
De rechtszaak Lucia de B was ‘het monsterproces van de eeuw’. De Haagse verpleegkundige Lucia werd voor vele moorden veroordeeld tot levenslang en TBS.
Negen jaar na het begin van het proces wordt zij vrijgesproken. Er waren helemaal geen moorden gepleegd.
In deze rechtszaak ging veel mis. Roddels werden feiten, angst werd waarheid.
Kansloos vocht Lucia tegen vooroordelen en beschuldigingen. Zonder dat daar enig tastbaar bewijs voor was..
Aanleiding voor een ommekeer in het proces was een simpel telefoontje. Verpleeghuisarts Metta de Noo uit Diepenheim begon toen een moeizame speurtocht naar de gebeurtenissen rond de haar onbekende Lucia. Niets was vanaf dat moment nog zeker.
‘Als het wel waar is waar ik bang voor ben dan zit Lucia voor niets in de bak.’
Zachtjes voeg ik daar aan toe: ‘Als het wel waar was, wat zij in het ziekenhuis denken waren er misschien meer kindertjes vermoord.’
Het was een dilemma hoe met deze bange vermoedens om te gaan. Een openbare actie had ook voor haar eigen familie grote gevolgen. Maar zwijgen en de zaak Lucia laten rusten was geen optie meer. Na vele onderzoeken en juridische procedures blijkt dat Lucia ten onrechte in de bak zat.
Aldus een korte samenvatting van het persbericht bij het boek Er werd mij verteld, over Lucia de B. met de ondertitel De klok, de klepel en de klokkenluider van Metta de Noo dat werd uitgeven door Aspekt. Een horrorverhaal dat doe denken aan Het Proces van Kafka, met dit verschil dat Kafka's boek volledig op fantasie berustte en zijn scenario voor Lucia de B. de pijnlijke realiteit werd. Het boek begint met een voorwoord van Maarten 't Hart die schrijft dat hij in 2006 voor een IKON programma mocht stellen, aan God, gesteld dat God zou bestaan. Zijn vraag was: “Waarom zit Lucia de B. onschuldig in de gevangenis?” Waar 't Hart nog aan toevoegt dat hij er op dat moment al 4 jaar van overtuigd was dat Lucia de B. ten onrechte in de cel zat. Het zou nog tot 14 april 2010 duren totdat Lucia formeel werd vrijgesproken en (unicum) excuses van de rechtbank kreeg. Op een gegeven moment werden haar 13 moorden en 5 pogingen tot moord in de schoenen geschoven. Daarmee zou ze de geschiedenis ingaan als de grootste seriemoordenares sinds Goeie Mie die leefde van 1839 tot 1915.
Goeie Mie
Goeie Mie, die eigenlijk Maria Swanenburg heette leefde in Leiden waar ze meer dan 100 buurtgenoten vergiftigde waarvan er minstens 30 overleden, meestal ging het om kinderen. Goeie Mie bracht namelijk graag pap bij zieke kinderen, waarvan er voldoende waren in de verpauperde volksbuurten van Leiden. Wat men niet wist was dat de pap vergiftigd was met arsenicum. In die tijd heel makkelijk te krijgen omdat het behangplaksel er doorgaans mee werd ingesmeerd tegen ongedierte als ratten en muizen. De kindersterfte was hoog en Goeie Mie maakte naam als barmhartige engel door die kinderen pap te brengen. Uiteraard stierven ze, maar Goeie Mie liep pas tegen de lamp toen bleek dat ze overlijdensverzekeringen op haar naam had staan van haar slachtoffers. In die tijd kon men nog onder anonimiteit, dus zonder dat verzekerden het wisten, polissen afsluiten. Haar hebzucht werd Mie fataal. Ze werd uiteindelijk maar voor drie moorden veroordeeld, en stierf eenzaam en vergeten in 1913 in een tuchthuis in Gorinchem. Vreemd genoeg is deze zaak maar een voetnoot in de Nederlandse misdaadhistorie. Het had niet veel gescheeld of Lucia de B. zou als een tweede Mie worden gezien, met dit verschil: Mie had daadwerkelijk moorden gepleegd en er was bewijs, Lucia had geen moorden gepleegd en er was ook geen bewijs. Logisch zou je zeggen, zonder moord geen bewijs.....
Memo
Lucia de B. werd in 2001 beschuldigd van betrokkenheid van betrokkenheid bij een groot aantal 'onverklaarbare' sterfgevallen in het Juliana ziekenhuis in Den Haag. Vanaf dat moment was Lucia eigenlijk kansloos. Vanaf dag 1 werd ze aangewezen als schuldige. Ze was in feite al veroordeeld voordat ze verdachte was. Dat kon gebeuren door veel factoren. Maar de voornaamste factor was de kokerblik. In het ziekenhuis werd niks verzegeld, de directie ging er meteen van uit dat Lucia dader was en stemde meteen alle antennes af om die gedachte uit te dragen. Zo kreeg het personeel op de dag van haar arrestatie een memo van het ziekenhuis waarin werd gesommeerd te zwijgen en in datzelfde memo werd er vrijwel direct op gezinspeeld dat collega Lucia schuldig was aan de 'onnatuurlijke' sterfgevallen. Op dat moment moest ze nog worden verhoord. Dat schrijven is vermoedelijk de aanjager geweest voor het verdere verloop. Ga maar na: opeens worden sterfgevallen moorden, er komt een brief met een naam, met de pers mag niet worden gesproken. Reken maar dat de onderlinge geruchten -lees roddel- machine dan op gang komt. Zo'n brief werkt natuurlijk averechts. Hetzelfde mechanisme nam ikzelf waar toen ik in de jaren 80 op het Rokin in Amsterdam werkte. Tegenover het zwaar bewaakte kantoor van de Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al. Regelmatig kwam daar destijds een bommelding binnen. Dan kwam er een geluidswagen van de politie langs die opriep ramen en deuren te sluiten en vooral niet naar buiten te kijken. Nou dat was niet tegen dovemansoren: vrijwel de hele redactie hing natuurlijk met het hoofd uit het raam om de ontwikkelingen te volgen.....Naar aanleiding van dat memo kregen natuurlijk ook de medewerkers die haar nauwelijks kenden de neiging om zich toch een mening over Lucia te vormen. En gingen collega's die wel met haar hadden gewerkt haar normale verpleegkundige handelingen soms in een heel ander, vertekend perspectief zien. Want waar rook is is toch vuur? En collega X vond ook al dat Lucia maar een vreemde vogel was. Enz...
Stapel(s)bewijs
Het circus kwam op gang en Lucia werd een vaste bezoekster van de rechtbank want wat volgde was een lang proces. Daarin voerde een groot aantal deskundigen -soms zelfs zelfbenoemde, die heb je in dit land- het woord. Daaronder was ook een statisticus. Op een of andere manier wist deze man de rechtbank ervan te overtuigen dat de kans dat het toeval was dat iemand bij zoveel sterfgevallen was betrokken als Lucia de B. 1 op de 342 miljoen was. Toe maar. Maarten 'Hart, niet helemaal op zijn achterhoofd gevallen, schrijft daarover: “Hoe had die man dit zo precies kunnen berekenen? En zelfs al het waar zou zijn, wat zei het dan nog? Hoe groot is de kans om de lotto te winnen? Ook één op de zoveel miljoen. Toch zegt niemand als u de lotto wint tegen u: dat kan geen toeval zijn, vooruit achter de tralies!” Later werd die kan trouwens aanmerking, door een betere statisticus fors naar beneden bijgesteld en bedroeg één op vijf, mogelijk nog minder, maar voor Lucia was het kwaad al geschied: de rechtbank ging mee met de eerste deskundige en het werd zo'n beetje de spil van de zaak. De rechters hadden kennelijk nooit gehoord van de uitspraak: er zijn kleine leugens, grote leugens en statistieken!
Toen de rechbank de eerste moord bewezen dacht te hebben trad het stapelbewijs in werking. Wat stapelbewijs is vroeg ik aan Raadsheer Wicher Wedzinga (die een scherpe site over juridische perikelen in de lucht houdt. (http://www.raadsheer-wedzinga.nl) Hij mailde me: “Stapelbewijs is geen nieuw begrip in het strafrecht. De constructie wordt - helaas -wel vaker gebruikt en is op zijn zachtst gezegd dubieus. Als er voldoende bewijs is dat Feije op een zekere dag twee keer in het centrum van Leeuwarden boeken heeft ontvreemd en kort na de tweede diefstal worden in een andere boekenzaak in het centrum boeken gestolen, terwijl Feije geen alibi heeft,is Feije de pineut! Het strafrecht is soms gebaseerd op vooroordelen.”
En daardoor kon het dus gebeuren dat Lucia de B. al die 'onverklaarbare' gevallen, die later trouwens heel verklaarbaar bleken, in de schoenen kreeg geschoven. Het hele verhaal heeft Metta de Noo als een niet weg te leggen thriller beschreven in het hier bovengenoemde boek. Metta was de eerste die kanttekeningen plaatste bij de rechtsgang en het is aan haar te danken dat Lucia de B. op 10 april j.l. van alle blaam is gezuiverd. Jammer dat de rechters het boek van Aldous Huxley, De Duivels van Loudun nooit hebben gelezen. Daarin wordt en het Frankrijk van de de 16 ste eeuw de gerechtelijke moord op de priester Urbain Grangier beschreven. Echt gebeurd, en het vertelt nauwgezet hoe een populaire priester met een iets losbandige levensstijl het slachtoffer wordt van roddel en achterklap in een Ursulinen klooster. Niks nieuws onder de zon dus.
Inmddels geeft Lucia de Berk gastcollege's over gerechtelijke dwalingen. Toch nog een beetje rechtvaardigheid. En pas op voor stapelbewijs: voor je het weet word je aangemerkt als eigenaar van alle kwekerijen in de buurt.......
Feije Wieringa