
In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw hebben zo’n beetje alle Nederlandse parachutisten, waaronder Bob Rienks, pionier van het Nederlandse skydiven, anno 2008 nog dagelijks aanwezig op paracentrum Texel, hun opleiding op Franse vliegvelden gevolgd. “Daar mocht meer,” aldus Bob. In 1972 maakte ik boven Texel mijn eerste sprong aan een ‘ronde bol’. Afspringhoogte: 600 meter…Voor het opstijgen moesten eerst de schapen van de baan worden gejaagd… Inmiddels heeft zoon Jan-Boyen het roer overgenomen. Vliegen en skydiven zit bij Rienks sr. en Rienks jr. dus in de genen…
Ik ben zo groen als de landingsbaan beneden me en al mijn zenuwen staan als snaren gespannen. We schrijven juli 1972. Op het commando: ‘Go!’ van Bob, moet ik me afzetten, -ik sta op de strut en hou me vast aan de vleugelsteun, dus naast de Cessna- van het vliegtuig, en met het hoofd in de nek in een mooie, holle houding naar beneden vallen. De realiteit is anders. Los van de Cessna 172, ervaar ik enkele seconden totale leegte. Grond boven, grond beneden! Opeens: flapperend geritsel, pal daarna oorverdovende stilte. Terwijl de zintuigen langzaam weer op gang komen, zie ik boven mijn hoofd, heel veilig, een groene koepel. Alle angst is verdwenen. Een ruk aan de stuurlijn en de aarde lijkt een slag te draaien. Een enorm panorama ontvouwt zich. De aarde ligt letterlijk aan mijn voeten. Op zijn hoogst hang ik daar drie minuten. Opeens lig ik op vaste grond. Landingsrol? Totaal vergeten! Bob: “Je ging eruit als een zak aardappelen, je landde als een zak aardappelen, maar verder was’t een mooie sprong.” Toen heette deze sport dus nog parachutespringen.

Inmiddels schrijven we 2008 en heeft de sport zich ontwikkeld tot het volwassen skydiven, met ultramodern materiaal en een geoliede planning, waarbij de veiligheidsvoorschriften nauwlettend worden nageleefd. Ik meld me na lange tijd weer op Texel en word door mijn instructeurs opnieuw luchtklaar gemaakt. Weer giert de adrenaline door mijn lijf, maar het springen blijft trekken. “Skydiven doen wij voor ons plezier. Begrepen?” Ik snap het, maar het ontstresst me niet helemaal. Met 12 man zitten we opeengepakt in een Cessna Skyvan. De piloot haalt alle power uit de kast. Rust tijdens de klim kan ik wel op mijn buik schrijven. Bij elke 1000 ft hoogtewinst vertel ik –dat is verplicht!!- mijn jumpmaster wat hij op de terugweg van me wil zien: op 6000 ft, pilot weggooien, op 7000 ft: no more work, op 8000 ft een hoogtecheck en ga zo maar door. Iwan Spilker, die voor in de kist zit, kijkt het allemaal grijnzend aan. Zijn duim gaat omhoog. Jaren daarvoor heb ik al tientallen sprongen met hem gedaan. Maar ja, brevet laten verlopen. Ik de pest in, Iwan de pest in…
De klim naar 15.000 ft duurt nog geen tien minuten. De deur schuift open en in rap tempo duiken de ervaren para’s de kist uit. Dan klim ik in de deuropening. De propwash drukt tegen mijn lichaam. Jumpmasters Robert rechts, Henk links. In een vloeiende sequentie zijn we los. Voor mijn neus gebaart Robert met zijn vingers de correcties. Hol trekken en ontspannen, concludeer ik. Stevig ingeklemd tussen beide jumpmasters, val ik opeens prachtig stabiel. Toch? Het voelt goed. Hard werken, dat wel. Voortdurend hoogte checken, de verplichte draai naar links, en die naar rechts…. Op 10.000 ft vlieg ik, mijn jumpmasters liggen naast me. Dan een kleine kink in de concentratie. Voor ik in een ongecontroleerde draai schiet, word ik vastgegrepen. Jumpmasters zijn op alles voorbereid! 8000 ft. Nog even. Op 7000 ft schud (schud !!) ik fanatiek mijn hoofd en roep: “No more work”. Kijken naar de naald van de hoogtemeter, die in rap tempo terug loopt. Op 6000 ft ben ik klaar om te openen. Ik kijk, zie niks op mijn heup en realiseer me dat er geen ripcord is, zoals vroeger, maar dat ik op de tast de pilot op mijn rug moet vinden. Zoeken is op deze hoogte geen optie. Even overweeg ik de reserveprocedure in te zetten, maar dan stuit mijn hand op iets hards, ter hoogte van mijn heup. Als ik er aan ruk gebeurt er niks.Terug in de vrije val houding. Boven mijn hoofd is er opeens het bekende ritselende geluid van een zich ontvouwende parachute. Ver beneden me spiralen mijn jumpmasters omlaag. Ontevreden, zeg maar rustig met de pest in, zet ik de chute neer op het landingskruis. “Heel aardig voor zo’n eerste herkansing,” grijnst Robert, “Je was bijna niet stabiel te houden en reageerde amper op de signalen die ik je gaf. Bovendien probeerde je je scherm te openen door een ruk aan mijn hoogtemeter te geven.” “En dus heb jij mijn pilot weggegooid,” merk ik op. “Daar ben ik voor,” repliceert Robert. “Omhangen, en we gaan weer omhoog.” En dat doen we!!!
De sprongen in 1972 waren zogenaamd staticline sprongen. Daarbij is de top van de parachute met een (breek)lijn aan het vliegtuig vastgemaakt. Tijdens de afsprong trekt de lijn de chute strak, breekt af en de chute opent zich onmiddellijk. Met een ronde parachute spring je vanaf 2500 ft, met een moderne vierkante parachute is de afspringhoogte 4000 ft. Meestal worden deze sprongen gemaakt uit een Cessna, maar soms ook vanuit de Antonov. Een historische Russische tweedekker, waarin alleen al het vliegen een avontuur is.
Mijn volgende sprongen maakten deel uit van het AFF (Accelerated Free Fall) programma. De essentie is de vrije val. De eerste sprongen worden begeleid door twee instructeurs, die ingrijpen en corrigeren wanneer dat nodig is. De eerste sprong is meteen een vrije val van ongeveer een minuut. Vervolgens lopen de sprongen op in moeilijkheidgraad. In principe kan iemand met een beetje aanleg binnen 7 tot 10 sprongen zelfstandig een skydive maken.
Een volwaardige sprong maken zonder enige voorkennis, kan met de tandemparachute. Daarbij wordt de passagier vastgehaakt aan een ervaren skydiver. Samen maak je een vrije val van een kleine minuut. De tandemmaster opent de chute. Een extra grote. Geen opleiding nodig, geen leeftijdlimiet. Wél een hele echte skydive!!!
Voor informatie:
Paracentrum Texel BV
Postweg 128
1795 JS De Cocksdorp Texel
tel:0222-311464
fax:0222-311414
http://www.paracentrumtexel.nl
info@paracentrumtexel.nl
Feije Wieringa
Een pilotchute is een klein parachuutje dat wordt weggegooid om de hoofdparachute te laten openen.
Een ripcord is een koord dat de container opent waarin de hoofdchute is gepakt. Maar tegenwoordig zie je meestal het pilot systeem.
En als de parachute nou eens weigert? Dan opent de reserveparachute. Elke para gaat met twee schermen omhoog. En de procedure om aan de reserve te landen is een van de belangrijkste onderdelen van de opleiding. Werkt altijd. En als het nou eens niet werkt? Tsja, wie dat vraagt kan beter op de grond blijven….
Een Ronde Bol is de oer-parachute. In feite is het een halve bol, en natuurlijk is een bol rond. Maar zo het para wereldje kent zo een eigen jargon.
15.000 ft is ongeveer 5 km.
Anno 2008 lopen er geen schapen meer op de baan van vliegveld Texel.