We vieren het pas als iedereen terug is


Johan van der Wal promoveert op Schylge in Tweede Wereldoorlog

“Was mijn vader geen zeeman geweest, dan zou ik misschien nog stopcontacten aanleggen”

Door Feije Wieringa

Bij het woord proefschrift denk je al snel aan een heel dik boek, veel vakjargon en de helft als notenapparaat in kleine lettertjes. Alleen het eerste is van toepassing op Johan van der Wal’s boek: het telt 456 pagina’s, vrij grote pagina’s zelfs, maar er staat geen letter jargon in. Behalve wanneer het noodzakelijk is en dan volgt de uitleg meteen. Het notenapparaat is bescheiden. Alle informatie staat in het boek.

‘We vieren het pas als iedereen terug is’ is weliswaar een proefschrift, maar Johan van der Wal is schrijver genoeg om het meteen in de vorm van een uiterst leesbaar, bij vlagen zelfs spannend - en dat is positief bedoeld - boek te gieten. Op 1 maart is de promotie een feit en mag Van der Wal zich doctor in de letteren noemen. Maar de kans dat zijn journalistieke instinct eronder zal lijden is ondenkbaar: hij gaat gewoon door met schrijven en elke Harlinger mag ’m bij zijn voornaam blijven noemen. “Ik blief een gewone ouwe seun. Gien kapsones”.
Hoewel Van der Wal een tot voor kort onbelicht stuk geschiedenis in al zijn facetten heeft blootgelegd en daarvoor heel terecht een bul in ontvangst mag nemen, blijft hij aan de weg timmeren. Niet alleen met kinderboeken en boeken over de maritieme geschiedenis - specialisme WO II - ook blijft hij verbonden aan ‘Weekblad Schuttevaer’, de krant voor de Nederlandse beroepsvaart, andere kranten en tijdschriften en uiteraard aan de ‘Harlinger Courant’. Onder de naam Johan van der Wal: “Ik vind het natuurlijk prachtig dat ik me straks doctor mag gaan noemen. Dat is geen ijdelheid, het is de bekroning op mijn werk, en dus ook op mijn passie. Een betere motivatie om gewoon door te gaan, kan ik niet bedenken”.

“Titel aangereikt”
Eerst iets over het boek. Fysiek heb je wel iets in handen. Een stevige paperback, ontroerende cover, de titel is een vondst en, ook belangrijk, het valt niet na de eerste keer lezen uit elkaar. Mooie bladspiegel, duidelijk afstekende letters en kwaliteitspapier waarop ook het zwart-wit fotomateriaal (spaarzaam maar effectief gebruikt) de tand van de tijd kan doorstaan. Want ‘We vieren het pas als iedereen terug is’ kun je het best omschrijven als ‘geschiedenis voor het nageslacht’. “Die titel is me aangereikt. Had het graag zelf bedacht, maar het is een uitspraak van huisarts David Smit, tijdens de oorlogsjaren verzetsleider op Terschelling. Je kunt het als een soort hommage aan hem beschouwen”.
Het boek bestaat uit drie delen, die naadloos in elkaar overvloeien. Het begint met de beschrijving van het ontstaan en de evolutie van het waddengebied. Kort en krachtig schetst Van der Wal zowel de geografische veranderingen die hebben geleid tot het wad zoals we dat nu kennen, als de sociaal-culturele ontwikkelingen die de bewoners van in feite de héle Noordzeekust, tot en met die van Denemarken, doormaakten. Hij tekent een dynamisch proces dat, ondanks de grote onderlinge verbondenheid, leidde tot een pluriform leefklimaat. Alle eilanden zijn stukken land in zee. Maar deze eilanden (er zijn er meer dan 50) hebben bijna net zoveel met elkaar gemeen als ze van elkaar verschillen. Veel aandacht heeft de schrijver voor eilander talen, gewoonten en identiteit. Van der Wal: “Het gaat zelfs zover dat er op de eilanden zelf soms sprake is van verschillende culturen. Alle Terschellingers zijn Terschellinger voor wie er niet woont. Maar een West-Terschellinger is op het eiland heel wat anders dan iemand die om Oost woont”.

Isolatie
Het tweede deel dekt de ondertitel. Daarin gaat Van der Wal heel uitgebreid in op wat zich tijdens de Tweede Wereldoorlog op Terschelling afspeelde. “Daarvoor heb ik heel veel bronnenonderzoek gedaan. Prachtig werk: oude archieven uitpluizen en van onder het stof de herinneringen aan het leven van destijds naar boven halen. Mijn vrouw Annie heeft me daarbij geholpen, want als ik het in mijn eentje had moeten doen was ik nu nog bezig. Als de badgasten lekker op het strand lagen te zonnen, zweetten wij in duistere kelders met registers en documenten. Eigenlijk is dat leuker dan op het strand liggen. Maar ook vermoeiender. Toch kom je soms dingen tegen die je tot tranen toe roeren. Zo vond ik bij het NIOD in Amsterdam de handtekening van mijn moeder onder kwitanties van de Zeemanspot, het illegale fonds waarmee in de oorlog zeemansvrouwen financieel werden ondersteund. En opeens zijn die kwitanties dan een stukje tastbaar leven uit een vervlogen. tijd”.
In het bijzonder verwijst Van der Wal naar de nalatenschap van Atte Hibma, in de oorlogsjaren veearts en voedselcommissaris op het eiland. Uit het boek komt Hibma naar voren als een omstreden man. Hij werkte vaak nauw samen met de Duitse bezetters. Dat is hem kwalijk genomen, maar er staat tegenover dat hij ook een sterk medegevoel had voor de Terschellinger bevolking. Dankzij hem hoefde tijdens zijn commissariaat geen enkele Terschellinger in Duitsland te werken. Misschien zou je het ‘pragmatische collaboratie’ kunnen noemen. Van der Wal: “Besef dat er op zeker moment 2.200 Duitsers op Terschelling waren en de bevolking telde iets meer dan 3.000 zielen. Met elkaar geïsoleerd op een eiland. Dan ben je tot elkaar veroordeeld. Op een eiland gelden andere wetten dan op het vasteland. Je kon er in die tijd niet af zonder Duitse toestemming. Er vormde zich een gemeenschap van geven en nemen en leven en laten leven. De Duitsers hebben het de eilanders niet al te lastig gemaakt, op wat uitzonderingen na. Andersom gebeurde hetzelfde”.

Eilandergevoel
Deze tweede sectie is voor het grote publiek het makkelijkst toegankelijk. Veel levens en levensverhalen passeren de revue. Er wordt een levendig beeld getekend van het reilen en zeilen op een eiland dat in minder roerige tijden al tot de verbeelding spreekt: waarom zou Terschelling anders zoveel toeristen trekken? In oorlogstijd werd als nooit tevoren een beroep gedaan op het ‘eilandergevoel’, zoals Boudewijn Buch dat ooit omschreef, evenals Van der Wal dat nu doet. Dat valt niet uit te leggen. Daarvoor moet je een tijdje op een eiland zijn geweest. Of je leest ‘We vieren het pas als iedereen terug is’.
Officieel was de oorlog voorbij op 5 mei 1945, in Harlingen kwam de bevrijding al op 17 april. Voor Terschelling lag dat iets anders: pas op 29 mei 1945 arriveerde het eerste bataljon Britten. Zoiets hoort ook bij het ‘eilandergevoel’.
In het derde deel staat niet Terschelling centraal, maar de gebeurtenissen rond de Nederlandse koopvaardij voor, tijdens en na de oorlog. Maar die historie is onlosmakelijk met het eiland verbonden. Terschelling leeft nu hoofdzakelijk van het toerisme. Maar tot ver in de vorige eeuw leverde het eiland talloze zeelieden, zowel aan de vissersvloot als aan koopvaardij en marine. Ook waren Terschellingers en andere eilanders bekend met de walvisvaart. Het heeft geen haar gescheeld of ‘Moby Dick’ was niet door Herman Melville, maar door Hidde Catsz van Ameland geschreven…

In het voorwoord schrijf je dat je vader vooral een verteller was. Zit het in de genen?

“Nou, hij was zeeman en geen schrijver. Maar hij kon vertellen als de beste. Hij maakte in 1940 een reisje dat zes weken zou duren. Het werden zes jaar. En hij vertelde veel, maar over die ene reis was hij zwijgzaam. Achteraf begreep ik waarom. Zijn schip werd getorpedeerd. In de Caribische zee, door een U-boot. Omdat de bemanning sliep en moeilijk wakker werd, heeft een aantal bemanningsleden het niet overleefd. Anderen werden voor hun leven verminkt. Dat is bij hem gaan knagen, denk ik. Ik was een typisch zeemanskind. Opgevoed door ‘Moeke’, die bevriend was met andere zeemansvrouwen en zo belandde ik tussen de zeemanskinderen. Wel Harlinger, maar toch binnen een eigen cultuurtje”.

Je werkt al jaren als maritiem en ‘gewoon’ journalist, bij dag- en weekbladen en tijdschriften. Nu schrijf je boeken en is er ook nog een proefschrift van formaat. Is dat ambitie?

“Niet als je daarmee wilt suggereren dat ik een beroemde schrijver wil worden. Daar hebben we genoeg van en ik lees ze graag. Het is eigenlijk vanzelf zo gelopen. Ben begonnen met een opleiding in de elektrotechniek. Heb ik ook even in gewerkt. Daarna wilde ik wat anders. Ging ’s avonds studeren, eerst HAVO, daarna Nederlands. Komt waarschijnlijk omdat ik altijd een soort passie voor lezen heb gehad. Ik houd van Vestdijk, Slauerhoff en dat ontwikkelde zich dóór, van de klassiekers tot de moderne, vooral Amerikaanse literatuur. Ik merkte dat ik wel wat talent had om te schrijven. Veel freelance-werk gedaan. Ben eigenlijk begonnen met stukjes samen met Nico Tinga. Dat was nog niet voor de HC, maar voor een huis-aan-huis blad van de Waddenvereniging. We schrijven 1980. Van het één kwam het ander. Ik kwam als voorlichter bij de Waddenvereniging terecht. Daar heb ik veel geleerd. Veel brochures en boeken geschreven, scenario’s en films gemaakt. Toen ging het wel echt de natte kant op. Het eerste boek was ook voor de Waddenvereniging: ‘Kustlandschap met 50 eilanden’. Later werkte ik voor wat toen nog de kabelkrant was, van Wout Gerstel”.

En toen werd je fulltime schrijver

“Ik werd door uitgeverij Kluitman benaderd om een kinderboek te schrijven. Dat lag me wel en ik heb er een aantal gemaakt, waarmee ik niet wereldberoemd werd, maar die wel goed verkochten. Dat vormde een mooie basis om zelfstandig te werken. Ik schrijf nog steeds kinderboeken, maar nu voor m’n plezier. Schrijven werd een tweede natuur. Door de familiehistorie was ik betrokken bij de geschiedenis van de koopvaardij. En daar valt nog veel over te schrijven. Die koopvaardij is zo onderbelicht na de oorlog. Door mijn vader voel ik me er erg mee verbonden, ook al heb ik zelf nooit gevaren”.

Je vader vertelde niet alles, begreep je later?

“Nee. Als het om oorlogshandelingen ging, bleef hij gesloten. Hij vertelde wel dat in 1943 zijn schip werd getorpedeerd. Pas later begreep ik wat voor horror dat geweest is. Mannen moesten voor hun leven zwemmen, tussen de haaien. Sommigen verdronken, anderen werden gepakt door een haai. Maart 1943, Caribische zee. Ik heb de scheepsverklaring van de oudste overlevend officier hier liggen. Die verhalen en het willen weten wat erachter steekt. We, een groep zeemanskinderen, probeerden hier in Harlingen een monument te krijgen voor ‘hen die in de oorlog op zee zijn gebleven’. Tot 1995 stuitte dat op weerstand vanuit de gemeente. Maar toen het erdoor was, dankzij het Centraal Comité ’40 – ’45, kwam de vraag: “Johan, wil jij even uitzoeken wat de namen zijn en hoe het allemaal precies in elkaar stak?” Geen eenvoudige klus. Maar het werd de opstap naar de publicatie die nu voor je ligt. Het eerste boek over deze materie kwam uit in 1995: ‘Gebleven. Harlinger zeelieden tijdens WO II’. Veel in archieven gespeurd, veel logboeken en registers bestudeerd en met heel veel mensen gepraat. In 1997 kwam het tweede boek: ‘De ondergang van de Simon Bolivar’. Het schip dat in 1939 door de Duitsers tot zinken is gebracht en waarop mijn vader ooit twee reizen maakte. Zijn collega en stadgenoot Hendrik Ruygh kwam bij de ramp om het leven. Organisch kwam het verzoek om de geschiedenis van Terschelling tijdens de oorlogsdagen vast te leggen. Dat werd ‘Zij zijn niet waarlijk dood’. En zo kwam van het één het ander”.

Hoe het exact was moeten de mensen maar in je boek lezen, het leest tenslotte als een trein - maar je maakt veel toespelingen op wat Boudewijn Buch ooit omschreef als het ‘eilandergevoel’.

“Sterker nog: ik beschrijf dat tot in detail. Eilanders kijken anders naar de wereld dan vastelanders. Van oudsher hebben ze leren laveren tussen behoud en uitbreiding van de eigen cultuur. Een eiland betekent in zekere zin isolatie. Maar aan de andere kant is een eiland ook een grensgebied waar culturen, zeevaart, handel enz. met elkaar samenvallen. Nu is toerisme de grootste inkomstenbron (we hebben het over Terschelling), vroeger waren dat scheepvaart, visserij en akkerbouw. Eilanden kennen hun eigen dynamiek. Omgaan met zichzelf en de buitenwereld is wat anders dan alleen omgaan met de buitenwereld. Je kunt zelfs eilander worden. Een eiland betekent niet per definitie een gesloten gemeenschap. Wie een jaar zijn schoorsteen op het eiland laat roken en voldoet aan zijn burenplicht - wat dat betekent leest u in het eerste deel van het boek - mag zich eilander noemen. Dat zegt wel wat over de tolerantie en het pragmatisme”.

Pragmatisme: het speelt een grote rol in je boek.

“Pragmatisch denken is inherent aan de eilandcultuur. In de stellingen bij het proefschrift schrijf ik het gunstige verkiezingsresultaat van de NSB in 1935 onder meer toe aan het feit dat veel Terschellingers destijds goede ervaringen hadden met de visserij op Duitse loggers. Ik denk dat de eilanders dat hele gedoe eerder als een maritiem, dan als een politiek gebeuren zagen. En tijdens de oorlog overleven op het eiland was natuurlijk onmogelijk als je je openlijk uitsprak tegen de Duitse bezetters. Meer dan 2000 soldaten en ruim 3000 eilandbewoners moesten het met elkaar zien te rooien. Niemand kwam erop of eraf, zonder directe toestemming van de bezetter. Het was een soort leven-en-laten-leven-strategie. Ik durf niet te zeggen dat het moediger had gekund. En met 40 maritieme slachtoffers tijdens de oorlog heeft Terschelling bewezen zeker niet laf te zijn geweest. Zo’n groot aantal Duitsers, op zó’n relatief kleine groep eilanders had vooral te maken met de strategische ligging van de waddeneilanden. Een deel van de Atlantik Wall, Hitler’s ambitieuze, maar tot falen gedoemde plan, om via een muur van beton, radarposten en soldaten een invasie te voorkomen. Die radarantenne heeft maar een paar jaar gewerkt. Maar wanneer hij werkte was het bereik op z’n gunstigst wèl 2000 km. Dat soort dingen moest goed worden beschermd …”

Nog een paar laatste vragen: wat adviseer je een aspirant promovendus?

“Nou, doe wat anders dan Terschelling, want dat heb ik al gedaan. Lees je in, onderzoek, publiceer en bouw een netwerk op van betrouwbare contacten. Sta dicht bij je onderwerp. Ik kreeg het onderwerp, klinkt wat cynisch maar zo bedoel ik het niet, bijna cadeau. Anderen raadden me aan om contact op te nemen met de Rijksuniversiteit Groningen. Dat heb ik gedaan. Onder het motto: ‘baat het niet, schaadt het niet’. Maar weet wel wat je je daarmee op de hals haalt. Hard werken dus. En het leuke is: ik heb nooit de ambitie gehad om wetenschapper te worden. Was mijn vader geen zeeman geweest, dan zou ik misschien nog stopcontacten aanleggen. Wat best leuk werk was, daar niet van. Maar het feit dat je publicaties het goed doen en goed worden ontvangen door publiek en geleerden is wel zo’n beetje het hoogste dat een schrijver kan bereiken. Denk ik”.

Wat blijft er over voor Johan van der Wal?

“Nog heel veel. Ik blijf gewoon schrijven. Mijn vakgebied is nog lang niet uitgeput. Elke dag komt er immers meer geschiedenis bij. Nee, ik heb geen grote plannen. Gewoon doen wat ik altijd al doe: heel veel lezen en heel veel schrijven. Ondertussen lekker naar de Brandaris luisteren, en zo nu en dan heerlijk naar The Doors, Bach en nog veel meer. Ik heb net een biografie over Jim Morrison gelezen. Wilde jongen was dat. Maar briljant. Ik was ooit bij een concert, maar toen was hij er net even niet. Trek daaruit maar de les: zorg dat je niet aan je succes ten onder gaat en doe gewoon waar je goed in bent”.

Rest nog te vertellen dat bij de promotiecommissie ook Marc Chavannes is gevoegd. Chavannes was in zijn NRC-periode één van de beste journalisten van het land en draagt die kennis als hoogleraar nu over aan de nieuwe generatie. Johan van der Wal had het slechter kunnen treffen. Maar hij blijft gewoon doen waar hij goed in is.

‘We vieren het pas als iedereen terug is. Terschelling in de Tweede Wereldoorlog’. Proefschrift Johan van der Wal. Uitgave: Van Wijnen, Franeker. ISBN 90-5194-2989. Prijs: 49,50 euro.

Philosopher Stones, “ondergrondse” psychedelica.


Sinds Ab Klink de verkoop van paddo's aan banden heeft gelegd, is het voor iemand die de psychedelische ervaring eens wil ondergaan een stukje moeilijker gemaakt om aan het nodige materiaal te komen, maar onmogelijk is het gelukkig niet. Om te beginnen kun je in het seizoen zelf in elke wei waar schapen lopen kaalkopjes plukken. Zorg er wel voor dat je ze goed kunt determineren -daar zijn handleidingen voor en anders vraag je het aan een ervaren psychonaut- want hoewel ze makkelijk zijn te herkennen loop je de kans een zwam te plukken die erop lijkt, maar ondertussen een giftige look-a-like is. Dat risico lopen natuurlijk ook de liefhebbers van de niet hallucinogene paddenstoelen. Met het plukken is niks mis, als je maar weet wat je doet. Ervaren liefhebbers kun je wel vertrouwen, maar om zelf in het wilde weg met een zwart-wit geprint handleidinkje van het internet het veld in trekken om paddo's te verzamelen is nou niet bepaald de meest verstandige optie. Gelukkig zijn er ook nog andere manieren.

Omdat het circuit van ervaren psychonauten een behoorlijk ons kent ons netwerk is, is er altijd wel iemand die een voorraadje van het een en ander heeft liggen. Als je met dat netwerk bekend bent, heb je natuurlijk geen behoefte meer aan handleidingen of andere info. Legaal of illegaal, psychedelica zijn er gewoon en alleen door een verbod zijn ze natuurlijk niet verdwenen.

Wat nog wel te krijgen is in veel smartshops zijn de zogenaamde truffels. Meestal gaan ze in hoeveelheden van zo'n 8 gram over de toonbank. Net zoals in paddo's is de werkzame stof in truffels psylocybine. Het enige verschil met gewone 'paddo's' is dat truffels geen paddenstoelen in de ware zin des woords zijn. Ze groeien namelijk niet boven-, maar ondergronds en behoren dus nog tot het mycelium, het onderaardse netwerk van de paddestoel. Voor de wet is dat een belangrijk verschil, voor de werking gelukkig niet. Het voordeel is dat truffels nog met een bijsluiter worden verkocht, waarop belangrijke info staat, die je bij paddo's uit het illegale circuit helaas niet krijgt meegeleverd. Daarom hier in het kort iets over de werking. Voor het geval je geen bijsluiter bij de hand hebt...

Als je nog nooit een psychedelische ervaring hebt gehad moet met truffels evenzeer uitkijken als met paddo's. Niet omdat truffels toxisch zijn, zoals door tegenstanders wel wordt beweerd-overdoseringen zijn vrijwel onmogelijk- maar omdat de effecten bijzonder onvoorspelbaar zijn. Zeker een eerste keer, wanneer je volstrekt niet weet wat je te wachten staat, kun je behoorlijk in paniek raken. Denk maar aan het effect van een behoorlijke hoeveelheid spacecake, maar dan nog stukken heftiger. Mensen die wel eens skyhigh of superstoned zijn geweest, schrikken doorgaans minder van de effecten van psilocybine dan trippers die meteen in het diepe springen...Wil je geen full-blown trip, maar een milde ervaring, dan is het simpel: neem niet de hele dosering maar een klein deel ervan. In plaats van 8 gram neem je bijvoorbeeld 2 gram. Je kunt altijd later nog wat meer eten. Meestal zijn de effecten dan vergelijkbaar met die van supergoede wiet. Vaak krijg je een lachkick, je tijdsbesef raakt in de war en alles wat je hoort, voelt en ziet wordt heftiger. Een advies waaraan je je zeker moet houden: trip, zeker de eerste keer, nooit in je eentje maar zorg ervoor dat je in gezelschap bent van mensen die begrijpen wat een psychedelische ervaring is. Alleen die kunnen je gerust stellen als je in paniek raakt. Overigens hoef je helemaal niet in paniek te raken, maar omdat alle gevoelens worden versterkt moet je er nadrukkelijk rekening mee houden dat dat net zo goed voor angst geldt. Zorg er ook voor dat je in een vertrouwde omgeving bent en combineer truffels nooit met alcohol of andere drugs. Een goede joint erbij kan geen kwaad, vaak maakt dat de ervaring zelfs prettiger. Sfeer en muziek zijn ook heel belangrijk. Muziek die je niet goed vindt wordt afschuwelijk tijdens een trip, maar het omgekeerde geldt gelukkig ook.

Wil je een heftiger ervaring begin dan met de helft van een normale dosis. Meestal beland je dan in een behoorlijke trip. En als je je zeker genoeg voelt, neem je gewoon de hele portie. Waar je wel rekening mee moet houden is dat de sterkte van dosis tot dosis kan verschillen. We hebben het over natuurproducten en niet over chemische middelen waarbij met micro-grammen wordt gewerkt. Wat betreft de daadwerkelijke risico's hebben we even op internet gekeken:

“Het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs (CAM) is een overheidsorgaan dat bestaat uit topfunctionarissen van alle overheidsinstanties die met drugs te maken hebben en experts op het gebied van drugs. Het CAM adviseert de overheid over nieuwe drugs. Het CAM heeft in 2000 een risicoschatting gemaakt. De conclusie van het CAM was dat er geen reden was om paddo's te verbieden:

Gezondheid individu: geen risico
Volksgezondheid/samenleving: gering risico
Openbare orde en veiligheid: gering risico
Criminele betrokkenheid: geen risico

Werkgroep Smartshops

De minister van Volksgezondheid gaf in 2000 opnieuw dezelfde opdracht aan een nieuwe werkgroep, ditmaal met meer aandacht voor de paddo. De werkgroep smarthops had niet veel toe te voegen aan de conclusie van het CAM en schreef hierover: “De werkgroep concludeert dat er een discrepantie bestaat tussen de risico’s van paddo’s en het thans volgens de rechter van toepassing zijnde regime (lijst 1 Opiumwet).

Psilocine Onderzoek

In 2004 hebben het Heffter Research Center en het psychiatrisch ziekenhuis te Zürich een onderzoek gedaan naar de schadelijkheid van psilocine, een actieve stof in paddo's. Dit onderzoek toont aan dat psilocine niet schadelijk is voor het lichaam.”

Al met al is deze info behoorlijk geruststellend. De move van Ab Klink was nogal voorbarig, maar is vermoedelijk niet meer terug te draaien. In ieder geval is de uitspraak dat truffels en paddo's directe schade aan de gezondheid toebrengen hiermee naar het rijk der fabelen verwezen. Door desinformatie wordt de paniek alleen maar groter en als er ongelukken gebeuren met psychedelica is dat meestal het gevolg van paniek en niet van toxiciteit.
Toch moet je altijd voorzichtig zijn en zeker geen psylocybine gebruiken als je psychische problemen hebt zoals depressies of aanleg voor psychoses. Ook niet doen wanneer je extreem angstig of onzeker bent.

Naast truffels kun je via het internet of in sommige smarthops ook nog de zogenaamde grow-kits aanschaffen, waarmee je je eigen paddo's opkweekt. Je hebt de keus uit verschillende soorten. Lees je vooraf goed in, zowel wat het kweken als het gebruik betreft. Kweken is niet echt moeilijk, maar het vereist wel een behoorlijke nauwgezetheid en aandacht. Als het lukt, dan heb je wat aan zo'n kit, want voor een paar tientjes krijg je heel veel paddo's. Meer dan je nodig hebt, want in de praktijk zul je merken dat achter mekaar doortrippen onmogelijk is en dat incidenteel gebruik juist de prettigste effecten geeft. Goede handleidingen vind je in de boeken van Laery, McKenna, Plomp en Hellinga en ook het boek “Roes” van Hafiz Bouazza, pas nog in dit blad besproken, is een must voor iedereen die in psychedelica is geïnteresseerd. En natuurlijk het internet. Have fun en hou het hoofd koel!

Feije Wieringa (zie ook www.softsecrets.uk

Ons soort Verrader


Een thriller die er mag wezen!


John Le Carre

Uitgave: Luitingh

Toen de koude oorlog voorbij was beweerden boze tongen dat het vermoedelijk afgelopen was met de carriere van John Le Carre, de onbetwiste meester van de spionage thriller. Niets bleek minder waar. Hij gooide het gewoon over een andere boeg en maakte thrillers over moderne mondiale problemen zoals de medicijnen maffia in het verfilmde De Toegewijde Tuinier. Zijn meest recente boek is Ons soort Verrader. Een ingenieuze constructie -het verhaal is in een heel aparte stijl geschreven- over de macht van de Russische oligarchie. Een, naar eigen zeggen spijtoptant, biedt een niets vermoedend Brits echtpaar aan om over te lopen naar de Engelsen en de witwas routes bloot te leggen. Hij stelt als eis dat zijn merkwaardige familie mee mag naar Engeland. Wat volgt is een sinister spel tussen een Brits echtpaar, een onbetrouwbare Rus en een staat van oorlog tussen de Britse regering en de Britse geheime diensten. Ieder dient een eigen belang. De plot komt aan als een donderslag. Zelden zo'n gemene opzet als onderwerp van een boek onder ogen gehad. En het lijkt nog niet eens ver van de realiteit te staan want Le Carre was ooit lid van MI 5 of 6.. Vertaler Rob van Moppes (excellent) mailde me: “Ik moet je gelijk geven... Le Carré is steeds beter gaan schrijven... Tegenwoordig wordt er gul gestrooid met de term "Literaire thriller" maar Le Carré is een van de weinige auteurs die die pretentie echt waar maakt... “ Zo is het maar net.

F.W.

Tanja. Een Nederlandse bij de FARC


In juli 2007 opent het Colombiaanse regeringsleger een aanval op een in de jungle verborgen kamp van de FARC. Ooit was dit een redelijk groot rebellenleger, nu alleen nog een terreurgroep van niet meer dan 20.000 mensen, die zich voornamelijk bezig houdt met de handel in cocaïne, aanslagen op burgerdoelen en ontvoeringen van politici en welgestelden, waarbij men de merkwaardige gewoonte heeft ontwikkeld om tijdens de overdracht de gijzelaars alsnog dood te schieten. Kortom, de FARC was in Colombia nooit bijzonder populair, maar de laatste jaren is de beweging, zowel door het eigen uiterst agressieve optreden, als door de stabilisatie van de Colombiaanse politiek, verworden tot een irritante pain in the ass. Ooit propageerde de FARC op te komen voor de arme Colombiaanse boeren. Inmiddels worden diezelfde boeren soms massaal geëxecuteerd, wanneer ze weigeren mee te werken met de FARC, lees: als ze weigeren om coca te verbouwen. Tijdens de genoemde aanval werd een aantal FARC-kopstukken gedood en ook de Nederlandse FARC-vrijwilligster Tanja Nijmeijer, die sinds 2003 in hun gelederen actief is, overleefde de aanval op het nippertje. Tijdens de haastige aftocht maakte ze haar eerste (of tweede, als je haar aanmelding bij de FARC meetelt) cruciale fout: ze liet haar dagboeken achter, die uiteraard meteen door de Colombiaanse autoriteiten wereldkundig werden gemaakt. Dat werd haar door haar commandanten niet in dank afgenomen, vooral niet omdat ze daarin liet blijken dat haar FARC-lidmaatschap een persoonlijke desillusie was geworden. Geen reclame voor de FARC. Een eerdere fout die Tanja maakte, was om voor CNN als tolk op te treden tijdens de ondervraging van drie Amerikaanse gijzelaars. Daarmee gaf ze haar anonimiteit op en ging ze de hele wereld over als een arrogante terroriste die de FARC een gezicht gaf. In feite heeft ze met deze inschattingsfouten al haar schepen achter zich verbrand. Ze wordt nu gezocht door de Colombianen én de Amerikanen en ook de mogelijkheid om anoniem een vliegtuig richting Nederland te nemen is dankzij haar bekendheid gereduceerd tot nul.

Leon Valancia en Luduine Zumpolle, beiden goed bekend met het reilen en zeilen van de Colombiaanse politiek, schreven een boek over Tanja, met de pretentie haar levensverhaal te reconstrueren. Dat is helaas niet gelukt. In het boek worden heel veel woorden besteed aan het onstaan van de FARC en andere terreurorganisaties, maar aan Tanja zelf wordt nauwelijks aandacht besteed. Hoe is deze jonge studente uit Groningen eigenlijk bij de FARC terecht gekomen? Wie waren de contacten in Nederland die haar zover wisten te krijgen? Het blijft in nevelen gehuld. Deels omdat de schrijvers vooral aandacht en research aan het Colombiaanse aspect hebben besteed en deels omdat niemand binnen de kringen waarin Tanja in Nederland verkeerde, zijn of haar mond open wil doen. Er wordt wel veel gefantaseerd door de auteurs, zelfs over de gedachten die Tanja 's avonds bij het kampvuur door het hoofd spoken, maar dat is meer een romantische invulling dan hard feitenmateriaal. Wat overeind blijft is dat Tanja al in een vroeg stadium bij aanslagen met benzinebommen (vooral in stadsbussen) was betrokken, waarbij veel onschuldigen omkwamen. Ook beschikt ze over een opmerkelijke fascinatie voor geweld. Toch krijg ik het idee dat de auteurs hier en daar sympathie lijken op te roepen voor deze vrouw, die zich toch heeft geprofileerd als een keiharde, rechtlijnige terroriste. Inmiddels is Tanja, op papier tenminste, bevorderd tot de hoogste regionen van de FARC. Niet vanwege haar verdiensten, ze is eigenlijk een blok aan het been van de beweging, maar omdat men haar zo het best in het oog kan houden. Aan een pratende Tanja heeft de FARC beslist geen behoefte. Als er iemand op de hoogte is van de ligging van de coke-labs en de verblijfsplaats van hun kopstukken is het Tanja Nijmeijer wel. Ze is niet voor niets één van de weinige PC-experts binnen de doorgaans nauwelijks geschoolde gelederen van de FARC. Die informatie is de molensteen rond haar nek. Interessant om te lezen, maar een eye-opener is het boek jammer genoeg niet. Ook ontbreken de fragmenten uit de dagboeken van Tanja. Maar die kun je wel op het net vinden, net als wat extra informatie over haar Nederlandse connecties.

Uitgave: Sijthoff

F.W.

Roes van Hafid Bouazza


Drank en drugs in woord en beeld!

Uitgave: Prometheus

Na het grote succes van het boek Uit je bol van Gerben Hellinga en Hans Plomp is er nu een nieuw boek verschenen over het experimenteren met roesopwekkende middelen. Serieuze, humoristische en inspirerende verhalen die elke drugsliefhebber en hedonist zullen interesseren.

‘Wees altijd dronken! Dat is alles, het enige wat ertoe doet. Om niet de
helse last te voelen van de Tijd die je schouders breekt en je naar de aarde
drukt, moet je je onophoudelijk bedrinken.’

Dat is geen citaat van Bouazza zelf, maar een uitspraak die een Arabische wijnliefhebber al deed in de tijd dat de Batavieren nog nauwelijks het bier hadden ontdekt.

Over het boek:

Opium, alcohol, cocaïne, cannabis, mescaline, ether en lsd: al eeuwenlang experimenteren kunstenaars met roesopwekkende middelen, nieuwsgierig naar en gefascineerd door de effecten ervan op de verbeelding. Hun omgang met de roes is verschillend van aard. Die varieert van gewillige overgave tot analyse en voor velen was het bron van inspiratie. Daarvan is regelmatig verslag gedaan in beschouwingen, liederen, literaire teksten en beeldend werk. Denk bijvoorbeeld aan de tekeningen en gravures van Gustave Doré en Peter Pontiac. En in 1660 schreef een Nederlandse dichter:

Diogenes de wyze,
Die woonde in een vat
Hieruyt kan men bewyzen
Dat wysheid woont by't nat


Roes is een wonderlijke reis door de hallucinerende werkelijkheid van verschillende werelden. A.F.Th. neemt je mee naar het alcoholische delier, Charles Dickens laat je kennis maken met de opium kit. Hans Plomp houdt een lofzang op de paddo en Bouazza zelf beschrijft de geneugten van hash, drank, tripmiddelen en besteedt een hele sectie van het hoek aan zijn favoriete ontdekking: absinth, de psychedelische drank die tot voor kort verboden was. Wordt ook wel De Groene Fee genoemd. We hebben het zelf uitgetest en komen in dit nummer met een separaat stuk op deze bijzondere drank terug. Ook vertaalde Bouzza de Arabische lofzangen op het genot van wijn en cannabis. Verrassende, lyrische literatuur, zo mogelijk nog vrolijker dan de drinkliederen van Bredero en die mogen er ook wezen.

In de veertiende eeuw dichtte een hashminnende Arabier:

Cannabis is een presentie
Beroezend en bevallig fijn
In de hand een groene tuin
En in de ogen een rode wijn (vert. Bouazza)

Hardcore psychonauten herkennen zichzelf in twee experimenten uit een serie die geschreven is door Henri Michau, een psychedelische waaghals die van al z'n trips nauwlettend verslag deed. Experiment 7 is een huiveringwekkende beschrijving van de etherroes. Eentje die we niet aanbevelen, want je sterft duizend doden en elke keer wordt de film van je leven opnieuw afgedraaid. Oneindig. Mooi om te lezen, maar niet om zelf te proberen...Dan is zijn verslag van een mescaline trip een stuk inspirerender.

Verder nog wetenswaardigheden over schrijvers en kunstenaars uit de Beatnik periode, zoals Kerouac en Ginsberg. Die deden het op speed. Bouzza toont aan dat elk tijdvak zijn eigen roes kent. Maar een ding is zeker: wat er ook zal worden verboden, er zullen altijd weer nieuwe roesmiddelen worden ontdekt en anders komen de oude wel weer terug. Want, zo stelt Bouzza: “De mens kende de roes nog eerder dan hij brood kende.” Een aanrader waar zelfs geheelonthouders nog wat van kunnen leren. Geen voorlichting, maar verlichting!

F.W.

Samuel Montag

 


Prachtige selectie van Henk Hofland' alter ego. 40 jaat tijdloosheid.
Posted by Picasa

Fred de Vries



Vertrouwt u de software van deze malafide diender die gepakt wegens stalken|???

Fred is living in the coastal town of Harlingen, The Netherlands. He is a writer and to date has published three books on the subject of psychology. Fred is the Chief Software Architect of RaProducts. En wat die drie boeken betreft: Fred is een geflipte diender en heeft wat content van internet in een kaft gebonden en uitgegeven in eigen beheer. Geen uitgever die er wat in zag. Fred is geen psycholoog, maar een psychopaat.

To contact Fred, simply email fred@rapro.org

Hoe Lucia de B. weer Lucia de Berk werd.


De rechtszaak Lucia de B was ‘het monsterproces van de eeuw’. De Haagse verpleegkundige Lucia werd voor vele moorden veroordeeld tot levenslang en TBS.
Negen jaar na het begin van het proces wordt zij vrijgesproken. Er waren helemaal geen moorden gepleegd.
In deze rechtszaak ging veel mis. Roddels werden feiten, angst werd waarheid.
Kansloos vocht Lucia tegen vooroordelen en beschuldigingen. Zonder dat daar enig tastbaar bewijs voor was..
Aanleiding voor een ommekeer in het proces was een simpel telefoontje. Verpleeghuisarts Metta de Noo uit Diepenheim begon toen een moeizame speurtocht naar de gebeurtenissen rond de haar onbekende Lucia. Niets was vanaf dat moment nog zeker.
‘Als het wel waar is waar ik bang voor ben dan zit Lucia voor niets in de bak.’
Zachtjes voeg ik daar aan toe: ‘Als het wel waar was, wat zij in het ziekenhuis denken waren er misschien meer kindertjes vermoord.’
Het was een dilemma hoe met deze bange vermoedens om te gaan. Een openbare actie had ook voor haar eigen familie grote gevolgen. Maar zwijgen en de zaak Lucia laten rusten was geen optie meer. Na vele onderzoeken en juridische procedures blijkt dat Lucia ten onrechte in de bak zat.
Aldus een korte samenvatting van het persbericht bij het boek Er werd mij verteld, over Lucia de B. met de ondertitel De klok, de klepel en de klokkenluider van Metta de Noo dat werd uitgeven door Aspekt. Een horrorverhaal dat doe denken aan Het Proces van Kafka, met dit verschil dat Kafka's boek volledig op fantasie berustte en zijn scenario voor Lucia de B. de pijnlijke realiteit werd. Het boek begint met een voorwoord van Maarten 't Hart die schrijft dat hij in 2006 voor een IKON programma mocht stellen, aan God, gesteld dat God zou bestaan. Zijn vraag was: “Waarom zit Lucia de B. onschuldig in de gevangenis?” Waar 't Hart nog aan toevoegt dat hij er op dat moment al 4 jaar van overtuigd was dat Lucia de B. ten onrechte in de cel zat. Het zou nog tot 14 april 2010 duren totdat Lucia formeel werd vrijgesproken en (unicum) excuses van de rechtbank kreeg. Op een gegeven moment werden haar 13 moorden en 5 pogingen tot moord in de schoenen geschoven. Daarmee zou ze de geschiedenis ingaan als de grootste seriemoordenares sinds Goeie Mie die leefde van 1839 tot 1915.

Goeie Mie

Goeie Mie, die eigenlijk Maria Swanenburg heette leefde in Leiden waar ze meer dan 100 buurtgenoten vergiftigde waarvan er minstens 30 overleden, meestal ging het om kinderen. Goeie Mie bracht namelijk graag pap bij zieke kinderen, waarvan er voldoende waren in de verpauperde volksbuurten van Leiden. Wat men niet wist was dat de pap vergiftigd was met arsenicum. In die tijd heel makkelijk te krijgen omdat het behangplaksel er doorgaans mee werd ingesmeerd tegen ongedierte als ratten en muizen. De kindersterfte was hoog en Goeie Mie maakte naam als barmhartige engel door die kinderen pap te brengen. Uiteraard stierven ze, maar Goeie Mie liep pas tegen de lamp toen bleek dat ze overlijdensverzekeringen op haar naam had staan van haar slachtoffers. In die tijd kon men nog onder anonimiteit, dus zonder dat verzekerden het wisten, polissen afsluiten. Haar hebzucht werd Mie fataal. Ze werd uiteindelijk maar voor drie moorden veroordeeld, en stierf eenzaam en vergeten in 1913 in een tuchthuis in Gorinchem. Vreemd genoeg is deze zaak maar een voetnoot in de Nederlandse misdaadhistorie. Het had niet veel gescheeld of Lucia de B. zou als een tweede Mie worden gezien, met dit verschil: Mie had daadwerkelijk moorden gepleegd en er was bewijs, Lucia had geen moorden gepleegd en er was ook geen bewijs. Logisch zou je zeggen, zonder moord geen bewijs.....

Memo

Lucia de B. werd in 2001 beschuldigd van betrokkenheid van betrokkenheid bij een groot aantal 'onverklaarbare' sterfgevallen in het Juliana ziekenhuis in Den Haag. Vanaf dat moment was Lucia eigenlijk kansloos. Vanaf dag 1 werd ze aangewezen als schuldige. Ze was in feite al veroordeeld voordat ze verdachte was. Dat kon gebeuren door veel factoren. Maar de voornaamste factor was de kokerblik. In het ziekenhuis werd niks verzegeld, de directie ging er meteen van uit dat Lucia dader was en stemde meteen alle antennes af om die gedachte uit te dragen. Zo kreeg het personeel op de dag van haar arrestatie een memo van het ziekenhuis waarin werd gesommeerd te zwijgen en in datzelfde memo werd er vrijwel direct op gezinspeeld dat collega Lucia schuldig was aan de 'onnatuurlijke' sterfgevallen. Op dat moment moest ze nog worden verhoord. Dat schrijven is vermoedelijk de aanjager geweest voor het verdere verloop. Ga maar na: opeens worden sterfgevallen moorden, er komt een brief met een naam, met de pers mag niet worden gesproken. Reken maar dat de onderlinge geruchten -lees roddel- machine dan op gang komt. Zo'n brief werkt natuurlijk averechts. Hetzelfde mechanisme nam ikzelf waar toen ik in de jaren 80 op het Rokin in Amsterdam werkte. Tegenover het zwaar bewaakte kantoor van de Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al. Regelmatig kwam daar destijds een bommelding binnen. Dan kwam er een geluidswagen van de politie langs die opriep ramen en deuren te sluiten en vooral niet naar buiten te kijken. Nou dat was niet tegen dovemansoren: vrijwel de hele redactie hing natuurlijk met het hoofd uit het raam om de ontwikkelingen te volgen.....Naar aanleiding van dat memo kregen natuurlijk ook de medewerkers die haar nauwelijks kenden de neiging om zich toch een mening over Lucia te vormen. En gingen collega's die wel met haar hadden gewerkt haar normale verpleegkundige handelingen soms in een heel ander, vertekend perspectief zien. Want waar rook is is toch vuur? En collega X vond ook al dat Lucia maar een vreemde vogel was. Enz...

Stapel(s)bewijs

Het circus kwam op gang en Lucia werd een vaste bezoekster van de rechtbank want wat volgde was een lang proces. Daarin voerde een groot aantal deskundigen -soms zelfs zelfbenoemde, die heb je in dit land- het woord. Daaronder was ook een statisticus. Op een of andere manier wist deze man de rechtbank ervan te overtuigen dat de kans dat het toeval was dat iemand bij zoveel sterfgevallen was betrokken als Lucia de B. 1 op de 342 miljoen was. Toe maar. Maarten 'Hart, niet helemaal op zijn achterhoofd gevallen, schrijft daarover: “Hoe had die man dit zo precies kunnen berekenen? En zelfs al het waar zou zijn, wat zei het dan nog? Hoe groot is de kans om de lotto te winnen? Ook één op de zoveel miljoen. Toch zegt niemand als u de lotto wint tegen u: dat kan geen toeval zijn, vooruit achter de tralies!” Later werd die kan trouwens aanmerking, door een betere statisticus fors naar beneden bijgesteld en bedroeg één op vijf, mogelijk nog minder, maar voor Lucia was het kwaad al geschied: de rechtbank ging mee met de eerste deskundige en het werd zo'n beetje de spil van de zaak. De rechters hadden kennelijk nooit gehoord van de uitspraak: er zijn kleine leugens, grote leugens en statistieken!
Toen de rechbank de eerste moord bewezen dacht te hebben trad het stapelbewijs in werking. Wat stapelbewijs is vroeg ik aan Raadsheer Wicher Wedzinga (die een scherpe site over juridische perikelen in de lucht houdt. (http://www.raadsheer-wedzinga.nl) Hij mailde me: “Stapelbewijs is geen nieuw begrip in het strafrecht. De constructie wordt - helaas -wel vaker gebruikt en is op zijn zachtst gezegd dubieus. Als er voldoende bewijs is dat Feije op een zekere dag twee keer in het centrum van Leeuwarden boeken heeft ontvreemd en kort na de tweede diefstal worden in een andere boekenzaak in het centrum boeken gestolen, terwijl Feije geen alibi heeft,is Feije de pineut! Het strafrecht is soms gebaseerd op vooroordelen.”
En daardoor kon het dus gebeuren dat Lucia de B. al die 'onverklaarbare' gevallen, die later trouwens heel verklaarbaar bleken, in de schoenen kreeg geschoven. Het hele verhaal heeft Metta de Noo als een niet weg te leggen thriller beschreven in het hier bovengenoemde boek. Metta was de eerste die kanttekeningen plaatste bij de rechtsgang en het is aan haar te danken dat Lucia de B. op 10 april j.l. van alle blaam is gezuiverd. Jammer dat de rechters het boek van Aldous Huxley, De Duivels van Loudun nooit hebben gelezen. Daarin wordt en het Frankrijk van de de 16 ste eeuw de gerechtelijke moord op de priester Urbain Grangier beschreven. Echt gebeurd, en het vertelt nauwgezet hoe een populaire priester met een iets losbandige levensstijl het slachtoffer wordt van roddel en achterklap in een Ursulinen klooster. Niks nieuws onder de zon dus.
Inmddels geeft Lucia de Berk gastcollege's over gerechtelijke dwalingen. Toch nog een beetje rechtvaardigheid. En pas op voor stapelbewijs: voor je het weet word je aangemerkt als eigenaar van alle kwekerijen in de buurt.......

Feije Wieringa

15.0000 ft boven Texel onderschepping para's door F16



Met dank aan Bob en de JAS die toevallig (?) in de buurt was

Biodiversiteit neem af

Er zijn bedrijfstakken die zich vrijwel volledig aan het oog van het publiek weten te onttrekken, ondanks het feit dat ze een niet te onderschatten rol in het dagelijks leven spelen. Neem bijvoorbeeld de voedsel industrie. Van alle producten die in de schappen van de supermarkt liggen is de ware receptuur in de meeste gevallen bedrijfsgeheim. Op het etiket staat alleen de info die wettelijk moet worden gepubliceerd. Dat gebeurt meestal in het kleinst mogelijke lettertype en wat wettelijk niet is geregeld, wordt vrijwel altijd verzwegen. Waar restaurants nog wel eens een kijkje in de keuken willen bieden, krijg je bij een bedrijf als Unilever nul op het request. Niet zo gek wanneer je een stukje kalfsleverworst hebt gekocht en bij nadere bestudering van het etiket ontdekt dat het belangrijkste bestanddeel kippenvlees is, aangevuld met een hoeveelheid 'natuurlijke' soja. Die soja blijkt bij wat verder kijken dan niet zelden te zijn gemanipuleerd, net zoals de erwten in de soep van een fabrikant waarvan we de naam maar even niet vermelden -er is al rotzooi genoeg- genetisch zijn gemanipuleerd. Hetzelfde geldt voor software. De producten van Microsoft zijn tegenwoordig in elk huishouden te vinden, maar niemand weet exact wat mijnheer Gates nou precies op een PC zet en wat hij eruit haalt.
Een andere industrie waarvan de activiteiten zich aan het oog van het publiek onttrekken is Big Pharma, de medicijnenmaffia. De consument moet maar geloven in de wetenschappelijke publicaties, hoewel het inmiddels niet eens meer een publiek geheim is dat onderzoekers zich, voor vaak genereuze tegenprestaties, lenen om op voorhand gunstig te schrijven over medicatie waarvan allerminst duidelijk is wat de exacte werking en bijwerking is.
Sinds het slaapmiddel dat menig bejaarde slikte onder de naam mogadon, uit het ziekenfonds pakket is verdwenen en slechts via internet besteld kan worden, is het beproefde en nauwelijks schadelijk middel -mits je er niet mee achter het stuur stapt- een drug geworden. Gaat het om de kosten? Natuurlijk niet. Mogadon is al jaren verkrijgbaar voor nauwelijks een cent per tablet. Waarom is het zo goedkoop? Omdat het patent erop al lang is verlopen en elke fabrikant het middel onder de naam nitrazepam op de markt mag brengen. Dat brengt natuurlijk geen geld in de la want wie wil er nu een tablet leveren van een paar cent, terwijl een moderne SSRI, waarvan nauwelijks duidelijk is hoe hij werkt, laat staan of hij werkt, voor een paar euro per stuk over de toonbank gaat. Met instemming van Ab Klink. Want op de meeste pillen van Big Pharma rust een patent, en dat moet duur worden betaald. Zo gaat het ook met software. Of je nu wilt of niet, om de paar jaar ben je genoodzaakt een nieuw Windows licensie aan te schaffen en Bill Gates veel geld te betalen voor toeters en bellen die je vrijwel nooit gebruikt. In de vorm van Linux heeft Gates wel enige concurrentie gekregen, maar doorgebroken is die gratis open source software nog lang niet.
Hetzelfde gaat ook op voor een aantal zaadbanken, zoals het bekende bedrijf Monsanto. Waker over natuurlijk erfgoed? Helaas, in deze wereld is niet alles wat het lijkt. De natuur wordt stapsgewijs gepatenteerd door dezelfde soort bedrijven, die op zoveel terreinen allesbepalend zijn. Bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de agrarische monocultuur waardoor alle biodiversiteit aan banden wordt gelegd. Analoog aan medicijnen en software lijkt het erop dat in de niet al te verre toekomst ook de genetische codes van plantaardig (en dierlijk) materiaal, in de vorm van een patent, in handen zal zijn van een paar grote multinationals, waaronder dus Big Pharma en Bill Gates. Zorg dus voor je eigen biodiversiteit: kweek en kruis er zoveel mogelijk op los. Lang leve de bonafide zaadbanken, de kleine kwekers en tuinders, Linux, de kloostertuinen en alle oprechte bewaarders van het plantaardig erfgoed.

Meer informatie over de andere kant van een zaadbank vind je bijv. op: http://video.google.com/videoplay?docid=5995944862121634838

Feije Wieringa

De conducteur zonder kleren


Mail van Zwagerman. Boze mail.Ik had zijn boek niet begrepen. Na de recensie in de mail kon ik er helemaal niks mee. Er werd iets beweerd in de trant dat Joost's boekenweekboekje, Duel, echte 24 karaats kunst was. De schrijvers hadden hem begrepen, zei Joost, met een zweem van trots. "Het is beter dat je die recensies eerst even doorleest," voegde de enigszins angstige feestneus er nog eens aan toe. He? Ik heb meer dan 20 jaren boeken gerecenseerd. Nooit een klacht gehad. En nou was paus / paljas Joost inenen midden in de nacht aan het loeren wat er op diverse PC's over hem en zijn product geschreven werd. Facebook als Big Brother en Joost aan de knoppen. Eerst heb je die Wilders, nou heb je dit. Joost draagt weliswaar een bril, maar zegt dat iets over zijn intelligentie? Van kunst heeft hij, vermoed ik, weinig kaas gegeten. In zijn boekje staat wel een en ander over het maken van (schilder)kunst, maar er is geen alinea int hele gevalletje te vinden waarin iets wezenlijks over kunst wordt verteld. Tis mooi, teer, prachtig diep licht en tis vooral duur. Je zult mij niet horen beweren dat Jopie Huisman kunst maakte. Maar er is een museum voor de minitieus tekenende onderbroekenverzamelaar,en hij wordt nog steeds toegejuicht door hele stammen, onder leiding van Freek de Jonge en soms zelfs een minister. Ik vermoed dat Joost Zwagerman eerst kijkt wie er achter Jopies baar aanlopen en dan pas z'n keus maakt. "Rudi Fuchs gaat niet? Kan ik beter ook thuisblijven." Lectuur heet dat boekje Duel gewoon, als je't laffe pocketje, iets groter dan formaat Dick Bos, maar nog slapper, want ecologisch helemaal kosher vluchtig leest en het buiten de boekenweek moet kopen. Daarna is het opeens kunst, schijnt het via een hele geheime rite originele zomaar te zijn geworden. Mag dan aansluiten bij Presser en A,F.Th. Joost moest namelijk een boek over kunst maken. Tis z'n drive. Joost had altijd een neus voor modern. Toen gezonde jongens nog van The Beatles hielden, zag Joost de ware grootheid van Madonna al twinkelen. Joost omschreef haar eerst als muzikante die serieus genomen moest worden. Helaas, Madonna was handig, ze kon van alles een klein beeje en van heel veel net niet genoeg. Ze werd haar eigen performance en op het podium oogde het geil, maar geen muzikant die er een stijve aan overhield. Madonna werd niet goede kunst, want goede kunst is tijdloos. Joost houdt ook niet echt van Beethoven, Bach of Berg. Ik noem maar wat namen. Want als je van Madonna en en ander popgespuis houdt, dan heb je niks met de klassieken en hun tijdloze muziek. Nou, ja als achtergondgeluid bij een film van Kubrick, Dan schudden zulke lui, als tafelheer, bij Matthijs de nummers van Schuberts srijkkwartetten, samen met die van Beethoven, moeiteloos uit de mouw. Joost heeft dus bij een echte schilder, die nog met olie en terpentijn het milieu jenden, mogen koekeloeren en leerde kunstig met namen, begrippen en schildersattributen te strooien. Geen vertelkunst werd dat bij Joost. Joost transponeert helaas niet, die kunst is voor hem te hoog gegrepen en daarom werd het gewoon verslaggeving. Tsja, mooi vak, ik doe't zelf. Maar kunst is anders. Uit Joost nooffelletje komt je geen drupje verfdamp tegemoet. Joost moest ook plotten. Maakte zijn neefje hacker (tegenwoordig huren ze daarvoor Russen; tonnen per dag) die't klusje in een kwartier klaarde en geen poen wou. Joost knoopte er nogges een plotje aan vast. Een behoorlijke thrillerschrijver zou op dit punt harakiri plegen. Schaamte drijft hem, bij het zien van zoveel plotrammeling.... Zo'n Tomas Ross heeft misschien niet het aanzien ener Joost, maar Tomas heeft eergevoel als een, laten we zeggen, prins die fout was, maar daaronder ook weer erg goed bleef. Mooie verhalen maakt Ross van zulke paradoxen, en dat zijn voor vrijwel ieder onder ons, onmogelijke dingen. Dat is toch een beetje kunst...Onze Joost mag dan goed bloem kunnen lezen. Als thrillerschrijver blijft zelfs Appie Baantjer hem mijlen voor. Als Duel literatuur is en Zwagerman als beter schrijver wordt gezien dan Ross, rest mij niks anders dan alle Faulkners, Lowry's, Hardy's, Dickens, Celine, Huxleys, Shakespeare, Coleridges en de broeders Reve. alsmede Poesjkins bij het oud papier te dumpen. Of zie ik het fout. Dit wordt natuurlijk nieuwe literatuur, proza dat alle oude verhalen overbodig zal maken. Drie keer 30 vellen door de PC. 1 dimensie karakters, goedgelovig publiek dat alles wat gratis is vreet, handige zakenlui bij het CPNB die talent hebben om iemand zonder talent te laten geloven dat hij een icoon in de letteren is. En zo reed keizer Joost, zonder kleren door het land, de kaartjes te knippen voor liefhebbers van een gratis ritje Zelfs dat knippen was decor....A Hollow Man

Echte mannen eten geen kaas een hoax?????


Echte Mannen Eten Geen Kaas

Maria Mosterd

Uitgave: Van Gennep“Vier jaar in handen van een loverboy,” is de subtitel van het boek dat Maria Mosterd schreef over de jaren die ze noodgedwongen doorbracht als kindhoertje. In handen van een loverboy. Klinkt spannend, loverboy, en dat is het ook, maar op een andere manier dan ...veel mensen denken. Het boek is uitgebracht in 2008 en op dit moment zijn er meer dan 250.000 van verkocht. Voor haar begint de horror wanneer ze als 12 jarig halfbloedje (zo schrijft ze het zelf) besluit dat ze wat meer spanning in het leven wil. Ze zoekt, samen met een vriendin, contact met een groepje wat oudere jongens, dat rond het schoolplein van haar school hangt. Daar wordt ze aangesproken door ene Manou, een jongen die haar zowel afstoot als aantrekt. Wat ze niet weet, maar waar ze al snel achterkomt, is dat Manou een loverboy is. Ik wist eigenlijk ook niet wat een loverboy is. De meeste mensen vermoedelijk niet. Je hoort er wel eens over, je trekt je schouders op en je denkt: het zal wel... Maar na het lezen van dit boek kun je niet meer om het duistere fenomeen “loverboy,” heen. Met een beklemmende nuchterheid en zelfs met een scheut relativerende humor beschrijft Maria Mosterd een fenomeen waarvan eigenlijk niks bekend is. Want laat duidelijk zijn: een loverboy is een pooier, maar beslist niet elke pooier is een loverboy. Om kort te gaan: nadat ze Manou heeft ontmoet, wordt ze door hem gedwongen om tegen betaling sex te hebben en drugs voor hem te runnen. Het proces van inpalmen en de verandering van verliefd pré-pubertje tot professioneel hoertje is door Maria zo helder genoteerd en zo transparant dat je wel moet concluderen dat ze eigenlijk al geen keus meer had op het moment waarop ze in handen van Manou viel. Ga maar na: hij controleert daarna vrijwel haar hele leven en chanteert haar met de bedreiging dat niet alleen haar leven op het spel staat, maar eveneens dat van haar familie en vrienden. En ze weet dat hij niet zal aarzelen zijn dreigementen waar te maken. Ga er maar aan staan als 13- jarige en probeer het allemaal ook nog eens voor je omgeving verborgen te houden.... Maria Mosterd heeft een verstikkend milieu beschreven. Ze heeft situaties helder gemaakt die zich normaliter aan het zicht van de buitenwereld onttrekken. Haar, gewelddadige en trieste verhaal overtuigt op elk punt. In feite is dit boek haar levensverzekering geworden. Het netwerk van Manou en zijn collega's strekt zich namelijk uit tot in opvanghuizen en onderduikadressen toe. Mosterd had geen kans om te ontsnappen. Met een kwart miljoen boeken verkochte exemplaren, is haar mogelijkheid om elders een nieuw leven op te bouwen natuurlijk groter dan die van haar collega's die niet het talent, moed en kans toebedeeld krijgen om met eenzelfde verhaal naar buiten te komen En dat konden er wel eens meer zijn dan we denken... Triggy en risicovol blijft haar leven, ook nu ze bijna 20 is. In het boek worden daarom wel alle feiten opgeschreven, maar nergens wordt een plek of een naam gebruikt die tot herkenning zou kunnen leiden. Dat alleen al maakt het lezen van dit boek tot een intrigerende ervaring. Een akelig verhaal over misbruik, macht en macho. Overigens schrijft ze dat ze nog steeds gevoelens heeft voor Manou. Zou dat nou het Stockholm syndroom zijn? Hoe dan ook: een eye-opener. Schreef ik in Soft Secrets. Wel even gedacht dat het verhaal wel bijzonder mooi, bijna te mooi, in elkaar zat, maar omdat het boek al lang op de markt was ervan uit gegaan dat er wel gecheckt was en dat de feiten die erin staan klopten. Tsja, een lelijke misser van mij. De NRC is er ingedoken. Klik op de titel! Toch een hoax???

Feije Wieringa

Marc Gonsalves: bijna 6 jaar gegijzeld door de FARC


Tijdens onze ontmoeting maakt Marc Gonsalves allerminst de indruk van een man die pas terug is van 6 jaar gevangenschap onder erbarmelijke omstandigheden, waarbij psychische en fysieke druk niet zelden werden opgevoerd tot een niveau dat martelen wordt genoemd. Marc is goedlachs, hij praat honderduit, waarbij hij zijn woorden zorgvuldig kiest. Niet omdat hij het achterste van zijn tong niet wil laten zien, maar gewoon om het de journalist gemakkelijk te maken. Vragen hoef ik nauwelijks te stellen, een half woord en een blik van mij zijn voldoende om het geen monoloog te laten zijn. Zou trouwens een prima verhaal zijn geworden, maar helaas hebben we maar een uur...

Om te beginnen wat informatie over de FARC, want het is weliswaar een van de gevaarlijkste, maar niet een van de bekendste milities. De letters staan voor Fuerzas Armadas Revolucionarias de Columbia -Ejército del Pueblo, de Revolutionaire Strijdkrachten van Columbia. Ooit, tijdens de Columbiaanse burgeroorlog, opgericht als een illegale verzetsorganisatie, geschoeid op Marxistische leest. Volgens Marc Gonzales bestaat de FARC uit zo'n 20.000 aanhangers, maar andere bronnen, zoals de site van de CIA en Wikipedia houden het op ongeveer 15000. Columbia telt meer dan 45 miljoen inwoners. We hebben het dus over een splintergroepering. Waarbij nog aangetekend moet worden dat 30% van de FARC strijders jonger is dan 18 en een fiks deel daarvan zelfs niet ouder dan 12. Daarmee kan de FARC zich in de rijen scharen van de milities die zich op de twijfelachtige eer beroepen kindsoldaten in te zetten. Hoewel klein in aantal is de FARC de luis in de pels van Columbia. Want de FARC is allerminst nietig als het om daden gaat. Opererend vanuit de jungle oefent dat miniatuur legertje een schrikbewind uit. Officieel noemt de FARC zich nog steeds een ideologische bevrijdingsbeweging, maar sinds de jaren 80 van de vorige eeuw raakte de FARC steeds meer betrokken bij de handel in cocaïne. Later kwamen daar ontvoeringen bij. Er zijn nog maar weinigen die de FARC ideologisch noemen: vrijwel alle Columbianen spreken, net als bijvoorbeeld de VN en de EU van een criminele, dan wel terroristische organisatie. Zelfs Castro heeft zijn steun aan deze 'communisten' ingetrokken. De enige echte vrienden van de FARC zijn de IRA (maar minder hartelijk dan voorheen) en de ETA. De beweging verliest de laatste jaren veel aanhang, maar de harde kern is krachtig genoeg om Columbia nog jarenlang in de tang te houden. Want de jungle is groot en de FARC is taai.....Ik spreek met Marc Gonzales, een Amerikaanse DEA agent die, samen met twee van zijn collega's bijna 6 jaar in handen was van de FARC en bevrijd werd tijdens de spectaculaire actie, waarbij ook de ontvoerde presidentskandidate Ingrid Betancourt werd gered.

“Ik was pas in Bogota, tijdelijk gedetacheerd bij de DEA en ik vloog een van mijn eerste missies. De bedoeling was cocavelden en labs te spotten die overal verspreid liggen in de jungle, die daar begint waar Bogota ophoudt. Ik zat met een camera in aanslag en een laptop op schoot. De kist was een eenmotorige Cessna Caravan, een doorleefd toestel, waarmee dit soort vluchten al jaren werden uitgevoerd. We waren met vijf man, de piloot incluis. Aan boord hing de sfeer van de routine. Dat veranderde echter van het ene op het andere moment, toen ons vliegtuig in de problemen raakte. Wat de piloot ook deed, de motor bleef vrijwel stil en de propeller was gestopt. We zonden nog een noodoproep uit zodat ze onze positie in kaart konden brengen. Voor ik besefte wat er exact gebeurde -het ging te snel om opwinding of angst te voelen- draaide de piloot een steile bocht en vlak daarop schuurde het toestel tussen bomen en struiken, waarbij wielen en vleugels werden afgerukt, om vlak bij een koe tot stilstand te komen. De piloot had z'n nek gebroken. Maar we hadden de crash overleefd! Toen ik opkeek, hoorde ik schoten. “Farc”, werd er geroepen. Een crash meemaken en dan midden tussen een eenheid strijders belanden, waarvan niks goeds te verwachten viel, dat was een ernstig ongeluk bij een behoorlijk ongeluk. Verkeerd moment, verkeerde plaats. De FARC, een zootje ongeregeld, dat zwaar bewapend was, zette mij, Tom en Keith, als Amerikanen apart van onze beide Columbiaanse collega's. We waren allemaal gewond, behoorlijk ernstig zelfs. Keith, Tom en ik zouden de rest van de bemanning niet weer terug zien. Hoewel we hevige pijn hadden en bloedden, nam niemand de moeite om ons eerste hulp te bieden. Ze begonnen meteen te schreeuwen of we van de CIA waren. Als we dat waren geweest zouden we ter plekke zijn geliquideerd. Maar er waren geen belastende papieren, dus kregen we een adempauze. Daarna werden onze lichamen overal betast. Deze eenheid van zwaarbewapende bosbewoners bleek niet echt over technische knowhow te beschikken. Ze zochten naar chips, die we ingespoten zouden hebben gekregen, maar we hadden natuurlijk niks. Voortdurend schreeuwden ze dat ze ons dood zouden schieten als wij gepeild werden. Goddank waren wij maar eenvoudige DEA- medewerkers, geen hightec spionnen. Na die ceremonie moesten we lopen. De eerste mars was begonnen en er zouden er nog heel veel volgen. Na enkele stappen hing er een heli boven ons. Het regeringsleger. De kogels sloegen in als hagel. Ongedeerd strompelden we dieper het oerwoud in. Ik wist niet dat ik het kon, maar we hebben weken gelopen, terwijl onze wonden langzaam heelden. Alles was vijandig, de mensen, de omgeving en de pijn. Weken werden maanden, van de ene bush hut naar de andere. Schijnbaar doelloos. De FARC-strijders hadden het alleen maar wat minder zwaar dan wij, omdat ze geharder waren en niet gewond. We aten allemaal dezelfde smerige troep: in het gunstigste geval kip die nog in dik in de veren zat.

Omdat we in hetzelfde schuitje zaten, werd de band met onze bewakers langzaam wat losser. Niet elke strijder was een fanaat. Met sommigen heb ik zelfs prettige en diepe gesprekken gevoerd. Ik begreep dat veel soldaten bij de beweging waren omdat ze daartoe gedwongen waren. Of omdat ze in het oerwoud geen keus hadden. Eén keer heeft een FARC lid, een jongen nog, die graag in Amerika had gestudeerd en mij vaak wat toestopte, zichzelf door het hoofd geschoten. Een dergelijke 'oplossing' staat niet op zichzelf, begreep ik van anderen. Vrouwen werden ook niet ontzien: vaak moesten ze zwaardere lasten tillen dan de mannen. Baden gebeurde meestal in de rivier. Mannen en vrouwen. Getekende, soms kromme mensen, die allemaal jaren ouder leken dan ze werkelijk waren. Alleen het hoger kader -zo nu en dan kwam er een hotemetoot langs- zag er gelikt uit. Maar die liepen nooit, droegen ingelegde pistolen en hadden een aanhang van jonge aspirant-strijdsters in hun kielzog. Die meiden bleven natuurlijk niet lang jong en mooi in de jungle. Maar het kader zat nooit om aanvoer verlegen.

De maanden werden jaren en zo nu en dan woonden we zowaar in een soort woning met een dak en andere faciliteiten. We speelden blindschaak, lazen of gaven de strijders Engelse les, terwijl zij ons Spaans leerden. Soms waren bewakers gemeen, maar meestal was de sfeer op het gemoedelijke af. Naar de televisie kijken was verboden. Soms mochten we even naar de wereldomroep luisteren en hoorden dan berichten van thuis. Onwerkelijk, bestond de gewone wereld nog? Keith, Tom en ik werden een soort van entiteit. Het leek of we elkaars gedachten konden lezen. We kwamen in kampen met andere gijzelaars. Dan weer alleen. Maar de FARC liet ons trio intact. Ik denk dat dat onze redding was. Wij deelden. Alles. En leerden nooit te luisteren als het woord onderhandelen viel. Die hoop was te pijnlijk.

In het kamp verscheen in 2003 opeens een filmploeg. De FARC wilde een band de wereld in sturen om te laten zien dat wij nog op de markt waren. De tolk was een erg knappe jonge meid, haar accent kon ik niet plaatsen. Nu weet ik dat het Tanja Nijmeijer was. Ze had de uitstraling van een Bond girl. Duidelijk was dat ze niet in de jungle werkte, maar, glossy, infiltraties deed in hotels en scholen. Een afschuwelijke dame. Gevoelloos en arrogant. Ik vroeg haar na de opname of we een kans hadden. Met een zelfvoldane lach zei ze dat ik geen kans had. “We schieten je dood, al is het pas bij de overdracht.” Ze genoot ervan en was de eerste en enige die me rechtstreeks bedreigde. Een type dat ooit dacht dat de FARC romantiek inhield. Ik raadde haar aan om te vluchten. Maar koppig als ze was, vertrouwde ze op haar status. Nu, nadat ze op TV is geweest als terroriste, is elke kans voor haar verkeken. Ze leeft nog, ergens diep in de jungle. Haar ouders wilden mij spreken, hoorde ik zopas. Ik heb er geen behoefte aan. Zij zien Tanja als een slachtoffer, maar Tanja is dader. En die rol speelde ze in 2003 zo goed dat bij ons elk sprankje hoop de bodem in werd geslagen. Ik vrees dat nu ze in de jungle leeft, de Bond-glamour is natuurlijk verdwenen. En dat opgedoken dagboek waarin ze schrijft dat de FARC anders is dan ze had gehoopt, heeft ook niet bijgedragen aan haar positie. Deze vrouw heeft een slecht karakter. Er zijn natuurlijk veel strijders die bepaald geen padvinders zijn, maar die behandelden ons toch vrijwel altijd met een bepaalde mate van respect. Tanja is naar mijn inschatting een fanatieke sukkel die weliswaar een opleiding afgemaakt heeft, maar allerminst een intellectueel is. Ze is ook niet in staat tot compassie. Zeg maar een type dat pas trapt als het slachtoffer weerloos is.

Uiteindelijk kwamen we in het kamp terecht waar presidentskadidate Ingrid Betancourt ook zat. De relatie met haar was ambivalent, want Ingrid gedroeg zich grillig en ze is autoritair. Maar langzaam wenden we aan elkaar. Daar kabbelde het leven voort. Tot er op een ochtend twee heli's verschenen met de kleuren van een hulporganisatie. Wij, Ingrid en 12 anderen zouden naar een andere locatie worden gevlogen. Heli's zijn daar eng. Toen we instapten, waren er 2 FARsoldaten die ons in de boeien sloegen. Ik dacht dat dit het einde zou worden. Keith werd hysterisch. De deuren sloten en er werd gevochten. Plotseling werd het rustig en ik hoorde een stem in mijn oor: “It's okay, Columbian Army.” Op de grond lagen twee in elkaar geslagen FARC gangsters. We waren vrij. Er wordt wel beweerd dat die actie een deal was tussen de FARC en de regering, maar wij zijn hoe dan ook gered en als daarvoor betaald is, doet dat niks af aan onze vrijheid. Hoewel: ik ben vervreemd, gescheiden en ontheemd. Maar ik pak het leven weer op. Tanja heeft levenslang of erger. Ik heb lang genoeg in de hel geleefd om daar een vorm van gerechtigheid in te zien. De FARC gaat om brute macht, coke en geld. Van een lijn coke lig ik niet wakker. Wel van wereldverbeteraars die zulke gangsters zien als vrijheidsstrijders. Als de familie van een ontvoerde het losgeld niet op tijd betaalt, wordt de gijzelaar meteen omgelegd. Mogen de nabestaanden het lijk tegen reductie komen halen.....


Feije Wieringa

Naschrift: Over Tanja heb ik wat info op het net gevonden. Ze is afkomstig uit de harde kern van de Groningse kraakbeweging. Ze woonde in krakersbolwerk De Drift, kwam uit een gegoede famlie en zag na een studiereis het licht in Columbia. Er staan postings op het web dat op de universiteit van Groningen geronseld is voor de FARC. Er bestaan documenten dat er vlak voor Tanja's vertrek naar Zuid Amerika een avond is georganiseerd over de situatie in Columbia. Daarbij waren enkele Columbianen aanwezig. Als je wat listig googelt, zie je dat Marx binnen sommige kringen nog springlevend is. Vermoedelijk zijn er via die contacten in Groningen nog twee andere FARC leden geronseld.

Gegijzeld is verschenen bij De Boekerij. Het bevat de verhalen van Marc, Tom en Keith. En die vullen elkaar aan.





Dacre Stoker laat Dracula herleven!


Dracula, de ondode

Dacre Stoker

Vijfentwintig jaar na de gebeurtenissen in Dracula jaagt de inmiddels aan morfine verslaafde dr. Jack Seward, die een hoofdrol speelde in het originele verhaal, weer op vampiers. Wie dacht dat na het beroemde Dracula van Bram Stoker een eind was gekomen aan het leven van de beroemde bloeddorstige graaf uit Roemenië komt bedrogen uit: in Bram Stokers' boek dat in 1887 werd geschreven wacht een aangename verrassing. In Stokers' boek wordt de vampier weliswaar gedood. Maar niet volgens de gouden regel dat een vampier alleen onschadelijk kan worden gemaakt door hem een houten staak door het hart te boren. Bram Stoker liet Dracula sterven door middel van een messteek in het hart. Was dat onkunde? Of liet Bram op deze wijze de mogelijkheid open om ooit een vervolg op zijn bekende roman te schrijven? Zelf heeft hij dat niet gedaan. Wel liet hij aantekeningen na. Een nazaat van Bram, Dacre Stoker boog zich over de nalatenschap van zijn beruchte voorvader en maakte het vervolg. Dracula, de ondode. Een bijzonder vervolg op een bijzondere legende. Dacre was in Amsterdam. Het bleef rustig........

Jouw boek is een moderne versie van een heel oud verhaal. Ik had het gevoel een verhaal te lezen dat het midden hield tussen klassieke Gothische horror en een moderne filmclip.

“Dat kan ik me best voorstellen. Ik heb het boek namelijk samen met Ian Holt geschreven. Dat is een Dracula expert en hij is script writer. Als je het goed leest kan je merken dat het bestaat uit een introspectieve laag en veel, beeldende beschreven, actie. De introspectieve factoren komen voor het grootste deel op mijn conto, het filmisch element is meer van de hand van Ian.”

Dus die groteske scene van een lijk op een staak, midden op Piccadilly Circus komt uit de pen van Ian.

“Helemaal. We hebben er natuurlijk wel overlegd, maar deze 'over the top' scene is natuurlijk het idee van een filmmaker. In feite hebben we twee Dracula's geschreven: dit boek en een filmscript. Daar hebben we in feite hetzelfde procedé toegepast dat Bram ook toepaste. Hij schreef eerst het boek. En toen dat niet bijzonder succesvol was maakte hij er een toneelstuk van. Dat was in feite de trigger die Dracula beroemd maakte. Maar bij zijn leven is Bram er niet veel beter van geworden. Het boek is langzaam een klassieker geworden.”

Bram Stoker wordt gezien als de pionier van het vampier genre. Klopt dat?

“Hij heeft van Dracula een icoon gemaakt. Maar hij was natuurlijk niet de bedenker van de vampier. Die mythes vind je over de hele wereld, van China tot Zuid Amerika. En ze zijn van alle tijden. De vampier is een soort van oer beeld. In Duitsland heet hij Nosferatu en ik denk dat er in elk land wel een naam is waarmee de vampier wordt aangeduid. Bram was de eerste die er een coherent verhaal van heeft gemaakt.”

En baseerde zich op een graaf uit de Karpaten?

“Dat is een gebied waar je mythes vindt. Een geheimzinnig gebergte dat zich, net als het Ierse landschap, leent voor geheimzinnige verhalen. Maar zelf denk ik dat het eenvoudiger is. Mij lijkt het niet onwaarschijnlijk dat Bram zijn goede vriend Oscar Wilde voor een groot deel de basis van het karakter van Dracula vormde. Wilde was natuurlijk geen vampier. Maar wel een persoon die niemand spaarde en zijn charmes gebruikte om alles en iedereen naar zijn hand te zetten. Voor hij uit de kast kwam was hij een berucht rokkenjager en hij schijnt het zelfs te hebben aangelegd met een van Brams' beste vriendinnen. Ook schreef Wilde een griezelroman, The Picture of Dorian Gray. Daarin verwerkte hij op subtiele wijze vrienden en vijanden. Het is niet onmogelijk dat Bam op zijn manier Wilde een hak heeft willen zetten. Er zitten satirische elementen in de originele Dracula en Wilde was natuurlijk een satiricus als geen ander. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat Wilde een veel beter schrijver was dan Bran. Maar we moeten Bram nageven dat Dracula, met al zijn tekortkomingen, een beroemder boek is geworden dan Dorian Gray. Toch nog een beetje gerechtigheid.”

Wat was jouw motief om dit vervolg te schrijven?

“Ik had eerst geen motief. Natuurlijk kende ik Dracula en was ik behept met de naam Stoker. Daar werd ik soms op aangesproken. Maar voor mij was Bam niet meer dan een verre voorvader die een paar boeken had geschreven, waarvan er eentje de tand van de tijd had doorstaan. Ik had niks met schrijven. Was me nauwelijks bewust van mijn Ierse roots en was sportleraar. Nooit aan schrijven gedacht. Maar op een gegeven moment kwam er een telefoontje van Ian Holt. Die had al een hele serie Stokers uit het telefoonboek benaderd. Ian is een Dracula fanaticus en weet alles van vampiers. En hij heeft een enorm enthousiasme. Hij wilde een boek maken, samen met een nazaat van Bram. Reden voor mij om met em te gaan praten. En hij bleek meer van mijn familie te weten dan ik zelf. Kortom; hij wakkerde bij mij een fascinatie aan. Het was voor mij verrassend om documenten onder ogen te krijgen waarvan ik niet het vaagste vermoeden had dat ze bestonden. Met hem ging ik van het ene museum naar het andere. En toen mijn vrouw beweerde dat ik tijdens boze ogenblikken lijk op het portret van Bram, was er geen weg terug. En omdat ik een telg ben uit de familie Stoker mag het niet verbazingwekkend heten dat ik mijn leven lang geïnteresseerd ben geweest in het werk van mijn voorvader. Op de universiteit heb ik een scriptie geschreven over mijn oudoom, waarin ik dieper op de redenen ben ingegaan waarom hij Dracula heeft geschreven.. Door mijn onderzoek werd me duidelijk dat het boek voor mijn familie eigenlijk een tragische geschiedenis was.”

Waarom?

“Bram stierf voor Dracula populair werd. Zijn weduwe dacht het boek niks zou opleveren dan dat de zeven jaar die hij aan het boek had gewerkt verspilde jaren waren. Het werd een gevecht om rechten. Klassiek in de literatuur. Toen Dracula voor de eerste keer werd verfilmd hebben de erven geen cent van de rechten gezien, en dat bleef zo toen het boek aan zijn opkomst begon. Er hebben heel veel mensen aan Dracula verdiend, maar niet de meest betrokkenen.”

Die documenten vormden de basis van jullie project?

“Ze staan deels afgedrukt in ons boek. Aan alles kun je merken dat Bram van plan is geweest om een vervolg te maken. Je vindt er notities over The Ripper zaak, over een Londense politieman en over heel veel andere kwade zaken die aan het eind van de negentiende eeuw in Engeland en Ierland de gemoederen bezig hielden. Dat materiaal is door ons geordend. We hebben geprobeerd om het aandeel van Bram zoveel mogelijk intact te houden. Maar we wilden zijn stijl niet dupliceren. Dracula is een typisch product van zijn tijd. Een leesbaar boek, maar het tempo is natuurlijk niet van deze tijd. Dus hebben wij er een boek van gemaakt waarin de geest van Bam rondwaart, maar dan wel in een hogere versnelling. En natuurlijk is het hier en daar over the top, maar horror en humor horen nou eenmaal bij elkaar. Pure horror is vaak onleesbaar. Wie kan de werken van De Sade nou voor zijn plezier lezen? Alleen masochisten van de ergste soort.”

Het boek wordt verfilmd door Jan de Bont?

“Hollywood is horror. Je krijgt de ene toezegging na de andere en uiteindelijk blijkt alles onder voorbehoud. Ian kende de Bont en de Bont zei interesse te hebben. Niet meer dan dat. Maar ik heb gehoord dat die de Bont meer in actie ziet dan in psychologie. En het boek moet verfilmd worden door een regisseur met een beetje inzicht in de psyche. Inmiddels liggen er al tientallen aanbiedingen van filmmaatschappijen. Dat schijnt normaal te zijn. Wat zeker is, is dat ons boek bij het uitkomen meteen in 27 talen is verschenen. Die verfilming komt er dus wel. Maar met die verfilmingen hebben we het wel gehad. Ik heb het als een plicht gevoeld om dit boek te schrijven. We wilden de karakters weer tot leven wekken zoals Bram dat naar ons inzicht had bedoeld. Er zijn zoveel boeken en films waarin van zijn visie is afgedwaald en daarom wilden Ian en ik zowel Bram als Dracula iets van hun waardigheid teruggeven. Ik denk dat Bram trots op het feit zou zijn geweest dat een familielid dit initiatief heeft genomen en uiteindelijk recht aan het erfgoed heeft gedaan. Waar mee ik niet wil zeggen dat Christopher Lee en Bella Luigosi Dracula tekort hebben gedaan. Integendeel.”

En wat gaat Dacre Stoker hierna doen?

“Morgen ga ik naar Rome om het boek te promoten. Daarna ga ik terug naar South Carolina. Daar pak ik mijn vak weer op. Ik organiseer vis trips naar Canada. Ik ben namelijk een uitstekend vliegvisser en en ik denk dat ik dat voorlopig blijf doen. Lekker rustig en heel vredig.”

F.W. tekst en foto (verscheen eerder in Highlife)

Verschenen bij uitgeverij Mynx, evenals de herdruk van Dracula van Bam Stoker.

Marc Gonsalves & Tanja Nijmeijer


Op 21 januari maakte ik een interview met Marc Gonsalves die bijna 6 jaar door de FARC in gijzeling is gehouden. En vrij kwam na een spectaculaire reddingsactie door de regeringstroepen. In 2003 is Gonsalves gedwongen om mee te werken aan een video. De FARC wilde een levensteken naar buiten brengen. Hij sprak toen met de Nederlandse FARC aanhangster, Tanja Nijmeijer, die voor de FARC als tolk werd ingezet. De mooie Nederlandse liet Marc daar onomwonden weten dat hij en zijn beide collega's gedood zouden worden, en tijdens die mededeling had ze volgens Gonzales: 'heel veel plezier'. Binnenkort op dit log wat ondermeer tijdens die ontmoeting ter sprake is gekomen. Saillant detail: de ouders van Tanja hebben een poging gedaan om met Gonsalves in gesprek te komen. Marc Gonsalves vertelde mij dat hij daar nou niet bepaald om zat te springen. Kijk op uitzending gemist naar NOVA van 22 januari en u zult begrijpen waarom. Over een geschifte familie gesproken.....Gonsalves: "Tanja is dader, geen slachtoffer. En de FARC is een terreur organisatie." Binnenkort op dit log dus meer over de terroriste die inmiddels wel eens in haar eigen kuil gevallen zou kunnen zijn.....

Binnenkort meer.......
Foto: Marc Gonsalves in een Amsterdams hotel) (copyright: F.W.)

Over mij

Niks te melden, Groucho fout gespeld, geen clublid, atheist. Slechte ervaringen: met foute dienders en foute vrienden, soms een combinatie. Goede ervaringen: met vrouwen en vrienden, en daar vallen geen zelfbenoemde vrienden onder. Met skydiven, zeilen en LSD.

Albert Hoffman 28 april overleden

102 werd Albert Hoffman, de man die de wereld LSD gaf. Helaas is zijn sleutel van The door of Perception anno 2008 nog steeds omstreden. Hofmann heeft tot de laatste dag gepleit om zijn Problem Child serieus te nemen. Maar LSD werd om politieke redenen tot een gevaarlijke drug bestempeld. Met dat gevaar blijkt het mee te vallen: lethale dosering is anno 2008 nog steeds niet gevonden en Albert Hoffman, die regelmatig zijn geesteskind zelf nam is er 102 meegeworden.

Er is een condoleance-register:

http://www.alberthofmann.org/

Thanks for the trips dr Hoffman...


Meer info over de toenemende invloed van christelijk neo-conservatieve politiek

Friesland bakent de grenzen af

De provincie vindt dat het tijd wordt om de fryske identiteit te benadrukken. Ideetje????

Ooit was Friesland beroemd om haar koeien.

Tegenwoordig is Friesland berucht: hoe ze daar met koeien en ander vee omgaan.....

http://allaboutppd.blogspot.com/

De meeste patiënten zullen gedurende de rest van hun leven erg veel last houden van hun stoornis. Een voortschrijdende leeftijd (vanaf circa 50 jaar) zorgt ook nog eens voor nog minder geestelijke flexibiliteit, waardoor de symptomen verder kunnen verergeren. De prognose is dus gewoonlijk slecht. Klik voor de aardigheid eens op de blauwe link. Volgens de auteur een grapje. Maar hij trekt wel mooi de vleugels en pootjes van vliegen uit hun lichaam...Mooi verhaal verder op dat allaboutppd. Je zult er maar last van hebben!

Nachtmerrie, deze opdracht in dit masterpiece

Nachtmerrie, deze opdracht in dit masterpiece
Wat ben ik hier blij mee...En in zijn droom verliep alles feilloos en perfect zoals hij vooraf gepland had. Hij doodde meedogenloos en gevoelloos zijn verachtelijke vriend, die ook zijn vijand was.

Rober Plant & Alison Krauss

In de voetsporen van The All American Music van Gram Parsons het album Raising Sand van Led Zeppelins Robert Plant en bluegrass coryfee Alison Krauss. Folk is still in progress....Uitschieters: "Through the morning through the Night," van Gene Clark em "Polly," eveneens een nummer van Clark.

http://www.youtube.com/watch?v=g5KF4dKq-6I

Gene Clark info and downloads:

http://www.geneclark.com/

Mother should I trust the government?

Ik niet. En jij toch evenmin? Maar bij twijfel vind je't antwoord op http://www.witheet.com/ de site die een oogje in het zeil houdt! Laat je geen oor aannaaien door ambtenaren, dienders, politici, kwakzalvers, deskundologen, dominees, priesters, imams en ander gespuis!!!!
En heb je het niet op Bush, McDonalds, en twijfel je aan het nut van PRIVATISERING?
http://www.gregpalast.com/

By the way: wil de vaste lezer van dit log voorzichtig wezen gaat als het gaat om laster en suggesties te plaatsen die hem, als huisvriend, ter ore zijn gekomen door de slangentong van mevrouw R.H.. mijnheer R.R. en "'kunstenaar"Lerak L? Als de volledige namen van z'n bronnen, alsmede wat pijnlijke bijzonderheden die daarmee samenhangen, door mij worden onthuld, kan het wezen dat binnen de family R . de pleuris uitbreekt. Lijkt me niet leuk voor Lerak L. en R.R. Maar wie de bal kaatst.....kan een tornado in een glas water verwachten...This is not a hoax...

Scott Lynch (foto: F.W)

Scott Lynch (foto: F.W)
The king of modern Fanatsy did it again. Rode Zee onder een Rode Hemel, net uit bij de Boekerij. Zie voor het interview met Scott in het archief van dit log!!!

Lahringen a Turner Impression

Lahringen a Turner Impression
Dutch Masterpiece, watch the clouds...

Paragnosten

5 tot 15 % van het aantal verdwijningen, meestal als gevolg van misdrijven, zou volgens een artikel in de Leeuwarder Courant op paragnostische wijze alsnog worden opgelost. Bron: 15 jaar onderzoek door een paragnost. Die heeft er vast een onafhankelijk onderzoek van gemaakt... Al in de jaren twintig van de vorige eeuw deed Julian Huxley, broer van Aldous onderzoek naar Britse paragnosten. Hij wist ze allemaal te ontmaskeren. Publiceerde zijn resultaten, en het gevolg was dat er geen klant minder gebruik maakte van hun diensten, integendeel. Veel mensen zijn goedgelovig, journalisten helaas niet uitgezonderd. Zelf heb ik o.m. commissaris Jan Blaauw, profilers Robert Ressler, John Douglas, Paul Britton, de Amerikaanse True Crime schrijfster en biografe van Ted Bundy, Anne Rule gevraagd of er ooit in de historie een misdrijf via bovennatuurlijke weg is opgelost. Het antwoord, unaniem: nog nooit. Robert Ressler merkte fijntjes op dat de waarheid vaak te gruwelijk is om te geloven. en logica voor veel mensen te onaangenaam. "De realiteit zien is angstaanjagend, sprookjes niet," aldus Ressler, die als credo heeft: "Wie in de afgrond lijkt, moet zich realiseren dat de afgrond terug kijkt." Het citaat is van Nietzsche.

http://www.robertkressler.com/

H.P. Lovecraft

H.P. Lovecraft (1890-1937) wordt, hoewel nagenoeg onbekend tijdens zijn leven, thans beschouwd als een van de grootste fantastische vertellers uit de Amerikaanse literatuur. Sommige literatuurcritici achten hem zelfs hoger dan de grote E.A. Poe. In dit eerste deel van het verzameld proza van Lovecraft zijn in chronologische volgorde zijn eerste 29 verhalen opgenomen. In deze verhalen zien we dat de schrijver zoekt naar een eigen stijl, maar nog sterk beïnvloed wordt door Poe en de Engelse Lord Dunsany, voor wie hij grote bewondering had. Lovecraft, een excentrieke, wereldvreemde reactionair, droomde veel en hield in een notitieboekje een overzicht bij van al deze dromen, die zijn voornaamste inspiratiebron waren. Omdat die dromen zeer verschillend van aard waren, zijn de eruit voortgekomen verhalen dat eveneens, wat de lectuur ervan zeer afwisselend en boeiend maakt. Voor Lovecraft was het complot van een verhaal niet het belangrijkste, maar wel de opgeroepen sfeer. Daarin slaagde hij wonderwel, ook in deze vroege teksten, waarover Michel Houellebecq in zijn prachtige essay over Lovecraft schreef: `Daar zien we zijn artistieke middelen een voor een ontstaan, als muziekinstrumenten die zich om beurten aan een vluchtige solo wagen alvorens zich gezamenlijk over te geven aan de razernij van een krankzinnige opera.’ De bundel bevat de vroege verhalen van Lovecraft. Laten we hopen dat de rest ook snel wordt uitgegeven. Gelukkig dat er nog een uitgever als Voltaire bestaat!

http://www.uitgeverij-voltaire.nl/

Fragment uit De Droom (uitgave: Flevodruk)

En volgende week begint het proces. De therapeut staat dan eindelijk terecht voor het plegen van meervoudige moord op kwetsbare vrouwen. Die hij geestelijk zo manipuleerde en misbruikte dat ze allemaal uit pure wanhoop en op zijn aandringen zelfmoord hadden gepleegd.”

De auteur biedt coaching en solliciteerde bij opvang mishandelde vrouwen....Boek bestellen?

zie: http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm

Ik kan de codes niet geven en per ongeluk een boek gejat....

Even wat rechtzetten:

* Heb contact gehad met de Meesters. Zij hebben nooit ook maar enige invloed gehad op de inhoud van hun website. De site was van Vaccalucci. Zij hebben jou verzoeken verschillende keren naar hun uitgever gestuurd, maar die heeft er niets mee gedaan. Toen Vaccalucci ophield te bestaan was ook die website dood. (Zou je een negatieve recensie willen weghalen? De Meesters zijn nl. vrienden van mij....)
* De code van jou website kan ik je niet geven omdat ik zelfs de codes van mijn eigen websites niet meer heb. (Vreemd, die wordt steeds aangepast) Na een crash zijn ze verdwenen en de zoon van Rimmert IQUE wees gewaaschuwd!!! moet ze opnieuw aanmaken, of zoiets. (zo gaat dat, en vice versa....)
* Kellerman: dat moet een vervelend misverstand zijn geweest. Mijn herinnering is dat Ymco het pakketje bracht, jij het openmaakte, iets zei in de trant van: die lees ik allang niet meer, en ik vroeg of ik het dan mocht hebben. Jouw herinnering is anders. Dat spijt me verschrikkelijk. (boek achterover gedrukt en betrapt...)

Niet elke diender kan zo doorzichtig liegen...


Some quotes from the boys

"You know, there's a right and wrong way to do everything."

Woman: "About how much money do you boys average a street ?"
Ollie: "I would say about fifty cents a street."Woman: "There's a dollar. Move down a couple of streets."

Stan: "Well, I don't know anything about cutting wood."
Ollie: "Well, you ought to. You once told me your father was in the lumber business."
Stan: "Well, I know he was but it was only in a small way."
Ollie: "What do you mean small way ?"Stan: "Well, he ... he used to sell toothpicks."

Ollie: "Shut up and get this mess cleaned up. Do you know that my wife will be home at noon ?"
Stan: "Say, what do you think I am, Cinderella ? If I had any sense I'd walk out on you."
Ollie: "Well it's a good thing you haven't any sense."
Stan: "It certainly is."

"We're not looking for him, we're just trying to find him."


Gouden Strop

Roel Janssen Gouden Strop voor "De Tiende Vrouw" Wat een treurnis. Zelden zo'n saai boekje gelezen als dit boek van de man die de-eveneens dodelijk brave- Nederlandse John Grisham wordt genoemd. Het zal de nieuwe Balkenende braafheid wel wezen, dat er is gekozen voor een een amusing verhaaltje -negeer de suggestie maar dat het om de zaak Bruinsma gaat- waarin alle cliche's die de clichematigheid van de thriller bevestigen, uit de kast zijn gehaald. En geen spoortje humor, wat't boek onbedoeld humoristisch maakt.. Blij dat ik dit jaar geen jurylid was. En nou zal ik het nooit weer worden ook. Maar die prijs had Peter de Zwaan natuurlijk moeten hebben. Maar helaas: Peter schrijft niet voor de NRC en hij schrijft -lees de passage over twee lullen, vastgelijmd op een plankje, in De Voeder er maar op na- erg onbraaf. Peter, zorg dat je'm volgend jaar ook niet wint. Die Gouden Strop is inmiddels een belediging.

Klein en Groot

Klein en Groot
Bauer en De Poel (uitgave: Aspekt)

Stil water en een column van Marelle

Door Feije Wieringa (Penthouse / Highlife) Haar debuut Nephila’s Netwerk heb ik niet gelezen dus Stil Water was mijn kennismaking met werk van Marelle Boersma. Laat ik met de deur in huis vallen: het viel niet mee. Het verhaal is weinig origineel. Na een duik in de Oosterschelde lopen duikers, badgasten en bruinvissen een merkwaardige vorm van huiduitslag op. En dat niet alleen: veel bruinvissen spoelen dood aan en de huiduitslag blijkt onderdeel van een syndroom waardoor ook de hersenen worden aangetast. De schrijfster komt wat langzaam over de brug met wat de lezer al lang vermoedt: het water in de Oosterschelde is giftig. Je denkt dat in zo’n geval van hogerhand het sein onveilig gegeven wordt, of nog eerder, groot alarm geslagen. Maar net als in de film Jaws zijn de mensen die over zulke dingen gaan nou net degenen die weigeren om direct verbanden te leggen tussen de symptomen en de toestand van het water. Een thrillertruc die jaren geleden nog net kon, maar die anno 2006 bij mij allerminst het gevoel oproept dat de schrijfster zichzelf voor een uitdaging heeft geplaatst. De hoofdpersonen boeien niet. Ze zijn vooral clichématig. Uit alles blijkt dat Marelle Boersma zeker geen psychologie heeft gestudeerd. De topmanager van het Zeeuwse waterbeheer is, mag je hopen, niet naar ’t leven getekend, maar een karikatuur van een slechterik. Corrupt, weet niet het verschil tussen een knotwilg en een populier, kan niet van zijn vrouwelijke ondergeschikten afblijven en is niet eens in staat om het chantagegeld af te leveren op de goede plek. Gelukkig gaat het er gemoedelijk aan toe en mag hij nog een keer proberen. Als Marelle een persiflage had geschreven was ’t al op de rand geweest, maar het is haar ernst en dat geeft het boek vooral een knullig karakter. Misschien ben ik na vijftien jaar Penthouse een beetje gedegenereerd als het om erotiek gaat, maar de erotisch bedoelde beelden wekken bij mij eerder lachlust op dan fysieke driften. De lesbische relatie die ze in het verhaal heeft verwerkt is volstrekt irrelevant. ’t Had net zo goed hetero kunnen zijn. Blijkbaar is seks in Zeeland saai. Laten we voor de Zeeuwen hopen dat het hier om slechte research gaat: je kunt tenslotte niet overal verstand van hebben. Van toxicologie heeft Marelle meer verstand. Maar dat blijkt pas tegen het einde van het boek wanneer een niet alledaagse algensoort de oorzaak van de ellende blijkt te zijn. Daarmee geef ik de plot niet weg, want er is nog een kleine twist ingebouwd waardoor je toch even op ’t verkeerde been wordt gezet. Zo’n onverwachte wending–nou ja, onverwacht?- gebruikt Baantjer ook, maar die is al 83 en geen wetenschapper, doch eenvoudig politieman. De duikscènes hadden nog wat spanning kunnen genereren. Helaas kabbelen die net zo lauw voort als de rest van het verhaal. Geen claustrofobie, geen ademnood, geen paniek. Toeval of niet: de avond voor Stil Water las ik Duivelswerk een nieuwe thriller van Mo Hayder. Ook een boek over vergiftigd water en kadavers. Subliem geschreven, psychologisch geloofwaardig uitgewerkt en niet gemaakt om de lezer te behagen, maar om hem met angst, met een thrill te overdonderen. Misschien komt dit over als het vergelijken van appels met peren. Vind ik niet: op beide boeken staat duidelijk THRILLER. De passage aan het eind van ‘t boek: “Rona trok Line tegen zich aan waardoor Lines hoofd tegen haar borsten terechtkwam. Ze liet een hand over Lines lichaam glijden. Wat hadden vrouwen toch een heerlijk rond lichaam dacht ze....” Dat is niet thrilling, dat is romantiek. Een heel ander genre. Het positieve van Stil Water is dat je rustig kunt slapen als je ’t uit hebt. Maar wie een slapeloze nacht verwacht kan beter dat boek van Mo Hayder lezen. Stil Water is goed bedoeld. Maar het tijdperk van het brave spannende boek is voorbij. Dat zouden ze in Zeeland ook moeten weten. Zeker als je een universiteit van binnen hebt gezien. (over)Schrijver en EX-agent Fred de Vries lachte zich dood om deze recensie. Het heeft hem geroerd, achteraf, want de kleefkikker benaderde de talentvolle schrijfster ongeveer zo -die Wieringa meent natuurlijk niet wat hij opschrijft, ik ben een vriend van'm en zodoende weet ik dat- en wil jij nou een column schrijven op mijn site over zielsziekten? -Daar verzamelt hij schrijvers. Het geeft niet wat ze schrijven. En zo werd naieve Marelle gestrikt om Fred's collectie uit te breiden. Marelle heeft niet alleen verstand van sex in Zeeland. Ze is onder supervisie van een gewezen smeris, die god weet waarom, opeens handelaar in een knipselmap met open deuren is geworden, opeens ingevoerd in de wondere wereld van autisme. Een beetje thrillerschrijfster weet toch dat crime zich niet alleen in boeken afspeelt? En dat niet iedereen in uniform zuiver is op de graat! Integendeel zou'k zeggen...Nou Marelle, misschien inspireert het je ooit en komt dat meesterwerk er toch nog!

Housewife in action

Housewife in action
Words and Music

Housewifes Lament

Sommige dingen veranderen nooit.... http://www.ibiblio.org/jimmy/folkden/php/search/ I learned “Housewife’s Lament” at the Old Town School of Folk Music in Chicago around 1958. It’s kind of a bitter portrayal of the lot of women in the not-so-distant past. There is a verse at the end where the poor housewife dies and gets covered with dirt, which is supposed to be funny, but I thought there was enough hardship in this song without adding insult to injury, so I left it out. Lyrics: [G] One day I was walking,I heard [Am] a complaining,I saw a [D] poor womanThe [C] picture of [G] gloom.She gazed in the mudOn her [Am] doorstep (’twas raining),And [D] this was her songAs she [C] wielded her [G] broom: Chorus: [G] O life is a trial,[D] And love is a trouble,[G] Beauty will fade[D] And riches will flee,[G] Wages will dwindleAnd [Am] taxes will doubleAnd [D] nothing is as IWould [C] wish it to [G] be.” In March it is mud,It’s slush in December,The midsummer breezesAre loaded with dust.In fall the leaves litter,In muddy NovemberThe wallpaper rotsAnd the candlesticks rust. Chorus: It’s sweeping at sixAnd i’s dusting at seven, ( I know I sang 11 but it should be 7 It’s victuals at eightAnd it’s dishes at nine.It’s potting and panningFrom ten to eleven.We scarce break our fastTill we plan how to dine. Chorus: Last night in my dreamsI was stationed forever,On a far distant rockIn the midst of the sea.My one task of lifeWas a ceaseless endeavor,To brush off the wavesAs they swept over me.

A psychedelic journey by Samuel Taylor Coleridge

In Xanadu did Kubla KhanA stately pleasure-dome decree :Where Alph, the sacred river, ranThrough caverns measureless to man
Down to a sunless sea.
So twice five miles of fertile groundWith walls and towers were girdled round :And there were gardens bright with sinuous rills,Where blossomed many an incense-bearing tree ;And here were forests ancient as the hills,Enfolding sunny spots of greenery.
But oh ! that deep romantic chasm which slantedDown the green hill athwart a cedarn cover !A savage place ! as holy and enchantedAs e'er beneath a waning moon was hauntedBy woman wailing for her demon-lover !And from this chasm, with ceaseless turmoil seething,As if this earth in fast thick pants were breathing,A mighty fountain momently was forced :Amid whose swift half-intermitted burstHuge fragments vaulted like rebounding hail,Or chaffy grain beneath the thresher's flail :And 'mid these dancing rocks at once and everIt flung up momently the sacred river.Five miles meandering with a mazy motionThrough wood and dale the sacred river ran,Then reached the caverns measureless to man,And sank in tumult to a lifeless ocean :And 'mid this tumult Kubla heard from farAncestral voices prophesying war !
The shadow of the dome of pleasureFloated midway on the waves ;Where was heard the mingled measureFrom the fountain and the caves.
It was a miracle of rare device,A sunny pleasure-dome with caves of ice !
A damsel with a dulcimerIn a vision once I saw :It was an Abyssinian maid,And on her dulcimer she played,Singing of Mount Abora.Could I revive within meHer symphony and song,To such a deep delight 'twould win me,
That with music loud and long,I would build that dome in air,That sunny dome ! those caves of ice !And all who heard should see them there,And all should cry, Beware ! Beware !His flashing eyes, his floating hair !Weave a circle round him thrice,And close your eyes with holy dread,For he on honey-dew hath fed,And drunk the milk of Paradise.
Autumn of 1797 or (more likely) spring of 1798, published 1816, 1828, 1829, 1834
(proofed against E. H. Coleridge's 1927 edition of STC's poems and a ca. 1898 edition of STC's Poetical Works, ``reprinted from the early editions'')
To rest of poems

Hortensia's en rituelen

http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm http://www.boudicca.de/lsr-nl.htm 22. Ook zal hij een jong kind op het altaar doden, en het bloed zal het altaar bedekken met parfum, zoals van 23. Dan zal de Meester verschijnen zoals Hij zou verschijnen --- in Zijn glorie.24. Hij zal zichzelf uitstrekken op het altaar, en het ontwaken in het leven, en in de dood Dit is allemaal te vinden op bovenstaande sites. Laat u uw kind behandelen door lieden met deze hobby's?

Hoe de pers (soms) werkt

Een Imam moest naar een persconferentie in New York. De man maakte de oversteek per boot omdat hij niet durfde vliegen. Toen hij, eenmaal aangekomen, de loopplank afliep, kwam er een journalist naar hem toe, die hem, een microfoon onder de neus duwend vroeg: Monseigneur, wat vindt u van de hoeren in New York? Verbouwereerd reageerde de man: zijn er hoeren in New York? De volgende dag stond in de krant: Het eerste wat de Imam vroeg was 'Zijn er hoeren in New York?" Met dank aan PeeWee. Humoristisch raadsman.

Stalker

A moment of Glory Soms is een blik mooier dan wat dan ook. Kwam vanmiddag een stalker tegen. Hij wist dat ik het wist (dattie stalker was...) Ik keek'm in z'n smoel. Z'n blik draaide weg. Zoiets genereert een beter gevoel dan een veroordeling!!!!

In Groucho We Trust

In Groucho We Trust
Keep in mind!!!

Fake

Fake
Dit is een bootleg, waar McGuinn geen barst mee van doen had. Ik had'm cadeau gekregen van een ex-vriend, maar die deed me er geen plezier mee en bovendien bleek hij het goede heertje uit te hangen met de smaakvolle muziek van zijn echtgenote. Eigenlijk heb je zoiets niet in huis: maar het echtpaar is erop gesteld. Ik niet...Niet op't fakeplaatje en niet op't echtpaar....

Glenn Gould

Glenn Gould

Dit past op 1 GB mp-3

Bach: Das wohltemperierte klavier: Glenn Gould Murder Ballads: Nick Cave and the Bad Seeds Peace On You: Roger McGuinn Other Peaple's Lives: Ray Davies Compilatie: David Byrne and Talking Heads Beethoven: Grosse Fuge and two other Sring Quartets Bach: The Art of Fugue: The Candian Brass The Gilded Palace of Sin: The Flying Burrito Brothers Jazz from Hell: Frank Zappa Sex and Religion: Steve Vay Mass in C: W.A. Mozart Bach: Grand Motets: Herreweghe

Dexter solved a Loyd problem, while Ramon is sleeping and dreaming

Dexter solved a Loyd problem, while Ramon is sleeping and dreaming

Tim Krabbé

Recensie op crimezone Toevallig worden ze beiden op dezelfde dag bezorgd: Een goede dag voor de ezel, van Tim Krabbé, en de biografie van Simon Vestdijk, geschreven door Wim Hazeu. Verschil: zo’n 700 pagina’s. Vestdijk heeft meer dan vijftig boeken op zijn naam, Krabbé vooralsnog een stuk of tien, maar wat niet is kan komen. Tenslotte debuteerde Vestdijk pas toen hij dik in de dertig was en hield hij het schrijven vol tot het eind van zijn leven. Vestdijk was een stevige roker, dronk behoorlijk en schreef zich van depressie naar depressie. Krabbé is in alle opzichten Vestdijk’s tegenpool. Vestdijk kon vermoedelijk niet eens fietsen. Krabbé heeft jarenlang gefietst in de hogere regionen en haalde daar De Renner uit, één van de weinige boeken over sport waarvan de auteur de research helemaal zelf heeft doorvoeld. Vestdijk bedacht zijn materiaal. Krabbé beleefde het. Vestdijk leefde voornamelijk binnen de grenzen van zijn eigen universum, de huiskamer. Krabbé niet. Wielrennen, schaken, schrijven, Krabbé combineert het allemaal. Vestdijk kon zich binnen dat immense oeuvre nog wel eens een uitglijder veroorloven. Van die vijftig boeken heeft ongeveer de helft de tand van de tijd doorstaan. Krabbé heeft het nooit gezocht in kwantiteit. Geen grote romans, geen literaire experimenten. Maar wat hij heeft geschreven staat nog steeds als een huis. Het gouden ei is inmiddels uitgegroeid tot een klassieker. Twee keer verfilmd, maar in beide gevallen blijft het boek beter dan de film. Krabbé is niet in een hokje te stoppen. Schijnbaar eenvoudig, en met geen woord te veel wekt hij zijn personage’s tot leven. Om ze vervolgens in situaties te brengen die doen denken aan omstandigheden die ontsproten zijn aan de bizarre geest van Edgar Allan Poe. Alleen heeft Krabbé de lak van de gothische romantiek niet nodig om de horror uit het dagelijks leven te schilderen. Een goede dag voor de ezel, is een logische parel in de ketting van de Krabbé s juweeltjes. Alleen al de eerste zin: “Gelukkig zijn was het makkelijkste wat er was.” Kan zo bijgezet worden in de serie “beste eerste zinnen.” Net als: “De portier is een invalide,” uit Nooit meer slapen, van W.F. Hermans, een opening om in te lijsten. Wat er ook gebeurt, het kan alleen maar slechter worden. Er ontvouwt zich een subtiel drama, de formule waarop Krabbé het patent lijkt te hebben. Een toevallige samenloop van omstandigheden en een toevallig gehoorde, beledigende opmerking in een streekbus, vormen de aanzet tot een keten van gebeurtenissen die tijdens het lezen achteloos voorbij lijkt te komen, maar aan het slot samenvallen tot een macabere ontknoping. Toeval speelt een grote rol in dit boek. Vaak een truc om een plot sluitend te maken, maar in Een goede dag voor de ezel, een logisch gegeven. Toeval speelt ook een grote rol in het leven, al denkt menigeen dat het lot niet door toeval, maar door wilskracht wordt bepaald. Op het verkeerde moment, op de verkeerde plek zijn, is vaker een noodlottige gebeurtenis, dan een uitgekiende moord. Krabbé maakt weer eens duidelijk dat goed en kwaad balletje vormen dat alle kanten op rollen. Dat het vaak de verkeerde is valt de schrijver niet aan te rekenen. Een boek dat pas op z’n plek valt wanneer je er een paar dagen over hebt nagedacht. Bedrieglijk eenvoudig. Krabbé weet uit een minimum aan woorden een maximaal effect te halen. Weinig schrijvers die hem dat nadoen. Glashelder…

A Cosmic Joke

Voor de meeste mensen is Einstein gewoon een naam, een foto met een man, type nerd, weelderige grijze haardos, die op een merkwaardige foto, spottend zijn tong uitsteekt. En de formule: E=MC kwadraat. Daarmee houdt het zo’n beetje op. Einstein was in tegenstelling tot uitvinders als Edison, Wright broertjes en Ford niet een man die zich kon beroepen op een uitvinding die in de praktijk van het dagelijks leven een rol speelt. Hij ontdekte iets wat er altijd al was, maar niet herkend werd. Vlak na de donkere middeleeuwen gooide Copernicus de knuppel in het (theologische) hoenderhok door te stellen dat het niet de zon was die om de aarde draaide, maar andersom. Zo werd de centrale plaats van een door God geschapen aarde als middelpunt van het heelal weggevaagd. Het constateren van dit feit kwam hard aan, vooral bij de gelovigen die ervan uitgingen dat de schepping, zoals die in het boek Genesis staat (voor de oplettende lezer is dat een vreemd boek: het bevat twee scheppingsversies) slechts zeven dagen werk was, in plaats van miljarden jaren evolutie. Een paar honderd jaar later bevestigde de Britse natuurkundige Newton (volgens de mythe omdat er een appel uit een boom op zijn hoofd viel) die stelling door vast te stellen dat het heelal bestond uit lichamen die allemaal een vaste baan beschreven, met de zwaartekracht als bindende factor. Daarna kwam Einstein, die aantoonde dat de logica van Newton weliswaar heel goed bruikbaar was in de ‘gewone’ wereld maar dat Newton’s wetten niet bruikbaar waren in de kosmos, en op het niveau van de kleinste deeltjes. Voor het dagelijks leven was er niks aan de hand, een pond koffie bleef een pond koffie. Einstein toonde de correlatie aan tussen massa en gravitatie. Daarom weten we nu dat er meer koffie in een pond gaat als je het op de maan weegt. Bovendien vroeg hij zich af wat er zou gebeuren als je met de snelheid van het licht in een scheerspiegel zou kijken. Dat soort gedachten kon hij niet in de praktijk toetsen, dus bleef er niks anders over dan een wiskundig model te maken van ruimte, tijd en (zwaarte(kracht). Het kwam erop neer dat de lichtsnelheid constant was met ongeveer 300.000 km per seconde. En dat tijd, gemeten door een klok, langzamer ging naarmate een lichaam zich sneller beweegt. En dat beweging niet is vast te stellen, omdat er altijd een punt moet zijn ten opzichte waarvan je je beweging vaststelt. Zo gaat dat: de aarde draait om de zon, de zon draait weer mee in een sterrenstelsel en dat beweegt weer rond een ander stelsel enz. Kortom: Einstein zette de natuurkundige wereld op zijn kop door te stellen dat alles relatief is en het heelal geen ijkpunt kent. Het is maar vanaf welk punt je de zaak bekijkt. Hij toonde aan dat de lichtsnelheid absoluut is. Om die te kunnen overschrijden is een oneindige hoeveelheid massa / energie nodig. Reizen sneller dan het licht zou daarom het einde betekenen van het heelal zoals we dat nu kennen. Jean Claude Caririére heeft over deze materie een toegankelijk, langs wetenschap en filosofie scherend, boek gemaakt. (Bezige Bij) Hij laat een denkbeeldige Einstein aan het woord, die door een jonge studente aan de tand wordt gevoeld. Door haar ogen krijg je een kijkje in Einstein’s Brain. Het boek stopt op het punt van de kwantumfysica. Logisch, want Einstein heeft zich daar niet in kunnen vinden om de reden dat de kwantumtheorie uitgaat van een onzekerheidsprincipe en de observator van een kwantumonderzoek altijd zo’n onderzoek stuurt, omdat hij een onderdeel in de meting is. “God dobbelt niet” beweerde Einstein stellig. Daarover is het laatste woord niet gesproken, maar intussen is de theorie van de oude Albert wél stevig overeind gebleven. Maar absoluut, nee....Ooit vroeg een journaliste aan Einstein: “Mijnheer, zou u de theorie in een paar zinnen kunnen uitleggen?” “Dat kan ik wel,” antwoordde Einstein, “maar de vraag is of u het in een paar zinnen begrijpt.” In Einstein, vertel eens,” is dat uitleggen de schrijver aardig gelukt.

Albert Joking

Albert Joking

De Oerknal

De Oerknal Uitgave: De Arbeiderspers Simon Singh 2005 was het Mozart jaar en dat zullen we weten. Alle publieke omroepen proberen elkaar te overtreffen in de Mozart manie. Van kleuteropera tot taartjes, van classic FM tot de concertzender. Het is allemaal Mozart. Misschien is het vloeken in de kerk, maar ik ben van mening dat Mozart weliswaar een paar briljante pianoconcerten in elkaar heeft gezet, maar het probleem is dat dat materiaal nauwelijks verkrijgbaar is. En helaas is elke noot vastgelegd, zelfs opera’s die’t wonderkind op zijn tiende bedacht. Knap voor een knaapje, maar niet te genieten als je geen musiciloog bent. Tip: koop nooit een goedkope cd met werk van Mozart. Alfred Brendel weet zijn pianowerk de diepte te geven die het verdient. De rest is meestal rommel. En nu ik toch associeer: Mozart liefde was de opera. Hij was dus een soort Lloyd Webber voor de Oostenrijkse society. Mozart wordt het grootste genie allertijden genoemd. Te veel eer. Ik durf te beweren dat oude Bach een veel groter componist was dan die bepruikte muziekfabriek. 2005 was ook Einstein jaar. Het hele jaar niets van gemerkt. Einstein doet het slecht op koekblikken en Weens gebak. Einstein speelde overigens graag viool, Deed dat slecht, maar pretendeerde er ook niks mee . Zowel Einstein en Bach gingen uit van theoretische modellen. Daarom kun je Bach’s fuga’s in een sampler stoppen en het blijft Bach. De noten, daar gaat het om. Slechtere componisten hechten aan interpretatie van noten. Bach moet je niet interpreteren en al helemaal opvullen met romantische klanken. “De belangrijkste ontdekking ooit,” schrijft Simon Singh ergens in zijn boek. De meningen daarover zijn verdeeld. De evolutietheorie van Darwin is waarschijnlijk meer omstreden. Vooral op basis van religieuze argumenten. In bijbel en koran staat nadrukkelijk geschreven dat dieren en mensen van volstrekt verschillende aard zijn en dat de mens het recht heeft het dier te onderwerpen. Pijnlijk voor de gelovigen om dan te horen dat zijn voorouders niet Adam en Eva zijn, maar waarschijnlijk een aap met een genetische afwijking. Met die onderwerping zit het wel goed, maar daarvoor hoef je geen christen te zijn. De ontdekking van Edwin Hubble dat we leven in een heelal dat uitdijt wekte in 1923 veel belangstelling in de wetenschappelijke wereld. Einstein’s relativiteitstheorie was een gedachtesprong die veel filosofische vragen opriep, maar moeilijk is te weerleggen. Uit Hubble’s constatering dat bijna alle sterrenstelsels zich met steeds grotere snelheid van elkaar af bewegen kan zelfs een leek afleiden dat die stelsels daarvoor dichter bij elkaar waren. Zo’n vijftien milard jaar geleden moeten ze zo dicht op elkaar zijn geweest dat het hele heelal een soort oneindige dichtheid had. Misschien een miljardste van een speldenknop, maar zelfs dat is onwaarschijnlijk. Einstein’s theorie was niet in tegenstelling met het idee dat tijd en ruimte een beginstadium hebben, maar Einstein had geen oplossing voor welke wetten er bestonden op het moment dat dit heelal ontstond. Singh weet het evenmin, maar heeft een lekker toegankelijk boek geschreven over de aanloop naar de feiten zoals we nu kennen. Het begint eigenlijk in de tijd van de “verlichting” een tijd die niet geheel toevallig zo wordt genoemd. Het theologische model werd na de middeleeuwen langzaam vervangen door wetenschap. Logica versus geloof, een combinatie die onverenigbaar is. Hoe meer je weet, hoe minder je gelooft. Hoe meer je weet hoe groter de twijfel want in de wetenschap is het, in tegenstelling tot de religie, bijna altijd zo dat een theorie door een andere –betere- theorie te vervangen. Niets is zeker en zelfs dat niet. Een aardige paradox. Paradoxaal is ook dat de zoektocht naar het oneindige grote automatisch leidt tot een zoektocht naar het oneindige kleine. De wereld heeft het lang gedaan met Newton’s wetten over banen en zwaartekracht. Hij had het bijna goed, maar helaas voor Newton werd zijn theorie door Einstein aan flarden geschoten. Op zijn beurt is Einstein’s theorie eveneens onvolledig. Als het gaat om de allerkleinste deeltjes kloppen Einstein’s beweringen evenmin als die van Newton. Nog tijdens Einstein’s leven kwamen Planck en Bohr met de kwantumtheorie. Die theorie vond Einstein zo krankzinnig dat hij het afdeed met de stelling dat God niet dobbelt. De kwantumtheorie is zo absurd omdat onzekerheid, iets wat gelovigen en wetenschappers moeilijk aanvaarden, een rol speelt. En omdat er niets objectief kan worden waargenomen. Want elke waarneming is deel van wat wordt waargenomen en beinvloedt het resultaat. Als iemand naar een deeltje kijkt kan hij de snelheid zien of de plek. Maar beide tegelijk is onmogelijk. Kortom: “It’s all in the eye of the beholder.” Moeilijk terrein waaraan je niks hebt in het dagelijks leven. De kwantummechanica sluit niet uit dat alles een illusie is. Leuk om over te filosoferen. Maar in zekere zin ook angstaanjagend. Voorlopig kunnen we het doen met Simon Sings’ beschrijving van wat er allemaal nodig was om dogma’s te weerleggen en feiten te verklaren. Het lijkt erop dat we deel zijn van iets onvoorstelbaars. Wat was er voor de Big Bang? Die vraag zou Singh graag hebben beantwoord. Stephen Hawking ook. Wat was er voor er ruimte en tijd was? Kan er iets uit niets ontstaan? Het enige dat zeker is dat de oerknal geluidloos was. Oerflits is een betere formulering. Geluid zich plant verplaatst zich door materie zoals lucht. En lucht bestaat niet buiten de dampkring. De ontploffingen in Star Wars zijn spectaculair, maar voor het effect hebben d schrijvers de feiten ruim benut. Het grote probleem: is er werkelijkheid als niemand kijkt? Who knows? En hoeveel tijd is geen tijd? Een lekkere aflevering van Star Trek gaat er wel in als je dit dikke boek van Singh achter de kiezen hebt. Daarin gebeuren tenminste gewone dingen. En passant: onlangs heeft Stephen Hawking zijn menig over zwarte gaten herzien. Zwarte gaten zijn het effect van grote sterren die ineenstorten door hun eigen zwaartekracht. In een zwart gat bestaat tijd noch ruimte. Hawking heeft ontdekt dat er wel informatie uit zo’n gat sijpelt en dat betekent dat de hele kosmologie op losse schroeven staat. Therotisch zou de kwantummechanica wel eens het ei van Clolumbus kunnen zijn. Dat zou een grotere omwenteling zijn dan elke andere theorie. Maar laat het nou net die theorie zijn, die zich niet aan oorzaak en gevolg houdt. De theoretische fysica leert ons steeds meer over het heelal. Descartes opmerking “Ik denk, dus ik besta,” is geen voldongen feit meer. De Big Bang is nauwelijks te begrijpen. Maar de kwantumfyisica lost meer vragen op dan elke andere theorie. Alleen begrijpt geen sterveling hoe de kwantumfysica werkt. En nog even over Einstein: E=MC Kwadraat. Dat betekent dat de lichtsnelheid nooit kan worden overschreden, omdat C, de snelheid van het licht energie nodig heeft. Maar in het heelal is geen kracht te vinden die zoveel energie levert. Gebeurt dat wel dan bestaat er geen heelal meer. Maar: de kwantummechenica sluit niet uit dat deeltjes met een grotere dan de lichtsnelheid bestaan... Singh heeft er een onderhoudend boek over gemaakt. Toegankelijk en helder. Soms wat oppervlakkig. Maar het is een grote verdienste dat een schrijver deze filosofische vragen helder probeert uit te leggen aan publiek dat wel eens verder wil kijken dat de pulp van Discovery.

Bitter Bierce!!!!!

A person who doubts himself is like a man who would enlist in the ranks of his enemies and bear arms agains himself. He makes his failure certain by himself being the first person to be convinced of it. Ambrose Bierce A total abstainer is one who abstains from everything but abstention, and especially from inactivity in the affairs of others. Ambrose Bierce Ability is commonly found to consist mainly in a high degree of solemnity. Ambrose Bierce Absence blots people out. We really have no absent friends. Ambrose Bierce Abstainer: a weak person who yields to the temptation of denying himself a pleasure. Ambrose Bierce Absurdity, n.: A statement or belief manifestly inconsistent with one's own opinion. Ambrose Bierce Academe, n.: An ancient school where morality and philosophy were taught. Academy, n.: A modern school where football is taught. Ambrose Bierce Acquaintance. A person whom we know well enough to borrow from, but not well enough to lend to. Ambrose Bierce Admiration, n. Our polite recognition of another's resemblance to ourselves. Ambrose Bierce All are lunatics, but he who can analyze his delusions is called a philosopher. Ambrose Bierce Ambidextrous, adj.: Able to pick with equal skill a right-hand pocket or a left. Ambrose Bierce An egotist is a person of low taste-more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Anoint, v.: To grease a king or other great functionary already sufficiently slippery. Ambrose Bierce Ardor, n. The quality that distinguishes love without knowledge. Ambrose Bierce Bacchus, n.: A convenient deity invented by the ancients as an excuse for getting drunk. Ambrose Bierce Barometer, n.: An ingenious instrument which indicates what kind of weather we are having. Ambrose Bierce Battle, n., A method of untying with the teeth a political knot that would not yield to the tongue. Ambrose Bierce Beauty, n: the power by which a woman charms a lover and terrifies a husband. Ambrose Bierce Belladonna, n.: In Italian a beautiful lady; in English a deadly poison. A striking example of the essential identity of the two tongues. Ambrose Bierce Bigot: One who is obstinately and zealously attached to an opinion that you do not entertain. Ambrose Bierce Bore, n. A person who talks when you wish him to listen. Ambrose Bierce Brain: an apparatus with which we think we think. Ambrose Bierce Bride: A woman with a fine prospect of happiness behind her. Ambrose Bierce Cabbage: a familiar kitchen-garden vegetable about as large and wise as a man's head. Ambrose Bierce Calamities are of two kinds: misfortunes to ourselves, and good fortune to others. Ambrose Bierce Childhood: the period of human life intermediate between the idiocy of infancy and the folly of youth - two removes from the sin of manhood and three from the remorse of age. Ambrose Bierce Clairvoyant, n.: A person, commonly a woman, who has the power of seeing that which is invisible to her patron - namely, that he is a blockhead. Ambrose Bierce Cogito cogito ergo cogito sum - I think that I think, therefore I think that I am. Ambrose Bierce Confidante. One entrusted by A with the secrets of B confided to herself by C. Ambrose Bierce Conservative, n: A statesman who is enamored of existing evils, as distinguished from the Liberal who wishes to replace them with others. Ambrose Bierce Consult: To seek approval for a course of action already decided upon. Ambrose Bierce Corporation: An ingenious device for obtaining profit without individual responsibility. Ambrose Bierce Coward: One who, in a perilous emergency, thinks with his legs. Ambrose Bierce Cynic, n: a blackguard whose faulty vision sees things as they are, not as they ought to be. Ambrose Bierce Dawn: When men of reason go to bed. Ambrose Bierce Day, n. A period of twenty-four hours, mostly misspent. Ambrose Bierce Death is not the end. There remains the litigation over the estate. Ambrose Bierce Debt, n. An ingenious substitute for the chain and whip of the slavedriver. Ambrose Bierce Deliberation, n.: The act of examining one's bread to determine which side it is buttered on. Ambrose Bierce Destiny: A tyrant's authority for crime and a fool's excuse for failure. Ambrose Bierce Doubt begins only at the last frontiers of what is possible. Ambrose Bierce Doubt is the father of invention. Ambrose Bierce Doubt, indulged and cherished, is in danger of becoming denial; but if honest, and bent on thorough investigation, it may soon lead to full establishment of the truth. Ambrose Bierce Edible, adj.: Good to eat, and wholesome to digest, as a worm to a toad, a toad to a snake, a snake to a pig, a pig to a man, and a man to a worm. Ambrose Bierce Education, n.: That which discloses the wise and disguises from the foolish their lack of understanding. Ambrose Bierce Egotism, n: Doing the New York Times crossword puzzle with a pen. Ambrose Bierce Egotist: a person more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Egotist: A person of low taste, more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Experience is a revelation in the light of which we renounce our errors of youth for those of age. Ambrose Bierce Faith: Belief without evidence in what is told by one who speaks without knowledge, of things without parallel. Ambrose Bierce Famous, adj.: Conspicuously miserable. Ambrose Bierce Fork: An instrument used chiefly for the purpose of putting dead animals into the mouth. Ambrose Bierce Genealogy, n. An account of one's descent from a man who did not particularly care to trace his own. Ambrose Bierce Happiness: an agreeable sensation arising from contemplating the misery of another. Ambrose Bierce History is an account, mostly false, of events, mostly unimportant, which are brought about by rulers, mostly knaves, and soldiers, mostly fools. Ambrose Bierce I believe we shall come to care about people less and less. The more people one knows the easier it becomes to replace them. It's one of the curses of London. Ambrose Bierce I never said all Democrats were saloonkeepers. What I said was that all saloonkeepers are Democrats. Ambrose Bierce Immortality: A toy which people cry for, And on their knees apply for, Dispute, contend and lie for, And if allowed Would be right proud Eternally to die for. Ambrose Bierce In our civilization, and under our republican form of government, intelligence is so highly honored that it is rewarded by exemption from the cares of office. Ambrose Bierce Inventor: A person who makes an ingenious arrangement of wheels, levers and springs, and believes it civilization. Ambrose Bierce It is evident that skepticism, while it makes no actual change in man, always makes him feel better. Ambrose Bierce Land: A part of the earth's surface, considered as property. The theory that land is property subject to private ownership and control is the foundation of modern society, and is eminently worthy of the superstructure. Ambrose Bierce Lawsuit: A machine which you go into as a pig and come out of as a sausage. Ambrose Bierce Learning, n. The kind of ignorance distinguishing the studious. Ambrose Bierce Liberty: One of Imagination's most precious possessions. Ambrose Bierce Litigation: A machine which you go into as a pig and come out of as a sausage. Ambrose Bierce Logic: The art of thinking and reasoning in strict accordance with the limitations and incapacities of the human misunderstanding. Ambrose Bierce Love: A temporary insanity curable by marriage. Ambrose Bierce Mad, adj. Affected with a high degree of intellectual independence. Ambrose Bierce Mammon, n.: The god of the world's leading religion. Ambrose Bierce Marriage, n: the state or condition of a community consisting of a master, a mistress, and two slaves, making in all, two. Ambrose Bierce Mayonnaise: One of the sauces which serve the French in place of a state religion. Ambrose Bierce Meekness: Uncommon patience in planning a revenge that is worth while. Ambrose Bierce Men become civilized, not in proportion to their willingness to believe, but in proportion to their readiness to doubt. Ambrose Bierce Ocean: A body of water occupying about two-thirds of a world made for man - who has no gills. Ambrose Bierce Optimism: The doctrine that everything is beautiful, including what is ugly, everything good, especially the bad, and everything right that is wrong... It is hereditary, but fortunately not contagious. Ambrose Bierce Painting, n.: The art of protecting flat surfaces from the weather, and exposing them to the critic. Ambrose Bierce Patience, n. A minor form of dispair, disguised as a virtue. Ambrose Bierce Perseverance - a lowly virtue whereby mediocrity achieves an inglorious success. Ambrose Bierce Philosophy: A route of many roads leading from nowhere to nothing. Ambrose Bierce Photograph: a picture painted by the sun without instruction in art. Ambrose Bierce Politeness, n: The most acceptable hypocrisy. Ambrose Bierce Politics: A strife of interests masquerading as a contest of principles. The conduct of public affairs for private advantage. Ambrose Bierce Positive, adj.: Mistaken at the top of one's voice. Ambrose Bierce Pray, v.: To ask that the laws of the universe be annulled in behalf of a single petitioner confessedly unworthy. Ambrose Bierce Pray: To ask the laws of the universe to be annulled on behalf of a single petitioner confessedly unworthy. Ambrose Bierce Prescription: A physician's guess at what will best prolong the situation with least harm to the patient. Ambrose Bierce Quotation, n: The act of repeating erroneously the words of another. Ambrose Bierce Religion. A daughter of Hope and Fear, explaining to Ignorance the nature of the Unknowable. Ambrose Bierce Revolution, n. In politics, an abrupt change in the form of misgovernment. Ambrose Bierce Saint: A dead sinner revised and edited. Ambrose Bierce Speak when you are angry and you will make the best speech you will ever regret. Ambrose Bierce Spring beckons! All things to the call respond; the trees are leaving and cashiers abscond. Ambrose Bierce Success is the one unpardonable sin against our fellows. Ambrose Bierce Suffrage, noun. Expression of opinion by means of a ballot. The right of suffrage (which is held to be both a privilege and a duty) means, as commonly interpreted, the right to vote for the man of another man's choice, and is highly prized. Ambrose Bierce Sweater, n.: garment worn by child when its mother is feeling chilly. Ambrose Bierce Telephone, n. An invention of the devil which abrogates some of the advantages of making a disagreeable person keep his distance. Ambrose Bierce The best thing to do with the best things in life is to give them up. Ambrose Bierce The covers of this book are too far apart. Ambrose Bierce The gambling known as business looks with austere disfavor upon the business known as gambling. Ambrose Bierce The hardest tumble a man can make is to fall over his own bluff. Ambrose Bierce The slightest acquaintance with history shows that powerful republics are the most warlike and unscrupulous of nations. Ambrose Bierce The small part of ignorance that we arrange and classify we give the name of knowledge. Ambrose Bierce There are four kinds of Homicide: felonious, excusable, justifiable, and praiseworthy. Ambrose Bierce To be positive is to be mistaken at the top of one's voice. Ambrose Bierce Vote: the instrument and symbol of a freeman's power to make a fool of himself and a wreck of his country. Ambrose Bierce War is God's way of teaching Americans geography. Ambrose Bierce We know what happens to people who stay in the middle of the road. They get run over. Ambrose Bierce We submit to the majority because we have to. But we are not compelled to call our attitude of subjection a posture of respect. Ambrose Bierce What this country needs what every country needs occasionally is a good hard bloody war to revive the vice of patriotism on which its existence as a nation depends. Ambrose Bierce When you doubt, abstain. Ambrose Bierce Who never doubted, never half believed. Where doubt is, there truth is - it is her shadow. Ambrose Bierce

Back from Rio

As a very longtime lover of Roger McGuinn, having seen him a number of times, including this past year, sitting front row center in a small venue, I absolutely love this album. If you listen to it more than a cursory once, and especially on a good stereo or better yet, through good headphones, you will realize what a spectacular album this is. Give it a chance and it will grow on you (if it doesn't instantly knock you out, like it did me). http://www.mcguiincom

Rickenbackermasterpiece

Rickenbackermasterpiece
www.mcguinn.com

Dexter

Dexter

Anton Wachter bij het grofvuil

Anton Wachter bij het groffe vuil.... Harlingen. Soms lijkt het alsof de geest van Vestdijk er nog rondspookt. Waar vind je nog een stad waar de burgemeester je persoonlijk even belt als hij vindt dat ’t journaille hem niet helemaal geloofd? En die hoogstpersoonlijk een echte vuilverbrandingsoven aan het wad binnenloodst... "De lucht in Lahringen is dan schoner dan die boven Antarctica," verzekerde de geparachuteerde bobo. Waar kon je tot voor kort een heuse schouwburg met alles erop en eraan voor een halve euro kopen? En waar vind je een stad die een literaire prijs –De Anton Wachter Prijs, jawel, uitreikt aan een debuut, waarvan jurylid Martin Ros toch echt beweerde, dat het zonde was van de bomen die voor’t papier van het boek gekapt waren? Het mocht niet verhinderen dat Christiaan Weijts, hem, zoals voorspeld, kreeg voor zijn indrukwekkende roman Artikel 285 B. Weijts mocht een replica van het standbeeld van Anton Wachter meenemen. Het werd hem tijdens een indrukwekkend gala overhandigd. Wat vooral opviel was de afwezigheid van de jury en de toespraken van menig spreker, die, noch Weijts, noch Vestdijk had gelezen. Dat Vestdijk’s nalatenschap, literatuur in het algemeen en Lahringen er geen innige banden op nahouden: soit. Maar om nou op deze manier als gemeente je gram te halen....Of zou Ros even langs zijn geweest? Of, wederom een smerige streek van Vestdijk’s narrige stadse kwelgeest, Mijnheer Visser?? En passant verklaarde Mieke Vestdijk dat Ierse Nachten de mooiste roman was van de Lahringse reus en Op Afbetaling de meest nare. Lang geleden dat Mieke zich liet interviewen. Een primeur dus.

Meneer Scheffer

Meneer Scheffer

Mieke Vestdijk

Mieke Vestdijk

Anton bij het oud papier

Anton bij het oud papier