Het bankwezen, is al heel lang aan het etteren......DSB slechter dan ABN-AMRO?


Was Dirk Scheringa een echte bankier? En zijn de andere banken schoon????

Vroeger was de bank een mijnheer. Ik kan het weten want eind jaren zeventig kwam ik in dienst van wat toen nog de Amro bank heette. Mooi gebouw op het Rokin. Procuratiehouders gingen naar binnen via de hoofdingang, voetvolk zoals ik moesten het doen met een zijdeur. Stropdassen en grijze pakken waren weliswaar niet verplicht, maar een spijkerbroek wekte misprijzende blikken op en een aantekening op je cv. De man van de bank was koning en de klant een soort dienaar die in de meeste gevallen minzaam bejegend werd. Je werd dan ook niet zomaar klant. Om een hypotheek op je naam te krijgen moest je met een ernstige heer rond de tafel die een taxatierapport van een solide makelaar wilde zien, je moest een ruime hoeveelheid contanten op zak hebben en lang wachten tot de bank over de brug kwam. Van tophypotheken had niemand gehoord. De bank financierde 75% van de taxatiewaarde. De klant werd geacht om over genoeg vermogen te beschikken om de resterende 25% zelf op te hoesten. De grote banken hebben in die tijd voor immense vermogens aan solide hypotheken verkocht die even solide waren gedekt. Bovendien zaten de stroppenpotten stampvol, want er werd zorgvuldig gebankierd volgens de regels die na de grote depressie in het begin van de vorige eeuw waren opgesteld. En in dit boek staat een mooie foto van woordvoerder Wiltink......

Creatief taxeren

De leden van de top waren vaak afkomstig uit oude bankfamilies dan wel gelieerd aan betrouwbare bedrijven. Veelal oud geld. Van Lanschot, Van Voorst tot Voorst, Nelissen, Cavadino, om maar een paar namen te noemen. Aan het eind van de jaren zeventig begon er iets te veranderen binnen het bankwezen. Door de liberalisatie van de woningmarkt -vooral toen appartementen gesplitst mochten worden- werd het bankieren steeds meer een zaak van Jan Modaal inplaats van de vermogende elite. De banken werden publieksgerichter, laagdrempelig en dankzij het fenomeen gemeentegarantie kon de gewone werknemer een huis kopen zonder eigen kapitaal. De gemeente stond garant voor het verschil tussen de taxatiewaarde en het deel wat erboven op kwam. Tophypotheek heette dat. En je werd niet meer te woord gestaan door Van Voorst tot Voorst, maar door een joviale bankmedewerker die je rustig bij zijn voornaam Frans, Jaap of Klaas mocht noemen, en die adviseurs werkten niet op provisiebasis, maar kregen een gewoon salaris. Vooralsnog.

Voor elke hypotheek is een taxatierapport nodig. Zo'n rapport is natuurlijk maar een momentopname. Want welke makelaar had in 1985 kunnen voorspellen dat een krappe, gehorige etage in de Pijp die voor 75.000 guldens van eigenaar verwisselde, zes jaar later voor 4 ton van de hand zou gaan? Het gebeurde met grote regelmaat dat een klant de financiering bijna rond had en alleen nog even een taxatierapport moest ophoesten. Soms -niet vaak- kwam zo'n klant bij een makelaar/taxateur terecht die z'n werk naar eer en geweten deed. Met als gevolg een voorzichtige taxatie. Resultaat: de koop gaat niet door. U hebt te hoog geboden. Gelukkig kon de klant die het slachtoffer van zo'n integere taxateur was, in alle gevallen alsnog worden geholpen. Er werd even naar een 'soepele' makelaar gebeld en die stelde dan de standaardvraag: “Voor hoeveel moet ik het voor u op papier zetten?” Waarna het 'waardeloze' rapport verdween in de papierversnipperaar. Overfinanciering is beslist niet uitgevonden door Dirk Scheringa. Soms werden taxaties binnen vijf minuten gefaxt. Service van de zaak. En nam de makelaar (beëdigd) niet eens de moeite om naar het pand te kijken....

Optimistisch financieren

Het waren optimistische tijden en aangezien banken met de tijd meegaan was hun visie helemaal conform de tijdgeest. De feministische revolutie had man en vrouw gelijk geschakeld op de arbeidsmarkt. Het begrip tweeverdieners was geboren. Dat betekende dat de banken nu niet meer financierden op grond van één inkomen, maar twee. Man en vrouw gaan samen in de loop van de jaren natuurlijk in een hogere salarisschaal vallen, zo was de redenatie, dus gaan we op de groei financieren. In de praktijk bleken veel vrouwen niet voor een loopbaan te kiezen, maar voor kinderen en korter werken. Alle acties van Dolle Mina ten spijt. De eerste haarscheurtjes verschenen, soms moest de stroppenpot worden aangesproken en de gemeenten werden argwanender bij het afgeven van garanties. Kortom: veel banken kregen er een nieuwe tak bij: de hypotheken waaraan risico's kleefden. De mannen van het oude geld hadden zo hun bedenkingen, maar de nieuwe lichting economen wist te overtuigen met de stelling: bankieren is geld verdienen en om geld te verdienen moet je risico's nemen en innoveren. Hypotheken waren niet langer leningen met rente en aflossing -dat waren en zijn ze in feite natuurlijk altijd- maar producten van alle snit. Je kon lineair, annuïteiten of op basis van een levensverzekering de huizenmarkt op. Allemaal prachtige constructies, en de fiscus legt erop toe, was het credo. Inmiddels zijn er nog veel meer constructies, maar in die tijd werd de kiem gelegd voor wat nu het grote probleem is: leningen werden producten die alleen nog door specialisten doorgrond konden worden. De klant moest het allemaal maar geloven, en om de overtuiging van de specialist kracht bij te zetten, gingen de hypotheekslijters met de eerste portable computers de boer op. Dat maakte indruk. Ik heb bankdirecteuren gekend die er niks van snapten, dus kun je je afvragen of alle klanten die de uitdraaien met reeksen cijfers onder ogen kregen, het wél begrepen....

Vernieuwing......

Het oude geld hield zich bezig met de echte deals, zoals de financiering van grote projecten, fusies en mondialisering. Voor het kleinere werk werden vaak dochtermaatschappijtjes opgericht met namen waaruit geen enkele link met het moederbedrijf bleek. Het leek wel of de grote banken zich een beetje schaamden om leningen aan behoeftige consumenten die een ijskast, vakantie of televisie op afbetaling aanschaften, te verstrekken. Een auto, okee, een continue krediet, moest kunnen. Maar de gevestigde banken zagen weinig er weinig heil in om een echtpaar op kantoor te ontvangen dat verlegen zat om een nieuw bankstel. Echte bankiers denken namelijk groot. Maar slim als als ze zijn, wisten ze donders goed dat vele kleintjes samen ook heel groot zijn. Bijkantoortjes schoten als paddenstoelen uit de grond. Banken gingen nu ook in kleinere kredieten, vakanties verkopen en verzekeringen afsluiten.

Met regels werd creatief gewerkt. Medio jaren tachtig gingen de lijfrentes op basis van financiering middels een koopsompolis, als warme broodjes over de balies. Iedereen was gelukkig want de premie voor deze oude dag voorziening was fiscaal aftrekbaar. Iedereen? Nou ja, de fiscus was de enige partij die de lol ervan niet inzag. Van het ene op het andere moment werd paal en perk aan dit feest gesteld en per 1 januari moest over elke nieuwe polis een fors bedrag aan belasting worden betaald. Natuurlijk nam de populariteit van dit product daarna snel af, maar een bank is een bank en denkt -soms- met de klant mee. En zo kon het gebeuren dat tot ver in maart een hele afdeling van De Bank z'n meer kapitaalkrachtige afnemers telefonisch benaderde om nog zo'n mooie polis te nemen en had een andere afdeling er een dagtaak aan om de papieren te anti-dateren. Duidelijk liet de bank hier het belang van de klant voor de moraal gaan. Valsheid in geschrifte? Nou, dat zou het geweest zijn als u het als enige had gedaan. Nu lag het aan een 'achterstand bij de administratie. Onder toeziend oog van ex minister van financiën (!), voorzitter Nelissen... De fiscus kon naar miljoenen fluiten. En geen haan die er naar kraaide. De ex-minister, iemand die kort daarvoor nog verantwoordelijk voor wetgeving was, werd als bankier een man die naar de mazen van zijn eigen wetten zocht.

De beurs verandert.......

De beurs was lange tijd een wat suf instituut, waar mannen met sigaren als heren onder elkaar aandelen uitwisselden. Vrouwen zag je er niet, want de beursvloer was tot ver in de jaren tachtig verboden terrein voor twee types: heren zonder stropdas en vrouwen. Een gesloten bolwerk. Maar met de komst van de 'nieuwe economie' en de opmars van de computer veranderde dat. Opeens stond de beursvloer vol met PC's en vrouwen. De oude hoekmannen die gewend waren aan een handgebaar om een transactie te beklinken, waren opeens tot een soort geworden die uit de toon en buiten de tijd viel. De beurs werd booming. Opeens kocht iedereen aandelen. Of liever: opeens gaven Jan en alleman de bank orders om aandelen te kopen dan wel te verkopen. Want alleen banken handelden, particulieren kwamen en komen de beursvloer niet op. Veel beurshandelaren handelden naar eer en geweten. Naar eigen zeggen. Maar beurskoersen fluctueren soms per seconde. Merkwaardig was dat het altijd zo uitpakte dat de gewone klant z'n aandeel altijd afgerekend kreeg volgens de slotkoers die je in de kant las. Zelden kwam die overeen met de hoogste koers van de dag. Maar de klant ziet geen bord met knipperende koersen. De handelaar ziet echter niets anders.....En veel, of beter: alle handelaren van de bank(en) hadden een direct lijntje met een vriendje op de vloer. Makkelijk voor de eigen handel. Bankmedewerkers handelden namelijk per seconde als het om de eigen aandelen ging. Maling aan de slotkoers. Als 's morgens de orders binnenkwamen, kwam het hoofd personeelszaken -nu adviseur voor miljonairs in geldnood- steevast even langs. Om de orders te bekijken die lagen te wachten op de opening. Zo wist deze functionaris exact hoeveel, laten we eens zeggen: aandelen Philips, in het beursjargon flippen, straks in de verkoop werden gegooid. Laten het er 10.000 zijn. Dat betekent dat de koers van de flippen waarschijnlijk zakt, want 10.000 flippen is een groot aanbod. De beurs opent en onze functionaris zegt: 'Hou die order van 10.000 nog even vast.' Tegen je PZ man zeg je natuurlijk geen nee. De functionaris pakt de telefoon. Hij heeft ook z'n lijntje. En verkoopt zijn eigen pakketje van 1000 flippen exact een minuut voordat de grote bulk van 10.000 de vloer op gaat. Voor een leuke prijs! Inmiddels woont deze ex-bank man dan ook in een huis van een paar miljoen. En adviseert tegenwoordig gesjeesde miljonairs, die in het verleden door hem bij De Bank werden 'begeleid.' Het kan verkeren... Voorkennis maakt macht... Goed voorbeeld doet goed volgen: ik heb opvallend weinig beursjongens gekend die konden lezen en schrijven. Maar daar stond tegenover dat ze, zonder uitzondering konden hoofdrekenen met een ongekende snelheid en bijna beangstigende accuratesse. Toen de optiebeurs erbij kwam, was het feest pas echt compleet. Wat voor de gemiddelde mens een soort casino was, was voor hen een loterij zonder nieten. De beste spelers waren enkele heren die uit Volendam kwamen. Zij spraken volgens mij in getallen. Soms werd een leidinggevende ontslagen. Omdat hij even helemaal was opgeslokt door het beheren van z'n eigen toko. Concurrerende banken zagen dat niet als een vlek op het blazoen, maar eerder als een proeve van bekwaamheid. En zo kon je je gewezen chef een dag na zijn vertrek bij De Bank, tien meter verder bij de Andere Bank als een nieuwe bezem tekeer zien gaan. Dankzij uw computer kunt u nu zelf uw orders plaatsen. Maar wie beweert dat beurzen transparant zijn, is vermoedelijk te goed van vertrouwen. Op de beurs heerste destijds een cultuur van: hier heeft het personeel de leiding en de leiding zelf begrijpt er geen barst van. Ik ken de werknemers van Scheringa niet, maar naar wat ik op televisie zag, leken ze me stuk voor stuk betrouwbaarder dan de graaiers op de locatie beursplein 5. Ik geloof dat Dirks' DSB niet eens actief was binnen dat banksegment. Echte bankiers, echte old boys doen het allemaal op de beurs...Binnen dat netwerk was en bleef een figuur als Dirk buitenstaander.

Dirk, geen bankier maar financier

Bij DSB was het duidelijk: Dirk was de enige baas. En Dirk wenste niet tegen gesproken te worden, want dan vloog je eruit. Frank de Grave kan dat bevestigen. Frank zat ooit bij De Bank, zo'n beetje in hetzelfde circuit als waarin ik me destijds heb bewogen. Frank heeft het veel verder geschopt dan ik, tenminste als je stelt dat besturen leuker is dan schrijven. Frank had dus een degelijke bank achtergrond, in tegenstelling tot zijn latere werkgever, die na twee jaar ULO als politieman ging werken. Ik vermoed dat Dirk een autoritaire agent was, die prat ging op de macht van het uniform. Frank de Grave kwam uit een cultuur waar overleg, conflictbeheersing, luisteren en adviezen serieus nemen vanzelfsprekend was. Bij een echte bank heb je tegenstanders en elk idee moet verdedigd worden. In het bankwezen heb ik zelden ja-knikkers ontmoet. Zelfs Rijkman Groenink, een hele harde jongen, een soort van verbale pitbull, moest zich soms tijdens overlegvergaderingen het glazuur van de tanden praten. En daarna zijn verlies accepteren, omdat hij als machtigste man van het concern, toch nul op het rekest had gekregen. Topbankier Rijkman Groenink moest opboksen tegen jongens die nog meer van bankieren afwisten dan hijzelf. Tegen gewiekste economen die zijn modellen hadden doorgerekend. Tegen vakbondbonzen die om acties riepen en tegen collega's die hem liever vandaag dan morgen zouden zien vertrekken en dat ook duidelijk lieten merken. Frank dacht dat Scheringa gevoelig was voor het overlegmodel. Toen hij zijn baas op wat puntjes wees waar DSB een wat afwijkende politiek bedreef, werd Dirk gewoon giftig en de Grave kon zijn biezen pakken. Waaruit blijkt dat Dirk goede raad in de wind slaat. Hoogmoed of gewoon dom? Heren onder elkaar lossen zoiets met enig gevoel voor tact op. Heb ik bij De Bank geleerd....

Klaas Wilting, wiens brood men eet....

Dirk omringde zich niet met experts, een enkeling als Van Goor uitgezonderd, maar met namen. Dirk kickte op status. Niet op kennis. Neem nou Klaas Wilting. Wilting was als politiewoordvoerder niet de belangrijkste klabak, maar wel de meest ijdele. En hij kon liegen zonder met zijn ogen te knipperen. Ik heb nimmer een journalist ontmoet die Klaas' praatjes serieus nam. Voor de politie was Klaas een soort uithangbord, voor het journaille hing er altijd een bord voor het hoofd van Klaas. Klaas hoorde erbij, maar dan als symbool. Zeg maar de mascotte van het korps. Hij wekte de indruk alleen bij Waku Waku helemaal uit de verf te komen. Klaas was meer een BN'er dan een politieman en van banken had hij geen kaas gegeten. Ik ken Klaas, zijdelings. Vond hem autoritair. Klopt, want wie was de man die samen met Dirk kritische journalisten met 'gepaste' maatregelen dreigde? Wie beschermde DSB met hand en tand tegen negatieve publiciteit? Juist, Klaas Klabak. Opmerkelijk en pikant: net een boek van Theo Heuft over Yab Yum gelezen. Kom ik weer Klaas Wilting tegen, in het fotokatern van dat boek. Wat deed een politiewoordvoerder nou bij Yab Yum? Hebt u Wilting overigens ooit iets inhoudelijks horen zeggen over de DSB-problematiek? “Doorlopen mensen, niks te zien...” Volgens mij zette Klaas zijn act als symbool gewoon voort toen Dirk hem vroeg om voor hem BN-er te blijven. En een bank waaraan zo'n beroemde agent z'n naam verbindt, moet wel een hele betrouwbare bank wezen. Dirk had de eerste BN-er dus in z'n zak. We moeten nog meer status dacht Dirk en daar was Gerrit Zalm opeens, transfervrij op de markt. Die man was ooit minister van financiën, dat moet dan wel een topbankier wezen, redeneerde Dirk. Ik smijt er een flink salaris en een dijk van een bonus tegenaan, maar dan ben ik de eigenaar van een echte minister. Zalm was weliswaar nimmer bankier, maar een kniesoor die daarom maalt. Politicus of bankman, voor Dirk betekent het allebei dat de toko moet draaien. En Dirk was opeens de baas van een politicus. Dirk's ego zwol net zo op als Gerrits' salaris. Deuren werden geopend, Dirks' mening ging ertoe doen, hij mocht jijen en jouwen met Jan Peter, kreeg een lintje en werd gebombardeerd tot rolmodel. En als bonus een eigen elftal. Welkom in de wereld van de Russische oligarchie en oliesheiks. Dirk was een modelondernemer geworden. Weliswaar dreef zijn imperium op producten waarvoor echte banken ooit de neus ophaalden. Inmiddels halen ook die nergens meer de neus voor op. Ze zijn alleen slimmer, houden Radar en Lakeman op afstand en verkopen daarom niet structureel zeven koopsompolissen aan klanten die alleen al hun salaris in de rook van een super-hypotheek zien opgaan.

Guggenheim Dirk

Dirk werd als het ware een canon in zijn eentje. En passant was Dirk ook nog kunstkenner. Wat Guggenheim kon, kan ik beter, wist Dirk en hij besloot het volk een museum te schenken dat qua afmeting doet denken aan de pyramide van Cheops. Als nuchtere Noord Hollander ben en blijf ik altijd een gewone man, die bruin brood met kaas eet, verzekerde Dirk met grote regelmaat als hij weer eens voor een zelfportret zijn eigen trekken stond te vergelijken. Kunst, zo dacht Dirk, daarvan moet je kunnen zien wat het voorstelt. Daarom was hij zo verzot op zijn eigen portret. Net een pasfoto, alleen groter. Dus niet één Picasso van 40 miljoen, maar honderden doeken van kunstenaars die dingen maken die de mensen herkennen. Er was al een Jopie Huisman museum dat vol hangt met fotografisch geschilderde zweetsokken, gebreide borstrokken en gescheurde bretels. Stukken waarvan de mensen zeiden: 'Het lijkt net echt!' En zo kwamen die Willinks, waar geen museum in de hele wereld aan wil, samen met andere topstukken uit een genre waar geen museum aan wil, voor veertig miljoen in het bezit van DSB beheer. Mensen die wel eens in een echt museum komen, beweren dat 40 miljoen eerder een optimistische raming is van Scheringa, maar geen reële taxatie. En als dat inderdaad zo is -ik denk van wel- dan zit de financier, de ABN AMRO mooi in het schip, want reken maar niet dat het Guggenheim of de Hermitage zich wil blameren met een Willink aan de muur. Welk serieus museum overweegt ook maar een moment om een hele collectie aan te schaffen van kunst die alleen maar minder waard wordt naarmate de schilder langer dood is? Echte bankiers hebben zelden veel werken hangen. Vaak wel hele goede. Eén Mondriaan is overigens ongeveer net zoveel waard als die hele collectie Scheringa....Wrang voor Dirk Beheer...

Banken investeren. DSB investeerde ook, maar nu blijkt dat vooral in Scheringa Beheer te zijn geweest. Vestzak, broekzak. Dat is in de bankwereld niet alom gebruikelijk. De meeste banken zetten hun geld uit bij zoveel mogelijk projecten en bedrijven. Al is het alleen maar om het risico te spreiden. De DSB heeft natuurlijk veel geld uitstaan in de vorm van leningen. Dat doen banken, geld uitlenen. DSB heeft altijd beweerd anders te zijn dan andere banken. Daarin hebben ze gelijk. Normale banken hebben hun geld uitstaan onder mensen waarvan de meesten het zonder problemen terug willen en terug kunnen betalen. DSB heeft nou juist dat deel van de markt gefinancierd dat andere banken niet wilden en durfden. Dirks klanten willen graag, maar kunnen niks terug betalen. Veel banken hebben gekke dingen gedaan, maar er zijn maar heel weinig banken die mensen met een minimum loon een hypotheek bieden waarvan aflossing en rente bijna net zo hoog zijn als het hele inkomen. Het zal veel klanten van DSB die aan hun verplichtingen kunnen voldoen niet prettig in de oren klinken, maar DSB fungeerde eigenlijk als het afvoerputje van de markt. En daardoor is DSB de bank met de meeste wanbetalers. Veel klanten van DSB kunnen de lasten niet opbrengen. Van hypotheken is DSB nooit rijk geworden. Dat werden ze van de koopsompolissen die ze de klanten aansmeerden. In feite is DSB is nooit een echte bank geweest. Eerder een uit zijn voegen gebarste holding van talloze financieringsmaatschappijen. De bedrijfjes van Dirk Scheringa bedienden vrijwel de hele markt van kleine consumptieve kredieten. Dure kredieten, want ook hierin opereerde Scheringa aan de rafelranden van de markt. Wie een auto koopt en financiert belandt meestal bij een dochterbedrijf van een grote bank, of bij de bank zelf. De rente is acceptabel, het contract is helder en er worden geen bijkomende kosten uit de hoge hoed gehaald. Voor een dergelijk krediet heb je nodig: een inkomen dat hoog genoeg is om de termijnen probleemloos te voldoen en een een blanco kredietregistratie bij het BKR. En de auto fungeert als onderpand.

Scheringa was de eigenaar van een wirwar aan bedrijven, die allemaal verschillende namen hadden, maar hetzelfde product leverden. Leningen en verzekeringen. Daarvoor bracht hij elke avond een arsenaal aan spotjes op de buis, waarin louche BN-ers als Frits Bom -altijd op de bres voor kleine man- en andere min of meer herkenbare talking heads de lofzang zongen op de zegeningen van lenen tegen de laagste tarieven. Zelfs op pagina 2 van elke Gouden Gids kun je lezen dat bij Dirk een lage rente na een jaar variabel (lees hoger) wordt, maar Dirk wist als geen ander nou juist de mensen zonder enige termijnvisie aan zich te binden. De publieke omroepen waren ook blij met Dirk, want in hun programmabladen was hij de grootste adverteerder. Publieke omroepen zijn er voor het welzijn van en de verheffing van het volk, vandaar. Dezelfde omroepen die Dirk uiteindelijk de das om deden. Zo sneed voor de VARA en de TROS het mes aan twee kanten.

Inmiddels is ABN-Amro onder Rijkman Groenink in zwaar weer terecht gekomen. En heeft minstens twee dochter maatschappijen die hetzelfde doen als DSB deed. Met de goedkeuring van Gerrit Zalm. En bedenk : een achtergesteld deposito is niks anders dan een aandeel in een bank. Alleen is dat aandeel, helaas, niet te verhandelen. En Dirk is nooit een bovenbaas geweest. Binnenskamers moeten Nout Wellink en zijn vrienden van het oude geld regelmatig hebben gezucht: Dirk is klein geld.....En de rest: a never ending story...

F.W.

Vrije Val, Aspekt. Het boek voor alle para's!!!!

Beschrijving
Vrije val is geschreven door journalist (Penthouse / Highlife) en parttime skydiver Feije Wieringa. Hij was als een van de eersten betrokken bij het parachutespringen in Nederland en gaat nog steeds af en toe omhoog, om het vliegtuig in vrije val te verlaten, een liefde die altijd in zijn bloed blijft zitten. Vanuit zijn eigen ervaring beschreef hij 30 jaar skydiven, grappig, eerlijk, persoonlijk. Geen dor historisch overzicht, en ook geen handboek, maar zeker wel een geschiedenis die de stuntelige beginjaren van de sport beschrijft, en laat zien hoe het amateurisme van destijds anno 2009 is uitgegroeid tot een uiterst professionele bezigheid. Wieringa sprong vooral op paracentrum Texel, maar zijn verhaal, letterlijk en figuurlijk, een geschiedenis van vallen en opstaan, is universeel. Hij overwon zichzelf en beleefde keer op keer zijn 'timeless moment.' Een vriendelijke springbiografie die de sensatie in het luchtruim voor beginners, tandempassagiers en zelfs voor lijders aan hoogtevrees, voelbaar maakt. En elke professionele para zal er iets van zichzelf in herkennen.




Recensie(s)
NBD|Biblion recensie
De auteur, journalist van professie, heeft op boeiende wijze zijn belevingen als parachute-springer op papier gezet. Ruim dertig jaar geleden was hij, als een van de eersten, betrokken bij de ontwikkeling van burgerparachutespringen boven Texel. Zijn verhaal sleept de lezer mee in wat een springer ervaart als hij zich in de vrije ruimte werpt, maar ook welke gevaren eraan verbonden zijn. De intense beleving van de vrije val en het daarna als een vogel in de lucht zweven, maken het mede door de kick van het gevaar aantrekkelijk. Veelal start deze hobby met een tandemsprong, waarin men als passagier aan een geoefende springer hangt. Als men gegrepen wordt door die geweldige en intense beleving van boven de aarde vliegen, is de wens op herhaling al snel het geval. Het lezen van dit stukje Texelse para-geschiedenis zal daar zeker toe bijdragen. De tekst is geillustreerd met zwart-witfoto's van de auteur.

(NBD|Biblion recensie, B.N. Swienink) Terug naar het overzicht
Inkijkexemplaar (1)

Terug naar het overzicht
Klantbeoordelingen (1)
Beoordeling 1 t/m 1

5 juli 2009, Harlingen
Skydiven, een aardig tijdsbeeld
Een heel onderhoudend boek over 30 jaar parachutespringen. Geen handboek, maar een boek dat is geschreven vanuit de persoonlijke beleving. Het tekent de bloedeloze calvinistische sfeer waarin de schrijver is opgegroeid en geeft tevens een leuk tijdsbeeld van de ontwikkeling van het skydiven op Texel. Dat begon als enthousiast amateurisme en ontwikkelde zich tot een veilige, volwassen sport. Een boek vol anekdotes. Zijn alle springers zulke wonderlijke types? Je zou het bijna denken. De schrijver vertelt over de verwikkelingen met zijn soms strenge instructeurs en hoe hij na veel ups en downs, met en zonder parachute, uiteindelijk toch het zo begeerde brevet haalt. Daarin is hij eerlijk en grappig, en bereid zich kwetsbaar op te stellen. Leuk boekje, zelfs voor mensen die liever op de grond blijven.
Vorige Volgende Terug naar het overzicht
Hoe werkt 2ehands bestellen? 1Kies uit de beschikbare 2ehands exemplaren. 2Plaats je bestelling via bol.com. 3Je betaalt aan bol.com. 4De verkoper stuurt het boek naar je op. 5Binnen 2-8 dagen ontvang je het boek.
2ehands exemplaren (2)Sorteren op: Conditie | Prijs | Beoordeling
Exemplaar 1 t/m 2

Conditie Verkoper Prijs
Als nieuw
Bekijk exemplaar Verkoper: Lebbert de Vries

393 stemmen € 10,95




Goed
Bekijk exemplaar Verkoper: Boekhandel Louis Tinner

549 stemmen € 10,95





Vorige Volgende Terug naar het overzicht

Over mij

Niks te melden, Groucho fout gespeld, geen clublid, atheist. Slechte ervaringen: met foute dienders en foute vrienden, soms een combinatie. Goede ervaringen: met vrouwen en vrienden, en daar vallen geen zelfbenoemde vrienden onder. Met skydiven, zeilen en LSD.

Albert Hoffman 28 april overleden

102 werd Albert Hoffman, de man die de wereld LSD gaf. Helaas is zijn sleutel van The door of Perception anno 2008 nog steeds omstreden. Hofmann heeft tot de laatste dag gepleit om zijn Problem Child serieus te nemen. Maar LSD werd om politieke redenen tot een gevaarlijke drug bestempeld. Met dat gevaar blijkt het mee te vallen: lethale dosering is anno 2008 nog steeds niet gevonden en Albert Hoffman, die regelmatig zijn geesteskind zelf nam is er 102 meegeworden.

Er is een condoleance-register:

http://www.alberthofmann.org/

Thanks for the trips dr Hoffman...


Meer info over de toenemende invloed van christelijk neo-conservatieve politiek

Friesland bakent de grenzen af

De provincie vindt dat het tijd wordt om de fryske identiteit te benadrukken. Ideetje????

Ooit was Friesland beroemd om haar koeien.

Tegenwoordig is Friesland berucht: hoe ze daar met koeien en ander vee omgaan.....

http://allaboutppd.blogspot.com/

De meeste patiënten zullen gedurende de rest van hun leven erg veel last houden van hun stoornis. Een voortschrijdende leeftijd (vanaf circa 50 jaar) zorgt ook nog eens voor nog minder geestelijke flexibiliteit, waardoor de symptomen verder kunnen verergeren. De prognose is dus gewoonlijk slecht. Klik voor de aardigheid eens op de blauwe link. Volgens de auteur een grapje. Maar hij trekt wel mooi de vleugels en pootjes van vliegen uit hun lichaam...Mooi verhaal verder op dat allaboutppd. Je zult er maar last van hebben!

Nachtmerrie, deze opdracht in dit masterpiece

Nachtmerrie, deze opdracht in dit masterpiece
Wat ben ik hier blij mee...En in zijn droom verliep alles feilloos en perfect zoals hij vooraf gepland had. Hij doodde meedogenloos en gevoelloos zijn verachtelijke vriend, die ook zijn vijand was.

Rober Plant & Alison Krauss

In de voetsporen van The All American Music van Gram Parsons het album Raising Sand van Led Zeppelins Robert Plant en bluegrass coryfee Alison Krauss. Folk is still in progress....Uitschieters: "Through the morning through the Night," van Gene Clark em "Polly," eveneens een nummer van Clark.

http://www.youtube.com/watch?v=g5KF4dKq-6I

Gene Clark info and downloads:

http://www.geneclark.com/

Mother should I trust the government?

Ik niet. En jij toch evenmin? Maar bij twijfel vind je't antwoord op http://www.witheet.com/ de site die een oogje in het zeil houdt! Laat je geen oor aannaaien door ambtenaren, dienders, politici, kwakzalvers, deskundologen, dominees, priesters, imams en ander gespuis!!!!
En heb je het niet op Bush, McDonalds, en twijfel je aan het nut van PRIVATISERING?
http://www.gregpalast.com/

By the way: wil de vaste lezer van dit log voorzichtig wezen gaat als het gaat om laster en suggesties te plaatsen die hem, als huisvriend, ter ore zijn gekomen door de slangentong van mevrouw R.H.. mijnheer R.R. en "'kunstenaar"Lerak L? Als de volledige namen van z'n bronnen, alsmede wat pijnlijke bijzonderheden die daarmee samenhangen, door mij worden onthuld, kan het wezen dat binnen de family R . de pleuris uitbreekt. Lijkt me niet leuk voor Lerak L. en R.R. Maar wie de bal kaatst.....kan een tornado in een glas water verwachten...This is not a hoax...

Scott Lynch (foto: F.W)

Scott Lynch (foto: F.W)
The king of modern Fanatsy did it again. Rode Zee onder een Rode Hemel, net uit bij de Boekerij. Zie voor het interview met Scott in het archief van dit log!!!

Lahringen a Turner Impression

Lahringen a Turner Impression
Dutch Masterpiece, watch the clouds...

Paragnosten

5 tot 15 % van het aantal verdwijningen, meestal als gevolg van misdrijven, zou volgens een artikel in de Leeuwarder Courant op paragnostische wijze alsnog worden opgelost. Bron: 15 jaar onderzoek door een paragnost. Die heeft er vast een onafhankelijk onderzoek van gemaakt... Al in de jaren twintig van de vorige eeuw deed Julian Huxley, broer van Aldous onderzoek naar Britse paragnosten. Hij wist ze allemaal te ontmaskeren. Publiceerde zijn resultaten, en het gevolg was dat er geen klant minder gebruik maakte van hun diensten, integendeel. Veel mensen zijn goedgelovig, journalisten helaas niet uitgezonderd. Zelf heb ik o.m. commissaris Jan Blaauw, profilers Robert Ressler, John Douglas, Paul Britton, de Amerikaanse True Crime schrijfster en biografe van Ted Bundy, Anne Rule gevraagd of er ooit in de historie een misdrijf via bovennatuurlijke weg is opgelost. Het antwoord, unaniem: nog nooit. Robert Ressler merkte fijntjes op dat de waarheid vaak te gruwelijk is om te geloven. en logica voor veel mensen te onaangenaam. "De realiteit zien is angstaanjagend, sprookjes niet," aldus Ressler, die als credo heeft: "Wie in de afgrond lijkt, moet zich realiseren dat de afgrond terug kijkt." Het citaat is van Nietzsche.

http://www.robertkressler.com/

H.P. Lovecraft

H.P. Lovecraft (1890-1937) wordt, hoewel nagenoeg onbekend tijdens zijn leven, thans beschouwd als een van de grootste fantastische vertellers uit de Amerikaanse literatuur. Sommige literatuurcritici achten hem zelfs hoger dan de grote E.A. Poe. In dit eerste deel van het verzameld proza van Lovecraft zijn in chronologische volgorde zijn eerste 29 verhalen opgenomen. In deze verhalen zien we dat de schrijver zoekt naar een eigen stijl, maar nog sterk beïnvloed wordt door Poe en de Engelse Lord Dunsany, voor wie hij grote bewondering had. Lovecraft, een excentrieke, wereldvreemde reactionair, droomde veel en hield in een notitieboekje een overzicht bij van al deze dromen, die zijn voornaamste inspiratiebron waren. Omdat die dromen zeer verschillend van aard waren, zijn de eruit voortgekomen verhalen dat eveneens, wat de lectuur ervan zeer afwisselend en boeiend maakt. Voor Lovecraft was het complot van een verhaal niet het belangrijkste, maar wel de opgeroepen sfeer. Daarin slaagde hij wonderwel, ook in deze vroege teksten, waarover Michel Houellebecq in zijn prachtige essay over Lovecraft schreef: `Daar zien we zijn artistieke middelen een voor een ontstaan, als muziekinstrumenten die zich om beurten aan een vluchtige solo wagen alvorens zich gezamenlijk over te geven aan de razernij van een krankzinnige opera.’ De bundel bevat de vroege verhalen van Lovecraft. Laten we hopen dat de rest ook snel wordt uitgegeven. Gelukkig dat er nog een uitgever als Voltaire bestaat!

http://www.uitgeverij-voltaire.nl/

Fragment uit De Droom (uitgave: Flevodruk)

En volgende week begint het proces. De therapeut staat dan eindelijk terecht voor het plegen van meervoudige moord op kwetsbare vrouwen. Die hij geestelijk zo manipuleerde en misbruikte dat ze allemaal uit pure wanhoop en op zijn aandringen zelfmoord hadden gepleegd.”

De auteur biedt coaching en solliciteerde bij opvang mishandelde vrouwen....Boek bestellen?

zie: http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm

Ik kan de codes niet geven en per ongeluk een boek gejat....

Even wat rechtzetten:

* Heb contact gehad met de Meesters. Zij hebben nooit ook maar enige invloed gehad op de inhoud van hun website. De site was van Vaccalucci. Zij hebben jou verzoeken verschillende keren naar hun uitgever gestuurd, maar die heeft er niets mee gedaan. Toen Vaccalucci ophield te bestaan was ook die website dood. (Zou je een negatieve recensie willen weghalen? De Meesters zijn nl. vrienden van mij....)
* De code van jou website kan ik je niet geven omdat ik zelfs de codes van mijn eigen websites niet meer heb. (Vreemd, die wordt steeds aangepast) Na een crash zijn ze verdwenen en de zoon van Rimmert IQUE wees gewaaschuwd!!! moet ze opnieuw aanmaken, of zoiets. (zo gaat dat, en vice versa....)
* Kellerman: dat moet een vervelend misverstand zijn geweest. Mijn herinnering is dat Ymco het pakketje bracht, jij het openmaakte, iets zei in de trant van: die lees ik allang niet meer, en ik vroeg of ik het dan mocht hebben. Jouw herinnering is anders. Dat spijt me verschrikkelijk. (boek achterover gedrukt en betrapt...)

Niet elke diender kan zo doorzichtig liegen...


Some quotes from the boys

"You know, there's a right and wrong way to do everything."

Woman: "About how much money do you boys average a street ?"
Ollie: "I would say about fifty cents a street."Woman: "There's a dollar. Move down a couple of streets."

Stan: "Well, I don't know anything about cutting wood."
Ollie: "Well, you ought to. You once told me your father was in the lumber business."
Stan: "Well, I know he was but it was only in a small way."
Ollie: "What do you mean small way ?"Stan: "Well, he ... he used to sell toothpicks."

Ollie: "Shut up and get this mess cleaned up. Do you know that my wife will be home at noon ?"
Stan: "Say, what do you think I am, Cinderella ? If I had any sense I'd walk out on you."
Ollie: "Well it's a good thing you haven't any sense."
Stan: "It certainly is."

"We're not looking for him, we're just trying to find him."


Gouden Strop

Roel Janssen Gouden Strop voor "De Tiende Vrouw" Wat een treurnis. Zelden zo'n saai boekje gelezen als dit boek van de man die de-eveneens dodelijk brave- Nederlandse John Grisham wordt genoemd. Het zal de nieuwe Balkenende braafheid wel wezen, dat er is gekozen voor een een amusing verhaaltje -negeer de suggestie maar dat het om de zaak Bruinsma gaat- waarin alle cliche's die de clichematigheid van de thriller bevestigen, uit de kast zijn gehaald. En geen spoortje humor, wat't boek onbedoeld humoristisch maakt.. Blij dat ik dit jaar geen jurylid was. En nou zal ik het nooit weer worden ook. Maar die prijs had Peter de Zwaan natuurlijk moeten hebben. Maar helaas: Peter schrijft niet voor de NRC en hij schrijft -lees de passage over twee lullen, vastgelijmd op een plankje, in De Voeder er maar op na- erg onbraaf. Peter, zorg dat je'm volgend jaar ook niet wint. Die Gouden Strop is inmiddels een belediging.

Klein en Groot

Klein en Groot
Bauer en De Poel (uitgave: Aspekt)

Stil water en een column van Marelle

Door Feije Wieringa (Penthouse / Highlife) Haar debuut Nephila’s Netwerk heb ik niet gelezen dus Stil Water was mijn kennismaking met werk van Marelle Boersma. Laat ik met de deur in huis vallen: het viel niet mee. Het verhaal is weinig origineel. Na een duik in de Oosterschelde lopen duikers, badgasten en bruinvissen een merkwaardige vorm van huiduitslag op. En dat niet alleen: veel bruinvissen spoelen dood aan en de huiduitslag blijkt onderdeel van een syndroom waardoor ook de hersenen worden aangetast. De schrijfster komt wat langzaam over de brug met wat de lezer al lang vermoedt: het water in de Oosterschelde is giftig. Je denkt dat in zo’n geval van hogerhand het sein onveilig gegeven wordt, of nog eerder, groot alarm geslagen. Maar net als in de film Jaws zijn de mensen die over zulke dingen gaan nou net degenen die weigeren om direct verbanden te leggen tussen de symptomen en de toestand van het water. Een thrillertruc die jaren geleden nog net kon, maar die anno 2006 bij mij allerminst het gevoel oproept dat de schrijfster zichzelf voor een uitdaging heeft geplaatst. De hoofdpersonen boeien niet. Ze zijn vooral clichématig. Uit alles blijkt dat Marelle Boersma zeker geen psychologie heeft gestudeerd. De topmanager van het Zeeuwse waterbeheer is, mag je hopen, niet naar ’t leven getekend, maar een karikatuur van een slechterik. Corrupt, weet niet het verschil tussen een knotwilg en een populier, kan niet van zijn vrouwelijke ondergeschikten afblijven en is niet eens in staat om het chantagegeld af te leveren op de goede plek. Gelukkig gaat het er gemoedelijk aan toe en mag hij nog een keer proberen. Als Marelle een persiflage had geschreven was ’t al op de rand geweest, maar het is haar ernst en dat geeft het boek vooral een knullig karakter. Misschien ben ik na vijftien jaar Penthouse een beetje gedegenereerd als het om erotiek gaat, maar de erotisch bedoelde beelden wekken bij mij eerder lachlust op dan fysieke driften. De lesbische relatie die ze in het verhaal heeft verwerkt is volstrekt irrelevant. ’t Had net zo goed hetero kunnen zijn. Blijkbaar is seks in Zeeland saai. Laten we voor de Zeeuwen hopen dat het hier om slechte research gaat: je kunt tenslotte niet overal verstand van hebben. Van toxicologie heeft Marelle meer verstand. Maar dat blijkt pas tegen het einde van het boek wanneer een niet alledaagse algensoort de oorzaak van de ellende blijkt te zijn. Daarmee geef ik de plot niet weg, want er is nog een kleine twist ingebouwd waardoor je toch even op ’t verkeerde been wordt gezet. Zo’n onverwachte wending–nou ja, onverwacht?- gebruikt Baantjer ook, maar die is al 83 en geen wetenschapper, doch eenvoudig politieman. De duikscènes hadden nog wat spanning kunnen genereren. Helaas kabbelen die net zo lauw voort als de rest van het verhaal. Geen claustrofobie, geen ademnood, geen paniek. Toeval of niet: de avond voor Stil Water las ik Duivelswerk een nieuwe thriller van Mo Hayder. Ook een boek over vergiftigd water en kadavers. Subliem geschreven, psychologisch geloofwaardig uitgewerkt en niet gemaakt om de lezer te behagen, maar om hem met angst, met een thrill te overdonderen. Misschien komt dit over als het vergelijken van appels met peren. Vind ik niet: op beide boeken staat duidelijk THRILLER. De passage aan het eind van ‘t boek: “Rona trok Line tegen zich aan waardoor Lines hoofd tegen haar borsten terechtkwam. Ze liet een hand over Lines lichaam glijden. Wat hadden vrouwen toch een heerlijk rond lichaam dacht ze....” Dat is niet thrilling, dat is romantiek. Een heel ander genre. Het positieve van Stil Water is dat je rustig kunt slapen als je ’t uit hebt. Maar wie een slapeloze nacht verwacht kan beter dat boek van Mo Hayder lezen. Stil Water is goed bedoeld. Maar het tijdperk van het brave spannende boek is voorbij. Dat zouden ze in Zeeland ook moeten weten. Zeker als je een universiteit van binnen hebt gezien. (over)Schrijver en EX-agent Fred de Vries lachte zich dood om deze recensie. Het heeft hem geroerd, achteraf, want de kleefkikker benaderde de talentvolle schrijfster ongeveer zo -die Wieringa meent natuurlijk niet wat hij opschrijft, ik ben een vriend van'm en zodoende weet ik dat- en wil jij nou een column schrijven op mijn site over zielsziekten? -Daar verzamelt hij schrijvers. Het geeft niet wat ze schrijven. En zo werd naieve Marelle gestrikt om Fred's collectie uit te breiden. Marelle heeft niet alleen verstand van sex in Zeeland. Ze is onder supervisie van een gewezen smeris, die god weet waarom, opeens handelaar in een knipselmap met open deuren is geworden, opeens ingevoerd in de wondere wereld van autisme. Een beetje thrillerschrijfster weet toch dat crime zich niet alleen in boeken afspeelt? En dat niet iedereen in uniform zuiver is op de graat! Integendeel zou'k zeggen...Nou Marelle, misschien inspireert het je ooit en komt dat meesterwerk er toch nog!

Housewife in action

Housewife in action
Words and Music

Housewifes Lament

Sommige dingen veranderen nooit.... http://www.ibiblio.org/jimmy/folkden/php/search/ I learned “Housewife’s Lament” at the Old Town School of Folk Music in Chicago around 1958. It’s kind of a bitter portrayal of the lot of women in the not-so-distant past. There is a verse at the end where the poor housewife dies and gets covered with dirt, which is supposed to be funny, but I thought there was enough hardship in this song without adding insult to injury, so I left it out. Lyrics: [G] One day I was walking,I heard [Am] a complaining,I saw a [D] poor womanThe [C] picture of [G] gloom.She gazed in the mudOn her [Am] doorstep (’twas raining),And [D] this was her songAs she [C] wielded her [G] broom: Chorus: [G] O life is a trial,[D] And love is a trouble,[G] Beauty will fade[D] And riches will flee,[G] Wages will dwindleAnd [Am] taxes will doubleAnd [D] nothing is as IWould [C] wish it to [G] be.” In March it is mud,It’s slush in December,The midsummer breezesAre loaded with dust.In fall the leaves litter,In muddy NovemberThe wallpaper rotsAnd the candlesticks rust. Chorus: It’s sweeping at sixAnd i’s dusting at seven, ( I know I sang 11 but it should be 7 It’s victuals at eightAnd it’s dishes at nine.It’s potting and panningFrom ten to eleven.We scarce break our fastTill we plan how to dine. Chorus: Last night in my dreamsI was stationed forever,On a far distant rockIn the midst of the sea.My one task of lifeWas a ceaseless endeavor,To brush off the wavesAs they swept over me.

A psychedelic journey by Samuel Taylor Coleridge

In Xanadu did Kubla KhanA stately pleasure-dome decree :Where Alph, the sacred river, ranThrough caverns measureless to man
Down to a sunless sea.
So twice five miles of fertile groundWith walls and towers were girdled round :And there were gardens bright with sinuous rills,Where blossomed many an incense-bearing tree ;And here were forests ancient as the hills,Enfolding sunny spots of greenery.
But oh ! that deep romantic chasm which slantedDown the green hill athwart a cedarn cover !A savage place ! as holy and enchantedAs e'er beneath a waning moon was hauntedBy woman wailing for her demon-lover !And from this chasm, with ceaseless turmoil seething,As if this earth in fast thick pants were breathing,A mighty fountain momently was forced :Amid whose swift half-intermitted burstHuge fragments vaulted like rebounding hail,Or chaffy grain beneath the thresher's flail :And 'mid these dancing rocks at once and everIt flung up momently the sacred river.Five miles meandering with a mazy motionThrough wood and dale the sacred river ran,Then reached the caverns measureless to man,And sank in tumult to a lifeless ocean :And 'mid this tumult Kubla heard from farAncestral voices prophesying war !
The shadow of the dome of pleasureFloated midway on the waves ;Where was heard the mingled measureFrom the fountain and the caves.
It was a miracle of rare device,A sunny pleasure-dome with caves of ice !
A damsel with a dulcimerIn a vision once I saw :It was an Abyssinian maid,And on her dulcimer she played,Singing of Mount Abora.Could I revive within meHer symphony and song,To such a deep delight 'twould win me,
That with music loud and long,I would build that dome in air,That sunny dome ! those caves of ice !And all who heard should see them there,And all should cry, Beware ! Beware !His flashing eyes, his floating hair !Weave a circle round him thrice,And close your eyes with holy dread,For he on honey-dew hath fed,And drunk the milk of Paradise.
Autumn of 1797 or (more likely) spring of 1798, published 1816, 1828, 1829, 1834
(proofed against E. H. Coleridge's 1927 edition of STC's poems and a ca. 1898 edition of STC's Poetical Works, ``reprinted from the early editions'')
To rest of poems

Hortensia's en rituelen

http://www.boudicca.de/magdrugs-nl.htm http://www.boudicca.de/lsr-nl.htm 22. Ook zal hij een jong kind op het altaar doden, en het bloed zal het altaar bedekken met parfum, zoals van 23. Dan zal de Meester verschijnen zoals Hij zou verschijnen --- in Zijn glorie.24. Hij zal zichzelf uitstrekken op het altaar, en het ontwaken in het leven, en in de dood Dit is allemaal te vinden op bovenstaande sites. Laat u uw kind behandelen door lieden met deze hobby's?

Hoe de pers (soms) werkt

Een Imam moest naar een persconferentie in New York. De man maakte de oversteek per boot omdat hij niet durfde vliegen. Toen hij, eenmaal aangekomen, de loopplank afliep, kwam er een journalist naar hem toe, die hem, een microfoon onder de neus duwend vroeg: Monseigneur, wat vindt u van de hoeren in New York? Verbouwereerd reageerde de man: zijn er hoeren in New York? De volgende dag stond in de krant: Het eerste wat de Imam vroeg was 'Zijn er hoeren in New York?" Met dank aan PeeWee. Humoristisch raadsman.

Stalker

A moment of Glory Soms is een blik mooier dan wat dan ook. Kwam vanmiddag een stalker tegen. Hij wist dat ik het wist (dattie stalker was...) Ik keek'm in z'n smoel. Z'n blik draaide weg. Zoiets genereert een beter gevoel dan een veroordeling!!!!

In Groucho We Trust

In Groucho We Trust
Keep in mind!!!

Fake

Fake
Dit is een bootleg, waar McGuinn geen barst mee van doen had. Ik had'm cadeau gekregen van een ex-vriend, maar die deed me er geen plezier mee en bovendien bleek hij het goede heertje uit te hangen met de smaakvolle muziek van zijn echtgenote. Eigenlijk heb je zoiets niet in huis: maar het echtpaar is erop gesteld. Ik niet...Niet op't fakeplaatje en niet op't echtpaar....

Glenn Gould

Glenn Gould

Dit past op 1 GB mp-3

Bach: Das wohltemperierte klavier: Glenn Gould Murder Ballads: Nick Cave and the Bad Seeds Peace On You: Roger McGuinn Other Peaple's Lives: Ray Davies Compilatie: David Byrne and Talking Heads Beethoven: Grosse Fuge and two other Sring Quartets Bach: The Art of Fugue: The Candian Brass The Gilded Palace of Sin: The Flying Burrito Brothers Jazz from Hell: Frank Zappa Sex and Religion: Steve Vay Mass in C: W.A. Mozart Bach: Grand Motets: Herreweghe

Dexter solved a Loyd problem, while Ramon is sleeping and dreaming

Dexter solved a Loyd problem, while Ramon is sleeping and dreaming

Tim Krabbé

Recensie op crimezone Toevallig worden ze beiden op dezelfde dag bezorgd: Een goede dag voor de ezel, van Tim Krabbé, en de biografie van Simon Vestdijk, geschreven door Wim Hazeu. Verschil: zo’n 700 pagina’s. Vestdijk heeft meer dan vijftig boeken op zijn naam, Krabbé vooralsnog een stuk of tien, maar wat niet is kan komen. Tenslotte debuteerde Vestdijk pas toen hij dik in de dertig was en hield hij het schrijven vol tot het eind van zijn leven. Vestdijk was een stevige roker, dronk behoorlijk en schreef zich van depressie naar depressie. Krabbé is in alle opzichten Vestdijk’s tegenpool. Vestdijk kon vermoedelijk niet eens fietsen. Krabbé heeft jarenlang gefietst in de hogere regionen en haalde daar De Renner uit, één van de weinige boeken over sport waarvan de auteur de research helemaal zelf heeft doorvoeld. Vestdijk bedacht zijn materiaal. Krabbé beleefde het. Vestdijk leefde voornamelijk binnen de grenzen van zijn eigen universum, de huiskamer. Krabbé niet. Wielrennen, schaken, schrijven, Krabbé combineert het allemaal. Vestdijk kon zich binnen dat immense oeuvre nog wel eens een uitglijder veroorloven. Van die vijftig boeken heeft ongeveer de helft de tand van de tijd doorstaan. Krabbé heeft het nooit gezocht in kwantiteit. Geen grote romans, geen literaire experimenten. Maar wat hij heeft geschreven staat nog steeds als een huis. Het gouden ei is inmiddels uitgegroeid tot een klassieker. Twee keer verfilmd, maar in beide gevallen blijft het boek beter dan de film. Krabbé is niet in een hokje te stoppen. Schijnbaar eenvoudig, en met geen woord te veel wekt hij zijn personage’s tot leven. Om ze vervolgens in situaties te brengen die doen denken aan omstandigheden die ontsproten zijn aan de bizarre geest van Edgar Allan Poe. Alleen heeft Krabbé de lak van de gothische romantiek niet nodig om de horror uit het dagelijks leven te schilderen. Een goede dag voor de ezel, is een logische parel in de ketting van de Krabbé s juweeltjes. Alleen al de eerste zin: “Gelukkig zijn was het makkelijkste wat er was.” Kan zo bijgezet worden in de serie “beste eerste zinnen.” Net als: “De portier is een invalide,” uit Nooit meer slapen, van W.F. Hermans, een opening om in te lijsten. Wat er ook gebeurt, het kan alleen maar slechter worden. Er ontvouwt zich een subtiel drama, de formule waarop Krabbé het patent lijkt te hebben. Een toevallige samenloop van omstandigheden en een toevallig gehoorde, beledigende opmerking in een streekbus, vormen de aanzet tot een keten van gebeurtenissen die tijdens het lezen achteloos voorbij lijkt te komen, maar aan het slot samenvallen tot een macabere ontknoping. Toeval speelt een grote rol in dit boek. Vaak een truc om een plot sluitend te maken, maar in Een goede dag voor de ezel, een logisch gegeven. Toeval speelt ook een grote rol in het leven, al denkt menigeen dat het lot niet door toeval, maar door wilskracht wordt bepaald. Op het verkeerde moment, op de verkeerde plek zijn, is vaker een noodlottige gebeurtenis, dan een uitgekiende moord. Krabbé maakt weer eens duidelijk dat goed en kwaad balletje vormen dat alle kanten op rollen. Dat het vaak de verkeerde is valt de schrijver niet aan te rekenen. Een boek dat pas op z’n plek valt wanneer je er een paar dagen over hebt nagedacht. Bedrieglijk eenvoudig. Krabbé weet uit een minimum aan woorden een maximaal effect te halen. Weinig schrijvers die hem dat nadoen. Glashelder…

A Cosmic Joke

Voor de meeste mensen is Einstein gewoon een naam, een foto met een man, type nerd, weelderige grijze haardos, die op een merkwaardige foto, spottend zijn tong uitsteekt. En de formule: E=MC kwadraat. Daarmee houdt het zo’n beetje op. Einstein was in tegenstelling tot uitvinders als Edison, Wright broertjes en Ford niet een man die zich kon beroepen op een uitvinding die in de praktijk van het dagelijks leven een rol speelt. Hij ontdekte iets wat er altijd al was, maar niet herkend werd. Vlak na de donkere middeleeuwen gooide Copernicus de knuppel in het (theologische) hoenderhok door te stellen dat het niet de zon was die om de aarde draaide, maar andersom. Zo werd de centrale plaats van een door God geschapen aarde als middelpunt van het heelal weggevaagd. Het constateren van dit feit kwam hard aan, vooral bij de gelovigen die ervan uitgingen dat de schepping, zoals die in het boek Genesis staat (voor de oplettende lezer is dat een vreemd boek: het bevat twee scheppingsversies) slechts zeven dagen werk was, in plaats van miljarden jaren evolutie. Een paar honderd jaar later bevestigde de Britse natuurkundige Newton (volgens de mythe omdat er een appel uit een boom op zijn hoofd viel) die stelling door vast te stellen dat het heelal bestond uit lichamen die allemaal een vaste baan beschreven, met de zwaartekracht als bindende factor. Daarna kwam Einstein, die aantoonde dat de logica van Newton weliswaar heel goed bruikbaar was in de ‘gewone’ wereld maar dat Newton’s wetten niet bruikbaar waren in de kosmos, en op het niveau van de kleinste deeltjes. Voor het dagelijks leven was er niks aan de hand, een pond koffie bleef een pond koffie. Einstein toonde de correlatie aan tussen massa en gravitatie. Daarom weten we nu dat er meer koffie in een pond gaat als je het op de maan weegt. Bovendien vroeg hij zich af wat er zou gebeuren als je met de snelheid van het licht in een scheerspiegel zou kijken. Dat soort gedachten kon hij niet in de praktijk toetsen, dus bleef er niks anders over dan een wiskundig model te maken van ruimte, tijd en (zwaarte(kracht). Het kwam erop neer dat de lichtsnelheid constant was met ongeveer 300.000 km per seconde. En dat tijd, gemeten door een klok, langzamer ging naarmate een lichaam zich sneller beweegt. En dat beweging niet is vast te stellen, omdat er altijd een punt moet zijn ten opzichte waarvan je je beweging vaststelt. Zo gaat dat: de aarde draait om de zon, de zon draait weer mee in een sterrenstelsel en dat beweegt weer rond een ander stelsel enz. Kortom: Einstein zette de natuurkundige wereld op zijn kop door te stellen dat alles relatief is en het heelal geen ijkpunt kent. Het is maar vanaf welk punt je de zaak bekijkt. Hij toonde aan dat de lichtsnelheid absoluut is. Om die te kunnen overschrijden is een oneindige hoeveelheid massa / energie nodig. Reizen sneller dan het licht zou daarom het einde betekenen van het heelal zoals we dat nu kennen. Jean Claude Caririére heeft over deze materie een toegankelijk, langs wetenschap en filosofie scherend, boek gemaakt. (Bezige Bij) Hij laat een denkbeeldige Einstein aan het woord, die door een jonge studente aan de tand wordt gevoeld. Door haar ogen krijg je een kijkje in Einstein’s Brain. Het boek stopt op het punt van de kwantumfysica. Logisch, want Einstein heeft zich daar niet in kunnen vinden om de reden dat de kwantumtheorie uitgaat van een onzekerheidsprincipe en de observator van een kwantumonderzoek altijd zo’n onderzoek stuurt, omdat hij een onderdeel in de meting is. “God dobbelt niet” beweerde Einstein stellig. Daarover is het laatste woord niet gesproken, maar intussen is de theorie van de oude Albert wél stevig overeind gebleven. Maar absoluut, nee....Ooit vroeg een journaliste aan Einstein: “Mijnheer, zou u de theorie in een paar zinnen kunnen uitleggen?” “Dat kan ik wel,” antwoordde Einstein, “maar de vraag is of u het in een paar zinnen begrijpt.” In Einstein, vertel eens,” is dat uitleggen de schrijver aardig gelukt.

Albert Joking

Albert Joking

De Oerknal

De Oerknal Uitgave: De Arbeiderspers Simon Singh 2005 was het Mozart jaar en dat zullen we weten. Alle publieke omroepen proberen elkaar te overtreffen in de Mozart manie. Van kleuteropera tot taartjes, van classic FM tot de concertzender. Het is allemaal Mozart. Misschien is het vloeken in de kerk, maar ik ben van mening dat Mozart weliswaar een paar briljante pianoconcerten in elkaar heeft gezet, maar het probleem is dat dat materiaal nauwelijks verkrijgbaar is. En helaas is elke noot vastgelegd, zelfs opera’s die’t wonderkind op zijn tiende bedacht. Knap voor een knaapje, maar niet te genieten als je geen musiciloog bent. Tip: koop nooit een goedkope cd met werk van Mozart. Alfred Brendel weet zijn pianowerk de diepte te geven die het verdient. De rest is meestal rommel. En nu ik toch associeer: Mozart liefde was de opera. Hij was dus een soort Lloyd Webber voor de Oostenrijkse society. Mozart wordt het grootste genie allertijden genoemd. Te veel eer. Ik durf te beweren dat oude Bach een veel groter componist was dan die bepruikte muziekfabriek. 2005 was ook Einstein jaar. Het hele jaar niets van gemerkt. Einstein doet het slecht op koekblikken en Weens gebak. Einstein speelde overigens graag viool, Deed dat slecht, maar pretendeerde er ook niks mee . Zowel Einstein en Bach gingen uit van theoretische modellen. Daarom kun je Bach’s fuga’s in een sampler stoppen en het blijft Bach. De noten, daar gaat het om. Slechtere componisten hechten aan interpretatie van noten. Bach moet je niet interpreteren en al helemaal opvullen met romantische klanken. “De belangrijkste ontdekking ooit,” schrijft Simon Singh ergens in zijn boek. De meningen daarover zijn verdeeld. De evolutietheorie van Darwin is waarschijnlijk meer omstreden. Vooral op basis van religieuze argumenten. In bijbel en koran staat nadrukkelijk geschreven dat dieren en mensen van volstrekt verschillende aard zijn en dat de mens het recht heeft het dier te onderwerpen. Pijnlijk voor de gelovigen om dan te horen dat zijn voorouders niet Adam en Eva zijn, maar waarschijnlijk een aap met een genetische afwijking. Met die onderwerping zit het wel goed, maar daarvoor hoef je geen christen te zijn. De ontdekking van Edwin Hubble dat we leven in een heelal dat uitdijt wekte in 1923 veel belangstelling in de wetenschappelijke wereld. Einstein’s relativiteitstheorie was een gedachtesprong die veel filosofische vragen opriep, maar moeilijk is te weerleggen. Uit Hubble’s constatering dat bijna alle sterrenstelsels zich met steeds grotere snelheid van elkaar af bewegen kan zelfs een leek afleiden dat die stelsels daarvoor dichter bij elkaar waren. Zo’n vijftien milard jaar geleden moeten ze zo dicht op elkaar zijn geweest dat het hele heelal een soort oneindige dichtheid had. Misschien een miljardste van een speldenknop, maar zelfs dat is onwaarschijnlijk. Einstein’s theorie was niet in tegenstelling met het idee dat tijd en ruimte een beginstadium hebben, maar Einstein had geen oplossing voor welke wetten er bestonden op het moment dat dit heelal ontstond. Singh weet het evenmin, maar heeft een lekker toegankelijk boek geschreven over de aanloop naar de feiten zoals we nu kennen. Het begint eigenlijk in de tijd van de “verlichting” een tijd die niet geheel toevallig zo wordt genoemd. Het theologische model werd na de middeleeuwen langzaam vervangen door wetenschap. Logica versus geloof, een combinatie die onverenigbaar is. Hoe meer je weet, hoe minder je gelooft. Hoe meer je weet hoe groter de twijfel want in de wetenschap is het, in tegenstelling tot de religie, bijna altijd zo dat een theorie door een andere –betere- theorie te vervangen. Niets is zeker en zelfs dat niet. Een aardige paradox. Paradoxaal is ook dat de zoektocht naar het oneindige grote automatisch leidt tot een zoektocht naar het oneindige kleine. De wereld heeft het lang gedaan met Newton’s wetten over banen en zwaartekracht. Hij had het bijna goed, maar helaas voor Newton werd zijn theorie door Einstein aan flarden geschoten. Op zijn beurt is Einstein’s theorie eveneens onvolledig. Als het gaat om de allerkleinste deeltjes kloppen Einstein’s beweringen evenmin als die van Newton. Nog tijdens Einstein’s leven kwamen Planck en Bohr met de kwantumtheorie. Die theorie vond Einstein zo krankzinnig dat hij het afdeed met de stelling dat God niet dobbelt. De kwantumtheorie is zo absurd omdat onzekerheid, iets wat gelovigen en wetenschappers moeilijk aanvaarden, een rol speelt. En omdat er niets objectief kan worden waargenomen. Want elke waarneming is deel van wat wordt waargenomen en beinvloedt het resultaat. Als iemand naar een deeltje kijkt kan hij de snelheid zien of de plek. Maar beide tegelijk is onmogelijk. Kortom: “It’s all in the eye of the beholder.” Moeilijk terrein waaraan je niks hebt in het dagelijks leven. De kwantummechanica sluit niet uit dat alles een illusie is. Leuk om over te filosoferen. Maar in zekere zin ook angstaanjagend. Voorlopig kunnen we het doen met Simon Sings’ beschrijving van wat er allemaal nodig was om dogma’s te weerleggen en feiten te verklaren. Het lijkt erop dat we deel zijn van iets onvoorstelbaars. Wat was er voor de Big Bang? Die vraag zou Singh graag hebben beantwoord. Stephen Hawking ook. Wat was er voor er ruimte en tijd was? Kan er iets uit niets ontstaan? Het enige dat zeker is dat de oerknal geluidloos was. Oerflits is een betere formulering. Geluid zich plant verplaatst zich door materie zoals lucht. En lucht bestaat niet buiten de dampkring. De ontploffingen in Star Wars zijn spectaculair, maar voor het effect hebben d schrijvers de feiten ruim benut. Het grote probleem: is er werkelijkheid als niemand kijkt? Who knows? En hoeveel tijd is geen tijd? Een lekkere aflevering van Star Trek gaat er wel in als je dit dikke boek van Singh achter de kiezen hebt. Daarin gebeuren tenminste gewone dingen. En passant: onlangs heeft Stephen Hawking zijn menig over zwarte gaten herzien. Zwarte gaten zijn het effect van grote sterren die ineenstorten door hun eigen zwaartekracht. In een zwart gat bestaat tijd noch ruimte. Hawking heeft ontdekt dat er wel informatie uit zo’n gat sijpelt en dat betekent dat de hele kosmologie op losse schroeven staat. Therotisch zou de kwantummechanica wel eens het ei van Clolumbus kunnen zijn. Dat zou een grotere omwenteling zijn dan elke andere theorie. Maar laat het nou net die theorie zijn, die zich niet aan oorzaak en gevolg houdt. De theoretische fysica leert ons steeds meer over het heelal. Descartes opmerking “Ik denk, dus ik besta,” is geen voldongen feit meer. De Big Bang is nauwelijks te begrijpen. Maar de kwantumfyisica lost meer vragen op dan elke andere theorie. Alleen begrijpt geen sterveling hoe de kwantumfysica werkt. En nog even over Einstein: E=MC Kwadraat. Dat betekent dat de lichtsnelheid nooit kan worden overschreden, omdat C, de snelheid van het licht energie nodig heeft. Maar in het heelal is geen kracht te vinden die zoveel energie levert. Gebeurt dat wel dan bestaat er geen heelal meer. Maar: de kwantummechenica sluit niet uit dat deeltjes met een grotere dan de lichtsnelheid bestaan... Singh heeft er een onderhoudend boek over gemaakt. Toegankelijk en helder. Soms wat oppervlakkig. Maar het is een grote verdienste dat een schrijver deze filosofische vragen helder probeert uit te leggen aan publiek dat wel eens verder wil kijken dat de pulp van Discovery.

Bitter Bierce!!!!!

A person who doubts himself is like a man who would enlist in the ranks of his enemies and bear arms agains himself. He makes his failure certain by himself being the first person to be convinced of it. Ambrose Bierce A total abstainer is one who abstains from everything but abstention, and especially from inactivity in the affairs of others. Ambrose Bierce Ability is commonly found to consist mainly in a high degree of solemnity. Ambrose Bierce Absence blots people out. We really have no absent friends. Ambrose Bierce Abstainer: a weak person who yields to the temptation of denying himself a pleasure. Ambrose Bierce Absurdity, n.: A statement or belief manifestly inconsistent with one's own opinion. Ambrose Bierce Academe, n.: An ancient school where morality and philosophy were taught. Academy, n.: A modern school where football is taught. Ambrose Bierce Acquaintance. A person whom we know well enough to borrow from, but not well enough to lend to. Ambrose Bierce Admiration, n. Our polite recognition of another's resemblance to ourselves. Ambrose Bierce All are lunatics, but he who can analyze his delusions is called a philosopher. Ambrose Bierce Ambidextrous, adj.: Able to pick with equal skill a right-hand pocket or a left. Ambrose Bierce An egotist is a person of low taste-more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Anoint, v.: To grease a king or other great functionary already sufficiently slippery. Ambrose Bierce Ardor, n. The quality that distinguishes love without knowledge. Ambrose Bierce Bacchus, n.: A convenient deity invented by the ancients as an excuse for getting drunk. Ambrose Bierce Barometer, n.: An ingenious instrument which indicates what kind of weather we are having. Ambrose Bierce Battle, n., A method of untying with the teeth a political knot that would not yield to the tongue. Ambrose Bierce Beauty, n: the power by which a woman charms a lover and terrifies a husband. Ambrose Bierce Belladonna, n.: In Italian a beautiful lady; in English a deadly poison. A striking example of the essential identity of the two tongues. Ambrose Bierce Bigot: One who is obstinately and zealously attached to an opinion that you do not entertain. Ambrose Bierce Bore, n. A person who talks when you wish him to listen. Ambrose Bierce Brain: an apparatus with which we think we think. Ambrose Bierce Bride: A woman with a fine prospect of happiness behind her. Ambrose Bierce Cabbage: a familiar kitchen-garden vegetable about as large and wise as a man's head. Ambrose Bierce Calamities are of two kinds: misfortunes to ourselves, and good fortune to others. Ambrose Bierce Childhood: the period of human life intermediate between the idiocy of infancy and the folly of youth - two removes from the sin of manhood and three from the remorse of age. Ambrose Bierce Clairvoyant, n.: A person, commonly a woman, who has the power of seeing that which is invisible to her patron - namely, that he is a blockhead. Ambrose Bierce Cogito cogito ergo cogito sum - I think that I think, therefore I think that I am. Ambrose Bierce Confidante. One entrusted by A with the secrets of B confided to herself by C. Ambrose Bierce Conservative, n: A statesman who is enamored of existing evils, as distinguished from the Liberal who wishes to replace them with others. Ambrose Bierce Consult: To seek approval for a course of action already decided upon. Ambrose Bierce Corporation: An ingenious device for obtaining profit without individual responsibility. Ambrose Bierce Coward: One who, in a perilous emergency, thinks with his legs. Ambrose Bierce Cynic, n: a blackguard whose faulty vision sees things as they are, not as they ought to be. Ambrose Bierce Dawn: When men of reason go to bed. Ambrose Bierce Day, n. A period of twenty-four hours, mostly misspent. Ambrose Bierce Death is not the end. There remains the litigation over the estate. Ambrose Bierce Debt, n. An ingenious substitute for the chain and whip of the slavedriver. Ambrose Bierce Deliberation, n.: The act of examining one's bread to determine which side it is buttered on. Ambrose Bierce Destiny: A tyrant's authority for crime and a fool's excuse for failure. Ambrose Bierce Doubt begins only at the last frontiers of what is possible. Ambrose Bierce Doubt is the father of invention. Ambrose Bierce Doubt, indulged and cherished, is in danger of becoming denial; but if honest, and bent on thorough investigation, it may soon lead to full establishment of the truth. Ambrose Bierce Edible, adj.: Good to eat, and wholesome to digest, as a worm to a toad, a toad to a snake, a snake to a pig, a pig to a man, and a man to a worm. Ambrose Bierce Education, n.: That which discloses the wise and disguises from the foolish their lack of understanding. Ambrose Bierce Egotism, n: Doing the New York Times crossword puzzle with a pen. Ambrose Bierce Egotist: a person more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Egotist: A person of low taste, more interested in himself than in me. Ambrose Bierce Experience is a revelation in the light of which we renounce our errors of youth for those of age. Ambrose Bierce Faith: Belief without evidence in what is told by one who speaks without knowledge, of things without parallel. Ambrose Bierce Famous, adj.: Conspicuously miserable. Ambrose Bierce Fork: An instrument used chiefly for the purpose of putting dead animals into the mouth. Ambrose Bierce Genealogy, n. An account of one's descent from a man who did not particularly care to trace his own. Ambrose Bierce Happiness: an agreeable sensation arising from contemplating the misery of another. Ambrose Bierce History is an account, mostly false, of events, mostly unimportant, which are brought about by rulers, mostly knaves, and soldiers, mostly fools. Ambrose Bierce I believe we shall come to care about people less and less. The more people one knows the easier it becomes to replace them. It's one of the curses of London. Ambrose Bierce I never said all Democrats were saloonkeepers. What I said was that all saloonkeepers are Democrats. Ambrose Bierce Immortality: A toy which people cry for, And on their knees apply for, Dispute, contend and lie for, And if allowed Would be right proud Eternally to die for. Ambrose Bierce In our civilization, and under our republican form of government, intelligence is so highly honored that it is rewarded by exemption from the cares of office. Ambrose Bierce Inventor: A person who makes an ingenious arrangement of wheels, levers and springs, and believes it civilization. Ambrose Bierce It is evident that skepticism, while it makes no actual change in man, always makes him feel better. Ambrose Bierce Land: A part of the earth's surface, considered as property. The theory that land is property subject to private ownership and control is the foundation of modern society, and is eminently worthy of the superstructure. Ambrose Bierce Lawsuit: A machine which you go into as a pig and come out of as a sausage. Ambrose Bierce Learning, n. The kind of ignorance distinguishing the studious. Ambrose Bierce Liberty: One of Imagination's most precious possessions. Ambrose Bierce Litigation: A machine which you go into as a pig and come out of as a sausage. Ambrose Bierce Logic: The art of thinking and reasoning in strict accordance with the limitations and incapacities of the human misunderstanding. Ambrose Bierce Love: A temporary insanity curable by marriage. Ambrose Bierce Mad, adj. Affected with a high degree of intellectual independence. Ambrose Bierce Mammon, n.: The god of the world's leading religion. Ambrose Bierce Marriage, n: the state or condition of a community consisting of a master, a mistress, and two slaves, making in all, two. Ambrose Bierce Mayonnaise: One of the sauces which serve the French in place of a state religion. Ambrose Bierce Meekness: Uncommon patience in planning a revenge that is worth while. Ambrose Bierce Men become civilized, not in proportion to their willingness to believe, but in proportion to their readiness to doubt. Ambrose Bierce Ocean: A body of water occupying about two-thirds of a world made for man - who has no gills. Ambrose Bierce Optimism: The doctrine that everything is beautiful, including what is ugly, everything good, especially the bad, and everything right that is wrong... It is hereditary, but fortunately not contagious. Ambrose Bierce Painting, n.: The art of protecting flat surfaces from the weather, and exposing them to the critic. Ambrose Bierce Patience, n. A minor form of dispair, disguised as a virtue. Ambrose Bierce Perseverance - a lowly virtue whereby mediocrity achieves an inglorious success. Ambrose Bierce Philosophy: A route of many roads leading from nowhere to nothing. Ambrose Bierce Photograph: a picture painted by the sun without instruction in art. Ambrose Bierce Politeness, n: The most acceptable hypocrisy. Ambrose Bierce Politics: A strife of interests masquerading as a contest of principles. The conduct of public affairs for private advantage. Ambrose Bierce Positive, adj.: Mistaken at the top of one's voice. Ambrose Bierce Pray, v.: To ask that the laws of the universe be annulled in behalf of a single petitioner confessedly unworthy. Ambrose Bierce Pray: To ask the laws of the universe to be annulled on behalf of a single petitioner confessedly unworthy. Ambrose Bierce Prescription: A physician's guess at what will best prolong the situation with least harm to the patient. Ambrose Bierce Quotation, n: The act of repeating erroneously the words of another. Ambrose Bierce Religion. A daughter of Hope and Fear, explaining to Ignorance the nature of the Unknowable. Ambrose Bierce Revolution, n. In politics, an abrupt change in the form of misgovernment. Ambrose Bierce Saint: A dead sinner revised and edited. Ambrose Bierce Speak when you are angry and you will make the best speech you will ever regret. Ambrose Bierce Spring beckons! All things to the call respond; the trees are leaving and cashiers abscond. Ambrose Bierce Success is the one unpardonable sin against our fellows. Ambrose Bierce Suffrage, noun. Expression of opinion by means of a ballot. The right of suffrage (which is held to be both a privilege and a duty) means, as commonly interpreted, the right to vote for the man of another man's choice, and is highly prized. Ambrose Bierce Sweater, n.: garment worn by child when its mother is feeling chilly. Ambrose Bierce Telephone, n. An invention of the devil which abrogates some of the advantages of making a disagreeable person keep his distance. Ambrose Bierce The best thing to do with the best things in life is to give them up. Ambrose Bierce The covers of this book are too far apart. Ambrose Bierce The gambling known as business looks with austere disfavor upon the business known as gambling. Ambrose Bierce The hardest tumble a man can make is to fall over his own bluff. Ambrose Bierce The slightest acquaintance with history shows that powerful republics are the most warlike and unscrupulous of nations. Ambrose Bierce The small part of ignorance that we arrange and classify we give the name of knowledge. Ambrose Bierce There are four kinds of Homicide: felonious, excusable, justifiable, and praiseworthy. Ambrose Bierce To be positive is to be mistaken at the top of one's voice. Ambrose Bierce Vote: the instrument and symbol of a freeman's power to make a fool of himself and a wreck of his country. Ambrose Bierce War is God's way of teaching Americans geography. Ambrose Bierce We know what happens to people who stay in the middle of the road. They get run over. Ambrose Bierce We submit to the majority because we have to. But we are not compelled to call our attitude of subjection a posture of respect. Ambrose Bierce What this country needs what every country needs occasionally is a good hard bloody war to revive the vice of patriotism on which its existence as a nation depends. Ambrose Bierce When you doubt, abstain. Ambrose Bierce Who never doubted, never half believed. Where doubt is, there truth is - it is her shadow. Ambrose Bierce

Back from Rio

As a very longtime lover of Roger McGuinn, having seen him a number of times, including this past year, sitting front row center in a small venue, I absolutely love this album. If you listen to it more than a cursory once, and especially on a good stereo or better yet, through good headphones, you will realize what a spectacular album this is. Give it a chance and it will grow on you (if it doesn't instantly knock you out, like it did me). http://www.mcguiincom

Rickenbackermasterpiece

Rickenbackermasterpiece
www.mcguinn.com

Dexter

Dexter

Anton Wachter bij het grofvuil

Anton Wachter bij het groffe vuil.... Harlingen. Soms lijkt het alsof de geest van Vestdijk er nog rondspookt. Waar vind je nog een stad waar de burgemeester je persoonlijk even belt als hij vindt dat ’t journaille hem niet helemaal geloofd? En die hoogstpersoonlijk een echte vuilverbrandingsoven aan het wad binnenloodst... "De lucht in Lahringen is dan schoner dan die boven Antarctica," verzekerde de geparachuteerde bobo. Waar kon je tot voor kort een heuse schouwburg met alles erop en eraan voor een halve euro kopen? En waar vind je een stad die een literaire prijs –De Anton Wachter Prijs, jawel, uitreikt aan een debuut, waarvan jurylid Martin Ros toch echt beweerde, dat het zonde was van de bomen die voor’t papier van het boek gekapt waren? Het mocht niet verhinderen dat Christiaan Weijts, hem, zoals voorspeld, kreeg voor zijn indrukwekkende roman Artikel 285 B. Weijts mocht een replica van het standbeeld van Anton Wachter meenemen. Het werd hem tijdens een indrukwekkend gala overhandigd. Wat vooral opviel was de afwezigheid van de jury en de toespraken van menig spreker, die, noch Weijts, noch Vestdijk had gelezen. Dat Vestdijk’s nalatenschap, literatuur in het algemeen en Lahringen er geen innige banden op nahouden: soit. Maar om nou op deze manier als gemeente je gram te halen....Of zou Ros even langs zijn geweest? Of, wederom een smerige streek van Vestdijk’s narrige stadse kwelgeest, Mijnheer Visser?? En passant verklaarde Mieke Vestdijk dat Ierse Nachten de mooiste roman was van de Lahringse reus en Op Afbetaling de meest nare. Lang geleden dat Mieke zich liet interviewen. Een primeur dus.

Meneer Scheffer

Meneer Scheffer

Mieke Vestdijk

Mieke Vestdijk

Anton bij het oud papier

Anton bij het oud papier