
Vader van de S.F.
H.G. Wells. In deze tijd zijn de films naar zijn boeken en verhalen bekender dan zijn eigenlijke werk. Denk aan “War of the Worlds”, “The Time Machine” en “Time After Time”. “War of the Worlds” is meerdere keren verfilmd, onlangs nog met Tom Cruise in de hoofdrol. Helaas was deze film meer een vehikel voor Cruise, dan een solide verfilming van Wells' verhaal. In de jaren 30 van de vorige eeuw maakte Orson Welles in Amerika een hoorspel naar die beroemde vertelling. Het werd een legendarische uitzending: Welles hoorspel was dermate realistisch, dat er paniek uitbrak. Veel Amerikanen sloegen op de vlucht omdat ze dachten dat Mars werkelijk de Aarde aanviel. Wells schreef overigens meer dan boeken en verhalen: talloze populair-wetenschappelijke essays en artikelen. Hij was de eerste schrijver van hardcore SF. Een genre dat helaas wat in de versukkeling is geraakt, hoewel het bloeit in (3D) films en op TV. Maar dat neemt niet weg dat vooral de verhalen van Wells de tand van de tijd stevig hebben doorstaan. Wie was Wells, en wat schreef hij zoal? Een beknopte cursus Wellsiaans denken.
Het begin
Wells werd in 1865 geboren. Zijn vader was een geslaagde winkelier. Zijn moeder werkte in een winkel en als werkster bij welgestelden. In het Britse kastenstelsel vielen ze onder de noemer: 'upper lower class.' Moeder Wells verbood haar zoon met andere kinderen om te gaan. In haar ogen waren die 'lower class' en in die klasse vond ze de kleine Herbert George niet op zijn plek. Gevolg: een eenzame jeugd. Wells werd een dagdromer en een grote consument van boeken. Toen hij twaalf was bezat hij de verzamelde werken van Dickens en Swift (de laatste zou je SF-gerelateerd kunnen noemen vanwege de satire Gullivers Travels). Maar ondanks de ambities van moeder Wells leek een doorstoot naar een wat hogere kaste er niet in te zitten. Wells werd na het afronden van zijn school bediende in een winkel waar garen, band en textiel werden verkocht. Die loopbaan duurde maar een paar maanden. De jonge boekenwurm werd ontslagen om gedrag dat we nu als 'demotivatie' zouden benoemen. Achteraf gezien is dat debacle het grootste geluk in zijn leven en een zegen voor de literatuur gebleken. Gestimuleerd door een leraar, ging hij studeren. Hij belandde op het Royal College of Science en volgde onder meer colleges bij T.H. Huxley, ook wel bekend als 'Darwins Pitbull', de grootvader van Aldous Huxley. Wells kon zich prima vinden in de toen (en nog soms) zo omstreden conclusies van Darwin. Na een baantje als leraar op een kostschool werd Wells wetenschappelijk medewerker op de universiteit. Daar bleek hij niet alleen wetenschapper, maar ook schrijver. Hij wist zijn eerste korte verhaal gedrukt te krijgen: “The Chronic Argonauts”. Later herschreef hij dat als “The Time Machine”. Het werd zijn eerste grote succes. Wells preludeerde op de snelle ontwikkelingen in de wetenschap en voegde daar een portie, nooit uit de bocht vliegende, eigen fantasie aan toe.
Van wetenschap tot schrijven
Na een kortstondig huwelijk met een nichtje trouwde Wells met een beter passende partij: de biologe Amy Robbins. Zij zette hem er toe aan om verder te schrijven. Ook corrigeerde ze zijn manuscripten. Boeken als “The Invisible Man”, en “The Time Machine” verschenen. De “Invisible Man” is onder de titel “Hollow Man” verfilmd door Paul Verhoeven, die er niet veel meer van wist te bakken dan een B-film. Daarnaast verschenen er aan de lopende band korte verhalen, het genre waarin Wells excelleert. Een kleine greep: “The Country of the Blind”, een schitterende parabel over een vergeten vallei waarin een kolonie mensen woont die evolutionair blind is geworden. Als de kolonie bij toeval door een ziende wordt ontdekt, blijkt dat niet altijd éénoog koning is in het land der blinden. De ziende blijkt de gebrekkige in deze maatschappij van tast- en hoorzin en legt uiteindelijk het loodje. In “The Land Iron Clads”schrijft Wells over de inzet van tanks op het slagveld. Bedenk dat de tank op dat moment nog niet was uitgevonden. “The stolen Bacillus” is een profetie als het gaat om moderne biologische wapens. Tegenwoordig wordt in de moderne fysica gesteld dat er meer dimensies zijn dan drie, in de tijd van Wells dacht niemand daaraan. Toch schreef Wells ”The Plattner Story”, het verhaal over een man die uit de derde dimensie in de vierde wordt gedraaid met als resultaat dat zijn hart rechts zit en hij het spiegelbeeld van zichzelf is geworden. “The Door in the Wall” is niks anders dan een loepzuiver verslag van een psychedelische ervaring. Daarnaast schreef Wells ook boeken met een autobiografische inslag. “Kipps” is een geestige roman over zijn leven als handelaar in fournituren, en in “Love en Mr. Lewisham” wordt een kostschool en een slecht huwelijk beschreven. Aardige boeken. Maar inmiddels wel een beetje gedateerd.
Jules Verne
De verhalen van Wells kenmerken zich door een scherp analytisch vermogen en veel psychologisch inzicht. Hij beschikt over een opmerkelijk heldere, transparante stijl, waardoor het lijkt of zijn verhalen gisteren zijn geschreven. Technocratie ontbreekt. Wells laat weliswaar zien wat technologie met mensen kan doen, maar hij schrijft nooit over ingewikkelde technologische kwesties, iets wat het werk van zijn opvolgers vaak zo onverteerbaar maakt. Hij is nogal eens vergeleken met Jules Verne. Onzin. Wells was een veel betere schrijver en een logischer denker. Vernes verhalen hebben de tand van de tijd niet doorstaan. Waar Verne schreef over bordkartonnen personen, wemelt het bij Wells van de echte mensen. Wells keek vooruit, Verne keek achterom. Wells verpakte maatschappijkritiek en satire in zijn werk. Verne bedacht slechts avonturen en had niks met harde wetenschap.
Utopia
Zelfs naar de maatstaven van nu was Wells een opvallend progressief denker. In beschouwelijke boeken als “A Modern Utopia” en “The Making of Mankind” stuurt hij aan op een min of meer klasseloze maatschappij, waarin iedereen dezelfde rechten heeft. Tegenwoordig is dat een enigszins naïef uitgangspunt, maar Wells had een visie en wilde meer dan amuseren. Kinderen zouden geen leiding, maar begeleiding nodig hebben. Het lijkt wel of Wells de jaren zestig van de vorige eeuw voor ogen heeft gehad. Maar in the upper class waarin hij inmiddels was verzeild, waren deze denkbeelden gemeengoed. Wells ging om met Bernhard Shaw en Henry James. Lieden die we nu als 'salonsocialisten' beschouwen.
Later werk
De SF raakte op de achtergrond. Wells besloot om de wetenschap voor leken toegankelijk te maken, het volk te verheffen. Hij begon dikke pillen te schrijven waarin hij de geschiedenis van de wereld en van de wetenschap beschreef. In zijn tijd vonden die boeken gretig aftrek, tegenwoordig vinden we ze curieus. De leraar Wells won uiteindelijk van de sprankelende verteller. Hij heeft meer dan honderd boeken geschreven en is daarmee een van de productiefste auteurs uit de geschiedenis. Hij was echter geen genie en dat veel werk in de vergetelheid raakte, is geen gemis. Wat blijft zijn die geniale verhalen en zijn SF romans. Daarmee heeft Wells zijn naam gevestigd en mag hij zich de vader van de moderne SF noemen. Zelfs Heinlein en Clarke (2001) zijn schatplichtig aan deze meester.
Feije Wieringa