Hij heeft zijn naam zowel mee als tegen, iets wat vaker voorkomt wanneer je het kind van een getalenteerde ouder bent. In het geval van Jesse gaat het dubbelop: zijn vader is de beroemde Amerikaanse thrillerschrijver Jonathan Kellerman en moeder Faye Kellerman heeft eveneens naam gemaakt met een flinke serie thrillers. De boeken van het echtpaar zijn over de hele wereld vertaald. Vader Kellermans' werk is hardboiled en strak. Moeder Kellerman pakt het wat milder aan: in haar boeken voeren twee elementen de boventoon: het tekenen van het Amerikaanse joodse milieu, gemengd met een scheut ouderwets, doch degelijk, speurwerk. Daar is moeilijk tegenop te schrijven, maar toch is het de in 1978 geboren Jesse gelukt. Eerst met toneelstukken en inmiddels is zijn derde thriller een feit: Moordkunst. Ruim 400 pagina's jonge hondenproza. Een breed uitwaaierend boek over een kunsthandelaar die een inboedel aan bizarre tekeningen op de kop tikt, om vervolgens te ontdekken dat veel tekeningen nauwgezette reconstructies zijn van de daden, die een seriemoordenaar jaren eerder, pleegde. Een breed aangezet boek, dat een periode van bijna 200 jaar bestrijkt, en waarin Kellerman op een knappe manier de spanningsboog vast weet te houden. Van de plot geven we niks weg, wel willen we kwijt dat Kellerman zich met elke schrijver van de nieuwe generatie kan meten. Met zijn ouders heeft hij alleen maar gemeen dat hij zich op het spannende boek heeft gericht, qua stijl staat zijn werk helemaal op eigen benen. Zou het toch genetisch bepaald zijn, talent?
“Je bent niet de eerste die me dat vraagt. Ik denk het eigenlijk niet want de rest van de familie heeft zich op een hele andere wijze ontwikkeld. Het is meer een kwestie van cultuur. Als je vader en moeder auteur zijn en ook nog eens joods, dan groei je op in een milieu van boeken, kunst en discussie. Je kent toch de uitspraak: twee rabbi's, drie meningen? Nou dat is mijn achtergrond. Pa is verbaal nogal begaafd, en mijn moeder doet niet voor hem onder. Ik kon dan ook al vrij vroeg praten én tegenspreken. Niet het feit dat je ouders schrijvers zijn is belangrijk: het feit dat ze je als kind vrij kunnen laten en tegelijk voor elkaar krijgen dat je een goeie opleiding krijgt, daar gaat het om.”
Je had ook een vak kunnen kiezen.
“I did it the hard way. Maar ik ben dan ook al vroeg begonnen. Op mijn tweede stonden mijn eerste verhalen al op papier.”
Jij was er vroeg bij. Toch een beetje een wonderkind?
“Het lag eenvoudiger. Ik dicteerde en mijn vader noteerde. Je begrijpt dat mijn werk uit die tijd sindsdien tot de familiegeheimen van de Kellermannen is gaan behoren. Maar het was wel goed van pa dat hij me serieus nam en aanmoedigde. En hij was natuurlijk zelf een goed verteller. Zijn laatste boek is trouwens drie weken geleden verschenen. Mooi boek.”
Laten we het over jouw boek hebben. Je weet dat we dit interview doen voor een blad waarin cannabis een niet onbelangrijke rol speelt. En laat nou, het lijkt wel toeval, een van jouw karakters een blowende politieman wezen.
“Moeten we er wel bijzetten dat hij dat om medische redenen deed. De man was in een ver stadium van kanker en ik vond dat een man die zo moest lijden, wel wat relief en painkilling mocht gebruiken. Ik wilde hem niet volstoppen met morfine, hoewel dat misschien legaler zou zijn geweest, want dan zou hij nooit over de nodige scherpte hebben beschikt.”
Het was, naar mijn mening dan, een van de leukste karakters uit je boek. Why kill your darling? De man had best wat langer mee gekund dan 150 bladzijden.
“Ik vond het ook een moeilijke beslissing. Maar op een gegeven moment moest ik toch in het belang van het verhaal aan een karakter de voorkeur geven. Dat werd dus de kunsthandelaar. En die blowt ook. Zelfs als hij niet ziek is.”
Je begon met het schrijven van toneel.
“Toen ik veertien was schreef ik mijn eerste toneelstuk. Het werd toneel omdat ik het schrijven van een boek te intimiderend vond. Een toneelstuk is zelden langer dan 100 pagina's, een beetje boek betekent minstens 200 pagina's. Ik had het gevoel dat ik bij een boek de controle zou verliezen. Toneel is meer visueel. Het is minder eenzaam. Tijdens het schrijven kun je al met de cast werken en zo de zaak bijsturen. Voor mijn gevoel is het maken van toneel meer organisch dan het maken van een boek. En omdat ik het leuk vind om te acteren en te regisseren werd het in eerste instantie dus toneel.”
Waarmee je dus de prestigieuze Princess Grace Award won.
“De prijs voor de meest veelbelovende jonge toneelschrijver in Amerika. Niet gering toch? Ik was erdoor verrast.”
En toch werd je thrillerschrijver, met alle risico's die daarbij horen.
“Ik maak eigenlijk geen onderscheid tussen thrillers en andere lectuur. Elk boek waarin een verhaal wordt verteld heeft een plot. En wat die risico's betreft: in Amerika is het niet automatisch zo dat je binnen bent wanneer een uitgever je op de markt brengt. Het is er niet anders dan in Nederland. Alleen als je succes hebt kun je er goed van leven. Daar hebben mijn ouders trouwens wel op gewezen.”
Toch waagde je de gok.
“Ik kan niet ontkennen dat ik er goed van kan leven. Maar ook als ik minder succesvol was geweest had ik gewoon doorgeschreven. Succes is eerder een kwestie van hard werken dan iets wat je aan komt waaien. Je moest eens weten wat er nog op de plank ligt en zal blijven liggen. Voor mij is het schrijven van een boek of een stuk altijd heel hard werken.”
Wat je schrijft leest wel lekker weg.
“Dank je. Maar het was een gevecht om het op papier te krijgen. Ik lees makkelijker dan ik schrijf. Ik denk dat het geheim van het schrijven voornamelijk in het lezen zit. Maar als ik de klassiekers lees, of iemand als Elmore Leonard dan maakt me dat wel een beetje moedeloos. Het niveau van Leonard halen, daar durf ik niet eens aan te denken. Hij schrijft ongelooflijk zelfverzekerd. Ik durf mijn eigen werk nauwelijks terug te lezen.”
Soms is het behoorlijk dark. Ook bizar. Een homoseksuele kunstenaar die tekeningen maakt van vermoorde jongetjes, een performance waarin braken centraal staat.
“En dat is dus gebaseerd op feiten. Er is, in Duitsland of Zwitserland, een inboedel vol bizarre tekeningen opgedoken. Van een soort kluizenaar, die uit z'n huis wer gezet omdat hij geen huur meer betaalde en zwaar vervuilde. Die man heeft die tekeningen vast niet gemaakt omdat hij kunst wilde maken.”
Daarvoor is een enigszins louche kunsthandelaar nodig?
“Ik heb wat veldwerk gedaan in het wereldje van de moderne kunst. Zelfs als schrijver sta je dan soms raar te kijken. In de goede oude tijd was er nauwelijks verschil tussen ambacht en kunst. Nu is dat verschil soms miljoenen dollars. Alleen omdat een bepaalde handelaar zijn naam aan een bepaald project verbindt kan er soms van niets iets worden gemaakt.”
Is Jesse Kellerman een kunstenaar?
“Slechts een schrijver die stiekem hoopt het ambacht onder de knie te krijgen. En die diep in zijn hart het liefst als muzikant door het even zou zijn gegaan.”
Welke muzikant heb je dan in gedachten?
“Het eerst wat dan in me opkomt is Mark Knopfler. Wat een techniek en het lijkt hem zo gemakkelijk af te gaan.”
Toch blijft het jammer dat die blowende politieman zo vroeg het loodje legde.
“En dat moest omdat hij te veel had gerookt. Tabak, wel te verstaan. Mij zul je nooit horen beweren dat cannabis slecht is voor een mens. Maar ja, die mythe is voorlopig de wereld nog niet uit. Maar ze bestaan echt, blowende politemannen."
Feije Wieringa
website van Kellerman: http://www.jessekellerman.com/