
Was het allemaal Love, peace and happines wat de klok sloeg in the roaring sixties? Of lijkt het allemaal wat mooier dan het was? En wie is toch die Charley Manson met zijn mooie Angels? Een kijkje aan de duistere kant van deze Flower Power tijd.
Met bloemenkransen in je haar, kwam je er niet. Peace was ver weg in de sixties. Streven naar peace des te meer. De oorlog die Amerika in Vietnam voerde om het oprukkende communisme te stoppen, (weinig veranderd anno 2008, alleen heet Charlie nu Abdoel) viel in het thuisland in slechte aarde: beelden van de slachtpartijen kwamen vrijwel live en unembedded tijdens het ontbijt op de teevee. De bodybags waren niet aan te slepen en de hele artistieke scene en intelligentsia, spraken zich uit tegen deze barbarij. Vermoedelijk is de Vietnamoorlog bekort door de druk die vooral filmers en muzikanten via hun publiek wisten uit te oefenen. Vietnam paste niet in het (roze) plaatje van een betere wereld. Al begon het er in de laatste jaren van het decennium 1960 soms op te lijken dat er iets van een wereldvrede zou ontstaan. In 1968 liet een wat wazige folksinger met de naam Scott McKenzie de wereld geloven dat San Fransisco niets minder was dan het begin van het aardse paradijs, waar alle mensen met bloemen in het haar liepen, en de stad elke nacht het oude Rome in decadentie passeerde, vanwege de love-ins. Vrije liefde door iedereen, voor iedereen. Door het makkelijk te onthouden deuntje en het vlotte rijm, ging deze jingle (geschreven door de hedonistische cokehead John Phillips) erin als was het LSD. Maar in het echte leven was die vrije sex er vrijwel alleen voor rocksterren en andere flamboyante beroemdheden. De communes (en kibboetsen) van het nieuwe Utopia leken meer op gevangenissen waar een strenge pikorde heerste. Letterlijk. Drugs op feestjes waren leuk, maar de junk-veteranen uit Vietnam, en de sterren en hun aanhang toonden een meer duistere kant van de drugsscene: overdosis, geweld en psychose waren geen uitzondering. En toen was er dat laatste jaar, zeg maar het topjaar van de zo geprezen sixties. 1969!
Eerst was er Woodstock, met zoveel mensen, zoveel muziek en zoveel harmonie. We are Stardust, jubelde Joni Mitchel. Zij geloofde erin. En vergat dat Woodstock, zoals het was bedoeld, gewoon commercieel was, dat er veel te veel mensen kwamen en dat de door haar zo bekritiseerde autoriteiten de zaak alleen konden redden door noodhulp te bieden en de kaartcontrole op te heffen. Anders was het feest ontaard in een chaos, met als kleinste probleem het watertekort en als grootste: honderden doden door massaal duw- en trekwerk. Autoriteiten hadden een punt gemaakt. Het blazoen van de zichzelf benoemde beautiful people, zoals het publiek dat weigerde te betalen, was niet zo brandschoon als het leek. Met de hakken over de sloot, zo ging het tijdens Woodstock. Maar in 1969 ging de droom, gratis bands voor vreedzame massa's, definitief in rook op. We schrijven 6 december. Altamont Free Concert. Optredens van onder meer The Greatful Dead, Crosby, Stills, Young en The Rolling Stones. Wat een tweede Woodstock moest worden, luidde onherroepelijk het begin van het einde van de hippiedroom in. Op het cynische af. De Stones waren top of the bill en hadden zo hun eigen gedachten over de beveiliging.Een corps van Hells Angels, dat was met één incident in Hyde Park, waarbij weliswaar in het gedrang vier doden vielen, toch ook goed gegaan?
Het concert begon als een puinhoop en eindigde als een puinhoop. Het dieptepunt werd bereikt toen een 18 jarige zwarte fan, Meredith Hunter, onder het oog van band en camera door een beveiligende Angel werd doodgestoken. De film, Gimme Shelter, werd een groter succes dan Woodstock. En dat zegt wat...Woodstock is vandaag de dag alleen nog voor sixties adepts te genieten. Gimme Shelter staat, anno 2008, nog steeds als een huis: als tijdsdocument en als film over gevallen façades.
Het idee dat alles waar hippies, communes en bikers de hand in hadden, wel tot vrede moest leiden, werd definitief weggeblazen door een aspirant biker, autodief en pooier.
Charlie Manson was al in de dertig, in feite te oud voor een hippie, toen hij neerstreek op een verlaten farm in de buurt van Los Angeles. Hoewel hij zich kleedde als hippie, sprak als hippie (nu ja...) drugs gebruikte als hippie en vrouwen verzamelde als hippie, was Charles Manson een demon, vermomd als bloemenkind. Hij kwam niet alleen. Charlie had een schare volgelingen meegenomen. Ze noemden zich The Family. De meesten van hen waren jonge vouwen. Daar hield Charlie van. Bovendien waren meisjes kneedbaar en makkelijk te beïnvloeden. Dat kwam Charlie, manipulator en controlfreak, van pas voor zijn project. Een project waar weinigen nog van wisten en dat allerminst strookte met de flower power filosofie... Charlie was er vaag over, maar zeker was dat het iets met Helter Skelter te maken had. Manson -mislukt musicus- adoreerde de Beatles en meende, net als sommige regeringsleiders in dit land, verborgen boodschappen in hun muziek te horen. Helter Skelter, een song op het Double White (!!!) album, zo had Charlie hier en daar tegen een family-member laten uitlekken, stond voor: De Grote Strijd. Armageddon. Zwart en blank gaan de clash, zoals beschreven in het laatste bijbelboek Apocalyps (waar later nog andere valse messias, David Koresh rijkelijk uit citeerde) uitvechten. Het menselijk ras zal ten onder gaan, maar The Family, onder leiding van de uitverkoren Manson zal onderduiken in een put in de woestijn om daar te overleven, met als taak het menselijk ras in zijn meest volmaakte vorm voort te zetten. Charlie was weliswaar niet echt geschoold, maar voldoende om delen van het gedachtegoed van Hitler en Nietzsche door elkaar te mixen en als geheel eigen evangelie onder zijn mensen te verkondigen. In werkelijkheid is het verhaal nog langer en weirder, maar meer ruimte hebben we niet.
Als een Pied Piper strikte Charlie de ene na de andere vrouw en een enkele man. De boodschap werd er in gehamerd. Daarbij werden forse hoeveelheden LSD gebruikt. Dat middel, zo wist Charlie, die na bijna een heel leven in de bak, zeer streetwise was geworden, maakt de mens vatbaar voor suggestie. Zelf nam Charlie daarom altijd een miniem tripje. Hij nam geen risico, om voor andere denkbeelden dan die van zichzelf vatbaar te worden. Controle, dat was Charlies ware specialisme.
Van criminelen wordt dikwijls gezegd dat ze een beroerde jeugd hebben gehad. Nou, dat had hij! Vader nooit gekend, moeder hoer en de enige benen die 'm droegen waren van hem zelf. Prison is my home was een van zijn leuzen. Vermoedelijk de enige oprechte. De vervallen ranch waar hij zich met zijn aanhang vestigde, was van een half blinde boer. Hoewel die nauwelijks iets zag van wat er gaande was, werd hij, om hem helemaal in te palmen, dagelijks seksueel verwend door een van Charlies engelen. Op het eerste oog leek de commune op alle andere communes. Maar dan wel met een belangrijk verschil. Charlie was de absolute leider en hij onderwierp zijn discipelen aan een bijna militaire drill. Berucht was de oefening ‘Creepy Crawling’. De meiden moesten, soms begeleid door enkele vertrouwensmannen, zwart geschminkt en bepakt met wapens, zo onopvallend mogelijk een villa besluipen. Een prelude op wat zou volgen.
Manson had banden met de muziekwereld. Hij trok een tijdje op met Dennis Wilson van the Beach Boys. Naar verluidt ging het Dennis vooral om Charlie ‘s engelen. De andere leden van de groep vonden Manson maar een engerd. Toch circuleert er een album van de band waarop een duistere song van Manson staat. "Never Learn Not To Love". Humor?? Met Manson weet je het nooit...
Via Wilson kwam Manson in contact met Terry Melcher, de zoon van Doris Day en producer van de eerste Byrds Albums. Melcher zag niks in Manson. Is het toeval dat de eerste moorden van de family plaats vonden in het huis waar Melcher eerder woonde? Tot op de dag van vandaag zwijgt Melcher over zijn contacten met Manson. Hij beseft dat de adem van The Family lang is…
In de nacht van 9 augustus bracht een groep van Mansons engelen de oefening ‘Creepy Crawling’ in de praktijk. Ze drongen het huis van filmregisseur Roman Polanski binnen en slachtten de aanwezigen, waaronder Polanski’s zwangere echtgenote Sharon Tate, op beestachtige wijze af. Met bloed werden woorden op de muren geschilderd: Pigs. Death to Pigs en Helter Skelter. Overigens niet altijd correct gespeld...De volgende dag vond in de nabije omgeving een vrijwel identieke slachtpartij plaats. Dit keer ging het om de LaBanca's, een zakenfamilie. Ook hier weer leuzen in bloed, Pigs en Helter Skelter. Tussen de beide families bestond geen contact. Het enige wat ze deelden was rijkdom en banden met Hollywood. Na de moord, zo vertelde later een van Charles trouwste discipelen, Susan Atkins, belde ze bij de buren aan, hing een warrig verhaal op en scheet vervolgens in het portiek. Geheel volgens Charlies evangelie dat de rijken Pigs waren en zo moesten worden behandeld. Over pigs gesproken...Het idee achter de moorden was: we wekken de suggestie dat de zwarten erachter zitten. Dan ontbrandt de strijd vanzelf.
En Hollywood sloeg op tilt. Geruchten dat drugsbendes hun gram haalden, zorgden bijna voor verstopping in het riool, zoveel coke en ander poeder werd er opeens door de WC gespoeld. Maar behalve enige vreemde leuzen had de politie geen enkele clou. Maar L.A. was bang, en waar mensen bang zijn gaan geruchten. Via via kwam het de politie ter ore dat er misschien een aanwijzing op de ranch van Charlie Manson was te vinden. Daar werden soms schoten gehoord en er zouden gestolen auto's worden verhandeld. Er waren contacten met een motorgang. Te veel, te jonge vrouwen....
Uiteindelijk lukte het de politie om binnen te komen. Gesjoemel met auto’s, gaven zij op als officiële reden. Bijna direct werd Charlie’s harem opgepakt. Er werden wapens gevonden. Ook zijn wapenbroeder Tex Watson, werd afgevoerd. Eigenlijk heette Tex ook Charlie, maar in Charlie’s koninkrijk heette natuurlijk alleen de koning zo. Manson-logica. Charlie zelf werd uit een keukenkasje getrokken. Niet echt verheven voor een man die overwoog zich Jezus te gaan noemen...
Het proces tegen Mason werd een heksenketel. Vooral zijn angels stalen de show, door hun onvoorwaardelijke loyaliteit. Schoor Charlie zich kaal, dan schoren de angels zich kaal. Tatoeëerde Charlie een hakenkruis, de angels volgden. Uiteindelijk zou Sqeaky Fromme, een van zijn fanatiekste aanhangsters, nog een aanslag op president Gerald Ford plegen.
Het proces, onder leiding van aanklager Vincent Bugliosi, leidde tot een opmerkelijke uitspraak. Leden van The Family waaronder Tex Watson en een aantal angels werden veroordeeld wegens moord. De doodstraf werd uitgesproken. In het (toch wel) liberale klimaat van die jaren werd dat omgezet in levenslang. Bleef over: het probleem Manson. Hoewel er geruchten gingen dat hij eigenhandig had gemoord en bij andere moorden aanwezig was geweest, kon er vrijwel niks worden bewezen van een directe betrokkenheid. Het was Vincent Bugliosi, die de rechter wist te overtuigen dat Manson en zijn Helter Skelter project de directe aanleiding van de moorden waren en dat Manson daarom schuldig was aan moord in de eerste graad. Hij kreeg de doodstraf, die net als bij de anderen, werd omgezet in levenslang. Een unicum in de rechtsgeschiedenis. En nog steeds een omstreden vonnis. Manson zelf houdt tot op vandaag de dag vol dat hij onschuldig is. “Ik ben een spiegel, men ziet in mij wat men wil zien”, zegt hij in een filmpje op U-tube. Hij is nog steeds niet in aanmerking gekomen voor vervroegde vrijlating. Nog altijd zijn er Family leden die in hem geloven.
Charlie blijft een mysterie. FBI-profiler Bob Ressler, die een aantal lange gesprekken met Manson voerde in het kader van het in kaart brengen van seriemoordenaars en hun gedrag, vertelde me toen ik hem sprak bij het uitkomen van zijn boek Whoever Fights Monsters: “Manson is de meest aparte man die ik ooit sprak. Hij heeft onmiskenbaar charisma. En hij heeft, iets wat ik nooit zie bij dit soort zware criminelen, opmerkelijk veel gevoel voor humor. Charlie 's motoriek alleen al, is fascinerend om naar te kijken. Hij springt soms op de rand van een stoel. Om er als een aapje op te blijven zitten. Ik kon niet anders dan geamuseerd reageren, vooral omdat hij er precies de juiste, schalkse gezichtsuitdrukking bij wist te trekken. En ik weet hoe gevaarlijk hij kan zijn, want ik verloor bij Charlie een belangrijk deel van mijn professionaliteit. Dat realiseerde ik me toen het te laat was. Na een gesprek zei Charlie: “Mijnheer Ressler, ik kan het hier in de bak niet maken om zomaar te praten met een pief van de FBI. Dat gaat rondzingen en kan me de kop kosten. Op een of andere manier moeten we wat evenwicht aanbrengen. Geef me je badge”. Ressler: “Het ging als vanzelf. Ik had medelijden met de man en zei: “Maar je begrijpt dat ik geen FBI-eigendommen kan weggeven.” Geef dan wat anders”, zei Manson onmiddellijk. Voor ik het wist had ik Charlie mijn zonnebril toegestopt. Waarmee hij dagenlang in het blok paradeerde, uitroepend dat hij het op de FBI had veroverd. Charlie is een meester manipulator. Een raadsel.”
F.W.