van geven en nemen en leven en laten leven. De Duitsers hebben het de eilanders niet al te lastig gemaakt, op wat uitzonderingen na. Andersom gebeurde hetzelfde”.

Eilandergevoel
Deze tweede sectie is voor het grote publiek het makkelijkst toegankelijk. Veel levens en levensverhalen passeren de revue. Er wordt een levendig beeld getekend van het reilen en zeilen op een eiland dat in minder roerige tijden al tot de verbeelding spreekt: waarom zou Terschelling anders zoveel toeristen trekken? In oorlogstijd werd als nooit tevoren een beroep gedaan op het ‘eilandergevoel’, zoals Boudewijn Buch dat ooit omschreef, evenals Van der Wal dat nu doet. Dat valt niet uit te leggen. Daarvoor moet je een tijdje op een eiland zijn geweest. Of je leest ‘We vieren het pas als iedereen terug is’.
Officieel was de oorlog voorbij op 5 mei 1945, in Harlingen kwam de bevrijding al op 17 april. Voor Terschelling lag dat iets anders: pas op 29 mei 1945 arriveerde het eerste bataljon Britten. Zoiets hoort ook bij het ‘eilandergevoel’.
In het derde deel staat niet Terschelling centraal, maar de gebeurtenissen rond de Nederlandse koopvaardij voor, tijdens en na de oorlog. Maar die historie is onlosmakelijk met het eiland verbonden. Terschelling leeft nu hoofdzakelijk van het toerisme. Maar tot ver in de vorige eeuw leverde het eiland talloze zeelieden, zowel aan de vissersvloot als aan koopvaardij en marine. Ook waren Terschellingers en andere eilanders bekend met de walvisvaart. Het heeft geen haar gescheeld of ‘Moby Dick’ was niet door Herman Melville, maar door Hidde Catsz van Ameland geschreven…

In het voorwoord schrijf je dat je vader vooral een verteller was. Zit het in de genen?

“Nou, hij was zeeman en geen schrijver. Maar hij kon vertellen als de beste. Hij maakte in 1940 een reisje dat zes weken zou duren. Het werden zes jaar. En hij vertelde veel, maar over die ene reis was hij zwijgzaam. Achteraf begreep ik waarom. Zijn schip werd getorpedeerd. In de Caribische zee, door een U-boot. Omdat de bemanning sliep en moeilijk wakker werd, heeft een aantal bemanningsleden het niet overleefd. Anderen werden voor hun leven verminkt. Dat is bij hem gaan knagen, denk ik. Ik was een typisch zeemanskind. Opgevoed door ‘Moeke’, die bevriend was met andere zeemansvrouwen en zo belandde ik tussen de zeemanskinderen. Wel Harlinger, maar toch binnen een eigen cultuurtje”.

Je werkt al jaren als maritiem en ‘gewoon’ journalist, bij dag- en weekbladen en tijdschriften. Nu schrijf je boeken en is er ook nog een proefschrift van formaat. Is dat ambitie?

“Niet als je daarmee wilt suggereren dat ik een beroemde schrijver wil worden. Daar hebben we genoeg van en ik lees ze graag. Het is eigenlijk vanzelf zo gelopen. Ben begonnen met een opleiding in de elektrotechniek. Heb ik ook even in gewerkt. Daarna wilde ik wat anders. Ging ’s avonds studeren, eerst HAVO, daarna Nederlands. Komt waarschijnlijk omdat ik altijd een soort passie voor lezen heb gehad. Ik houd van Vestdijk, Slauerhoff en dat ontwikkelde zich dóór, van de klassiekers tot de moderne, vooral Amerikaanse literatuur. Ik merkte dat ik wel wat talent had om te schrijven. Veel freelance-werk gedaan. Ben eigenlijk begonnen met stukjes samen met Nico Tinga. Dat was nog niet voor de HC, maar voor een huis-aan-huis blad van de Waddenvereniging. We schrijven 1980. Van het één kwam het ander. Ik kwam als voorlichter bij de Waddenvereniging terecht. Daar heb ik veel geleerd. Veel brochures en boeken geschreven, scenario’s en films gemaakt. Toen ging het wel echt de natte kant op. Het eerste boek was ook voor de Waddenvereniging: ‘Kustlandschap met 50 eilanden’. Later werkte ik voor wat toen nog de kabelkrant was, van Wout Gerstel”.

En toen werd je fulltime schrijver

“Ik werd door uitgeverij Kluitman benaderd om een kinderboek te schrijven. Dat lag me wel en ik heb er een aantal gemaakt, waarmee ik niet wereldberoemd werd, maar die wel goed verkochten. Dat vormde een mooie basis om zelfstandig te werken. Ik schrijf nog steeds kinderboeken, maar nu voor m’n plezier. Schrijven werd een tweede natuur. Door de familiehistorie was ik betrokken bij de geschiedenis van de koopvaardij. En daar valt nog veel over te schrijven. Die koopvaardij is zo onderbelicht na de oorlog. Door mijn vader voel ik me er erg mee verbonden, ook al heb ik zelf nooit gevaren”.

Je vader vertelde niet alles, begreep je later?

“Nee. Als het om oorlogshandelingen ging, bleef hij gesloten. Hij vertelde wel dat in 1943 zijn schip werd getorpedeerd. Pas later begreep ik wat voor horror dat geweest is. Mannen moesten voor hun leven zwemmen, tussen de haaien. Sommigen verdronken, anderen werden gepakt door een haai. Maart 1943, Caribische zee. Ik heb de scheepsverklaring van de oudste overlevend officier hier liggen. Die verhalen en het willen weten wat erachter steekt. We, een groep zeemanskinderen, probeerden hier in Harlingen een monument te krijgen voor ‘hen die in de oorlog op zee zijn gebleven’. Tot 1995 stuitte dat op weerstand vanuit de gemeente. Maar toen het erdoor was, dankzij het Centraal Comité ’40 – ’45, kwam de vraag: “Johan, wil jij even uitzoeken wat de namen zijn en hoe het allemaal precies in elkaar stak?” Geen eenvoudige klus. Maar het werd de opstap naar de publicatie die nu voor je ligt. Het eerste boek over deze materie kwam uit in 1995: ‘Gebleven. Harlinger zeelieden tijdens WO II’. Veel in archieven gespeurd, veel logboeken en registers bestudeerd en met heel veel mensen gepraat. In 1997 kwam het tweede boek: ‘De ondergang van de Simon Bolivar’. Het schip dat in 1939 door de Duitsers tot zinken is gebracht en waarop mijn vader ooit twee reizen maakte. Zijn collega en stadgenoot Hendrik Ruygh kwam bij de ramp om het leven. Organisch kwam het verzoek om de geschiedenis van Terschelling tijdens de oorlogsdagen vast te leggen. Dat werd ‘Zij zijn niet waarlijk dood’. En zo kwam van het één het ander”.

Hoe het exact was moeten de mensen maar in je boek lezen, het leest tenslotte als een trein - maar je maakt veel toespelingen op wat Boudewijn Buch ooit omschreef als het ‘eilandergevoel’.

“Sterker nog: ik beschrijf dat tot in detail. Eilanders kijken anders naar de wereld dan vastelanders. Van oudsher hebben ze leren laveren tussen behoud en uitbreiding van de eigen cultuur. Een eiland betekent in zekere zin isolatie. Maar aan de andere kant is een eiland ook een grensgebied waar culturen, zeevaart, handel enz. met elkaar samenvallen. Nu is toerisme de grootste inkomstenbron (we hebben het over Terschelling), vroeger waren dat scheepvaart, visserij en akkerbouw. Eilanden kennen hun eigen dynamiek. Omgaan met zichzelf en de buitenwereld is wat anders dan alleen omgaan met de buitenwereld. Je kunt zelfs eilander worden. Een eiland betekent niet per definitie een gesloten gemeenschap. Wie een jaar zijn schoorsteen op het eiland laat roken en voldoet aan zijn burenplicht - wat dat betekent leest u in het eerste deel van het boek - mag zich eilander noemen. Dat zegt wel wat over de tolerantie en het pragmatisme”.

Pragmatisme: het speelt een grote rol in je boek.

“Pragmatisch denken is inherent aan de eilandcultuur. In de stellingen bij het proefschrift schrijf ik het gunstige verkiezingsresultaat van de NSB in 1935 onder meer toe aan het feit dat veel Terschellingers destijds goede ervaringen hadden met de visserij op Duitse loggers. Ik denk dat de eilanders dat hele gedoe eerder als een maritiem, dan als een politiek gebeuren zagen. En tijdens de oorlog overleven op het eiland was natuurlijk onmogelijk als je je openlijk uitsprak tegen de Duitse bezetters. Meer dan 2000 soldaten en ruim 3000 eilandbewoners moesten het met elkaar zien te rooien. Niemand kwam erop of eraf, zonder directe toestemming van de bezetter. Het was een soort leven-en-laten-leven-strategie. Ik durf niet te zeggen dat het moediger had gekund. En met 40 maritieme slachtoffers tijdens de oorlog heeft Terschelling bewezen zeker niet laf te zijn geweest. Zo’n groot aantal Duitsers, op zó’n relatief kleine groep eilanders had vooral te maken met de strategische ligging van de waddeneilanden. Een deel van de Atlantik Wall, Hitler’s ambitieuze, maar tot falen gedoemde plan, om via een muur van beton, radarposten en soldaten een invasie te voorkomen. Die radarantenne heeft maar een paar jaar gewerkt. Maar wanneer hij werkte was het bereik op z’n gunstigst wèl 2000 km. Dat soort dingen moest goed worden beschermd …”

Nog een paar laatste vragen: wat adviseer je een aspirant promovendus?

“Nou, doe wat anders dan Terschelling, want dat heb ik al gedaan. Lees je in, onderzoek, publiceer en bouw een netwerk op van betrouwbare contacten. Sta dicht bij je onderwerp. Ik kreeg het onderwerp, klinkt wat cynisch maar zo bedoel ik het niet, bijna cadeau. Anderen raadden me aan om contact op te nemen met de Rijksuniversiteit Groningen. Dat heb ik gedaan. Onder het motto: ‘baat het niet, schaadt het niet’. Maar weet wel wat je je daarmee op de hals haalt. Hard werken dus. En het leuke is: ik heb nooit de ambitie gehad om wetenschapper te worden. Was mijn vader geen zeeman geweest, dan zou ik misschien nog stopcontacten aanleggen. Wat best leuk werk was, daar niet van. Maar het feit dat je publicaties het goed doen en goed worden ontvangen door publiek en geleerden is wel zo’n beetje het hoogste dat een schrijver kan bereiken. Denk ik”.

Wat blijft er over voor Johan van der Wal?

“Nog heel veel. Ik blijf gewoon schrijven. Mijn vakgebied is nog lang niet uitgeput. Elke dag komt er immers meer geschiedenis bij. Nee, ik heb geen grote plannen. Gewoon doen wat ik altijd al doe: heel veel lezen en heel veel schrijven. Ondertussen lekker naar de Brandaris luisteren, en zo nu en dan heerlijk naar The Doors, Bach en nog veel meer. Ik heb net een biografie over Jim Morrison gelezen. Wilde jongen was dat. Maar briljant. Ik was ooit bij een concert, maar toen was hij er net even niet. Trek daaruit maar de les: zorg dat je niet aan je succes ten onder gaat en doe gewoon waar je goed in bent”.

Rest nog te vertellen dat bij de promotiecommissie ook Marc Chavannes is gevoegd. Chavannes was in zijn NRC-periode één van de beste journalisten van het land en draagt die kennis als hoogleraar nu over aan de nieuwe generatie. Johan van der Wal had het slechter kunnen treffen. Maar hij blijft gewoon doen waar hij goed in is.

‘We vieren het pas als iedereen terug is. Terschelling in de Tweede Wereldoorlog’. Proefschrift Johan van der Wal. Uitgave: Van Wijnen, Franeker. ISBN 90-5194-2989. Prijs: 49,50 euro.

Alexander Litvinenko



Vandaag hot news. Gisteren geinterviewd. Morgen op het log. Gesprek met Yuri Felshtinsky, co-auteur van de in londen met Polonium-210 vergiftigde Litvinenko. Samen schreven ze "Terreur van Binnenuit". Een boekje open over de opmerkelijke strapatsen van de KGB, Poetin en de Russische maffia. Veboden in Rusland!

Foto: Felshtinsky: Feije Wieringa

De leugens van Locke Lamora, een interview met Scott Lynch


Uitgave: M

Scott Lynch

Fantasy is in. Vooral door films als Harry Potter en The Lord of the Rings is het genre publiekstrekker nr 1. Met boeken ligt het wat moeilijker. Hardcorefans zijn de grootste consumenten van de boeken die niet zelden topzwaar zijn van bijvoeglijke naamwoorden en waarin elke plottwist door middel van magie geoorloofd is. De 29 jarige Amerikaan Scott Lynch maakte de uitzondering op deze regel. Hij heeft een bijna Dickensiaanse roman geschreven -in ons gesprek vertelde hij dat hij bij het schrijven inderdaad OliverTwist in gedachten had- over een meesterdief, Locke Lamora, lid van het gilde der dieven. Het oude Londen met zijn gilden en achterbuurten vormt het decor van Scott's universum. Een opmerkelijk fris boek dat vanwege het ontbreken van de geijkte trucs meer met de historische adventure romans dan met de huidige fantasycultuur gemeen heeft. Het boek is inmiddels in meer dan 20 talen vertaald en een film is in de maak. Deel 2 verschijnt in het najaar, deel 3 is onderweg. Zijn boek is net zo vernieuwend voor het genre als ‘Perdido Station’ van China Mieville dat voor de SF was. En de schrijver, nu 29, net zo jong…De auteur is binnen: "Ik wil niet boring worden, ik denk dat ik het na deze cyclus over een andere boeg gooi." Het zou een gemis betekenen. Een gesprek met een talent dat het predikaat ‘veelbelovend’ inmiddels is gepasseerd.

Vijf sterren, overal goede recensies en een gigantische achterban. Niet gek voor een debutant.

“Wat je zegt. Zo voelt het ook.Toen ik vanmorgen door de douane liep, voelde ik me bijna schuldig om als verklaring voor mijn verblijf in Amsterdam: ‘Voor m’n werk,’ te zeggen. Het voelt als vakantie en dat ga ik er ook van maken. Alhoewel: mijn agenda staat vol met afspraken en ik moet opdraven op de fantasy-fair. Niet als een trol of tovenaar. Alleen maar om te signeren.”

Inclusief een bezoek aan de veel geroemde Amsterdamse coffeeshop?

“Nee. Daar kijk je zeker van op? Niet uit principe, ik heb helemaal niks tegen drugs en vind het prima dat ze verkocht worden. Ik heb er alleen niks mee. Of dat zo blijft garandeer ik niet. Maar ik ben sowieso nogal een gematigd mens. Alhoewel: voor sinaasappelsap met wodka mag je me wakker maken. Zo principieel ben ik nou weer niet. En ik lees me suf. Die verslaving staat andere geneugten in de weg. Er moet tenslotte ook geschreven worden.”

Je boek heeft, en dat is geen waardeoordeel, meer gemeen met de historische avonturenroman dan met hardcore fantasy.

“Dat klopt. Ik had meer het Europa van vlak na de middeleeuwen in gedachten dan een volledig imaginaire wereld. Het moest een wereld zijn die herkenbaar is, maar zonder moderne technologie en ik wilde ook het magische element zoveel mogelijk mijden. Toen ik eraan begon, spookte Dickens’ Oliver Twist en de bende van Fagin door mijn hoofd. Dat heb je inderdaad goed gezien. Ook de humor die ik gebruik is rechtstreeks ontleend aan Dickens. Alleen was hij veel beter dan ik ooit kan worden. Maar je kunt je door slechtere schrijvers laten inspireren, toch?”

Voel je je fantasy-auteur? Of heb je het gevoel dat je iets anders hebt gemaakt?

“Fantasy is ook maar een label. Eigenlijk heb ik me van tevoren nooit afgevraagd welk genre ik zou schrijven. Het is heel eenvoudig: ik wilde een boek schrijven waarin ik de vervelende stukken zou overslaan. Blijkbaar vinden veel lezers dat me dat gelukt is... Dus ik ben een schrijver van een boek dat in de winkel op het schap ‘fantasy’ ligt. Jammer dat er geen schap bestaat voor boeken waarin de vervelende stukken zijn overgeslagen.”

Beschrijf de setting van je boek eens?

“Ik heb geprobeerd een wereld te maken die minder complex is dan die waarin we leven, maar wel complex genoeg om over een duidelijke politieke structuur en technologie te beschikken. Daarom heb ik me gebaseerd op het systeem van de gilden en de kleine handwerkslieden. Er zijn wel klokken, er is verkeer en handel, maar geen elektronica, massamedia en machines. En evenmin een alziende overheid. In mijn wereld lopen de mensen nog zonder pinpas en paspoort rond. Dat geeft een stuk meer vrijheid. Eigenlijk waren ze in die oude tijden zo gek nog niet. Het soort misdaden dat ik beschrijf is alleen mogelijk in een min of meer overzichtelijke, niet bureaucratische samenleving. Bovendien heb ik een samenleving bedacht waarin klassenverschil te overbruggen is. Er is geen ontoegankelijke bovenklasse en iedereen met een normale intelligentie kan zich binnen elke afsplitsing handhaven zonder meteen door de mand te vallen.”

Waarom is het geen historische roman geworden?

“Dat hebben andere schrijvers al veel beter gedaan dan ik zou kunnen. Bovendien zou het me jaren aan research hebben gekost. In een historische roman word je op elke detail afgerekend. Nu kon ik mijn fantasie de vrije loop laten. Ik heb wel veel gebruik gemaakt van historische bronnen en romans. Maar die las ik toch al graag. Mijn stelregel is: zet de tv uit en pak een boek.”

Zet je je met je eigen boek af tegen de moderne tijd?

“Nee. Anders had ik een politiek pamflet moeten schrijven. Zo geëngageerd ben ik nou ook weer niet. Het is eerder een hang naar nostalgie. Nu we het over de moderne tijd en politieke betrokkenheid hebben: is het niet verontrustend dat we in Amerika zo de weg kwijt zijn dat we collectief terug verlangen naar Nixon? Stel je voor. Na Nixon dacht men dat het niet erger kon worden. Maar het is de treurige werkelijkheid: hadden we nog maar een Nixon!” (uitroepteken op verzoek van Scott)

“Je leest veel. Wie zijn je inspirators?

“Ik heb alles zelf bedacht. Grapje. Ik heb meer dan 2000 boeken. Veel historie en heel veel oudere S.F. Robert Heinlein is een van mijn grote favorieten. Maar om nou te zeggen dat hij me heeft geïnspireerd? Om te gaan schrijven wel. Maar hij schreef hardcore S.F. en ik doe een heel ander genre. Historische romans als die over Horatio Horblower en de boeken van Joseph Conrad heb ik verslonden. Dat werk heeft wel een rol gespeeld in mijn aanpak. Het tweede deel van mijn cyclus speelt zich daarom af op zee. Ik hou van zeeavonturen, maar ik moet je bekennen dat het allemaal boekenwijsheid is waar ik me op baseer, want ik heb nog nooit een zeereis gemaakt. Staat trouwens wel op het programma want naast schrijven, waar heel veel tijd en energie in gaat zitten, wil ik heel veel leuke dingen doen. Geld speelt geen rol meer.”

Was dit je ambitie?

“Eigenlijk niet. Ik had muzikant of tekenaar willen worden. Maar ik ontdekte dat ik het in de muziek nooit ver zou kunnen schoppen. Want daarvoor ben ik te middelmatig. En er is niks erger dan middelmatige muzikanten. Je kunt beter niet naar muziek luisteren dan naar doorsnee muziek. Daarna kwam tekenen. Strips en cartoons. Bleek ik evenmin voor in de wieg gelegd. Het was niet slecht. Maar evenmin iets wat ik trots aan het publiek kon laten zien. Bleef over het schrijven. Eigenlijk derde keus. Maar ik bleek het in mijn vingers te hebben. Dit boek had ik al af op mijn 26ste. Heb het zonder tussenkomst van een agent meteen aan een uitgeverij verkocht. Dat is vrij uniek in Amerika. Het gaf me zoveel vertrouwen dat ik een cyclus begon. In Nederland verschijnt het volgende deel eind dit jaar. In Amerika is het al uit en loopt het geweldig. Zelf vind ik het beter geslaagd dan “De Leugens.” Meer een avonturenroman. Het derde is af en ligt bij de uitgever.”

En dan?

“Geen idee. Ik blijf schrijven, maar ik weet niet of ik het genre trouw blijf. Ik ben nu 29 en heb nog een lange weg te gaan. Een trilogie is mooi. Succes ook. Maar vastroesten is niks voor mij. Geen idee welke kant het op gaat. Ik weet alleen dat ik blijf schrijven omdat ik het zo verdomde leuk vind. En omdat ik zoveel aan boeken heb en heb gehad dat ik van mening ben dat het een verplichting is om daar iets voor terug te doen. En ou wil ik een dubbel Wodka-jus. Neem er zelf ook eentje. Het kan eraf. En laat je lezers weten dat je nog beter een middelmatig boek kunt lezen dan naar de televisie te turen. Televisie is echte, slechte fantasy.”


Feije Wieringa (geredigeerde versie verschijnt in Highlife) Foto: Feije Wieringa

Lezing Ruigoord op 24 juni


Op zondag 24 juni verzorg ik in de kerk (waar anders?) van Ruigoord een lezing over de roes. Ook good Old Simon Vinkenoog doet van zich spreken en ongetwijfeld zoekt Simon het in de breedte. Altijd actueel and so much older then he's younger then that now (Met dank aan Dylan) In ieder geval komen aan bod: amandelen knippen, Charles Bukowski, Malcolm Lowry, de Quincey, Coleridge, Terence McKenna, Huxley,Vestdijk (jawel!!!!) psychedelische muziek, Bach, fuga's en trance..alsmede de opmerkelijke visie van een dubieuze zelfbenoemde 'kenner' die volslagen onbekend is met het fenomeen, en roesmiddelen alleen in handen had wanneer hij ze als agent in beslag nam... (zie: http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm) Het geheel wordt verlucht met informatie over en instructie van andere figuren en / of factoren die mij hebben geleerd dat de ene roes de andere niet is. Daar valt wel wat over te vertellen!!!! Dus Thoughts and Words over het belang van de waaiende geest!!

Feije Wieringa

De lezing van Joran van der Sloot


De zaak Natalee Holloway

Joran van der Sloot

Uitgave: Sijthoff

Toen Natalee Holloway in mei 2005 tijdens een vakantie op Aruba spoorloos verdween was het vooral voor de (Amerikaanse) pers duidelijk: Joran van der Sloot was de dader want hij was degene die haar het laatst had gezien. Zijn zaak werd er niet sterker op toen bleek dat hij onhandig had gelogen over wat er de laatste uren op het strand (Natalee wilde haaien(!) kijken) was gebeurd. Daarbij komt het feit dat dr. Phil interviews met betrokkenen door middel van listig knip- en plakwerk zodanig manipuleerde dat het leek of van der Sloot bekende in plaats van ontkende. De lezing van van der Sloot brengt in ieder geval een flinke nuancering in het bestaande beeld aan. Ten eerste toont hij aan dat Holloway minder onschuldig was dan haar ouders de pers laten geloven. Ze gebruikte soms een combinatie van coke en alcohol. Waarschijnlijk was dat ook het geval toen ze Joran ontmoette.Bovendien: hoe kan iemand die in een impuls iemand vermoord, een lijk binnen enkele uren zo wegwerken dat het nooit wordt gevonden? Zoiets is al moeilijk al je het zorgvuldig beraamd. In zijn boek weet van der Sloot aannemelijk te maken dat, op z’n zachtst gezegd, aan zijn schuld moet worden getwijfeld. Er is geen lichaam, en geen spoortje bewijs gevonden. Het meest waarschijnlijke scenario: Holloway is onder invloed in zee gelopen, met de stroom meegevoerd en verdwenen. Van der Sloot geeft voorbeelden dat zoiets vaker is gebeurd op Aruba. Saillant detail: met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid toont hij aan dat het team van Peter R. de Vries grensoverschrijdend bezig is als het gaat om te scoren. Hij schrijft de inbraak in zijn appartement en het leeghalen van zijn PC toe aan de Vries. Die overigens ook helemaal niks vond en toch ‘schuldig’ bleef roepen. Een intrigerend boek over een mogelijke weg naar weer een gerechtelijke dwaling van jewelste,over tunnelvisie of een intrigerend boek over een sublieme leugenaar. Dat laatste lijkt onwaarschijnlijk want Joran’s verhaal blijft consistent en zijn argumenten zijn moeilijk te weerleggen…..

Antonov


Antonov 2

De Antonov “Colt”, met z’n reusachtige spanwijdte van bijna 20 meter is een echte recordhouder. Het is de grootste eenmotorige dubbeldekker ter wereld en tevens het langst in productie zijnde verkeersvliegtuig. Door zijn oorsprong in Oost-Europa zijn de prestaties van deze krachtpatser pas sinds een aantal jaren in Nederland te bewonderen.

Het ontwerp stamt uit 1946 en het eerste toestel vloog in 1947. De Russische luchtmacht had behoefte aan een transporttoestel, dat van zeer korte banen kon opereren en daarbij een grote hoeveelheid gewicht mee kon nemen. Een 400 meter startbaan hoog in de bergen is geen enkel probleem voor dit vliegtuig. Dat er meer dan 10.000 zijn gebouwd is dus geen toeval.

Het toestel dat sinds 1993 eigendom van de Stichting Antonov Nederland is, werd in 1972 in Polen gebouwd. Na aflevering heeft het als “spionagevliegtuig” dienst gedaan voor de Russische luchtmacht. Langs de grenzen van het toenmalige ijzeren gordijn werd gevlogen met een vijftal “luistervinken” in de cabine. Na een aantal jaren is het toestel verkocht aan de Hongaarse luchtmacht, die er hoge officieren mee vervoerde.

Sinds 1998 heeft de Antonov-2 Texel als thuisbasis. Ons toestel wordt regelmatig ingezet voor het droppen van parachutisten. Ook is onze ervaren bemanning regelmatig met het toestel te vinden op vliegshows in binnen- en buitenland.

Hysterie en paddestoelen

Eens in de paar jaar komt het in het nieuws: paddo’s zijn levensgevaarlijk, erger dan welke harddrug dan ook en je denk dat je ervan gaat vliegen. In feite is het oude verhaal dat aan psychedelica kleeft: onbekend maakt onbemind. Paddo’s worden nauwelijks door reguliere druggebruikers geslikt. En wie denkt dat ze als partydrug aangenaam zijn is meestal na één ervaring van die overtuiging genezen. In de praktijk worden paddo’s geslikt door mensen die de psychedelische ervaring zoeken. Het gros daarvan leest zich eerst goed in, informeert en doet dat in een goede set-setting. Want het gaat niet om (over)dosering maar om de stemming en de omgeving waarin de gebruiker tript. Als je in het wilde weg paddo’s slikt gaat het meestal goed. Maar je kijkt wel uit om het nog eens te doen, want een onvoorbereide trip doet zelden naar een tweede verlangen. Neem nou dat geval van dat Belgische meisje. Politici schreeuwden moord en brand. Maar waren het alleen paddo’s? Had ze erbij gedronken en zo ja wat doen we dan met alcohol? Het was de eerste keer in vijf jaar dat er weer eens over een paddogeval werd geschreven. In hetzelfde weekend repte geen krant over verkeers en / of alcoholongelukken. Vinden we heel gewoon.
De bui zal wel weer overwaaien, maar met dit kabinet weet je het maar nooit. Daarom een paar feiten over paddo’s:

Paddo’s zijn niet toxisch (alleen in immens hoge dosering, maar zoveel werk je nooit naar binnen.)

Paddo’s (en andere psychedelica, en ook alcohol) zijn geen middelen voor mensen met psychische problemen. Cannabis trouwens ook niet.

Paddo’s moet je nemen in een vertrouwde omgeving en liever niet in je eentje.

Paddo’s zijn niet verslavend.

Paddo’s versterken je stemming. Wees er voorzichtig mee als je je niet stabiel voelt.

Er gaan meer mensen dood aan de gewone dingen in het leven dan aan paddo’s. Alleen al de alom vrij te verkrijgen pijnstiller Ibuprofen is goed voor een vermoedelijk paar honderd fatalities. Laat je niet gek maken. Informeer je. En als je gebruikt zul je dat incidenteel doen. Iedereen die ervaring met paddo’s heeft, weet dat. En als je bedenkt dat je ze overal kunt kopen, is het een drug waarmee eigenlijk nooit ongelukken gebeuren. En omdat er een ongeluk is gebeurd (met twijfel) heeft het de krant gehaald. De hysterie is gevaarlijker dan het middel zelf. Politici worden blijkbaar al gek zonder ze te hebben gebruikt……

Veel plezier,

Blogarchief

Over mij

Niks te melden, Groucho fout gespeld, geen clublid, atheist. Slechte ervaringen: met foute dienders en foute vrienden, soms een combinatie. Goede ervaringen: met vrouwen en vrienden, en daar vallen geen zelfbenoemde vrienden onder. Met skydiven, zeilen en LSD.

Albert Hoffman 28 april overleden

102 werd Albert Hoffman, de man die de wereld LSD gaf. Helaas is zijn sleutel van The door of Perception anno 2008 nog steeds omstreden. Hofmann heeft tot de laatste dag gepleit om zijn Problem Child serieus te nemen. Maar LSD werd om politieke redenen tot een gevaarlijke drug bestempeld. Met dat gevaar blijkt het mee te vallen: lethale dosering is anno 2008 nog steeds niet gevonden en Albert Hoffman, die regelmatig zijn geesteskind zelf nam is er 102 meegeworden.

Er is een condoleance-register:

http://www.alberthofmann.org/

Thanks for the trips dr Hoffman...


Meer info over de toenemende invloed van christelijk neo-conservatieve politiek

Friesland bakent de grenzen af

De provincie vindt dat het tijd wordt om de fryske identiteit te benadrukken. Ideetje????

Ooit was Friesland beroemd om haar koeien.

Tegenwoordig is Friesland berucht: hoe ze daar met koeien en ander vee omgaan.....

http://allaboutppd.blogspot.com/

De meeste patiënten zullen gedurende de rest van hun leven erg veel last houden van hun stoornis. Een voortschrijdende leeftijd (vanaf circa 50 jaar) zorgt ook nog eens voor nog minder geestelijke flexibiliteit, waardoor de symptomen verder kunnen verergeren. De prognose is dus gewoonlijk slecht. Klik voor de aardigheid eens op de blauwe link. Volgens de auteur een grapje. Maar hij trekt wel mooi de vleugels en pootjes van vliegen uit hun lichaam...Mooi verhaal verder op dat allaboutppd. Je zult er maar last van hebben!

Nachtmerrie, deze opdracht in dit masterpiece

Nachtmerrie, deze opdracht in dit masterpiece
Wat ben ik hier blij mee...En in zijn droom verliep alles feilloos en perfect zoals hij vooraf gepland had. Hij doodde meedogenloos en gevoelloos zijn verachtelijke vriend, die ook zijn vijand was.

Rober Plant & Alison Krauss

In de voetsporen van The All American Music van Gram Parsons het album Raising Sand van Led Zeppelins Robert Plant en bluegrass coryfee Alison Krauss. Folk is still in progress....Uitschieters: "Through the morning through the Night," van Gene Clark em "Polly," eveneens een nummer van Clark.

http://www.youtube.com/watch?v=g5KF4dKq-6I

Gene Clark info and downloads:

http://www.geneclark.com/

Mother should I trust the government?

Ik niet. En jij toch evenmin? Maar bij twijfel vind je't antwoord op http://www.witheet.com/ de site die een oogje in het zeil houdt! Laat je geen oor aannaaien door ambtenaren, dienders, politici, kwakzalvers, deskundologen, dominees, priesters, imams en ander gespuis!!!!
En heb je het niet op Bush, McDonalds, en twijfel je aan het nut van PRIVATISERING?
http://www.gregpalast.com/

By the way: wil de vaste lezer van dit log voorzichtig wezen gaat als het gaat om laster en suggesties te plaatsen die hem, als huisvriend, ter ore zijn gekomen door de slangentong van mevrouw R.H.. mijnheer R.R. en "'kunstenaar"Lerak L? Als de volledige namen van z'n bronnen, alsmede wat pijnlijke bijzonderheden die daarmee samenhangen, door mij worden onthuld, kan het wezen dat binnen de family R . de pleuris uitbreekt. Lijkt me niet leuk voor Lerak L. en R.R. Maar wie de bal kaatst.....kan een tornado in een glas water verwachten...This is not a hoax...

Scott Lynch (foto: F.W)

Scott Lynch (foto: F.W)
The king of modern Fanatsy did it again. Rode Zee onder een Rode Hemel, net uit bij de Boekerij. Zie voor het interview met Scott in het archief van dit log!!!

Lahringen a Turner Impression

Lahringen a Turner Impression
Dutch Masterpiece, watch the clouds...

Paragnosten

5 tot 15 % van het aantal verdwijningen, meestal als gevolg van misdrijven, zou volgens een artikel in de Leeuwarder Courant op paragnostische wijze alsnog worden opgelost. Bron: 15 jaar onderzoek door een paragnost. Die heeft er vast een onafhankelijk onderzoek van gemaakt... Al in de jaren twintig van de vorige eeuw deed Julian Huxley, broer van Aldous onderzoek naar Britse paragnosten. Hij wist ze allemaal te ontmaskeren. Publiceerde zijn resultaten, en het gevolg was dat er geen klant minder gebruik maakte van hun diensten, integendeel. Veel mensen zijn goedgelovig, journalisten helaas niet uitgezonderd. Zelf heb ik o.m. commissaris Jan Blaauw, profilers Robert Ressler, John Douglas, Paul Britton, de Amerikaanse True Crime schrijfster en biografe van Ted Bundy, Anne Rule gevraagd of er ooit in de historie een misdrijf via bovennatuurlijke weg is opgelost. Het antwoord, unaniem: nog nooit. Robert Ressler merkte fijntjes op dat de waarheid vaak te gruwelijk is om te geloven. en logica voor veel mensen te onaangenaam. "De realiteit zien is angstaanjagend, sprookjes niet," aldus Ressler, die als credo heeft: "Wie in de afgrond lijkt, moet zich realiseren dat de afgrond terug kijkt." Het citaat is van Nietzsche.

http://www.robertkressler.com/

H.P. Lovecraft

H.P. Lovecraft (1890-1937) wordt, hoewel nagenoeg onbekend tijdens zijn leven, thans beschouwd als een van de grootste fantastische vertellers uit de Amerikaanse literatuur. Sommige literatuurcritici achten hem zelfs hoger dan de grote E.A. Poe. In dit eerste deel van het verzameld proza van Lovecraft zijn in chronologische volgorde zijn eerste 29 verhalen opgenomen. In deze verhalen zien we dat de schrijver zoekt naar een eigen stijl, maar nog sterk beïnvloed wordt door Poe en de Engelse Lord Dunsany, voor wie hij grote bewondering had. Lovecraft, een excentrieke, wereldvreemde reactionair, droomde veel en hield in een notitieboekje een overzicht bij van al deze dromen, die zijn voornaamste inspiratiebron waren. Omdat die dromen zeer verschillend van aard waren, zijn de eruit voortgekomen verhalen dat eveneens, wat de lectuur ervan zeer afwisselend en boeiend maakt. Voor Lovecraft was het complot van een verhaal niet het belangrijkste, maar wel de opgeroepen sfeer. Daarin slaagde hij wonderwel, ook in deze vroege teksten, waarover Michel Houellebecq in zijn prachtige essay over Lovecraft schreef: `Daar zien we zijn artistieke middelen een voor een ontstaan, als muziekinstrumenten die zich om beurten aan een vluchtige solo wagen alvorens zich gezamenlijk over te geven aan de razernij van een krankzinnige opera.’ De bundel bevat de vroege verhalen van Lovecraft. Laten we hopen dat de rest ook snel wordt uitgegeven. Gelukkig dat er nog een uitgever als Voltaire bestaat!

http://www.uitgeverij-voltaire.nl/

Fragment uit De Droom (uitgave: Flevodruk)

En volgende week begint het proces. De therapeut staat dan eindelijk terecht voor het plegen van meervoudige moord op kwetsbare vrouwen. Die hij geestelijk zo manipuleerde en misbruikte dat ze allemaal uit pure wanhoop en op zijn aandringen zelfmoord hadden gepleegd.”

De auteur biedt coaching en solliciteerde bij opvang mishandelde vrouwen....Boek bestellen?

zie: http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm

Ik kan de codes niet geven en per ongeluk een boek gejat....

Even wat rechtzetten:

* Heb contact gehad met de Meesters. Zij hebben nooit ook maar enige invloed gehad op de inhoud van hun website. De site was van Vaccalucci. Zij hebben jou verzoeken verschillende keren naar hun uitgever gestuurd, maar die heeft er niets mee gedaan. Toen Vaccalucci ophield te bestaan was ook die website dood. (Zou je een negatieve recensie willen weghalen? De Meesters zijn nl. vrienden van mij....)
* De code van jou website kan ik je niet geven omdat ik zelfs de codes van mijn eigen websites niet meer heb. (Vreemd, die wordt steeds aangepast) Na een crash zijn ze verdwenen en de zoon van Rimmert IQUE wees gewaaschuwd!!! moet ze opnieuw aanmaken, of zoiets. (zo gaat dat, en vice versa....)
* Kellerman: dat moet een vervelend misverstand zijn geweest. Mijn herinnering is dat Ymco het pakketje bracht, jij het openmaakte, iets zei in de trant van: die lees ik allang niet meer, en ik vroeg of ik het dan mocht hebben. Jouw herinnering is anders. Dat spijt me verschrikkelijk. (boek achterover gedrukt en betrapt...)

Niet elke diender kan zo doorzichtig liegen...


Some quotes from the boys

"You know, there's a right and wrong way to do everything."

Woman: "About how much money do you boys average a street ?"
Ollie: "I would say about fifty cents a street."Woman: "There's a dollar. Move down a couple of streets."

Stan: "Well, I don't know anything about cutting wood."
Ollie: "Well, you ought to. You once told me your father was in the lumber business."
Stan: "Well, I know he was but it was only in a small way."
Ollie: "What do you mean small way ?"Stan: "Well, he ... he used to sell toothpicks."

Ollie: "Shut up and get this mess cleaned up. Do you know that my wife will be home at noon ?"
Stan: "Say, what do you think I am, Cinderella ? If I had any sense I'd walk out on you."
Ollie: "Well it's a good thing you haven't any sense."
Stan: "It certainly is."

"We're not looking for him, we're just trying to find him."


Gouden Strop

Roel Janssen Gouden Strop voor "De Tiende Vrouw" Wat een treurnis. Zelden zo'n saai boekje gelezen als dit boek van de man die de-eveneens dodelijk brave- Nederlandse John Grisham wordt genoemd. Het zal de nieuwe Balkenende braafheid wel wezen, dat er is gekozen voor een een amusing verhaaltje -negeer de suggestie maar dat het om de zaak Bruinsma gaat- waarin alle cliche's die de clichematigheid van de thriller bevestigen, uit de kast zijn gehaald. En geen spoortje humor, wat't boek onbedoeld humoristisch maakt.. Blij dat ik dit jaar geen jurylid was. En nou zal ik het nooit weer worden ook. Maar die prijs had Peter de Zwaan natuurlijk moeten hebben. Maar helaas: Peter schrijft niet voor de NRC en hij schrijft -lees de passage over twee lullen, vastgelijmd op een plankje, in De Voeder er maar op na- erg onbraaf. Peter, zorg dat je'm volgend jaar ook niet wint. Die Gouden Strop is inmiddels een belediging.

Klein en Groot

Klein en Groot
Bauer en De Poel (uitgave: Aspekt)

Stil water en een column van Marelle

Door Feije Wieringa (Penthouse / Highlife) Haar debuut Nephila’s Netwerk heb ik niet gelezen dus Stil Water was mijn kennismaking met werk van Marelle Boersma. Laat ik met de deur in huis vallen: het viel niet mee. Het verhaal is weinig origineel. Na een duik in de Oosterschelde lopen duikers, badgasten en bruinvissen een merkwaardige vorm van huiduitslag op. En dat niet alleen: veel bruinvissen spoelen dood aan en de huiduitslag blijkt onderdeel van een syndroom waardoor ook de hersenen worden aangetast. De schrijfster komt wat langzaam over de brug met wat de lezer al lang vermoedt: het water in de Oosterschelde is giftig. Je denkt dat in zo’n geval van hogerhand het sein onveilig gegeven wordt, of nog eerder, groot alarm geslagen. Maar net als in de film Jaws zijn de mensen die over zulke dingen gaan nou net degenen die weigeren om direct verbanden te leggen tussen de symptomen en de toestand van het water. Een thrillertruc die jaren geleden nog net kon, maar die anno 2006 bij mij allerminst het gevoel oproept dat de schrijfster zichzelf voor een uitdaging heeft geplaatst. De hoofdpersonen boeien niet. Ze zijn vooral clichématig. Uit alles blijkt dat Marelle Boersma zeker geen psychologie heeft gestudeerd. De topmanager van het Zeeuwse waterbeheer is, mag je hopen, niet naar ’t leven getekend, maar een karikatuur van een slechterik. Corrupt, weet niet het verschil tussen een knotwilg en een populier, kan niet van zijn vrouwelijke ondergeschikten afblijven en is niet eens in staat om het chantagegeld af te leveren op de goede plek. Gelukkig gaat het er gemoedelijk aan toe en mag hij nog een keer proberen. Als Marelle een persiflage had geschreven was ’t al op de rand geweest, maar het is haar ernst en dat geeft het boek vooral een knullig karakter. Misschien ben ik na vijftien jaar Penthouse een beetje gedegenereerd als het om erotiek gaat, maar de erotisch bedoelde beelden wekken bij mij eerder lachlust op dan fysieke driften. De lesbische relatie die ze in het verhaal heeft verwerkt is volstrekt irrelevant. ’t Had net zo goed hetero kunnen zijn. Blijkbaar is seks in Zeeland saai. Laten we voor de Zeeuwen hopen dat het hier om slechte research gaat: je kunt tenslotte niet overal verstand van hebben. Van toxicologie heeft Marelle meer verstand. Maar dat blijkt pas tegen het einde van het boek wanneer een niet alledaagse algensoort de oorzaak van de ellende blijkt te zijn. Daarmee geef ik de plot niet weg, want er is nog een kleine twist ingebouwd waardoor je toch even op ’t verkeerde been wordt gezet. Zo’n onverwachte wending–nou ja, onverwacht?- gebruikt Baantjer ook, maar die is al 83 en geen wetenschapper, doch eenvoudig politieman. De duikscènes hadden nog wat spanning kunnen genereren. Helaas kabbelen die net zo lauw voort als de rest van het verhaal. Geen claustrofobie, geen ademnood, geen paniek. Toeval of niet: de avond voor Stil Water las ik Duivelswerk een nieuwe thriller van Mo Hayder. Ook een boek over vergiftigd water en kadavers. Subliem geschreven, psychologisch geloofwaardig uitgewerkt en niet gemaakt om de lezer te behagen, maar om hem met angst, met een thrill te overdonderen. Misschien komt dit over als het vergelijken van appels met peren. Vind ik niet: op beide boeken staat duidelijk THRILLER. De passage aan het eind van ‘t boek: “Rona trok Line tegen zich aan waardoor Lines hoofd tegen haar borsten terechtkwam. Ze liet een hand over Lines lichaam glijden. Wat hadden vrouwen toch een heerlijk rond lichaam dacht ze....” Dat is niet thrilling, dat is romantiek. Een heel ander genre. Het positieve van Stil Water is dat je rustig kunt slapen als je ’t uit hebt. Maar wie een slapeloze nacht verwacht kan beter dat boek van Mo Hayder lezen. Stil Water is goed bedoeld. Maar het tijdperk van het brave spannende boek is voorbij. Dat zouden ze in Zeeland ook moeten weten. Zeker als je een universiteit van binnen hebt gezien. (over)Schrijver en EX-agent Fred de Vries lachte zich dood om deze recensie. Het heeft hem geroerd, achteraf, want de kleefkikker benaderde de talentvolle schrijfster ongeveer zo -die Wieringa meent natuurlijk niet wat hij opschrijft, ik ben een vriend van'm en zodoende weet ik dat- en wil jij nou een column schrijven op mijn site over zielsziekten? -Daar verzamelt hij schrijvers. Het geeft niet wat ze schrijven. En zo werd naieve Marelle gestrikt om Fred's collectie uit te breiden. Marelle heeft niet alleen verstand van sex in Zeeland. Ze is onder supervisie van een gewezen smeris, die god weet waarom, opeens handelaar in een knipselmap met open deuren is geworden, opeens ingevoerd in de wondere wereld van autisme. Een beetje thrillerschrijfster weet toch dat crime zich niet alleen in boeken afspeelt? En dat niet iedereen in uniform zuiver is op de graat! Integendeel zou'k zeggen...Nou Marelle, misschien inspireert het je ooit en komt dat meesterwerk er toch nog!

Housewife in action

Housewife in action
Words and Music

Housewifes Lament

Sommige dingen veranderen nooit.... http://www.ibiblio.org/jimmy/folkden/php/search/ I learned “Housewife’s Lament” at the Old Town School of Folk Music in Chicago around 1958. It’s kind of a bitter portrayal of the lot of women in the not-so-distant past. There is a verse at the end where the poor housewife dies and gets covered with dirt, which is supposed to be funny, but I thought there was enough hardship in this song without adding insult to injury, so I left it out. Lyrics: [G] One day I was walking,I heard [Am] a complaining,I saw a [D] poor womanThe [C] picture of [G] gloom.She gazed in the mudOn her [Am] doorstep (’twas raining),And [D] this was her songAs she [C] wielded her [G] broom: Chorus: [G] O life is a trial,[D] And love is a trouble,[G] Beauty will fade[D] And riches will flee,[G] Wages will dwindleAnd [Am] taxes will doubleAnd [D] nothing is as IWould [C] wish it to [G] be.” In March it is mud,It’s slush in December,The midsummer breezesAre loaded with dust.In fall the leaves litter,In muddy NovemberThe wallpaper rotsAnd the candlesticks rust. Chorus: It’s sweeping at sixAnd i’s dusting at seven, ( I know I sang 11 but it should be 7 It’s victuals at eightAnd it’s dishes at nine.It’s potting and panningFrom ten to eleven.We scarce break our fastTill we plan how to dine. Chorus: Last night in my dreamsI was stationed forever,On a far distant rockIn the midst of the sea.My one task of lifeWas a ceaseless endeavor,To brush off the wavesAs they swept over me.

A psychedelic journey by Samuel Taylor Coleridge

In Xanadu did Kubla KhanA stately pleasure-dome decree :Where Alph, the sacred river, ranThrough caverns measureless to man
Down to a sunless sea.
So twice five miles of fertile groundWith walls and towers were girdled round :And there were gardens bright with sinuous rills,Where blossomed many an incense-bearing tree ;And here were forests ancient as the hills,Enfolding sunny spots of greenery.
But oh ! that deep romantic chasm which slantedDown the green hill athwart a cedarn cover !A savage place ! as holy and enchantedAs e'er beneath a waning moon was hauntedBy woman wailing for her demon-lover !And from this chasm, with ceaseless turmoil seething,As if this earth in fast thick pants were breathing,A mighty fountain momently was forced :Amid whose swift half-intermitted burstHuge fragments vaulted like rebounding hail,Or chaffy grain beneath the thresher's flail :And 'mid these dancing rocks at once and everIt flung up momently the sacred river.Five miles meandering with a mazy motionThrough wood and dale the sacred river ran,Then reached the caverns measureless to man,And sank in tumult to a lifeless ocean :And 'mid this tumult Kubla heard from farAncestral voices prophesying war !
The shadow of the dome of pleasureFloated midway on the waves ;Where was heard the mingled measureFrom the fountain and the caves.
It was a miracle of rare device,A sunny pleasure-dome with caves of ice !
A damsel with a dulcimerIn a vision once I saw :It was an Abyssinian maid,And on her dulcimer she played,Singing of Mount Abora.Could I revive within meHer symphony and song,To such a deep delight 'twould win me,
That with music loud and long,I would build that dome in air,That sunny dome ! those caves of ice !And all who heard should see them there,And all should cry, Beware ! Beware !His flashing eyes, his floating hair !Weave a circle round him thrice,And close your eyes with holy dread,For he on honey-dew hath fed,And drunk the milk of Paradise.
Autumn of 1797 or (more likely) spring of 1798, published 1816, 1828, 1829, 1834
(proofed against E. H. Coleridge's 1927 edition of STC's poems and a ca. 1898 edition of STC's Poetical Works, ``reprinted from the early editions'')
To rest of poems

Hortensia's en rituelen

http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm http://www.boudicca.de/lsr-nl.htm 22. Ook zal hij een jong kind op het altaar doden, en het bloed zal het altaar bedekken met parfum, zoals van 23. Dan zal de Meester verschijnen zoals Hij zou verschijnen --- in Zijn glorie.24. Hij zal zichzelf uitstrekken op het altaar, en het ontwaken in het leven, en in de dood Dit is allemaal te vinden op bovenstaande sites. Laat u uw kind behandelen door lieden met deze hobby's?

Hoe de pers (soms) werkt

Een Imam moest naar een persconferentie in New York. De man maakte de oversteek per boot omdat hij niet durfde vliegen. Toen hij, eenmaal aangekomen, de loopplank afliep, kwam er een journalist naar hem toe, die hem, een microfoon onder de neus duwend vroeg: Monseigneur, wat vindt u van de hoeren in New York? Verbouwereerd reageerde de man: zijn er hoeren in New York? De volgende dag stond in de krant: Het eerste wat de Imam vroeg was 'Zijn er hoeren in New York?" Met dank aan PeeWee. Humoristisch raadsman.

Stalker

A moment of Glory Soms is een blik mooier dan wat dan ook. Kwam vanmiddag een stalker tegen. Hij wist dat ik het wist (dattie stalker was...) Ik keek'm in z'n smoel. Z'n blik draaide weg. Zoiets genereert een beter gevoel dan een veroordeling!!!!

In Groucho We Trust

In Groucho We Trust
Keep in mind!!!

Fake

Fake
Dit is een bootleg, waar McGuinn geen barst mee van doen had. Ik had'm cadeau gekregen van een ex-vriend, maar die deed me er geen plezier mee en bovendien bleek hij het goede heertje uit te hangen met de smaakvolle muziek van zijn echtgenote. Eigenlijk heb je zoiets niet in huis: maar het echtpaar is erop gesteld. Ik niet...Niet op't fakeplaatje en niet op't echtpaar....

Glenn Gould

Glenn Gould

Dit past op 1 GB mp-3

Bach: Das wohltemperierte klavier: Glenn Gould Murder Ballads: Nick Cave and the Bad Seeds Peace On You: Roger McGuinn Other Peaple's Lives: Ray Davies Compilatie: David Byrne and Talking Heads Beethoven: Grosse Fuge and two other Sring Quartets Bach: The Art of Fugue: The Candian Brass The Gilded Palace of Sin: The Flying Burrito Brothers Jazz from Hell: Frank Zappa Sex and Religion: Steve Vay Mass in C: W.A. Mozart Bach: Grand Motets: Herreweghe

Dexter solved a Loyd problem, while Ramon is sleeping and dreaming

Dexter solved a Loyd problem, while Ramon is sleeping and dreaming

Tim Krabbé

Recensie op crimezone Toevallig worden ze beiden op dezelfde dag bezorgd: Een goede dag voor de ezel, van Tim Krabbé, en de biografie van Simon Vestdijk, geschreven door Wim Hazeu. Verschil: zo’n 700 pagina’s. Vestdijk heeft meer dan vijftig boeken op zijn naam, Krabbé vooralsnog een stuk of tien, maar wat niet is kan komen. Tenslotte debuteerde Vestdijk pas toen hij dik in de dertig was en hield hij het schrijven vol tot het eind van zijn leven. Vestdijk was een stevige roker, dronk behoorlijk en schreef zich van depressie naar depressie. Krabbé is in alle opzichten Vestdijk’s tegenpool. Vestdijk kon vermoedelijk niet eens fietsen. Krabbé heeft jarenlang gefietst in de hogere regionen en haalde daar De Renner uit, één van de weinige boeken over sport waarvan de auteur de research helemaal zelf heeft doorvoeld. Vestdijk bedacht zijn materiaal. Krabbé beleefde het. Vestdijk leefde voornamelijk binnen de grenzen van zijn eigen universum, de huiskamer. Krabbé niet. Wielrennen, schaken, schrijven, Krabbé combineert het allemaal. Vestdijk kon zich binnen dat immense oeuvre nog wel eens een uitglijder veroorloven. Van die vijftig boeken heeft ongeveer de helft de tand van de tijd doorstaan. Krabbé heeft het nooit gezocht in kwantiteit. Geen grote romans, geen literaire experimenten. Maar wat hij heeft geschreven staat nog steeds als een huis. Het gouden ei is inmiddels uitgegroeid tot een klassieker. Twee keer verfilmd, maar in beide gevallen blijft het boek beter dan de film. Krabbé is niet in een hokje te stoppen. Schijnbaar eenvoudig, en met geen woord te veel wekt hij zijn personage’s tot leven. Om ze vervolgens in situaties te brengen die doen denken aan omstandigheden die ontsproten zijn aan de bizarre geest van Edgar Allan Poe. Alleen heeft Krabbé de lak van de gothische romantiek niet nodig om de horror uit het dagelijks leven te schilderen. Een goede dag voor de ezel, is een logische parel in de ketting van de Krabbé s juweeltjes. Alleen al de eerste zin: “Gelukkig zijn was het makkelijkste wat er was.” Kan zo bijgezet worden in de serie “beste eerste zinnen.” Net als: “De portier is een invalide,” uit Nooit meer slapen, van W.F. Hermans, een opening om in te lijsten. Wat er ook gebeurt, het kan alleen maar slechter worden. Er ontvouwt zich een subtiel drama, de formule waarop Krabbé het patent lijkt te hebben. Een toevallige samenloop van omstandigheden en een toevallig gehoorde, beledigende opmerking in een streekbus, vormen de aanzet tot een keten van gebeurtenissen die tijdens het lezen achteloos voorbij lijkt te komen, maar aan het slot samenvallen tot een macabere ontknoping. Toeval speelt een grote rol in dit boek. Vaak een truc om een plot sluitend te maken, maar in Een goede dag voor de ezel, een logisch gegeven. Toeval speelt ook een grote rol in het leven, al denkt menigeen dat het lot niet door toeval, maar door wilskracht wordt bepaald. Op het verkeerde moment, op de verkeerde plek zijn, is vaker een noodlottige gebeurtenis, dan een uitgekiende moord. Krabbé maakt weer eens duidelijk dat goed en kwaad balletje vormen dat alle kanten op rollen. Dat het vaak de verkeerde is valt de schrijver niet aan te rekenen. Een boek dat pas op z’n plek valt wanneer je er een paar dagen over hebt nagedacht. Bedrieglijk eenvoudig. Krabbé weet uit een minimum aan woorden een maximaal effect te halen. Weinig schrijvers die hem dat nadoen. Glashelder…

A Cosmic Joke

Voor de meeste mensen is Einstein gewoon een naam, een foto met een man, type nerd, weelderige grijze haardos, die op een merkwaardige foto, spottend zijn tong uitsteekt. En de formule: E=MC kwadraat. Daarmee houdt het zo’n beetje op. Einstein was in tegenstelling tot uitvinders als Edison, Wright broertjes en Ford niet een man die zich kon beroepen op een uitvinding die in de praktijk van het dagelijks leven een rol speelt. Hij ontdekte iets wat er altijd al was, maar niet herkend werd. Vlak na de donkere middeleeuwen gooide Copernicus de knuppel in het (theologische) hoenderhok door te stellen dat het niet de zon was die om de aarde draaide, maar andersom. Zo werd de centrale plaats van een door God geschapen aarde als middelpunt van het heelal weggevaagd. Het constateren van dit feit kwam hard aan, vooral bij de gelovigen die ervan uitgingen dat de schepping, zoals die in het boek Genesis staat (voor de oplettende lezer is dat een vreemd boek: het bevat twee scheppingsversies) slechts zeven dagen werk was, in plaats van miljarden jaren evolutie. Een paar honderd jaar later bevestigde de Britse natuurkundige Newton (volgens de mythe omdat er een appel uit een boom op zijn hoofd viel) die stelling door vast te stellen dat het heelal bestond uit lichamen die allemaal een vaste baan beschreven, met de zwaartekracht als bindende factor. Daarna kwam Einstein, die aantoonde dat de logica van Newton weliswaar heel goed bruikbaar was in de ‘gewone’ wereld maar dat Newton’s wetten niet bruikbaar waren in de kosmos, en op het niveau van de kleinste deeltjes. Voor het dagelijks leven was er niks aan de hand, een pond koffie bleef een pond koffie. Einstein toonde de correlatie aan tussen massa en gravitatie. Daarom weten we nu dat er meer koffie in een pond gaat als je het op de maan weegt. Bovendien vroeg hij zich af wat er zou gebeuren als je met de snelheid van het licht in een scheerspiegel zou kijken. Dat soort gedachten kon hij niet in de praktijk toetsen, dus bleef er niks anders over dan een wiskundig model te maken van ruimte, tijd en (zwaarte(kracht). Het kwam erop neer dat de lichtsnelheid constant was met ongeveer 300.000 km per seconde. En dat tijd, gemeten door een klok, langzamer ging naarmate een lichaam zich sneller beweegt. En dat beweging niet is vast te stellen, omdat er altijd een punt moet zijn ten opzichte waarvan je je beweging vaststelt. Zo gaat dat: de aarde draait om de zon, de zon draait weer mee in een sterrenstelsel en dat beweegt weer rond een ander stelsel enz. Kortom: Einstein zette de natuurkundige wereld op zijn kop door te stellen dat alles relatief is en het heelal geen ijkpunt kent. Het is maar vanaf welk punt je de zaak bekijkt. Hij toonde aan dat de lichtsnelheid absoluut is. Om die te kunnen overschrijden is een oneindige hoeveelheid massa / energie nodig. Reizen sneller dan het licht zou daarom het einde betekenen van het heelal zoals we dat nu kennen. Jean Claude Caririére heeft over deze materie een toegankelijk, langs wetenschap en filosofie scherend, boek gemaakt. (Bezige Bij) Hij laat een denkbeeldige Einstein aan het woord, die door een jonge studente aan de tand wordt gevoeld. Door haar ogen krijg je een kijkje in Einstein’s Brain. Het boek stopt op het punt van de kwantumfysica. Logisch, want Einstein heeft zich daar niet in kunnen vinden om de reden dat de kwantumtheorie uitgaat van een onzekerheidsprincipe en de observator van een kwantumonderzoek altijd zo’n onderzoek stuurt, omdat hij een onderdeel in de meting is. “God dobbelt niet” beweerde Einstein stellig. Daarover is het laatste woord niet gesproken, maar intussen is de theorie van de oude Albert wél stevig overeind gebleven. Maar absoluut, nee....Ooit vroeg een journaliste aan Einstein: “Mijnheer, zou u de theorie in een paar zinnen kunnen uitleggen?” “Dat kan ik wel,” antwoordde Einstein, “maar de vraag is of u het in een paar zinnen begrijpt.” In Einstein, vertel eens,” is dat uitleggen de schrijver aardig gelukt.

Albert Joking

Albert Joking

De Oerknal

De Oerknal Uitgave: De Arbeiderspers Simon Singh 2005 was het Mozart jaar en dat zullen we weten. Alle publieke omroepen proberen elkaar te overtreffen in de Mozart manie. Van kleuteropera tot taartjes, van classic FM tot de concertzender. Het is allemaal Mozart. Misschien is het vloeken in de kerk, maar ik ben van mening dat Mozart weliswaar een paar briljante pianoconcerten in elkaar heeft gezet, maar het probleem is dat dat materiaal nauwelijks verkrijgbaar is. En helaas is elke noot vastgelegd, zelfs opera’s die’t wonderkind op zijn tiende bedacht. Knap voor een knaapje, maar niet te genieten als je geen musiciloog bent. Tip: koop nooit een goedkope cd met werk van Mozart. Alfred Brendel weet zijn pianowerk de diepte te geven die het verdient. De rest is meestal rommel. En nu ik toch associeer: Mozart liefde was de opera. Hij was dus een soort Lloyd Webber voor de Oostenrijkse society. Mozart wordt het grootste genie allertijden genoemd. Te veel eer. Ik durf te beweren dat oude Bach een veel groter componist was dan die bepruikte muziekfabriek. 2005 was ook Einstein jaar. Het hele jaar niets van gemerkt. Einstein doet het slecht op koekblikken en Weens gebak. Einstein speelde overigens graag viool, Deed dat slecht, maar pretendeerde er ook niks mee . Zowel Einstein en Bach gingen uit van theoretische modellen. Daarom kun je Bach’s fuga’s in een sampler stoppen en het blijft Bach. De noten, daar gaat het om. Slechtere componisten hechten aan interpretatie van noten. Bach moet je niet interpreteren en al helemaal opvullen met romantische klanken. “De belangrijkste ontdekking ooit,” schrijft Simon Singh ergens in zijn boek. De meningen daarover zijn verdeeld. De evolutietheorie van Darwin is waarschijnlijk meer omstreden. Vooral op basis van religieuze argumenten. In bijbel en koran staat nadrukkelijk geschreven dat dieren en mensen van volstrekt verschillende aard zijn en dat de mens het recht heeft het dier te onderwerpen. Pijnlijk voor de gelovigen om dan te horen dat zijn voorouders niet Adam en Eva zijn, maar waarschijnlijk een aap met een genetische afwijking. Met die onderwerping zit het wel goed, maar daarvoor hoef je geen christen te zijn. De ontdekking van Edwin Hubble dat we leven in een heelal dat uitdijt wekte in 1923 veel belangstelling in de wetenschappelijke wereld. Einstein’s relativiteitstheorie was een gedachtesprong die veel filosofische vragen opriep, maar moeilijk is te weerleggen. Uit Hubble’s constatering dat bijna alle sterrenstelsels zich met steeds grotere snelheid van elkaar af bewegen kan zelfs een leek afleiden dat die stelsels daarvoor dichter bij elkaar waren. Zo’n vijftien milard jaar geleden moeten ze zo dicht op elkaar zijn geweest dat het hele heelal een soort oneindige dichtheid had. Misschien een miljardste van een speldenknop, maar zelfs dat is onwaarschijnlijk. Einstein’s theorie was niet in tegenstelling met het idee dat tijd en ruimte een beginstadium hebben, maar Einstein had geen oplossing voor welke wetten er bestonden op het moment dat dit heelal ontstond. Singh weet het evenmin, maar heeft een lekker toegankelijk boek geschreven over de aanloop naar de feiten zoals we nu kennen. Het begint eigenlijk in de tijd van de “verlichting” een tijd die niet geheel toevallig zo wordt genoemd. Het theologische model werd na de middeleeuwen langzaam vervangen door wetenschap. Logica versus geloof, een combinatie die onverenigbaar is. Hoe meer je weet, hoe minder je gelooft. Hoe meer je weet hoe groter de twijfel want in de wetenschap is het, in tegenstelling tot de religie, bijna altijd zo dat een theorie door een andere –betere- theorie te vervangen. Niets is zeker en zelfs dat niet. Een aardige paradox. Paradoxaal is ook dat de zoektocht naar het oneindige grote automatisch leidt tot een zoektocht naar het oneindige kleine. De wereld heeft het lang gedaan met Newton’s wetten over banen en zwaartekracht. Hij had het bijna goed, maar helaas voor Newton werd zijn theorie door Einstein aan flarden geschoten. Op zijn beurt is Einstein’s theorie eveneens onvolledig. Als het gaat om de allerkleinste deeltjes kloppen Einstein’s beweringen evenmin als die van Newton. Nog tijdens Einstein’s leven kwamen Planck en Bohr met de kwantumtheorie. Die theorie vond Einstein zo krankzinnig dat hij het afdeed met de stelling dat God niet dobbelt. De kwantumtheorie is zo absurd omdat onzekerheid, iets wat gelovigen en wetenschappers moeilijk aanvaarden, een rol speelt. En omdat er niets objectief kan worden waargenomen. Want elke waarneming is deel van wat wordt waargenomen en beinvloedt het resultaat. Als iemand naar een deeltje kijkt kan hij de snelheid zien of de plek. Maar beide tegelijk is onmogelijk. Kortom: “It’s all in the eye of the beholder.” Moeilijk terrein waaraan je niks hebt in het dagelijks leven. De kwantummechanica sluit niet uit dat alles een illusie is. Leuk om over te filosoferen. Maar in zekere zin ook angstaanjagend. Voorlopig kunnen we het doen met Simon Sings’ beschrijving van wat er allemaal nodig was om dogma’s te weerleggen en feiten te verklaren. Het lijkt erop dat we deel zijn van iets onvoorstelbaars. Wat was er voor de Big Bang? Die vraag zou Singh graag hebben beantwoord. Stephen Hawking ook. Wat was er voor er ruimte en tijd was? Kan er iets uit niets ontstaan? Het enige dat zeker is dat de oerknal geluidloos was. Oerflits is een betere formulering. Geluid zich plant verplaatst zich door materie zoals lucht. En lucht bestaat niet buiten de dampkring. De ontploffingen in Star Wars zijn spectaculair, maar voor het effect hebben d schrijvers de feiten ruim benut. Het grote probleem: is er werkelijkheid als niemand kijkt? Who knows? En hoeveel tijd is geen tijd? Een lekkere aflevering van Star Trek gaat er wel in als je dit dikke boek van Singh achter de kiezen hebt. Daarin gebeuren tenminste gewone dingen. En passant: onlangs heeft Stephen Hawking zijn menig over zwarte gaten herzien. Zwarte gaten zijn het effect van grote sterren die ineenstorten door hun eigen zwaartekracht. In een zwart gat bestaat tijd noch ruimte. Hawking heeft ontdekt dat er wel informatie uit zo’n gat sijpelt en dat betekent dat de hele kosmologie op losse schroeven staat. Therotisch zou de kwantummechanica wel eens het ei van Clolumbus kunnen zijn. Dat zou een grotere omwenteling zijn dan elke andere theorie. Maar laat het nou net die theorie zijn, die zich niet aan oorzaak en gevolg houdt. De theoretische fysica leert ons steeds meer over het heelal. Descartes opmerking “Ik denk, dus ik besta,” is geen voldongen feit meer. De Big Bang is nauwelijks te begrijpen. Maar de kwantumfyisica lost meer vragen op dan elke andere theorie. Alleen begrijpt geen sterveling hoe de kwantumfysica werkt. En nog even over Einstein: E=MC Kwadraat. Dat betekent dat de lichtsnelheid nooit kan worden overschreden, omdat C, de snelheid van het licht energie nodig heeft. Maar in het heelal is geen kracht te vinden die zoveel energie levert. Gebeurt dat wel dan bestaat er geen heelal meer. Maar: de kwantummechenica sluit niet uit dat deeltjes met een grotere dan de lichtsnelheid bestaan... Singh heeft er een onderhoudend boek over gemaakt. Toegankelijk en helder. Soms wat oppervlakkig. Maar het is een grote verdienste dat een schrijver deze filosofische vragen helder probeert uit te leggen aan publiek dat wel eens verder wil kijken dat de pulp van Discovery.

Bitter Bierce!!!!!

A person who doubts himself is like a man who would enlist in the ranks of his enemies and bear arms agains himself. He makes his failure certain by himself being the first person to be convinced of it. Ambrose Bierce A total abstainer is one who abstains from everything but abstention, and especially from inactivity in the affairs of others. Ambrose Bierce Ability is commonly found to consist mainly in a high degree of solemnity. Ambrose Bierce Absence blots people out. We really have no absent friends. Ambrose Bierce Abstainer: a weak person who yields to the temptation of denying himself a pleasure. Ambrose Bierce Absurdity, n.: A statement or belief manifestly inconsistent with one's own opinion. Ambrose Bierce Academe, n.: An ancient school where morality and philosophy were taught. Academy, n.: A modern school where football is taught. Ambrose Bierce Acquaintance. A person whom we know well enough to borrow from, but not well enough to lend to. Ambrose Bierce Admiration, n. Our polite recognition of another's resemblance to ourselves. Ambrose Bierce All are lunatics, but he who can analyze his delusions is called a philosopher. Ambrose Bierce Ambidextrous, adj.: Able to pick with equal skill a right-hand pocket or a left. Ambrose Bierce An egotist is a person of low taste-more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Anoint, v.: To grease a king or other great functionary already sufficiently slippery. Ambrose Bierce Ardor, n. The quality that distinguishes love without knowledge. Ambrose Bierce Bacchus, n.: A convenient deity invented by the ancients as an excuse for getting drunk. Ambrose Bierce Barometer, n.: An ingenious instrument which indicates what kind of weather we are having. Ambrose Bierce Battle, n., A method of untying with the teeth a political knot that would not yield to the tongue. Ambrose Bierce Beauty, n: the power by which a woman charms a lover and terrifies a husband. Ambrose Bierce Belladonna, n.: In Italian a beautiful lady; in English a deadly poison. A striking example of the essential identity of the two tongues. Ambrose Bierce Bigot: One who is obstinately and zealously attached to an opinion that you do not entertain. Ambrose Bierce Bore, n. A person who talks when you wish him to listen. Ambrose Bierce Brain: an apparatus with which we think we think. Ambrose Bierce Bride: A woman with a fine prospect of happiness behind her. Ambrose Bierce Cabbage: a familiar kitchen-garden vegetable about as large and wise as a man's head. Ambrose Bierce Calamities are of two kinds: misfortunes to ourselves, and good fortune to others. Ambrose Bierce Childhood: the period of human life intermediate between the idiocy of infancy and the folly of youth - two removes from the sin of manhood and three from the remorse of age. Ambrose Bierce Clairvoyant, n.: A person, commonly a woman, who has the power of seeing that which is invisible to her patron - namely, that he is a blockhead. Ambrose Bierce Cogito cogito ergo cogito sum - I think that I think, therefore I think that I am. Ambrose Bierce Confidante. One entrusted by A with the secrets of B confided to herself by C. Ambrose Bierce Conservative, n: A statesman who is enamored of existing evils, as distinguished from the Liberal who wishes to replace them with others. Ambrose Bierce Consult: To seek approval for a course of action already decided upon. Ambrose Bierce Corporation: An ingenious device for obtaining profit without individual responsibility. Ambrose Bierce Coward: One who, in a perilous emergency, thinks with his legs. Ambrose Bierce Cynic, n: a blackguard whose faulty vision sees things as they are, not as they ought to be. Ambrose Bierce Dawn: When men of reason go to bed. Ambrose Bierce Day, n. A period of twenty-four hours, mostly misspent. Ambrose Bierce Death is not the end. There remains the litigation over the estate. Ambrose Bierce Debt, n. An ingenious substitute for the chain and whip of the slavedriver. Ambrose Bierce Deliberation, n.: The act of examining one's bread to determine which side it is buttered on. Ambrose Bierce Destiny: A tyrant's authority for crime and a fool's excuse for failure. Ambrose Bierce Doubt begins only at the last frontiers of what is possible. Ambrose Bierce Doubt is the father of invention. Ambrose Bierce Doubt, indulged and cherished, is in danger of becoming denial; but if honest, and bent on thorough investigation, it may soon lead to full establishment of the truth. Ambrose Bierce Edible, adj.: Good to eat, and wholesome to digest, as a worm to a toad, a toad to a snake, a snake to a pig, a pig to a man, and a man to a worm. Ambrose Bierce Education, n.: That which discloses the wise and disguises from the foolish their lack of understanding. Ambrose Bierce Egotism, n: Doing the New York Times crossword puzzle with a pen. Ambrose Bierce Egotist: a person more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Egotist: A person of low taste, more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Experience is a revelation in the light of which we renounce our errors of youth for those of age. Ambrose Bierce Faith: Belief without evidence in what is told by one who speaks without knowledge, of things without parallel. Ambrose Bierce Famous, adj.: Conspicuously miserable. Ambrose Bierce Fork: An instrument used chiefly for the purpose of putting dead animals into the mouth. Ambrose Bierce Genealogy, n. An account of one's descent from a man who did not particularly care to trace his own. Ambrose Bierce Happiness: an agreeable sensation arising from contemplating the misery of another. Ambrose Bierce History is an account, mostly false, of events, mostly unimportant, which are brought about by rulers, mostly knaves, and soldiers, mostly fools. Ambrose Bierce I believe we shall come to care about people less and less. The more people one knows the easier it becomes to replace them. It's one of the curses of London. Ambrose Bierce I never said all Democrats were saloonkeepers. What I said was that all saloonkeepers are Democrats. Ambrose Bierce Immortality: A toy which people cry for, And on their knees apply for, Dispute, contend and lie for, And if allowed Would be right proud Eternally to die for. Ambrose Bierce In our civilization, and under our republican form of government, intelligence is so highly honored that it is rewarded by exemption from the cares of office. Ambrose Bierce Inventor: A person who makes an ingenious arrangement of wheels, levers and springs, and believes it civilization. Ambrose Bierce It is evident that skepticism, while it makes no actual change in man, always makes him feel better. Ambrose Bierce Land: A part of the earth's surface, considered as property. The theory that land is property subject to private ownership and control is the foundation of modern society, and is eminently worthy of the superstructure. Ambrose Bierce Lawsuit: A machine which you go into as a pig and come out of as a sausage. Ambrose Bierce Learning, n. The kind of ignorance distinguishing the studious. Ambrose Bierce Liberty: One of Imagination's most precious possessions. Ambrose Bierce Litigation: A machine which you go into as a pig and come out of as a sausage. Ambrose Bierce Logic: The art of thinking and reasoning in strict accordance with the limitations and incapacities of the human misunderstanding. Ambrose Bierce Love: A temporary insanity curable by marriage. Ambrose Bierce Mad, adj. Affected with a high degree of intellectual independence. Ambrose Bierce Mammon, n.: The god of the world's leading religion. Ambrose Bierce Marriage, n: the state or condition of a community consisting of a master, a mistress, and two slaves, making in all, two. Ambrose Bierce Mayonnaise: One of the sauces which serve the French in place of a state religion. Ambrose Bierce Meekness: Uncommon patience in planning a revenge that is worth while. Ambrose Bierce Men become civilized, not in proportion to their willingness to believe, but in proportion to their readiness to doubt. Ambrose Bierce Ocean: A body of water occupying about two-thirds of a world made for man - who has no gills. Ambrose Bierce Optimism: The doctrine that everything is beautiful, including what is ugly, everything good, especially the bad, and everything right that is wrong... It is hereditary, but fortunately not contagious. Ambrose Bierce Painting, n.: The art of protecting flat surfaces from the weather, and exposing them to the critic. Ambrose Bierce Patience, n. A minor form of dispair, disguised as a virtue. Ambrose Bierce Perseverance - a lowly virtue whereby mediocrity achieves an inglorious success. Ambrose Bierce Philosophy: A route of many roads leading from nowhere to nothing. Ambrose Bierce Photograph: a picture painted by the sun without instruction in art. Ambrose Bierce Politeness, n: The most acceptable hypocrisy. Ambrose Bierce Politics: A strife of interests masquerading as a contest of principles. The conduct of public affairs for private advantage. Ambrose Bierce Positive, adj.: Mistaken at the top of one's voice. Ambrose Bierce Pray, v.: To ask that the laws of the universe be annulled in behalf of a single petitioner confessedly unworthy. Ambrose Bierce Pray: To ask the laws of the universe to be annulled on behalf of a single petitioner confessedly unworthy. Ambrose Bierce Prescription: A physician's guess at what will best prolong the situation with least harm to the patient. Ambrose Bierce Quotation, n: The act of repeating erroneously the words of another. Ambrose Bierce Religion. A daughter of Hope and Fear, explaining to Ignorance the nature of the Unknowable. Ambrose Bierce Revolution, n. In politics, an abrupt change in the form of misgovernment. Ambrose Bierce Saint: A dead sinner revised and edited. Ambrose Bierce Speak when you are angry and you will make the best speech you will ever regret. Ambrose Bierce Spring beckons! All things to the call respond; the trees are leaving and cashiers abscond. Ambrose Bierce Success is the one unpardonable sin against our fellows. Ambrose Bierce Suffrage, noun. Expression of opinion by means of a ballot. The right of suffrage (which is held to be both a privilege and a duty) means, as commonly interpreted, the right to vote for the man of another man's choice, and is highly prized. Ambrose Bierce Sweater, n.: garment worn by child when its mother is feeling chilly. Ambrose Bierce Telephone, n. An invention of the devil which abrogates some of the advantages of making a disagreeable person keep his distance. Ambrose Bierce The best thing to do with the best things in life is to give them up. Ambrose Bierce The covers of this book are too far apart. Ambrose Bierce The gambling known as business looks with austere disfavor upon the business known as gambling. Ambrose Bierce The hardest tumble a man can make is to fall over his own bluff. Ambrose Bierce The slightest acquaintance with history shows that powerful republics are the most warlike and unscrupulous of nations. Ambrose Bierce The small part of ignorance that we arrange and classify we give the name of knowledge. Ambrose Bierce There are four kinds of Homicide: felonious, excusable, justifiable, and praiseworthy. Ambrose Bierce To be positive is to be mistaken at the top of one's voice. Ambrose Bierce Vote: the instrument and symbol of a freeman's power to make a fool of himself and a wreck of his country. Ambrose Bierce War is God's way of teaching Americans geography. Ambrose Bierce We know what happens to people who stay in the middle of the road. They get run over. Ambrose Bierce We submit to the majority because we have to. But we are not compelled to call our attitude of subjection a posture of respect. Ambrose Bierce What this country needs what every country needs occasionally is a good hard bloody war to revive the vice of patriotism on which its existence as a nation depends. Ambrose Bierce When you doubt, abstain. Ambrose Bierce Who never doubted, never half believed. Where doubt is, there truth is - it is her shadow. Ambrose Bierce

Back from Rio

As a very longtime lover of Roger McGuinn, having seen him a number of times, including this past year, sitting front row center in a small venue, I absolutely love this album. If you listen to it more than a cursory once, and especially on a good stereo or better yet, through good headphones, you will realize what a spectacular album this is. Give it a chance and it will grow on you (if it doesn't instantly knock you out, like it did me). http://www.mcguiincom

Rickenbackermasterpiece

Rickenbackermasterpiece
www.mcguinn.com

Dexter

Dexter

Anton Wachter bij het grofvuil

Anton Wachter bij het groffe vuil.... Harlingen. Soms lijkt het alsof de geest van Vestdijk er nog rondspookt. Waar vind je nog een stad waar de burgemeester je persoonlijk even belt als hij vindt dat ’t journaille hem niet helemaal geloofd? En die hoogstpersoonlijk een echte vuilverbrandingsoven aan het wad binnenloodst... "De lucht in Lahringen is dan schoner dan die boven Antarctica," verzekerde de geparachuteerde bobo. Waar kon je tot voor kort een heuse schouwburg met alles erop en eraan voor een halve euro kopen? En waar vind je een stad die een literaire prijs –De Anton Wachter Prijs, jawel, uitreikt aan een debuut, waarvan jurylid Martin Ros toch echt beweerde, dat het zonde was van de bomen die voor’t papier van het boek gekapt waren? Het mocht niet verhinderen dat Christiaan Weijts, hem, zoals voorspeld, kreeg voor zijn indrukwekkende roman Artikel 285 B. Weijts mocht een replica van het standbeeld van Anton Wachter meenemen. Het werd hem tijdens een indrukwekkend gala overhandigd. Wat vooral opviel was de afwezigheid van de jury en de toespraken van menig spreker, die, noch Weijts, noch Vestdijk had gelezen. Dat Vestdijk’s nalatenschap, literatuur in het algemeen en Lahringen er geen innige banden op nahouden: soit. Maar om nou op deze manier als gemeente je gram te halen....Of zou Ros even langs zijn geweest? Of, wederom een smerige streek van Vestdijk’s narrige stadse kwelgeest, Mijnheer Visser?? En passant verklaarde Mieke Vestdijk dat Ierse Nachten de mooiste roman was van de Lahringse reus en Op Afbetaling de meest nare. Lang geleden dat Mieke zich liet interviewen. Een primeur dus.

Meneer Scheffer

Meneer Scheffer

Mieke Vestdijk

Mieke Vestdijk

Anton bij het oud papier

Anton bij het oud papier