
Officieel debuteerde de Britse schrijfster Minette Walters in 1992 met Het IJshuis. Ze won er heel veel prestigieuze prijzen mee. Toen de BBC -wie anders- er een film van maakte, was haar naam definitief gevestigd. Het IJshuis is op het eerste gezicht een klassiek Engels gesloten kamer mysterie. Zo eentje waarvan Agatha Christie er tientallen uit haar pen wrong. Minette Walters kent haar klassiekers. “Ik lees veel meer dan ik schrijf. Van gebruiksaanwijzingen tot Dickens. Van thrillers tot poëzie. Shakespeare is prachtig. En het rijmt, ik ben iemand die vindt dat poëzie moet rijmen. Heel conservatief ben ik in die dingen. Mevrouw Christie heeft me inderdaad geïnspireerd, maar zowel gebruiksaanwijzingen als thrillers zijn voor verbetering vatbaar. Dickens en Shakespeare niet..” Foto: F.W.
Inmiddels zijn er miljoenen van haar boeken verkocht. Niet in de laatste plaats omdat haar boeken niet alleen een vlot verhaal vertellen, maar omdat alle personen erin tot leven komen door middel van ragfijne psychologie. “Mijn beste opleiding? Ik heb jarenlang damesromannetjes geschreven.” Welke? “Dat zeg ik niet.”
De uitbundig rokende Walters, presteert het om binnen anderhalf uur een pakje zware Engelse sigaretten weg te paffen. Geholpen door de verslaggever, dát wel. “De meeste journalisten roken niet meer. Soms mag ik niet eens roken tijdens een interview. Volgens mij is dat het begin van de teloorgang van goeie journalistiek. Eerlijk, ik praat liever met een rokend mens. Tegenwoordig schept dat een band.”
Dus dampen we in de bibliotheek van het Ambassade Hotel aan de Herengracht blauw. * Dit interview vond plaats in de dagen da roken in de horeca nog gedoogd werd. Minette: “Als het kamermeisje binnenkomt, zijn we misschien strafbaar. Roken is weer spannend. Cannabis ken ik wel. Van naam! (zet daar maar een uitroepteken bij!). Het ligt in Engeland wat gevoeliger dan hier. Vooral als je een keurige, beroemde schrijfster bent. Oh, lág dat gevoeliger, sorry...Misschien dat ik uit financieel oogpunt over zou moeten stappen. Sigaretten zijn nu harddrugs in de ogen van mensen die, bezorgd om onze gezondheid, vergeten dat je van niks meer mogen zéker dood gaat. Maar in Engeland wordt wat milder tegen de cannabiscultuur aangekeken. En schijnen de prijzen redelijk te zijn. Churchill zou toch nooit hebben gewonnen zonder whisky en sigaren? Genotsmiddelen waar z’n tegenstander van gruwde. Zei ik dat echt? Kun je nagaan hoe hoog het me zit.”
Ik heb als voorbereiding Het IJshuis herlezen en was aangenaam verrast. Het kwam op mij over als een pastiche op Christie, en een gelaagd boek.
“Een parodie schrijven is niet moeilijk. Misschien komt het als pastiche over omdat Christie's werk gedateerd is. Zij construeerde puzzels. Maar hoe welwillend je ook tegenover haar- en ook haar tijdgenoten- staat, je kunt ze niet beschuldigen van contact met de realiteit. Dat geldt ook voor Conan Doyle. Zijn Sherlock Holmes wordt nog steeds beschouwd als het archetype van de detective. In werkelijkheid heeft, en zal er nooit een detective of politieman rondlopen die in de verste verte lijkt op Holmes. Op een of andere manier zijn misdaadverhalen bepaald door mensen die nooit met misdaad te maken hebben. Christie wist niks van misdadigers. Doyle een heel klein beetje. Maar beiden stonden ze te ver van de alledaagse werkelijkheid af om er geloofwaardig over te schrijven. Ze misten iets essentieels: psychologisch inzicht. Hun werk was niet verzonnen om te verontrusten. Verantwoord amusement voor de middle / upperclass, dat was het.. Een puzzel is natuurlijk het instrument bij uitstek om niet verontrust te raken.”
U wilt verontrusten?
“Dat is niet primair mijn bedoeling. Maar ik doe meer dan amuseren en behagen. Daarvoor hanteer ik de structuur van de thriller.. Het gaat bij mij, en bij andere goede misdaadschrijvers al lang niet meer om die ontknoping op de laatste pagina. Al blijft het leuk om met dat element te spelen. Vandaar dat typische ingrediënt van Christie: het cliché van de gesloten kamer, maar dan ietsje anders.“
Ik wil de verrassing voor de lezers niet bederven: maar dubbele gesloten kamer, klinkt dat niet beter?
“Leuk dat je het goed hebt gelezen. Maar was het essentieel voor het boek zelf, om daar achter te komen?”
Nee, maar ik vond het originele plotwending. Agatha op haar best.
“Als je Agatha Christie gebruikt, moet je je grijze cellen gebruiken. Zo formuleerde haar Belgische speurneus Hercule Poirot het zelf. Grijze cellen.”
Uw boeken zijn in mijn optiek intelligent, maar niet cerebraal. Grijze cellen, hebben we het over?
“Daarom vind ik dat Shakespeare moet rijmen. Je mag experimenteren met vorm. Maar vorm is snel pretentie. Het zijn alleen de hele groten die nieuwe vormen in dienst stellen van het vertellen. Mensen als Joyce en Faulkner is het gelukt. Maar hun navolgers? Ze zijn er niet of ze zijn vergeten. Schrijven, is niks meer,en zeker niet minder dan: goed vertellen. Stephen King, kan het, schiet me nu te binnen. Die experimenteert en toch vervreemdt hij zich niet van zijn lezers. Als je een schrijver beoordeelt op zijn beste werk, dan is King geniaal. Wat hij ook doet, hij blijft altijd verteller. Cerebraal heeft een negatieve lading. Iets als een grapje tussen twee insiders, die lachen om de anderen. Niet intelligent.”
Het IJshuis ging vooral om mensen die moeilijk in hun omgeving pasten. Of beter uitgedrukt: een omgeving die moeilijk voor mensen is.
“Iedereen hoort ergens bij. En iedereen is individu. Alles wat wringt tussen mensen is terug te voeren tot het spanningsveld tussen persoon en omgeving. In Het IJshuis vond een grote groep mensen dat een kleine groep niet binnen hun orde paste. Dat mechanisme speelt overal waar je niet alleen bent. Iedereen zegt dat je jezelf moet zijn, en het ‘jezelf zijn’ is sinds de jaren zestig een soort credo geworden. De vraag is: wie bén jezelf? Ben je de man die in de spiegel kijkt als hij zich scheert? Ben je wat anderen zeggen dat je bent? In feite draait het hele leven om die vraag. Literatuur, thrillers, het maakt niet uit. Er is altijd sprake van een verstoring van het evenwicht. Iedereen is wel ergens beschadigd.”
U lacht er wel erg vrolijk bij.
“Met die vragen en constatering ben ik succesvol geworden. Ik heb hem niet eens beantwoord. Kan ik me het roken veroorloven, omdat ze het in mijn geval excentriek noemen? Hoor ik er weer bij? Neem er nog eentje, komisch toch?”
Graag. Outcast. Dat geldt zeker voor de Charles Acland, de hoofdpersoon uit Schaduwzijde, uw laatste boek. In Irak is zijn gezicht aan flarden geschoten, hij is uit het leger gegooid, wordt verdacht van moord en opgevangen door een lesbische arts, die als worstelaar haar mannetje staat. En ook een en ander met de buitenwereld heeft te verhapstukken. Alhoewel: die arts ziet het allemaal niet zo donker in. Schaduwzijde is allerminst amusing. Eerder boos.
“Die arts is deels gebaseerd op Val McDermith. Val is een goede vriendin van me, lesbischer bestaat niet, handen als een bootwerker, schrijft hele macabere boeken, waarvan de plot vaak rammelt. Val lijkt een buitenbeentje. Ze voelt zich geen buitenbeentje. Ik hoop dat ze zichzelf in dr. Jackson (zo heet de arts uit Schaduwzijde) herkent. Anders heb ik haar tekort gedaan, en dan wordt ze echt boos. Met haar postuur, berg je. Boos? In Irak zijn wij toch degenen die er niks te zoeken hebben. Niks nieuws, soldaten worden altijd door de slimmere bovenlaag gebruikt. Onder valse voorwendsels. Maar Acland is geen lafaard. Alleen getraumatiseerd. Elke soldaat die daar, in naam van een leugen, rotklossen opknapt heeft een trauma. Daarom heb ik hem een type als Val, pardon, Jackson laten ontmoeten. Als buitenbeentjes de handen ineenslaan, dan is er hoop. Optimistisch idee toch?”
“By the way. Ik ben tolerant en bescheiden (grijnst). Maar: Patricia Cornwell en John Grisham, dat werk kan ik niet uitstaan. Ze fabriceren steeds hetzelfde boek, met dezelfde kartonnen karakters. Vleugje moraal, vleugje brave seks. Staan buiten de realiteit. Val en ik schrijven over de onvoorspelbare kant van mensen. Gebruiken geen karton. Steeds andere mensen. Geen formules. Lullig voor Cornwell, inmiddels in het bezit van twee helicopters: ze beweert The Jack Ripper Case opgelost te hebben. Hoogmoed op z’n smalst. Ik heb hem overigens rond gekregen. Maar als ik het op zou schrijven, zou niemand me geloven. Geloof je me?”
Feije Wieringa
P.S. De eerste keer dat ik Val McDermith interviewde, schatte ik haar 20 jaar ouder dan ze was. “Nooit weer zoiets zeggen, als je een vrouw zoekt,” merkte Val toen fijntjes op. “Typisch dr. Jackson, toch?” zegt Minette Walters breed lachend als ik haar dit vertel. En die oplossing van The Ripper,? Grapje van Minette. Plausibel grapje, dat wel. Of???? Cornwell zat er zeker naast. Een mythe los je nooit op! DUMA van Stephen King is net uit en meesterlijk en Minette Walters’boeken verschijnen bij De Boekerij. Al haar werk is in druk. Tijdloos.
F.W.