
Wie bij de zee woont, vindt altijd wat. Langs de kust van de eilanden en aan de dijken van het wad spoelen met de regelmaat van de klok schatten aan, die afkomstig zijn van vergane schepen of ladingen die verloren zijn geraakt. Een paar jaar geleden mochten de Terschellingers zich verheugen in de vondst van een partij schoenen, maar liefst duizenden stuks. Meestal houden jutters de buit voor zichzelf en hebben de strandvonders het nakijken, maar in dit geval werd alles keurig bij de overheid bezorgd. De reden: het betrof een partij linkerschoenen. Ook worden regelmatig gesealde pakjes gevonden, vermoedelijk over boord gezet door in het nauw gedreven smokkelaars. Die zie je dan terug op de plaatselijke markt in de vorm van een groot aanbod van zeepjes hash, een opvallend lage prijs van grammetjes coke of een overschot aan speed. Niet alle vissersboten zijn volgeladen met alleen maar vis...
Ondiepten
Maar op de bodem van de grens tussen de Noord- en Waddenzee bevindt zich oneindig veel meer dan er is aangespoeld. De wateren rond de eilanden liggen vol met scheepswrakken. In de loop van de eeuwen zijn er in dit gebied duizenden schepen vergaan en van de meesten is nooit een spoor terug gevonden. De reden: de diepe Noordzee gaat hier over in de ondiepe Waddenzee en op dat grensvlak bevinden zich verraderlijke ondiepten, met vlak aan de oppervlakte gevaarlijke zandbanken. Die laatsten willen ook nog wel eens verschuiven, zodat zelfs zeelui die redelijk bekend zijn met de situatie, voor verrassingen komen te staan. Tegenwoordig, met radar, GPS en sonar is het gebied goed te bevaren, maar in de tijden voor die elektronica, waarin je alleen een magnetisch kompas en een sextant had om je positie te bepalen, lag dat wel even anders. Goede zeekaarten waren evenmin op elke schip aanwezig en men navigeerde veelal op een bestek uit de losse pols. Het grote gevaar voor een zeeman is niet de diepte, maar de ondiepte.
Het IJzergat
Het bekendste en meest bezochte wrak is zonder twijfel de Lutine. Het verhaal van dat schip heeft in de loop der tijden mythische proporties aangenomen. Vaak zijn mythen over schatten gebaseerd op fantasie, maar in het geval van dit schip is er alle reden om aan te nemen dat de lading nog grotendeels aanwezig is en een grote waarde vertegenwoordigt. Het schip vervoerde namelijk een aanzienlijke hoeveelheid baren goud. De Lutine, gebouwd door de Fransen, maar ingepikt door de Engelsen, verging op 9 oktober 1799 in het zogenoemde IJzergat, een beruchte ondiepte tussen Vlieland en Terschelling. Het gebeurde tijdens een storm, maar vermoedelijk is de hoofdoorzaak van de ramp de onbekendheid van de kapitein met dat gedeelte van de zee. Want de Lutine was een uiterst geavanceerd schip dat erop gebouwd was om een stevige storm te trotseren. Er is echter geen schip ter wereld dat een stranding kan doorstaan, en zeker niet als het van hout is, zoals de Lutine. Door een wonderbaarlijke samenloop van omstandigheden, spoelde er een overlevende aan. Het was een notaris die de eilandbewoners vertelde waar de lading van het schip uit bestond. De baren goud waren bedoeld als soldij voor de soldaten die vochten in een van de vele oorlogjes die Europa destijds teisterden en die in de geschiedenisboeken een voetnoot zijn gebleven. Maar na de verklaring van de notaris was de mythe geboren en ontstond er een goldrush die tot op de dag van vandaag duurt. Dat het schip een kostbare lading bevatte, is boven elke twijfel verheven, want de lading is nog altijd verzekerd bij Lloyds in Londen en die maatschappij doet niks voor een schijntje. Op de eilanden zijn sinds de ramp enkele artefacten aangespoeld, zoals een aantal gouden munten en, heel wonderlijk, de scheepsbel. Ook gaat het gerucht dat de Terschellingers een baar goud hebben gevonden en dat men de opbrengst daarvan wilde investeren in de bouw van een zwembad. Aangezien daarover later niets meer is vernomen, mogen we aannemen dat het hier om een apocrief verhaal gaat. Alhoewel: met die eilanders weet je het maar nooit...
Zand en slik
Sinds jaar en dag wordt er gedoken naar het wrak. Soms door professionele duikers, soms door amateurs met dollartekens in de ogen. Dat laatste loopt niet altijd goed af. In 1973 dook een vrij onervaren fotograaf uit Leeuwarden naar het wrak, raakte verstrikt en verdronk. Vermoedelijk is hij niet de enige die dat is overkomen, maar de de documentatie over de zoektocht naar de schat op de bodem van het wad is allerminst eenduidig. Wrakduiken is een riskante bezigheid. Zeker in dat deel van de zee, waar het zicht altijd slecht is, en de stroming ervoor zorgt dat de omstandigheden nooit twee keer hetzelfde zijn. Vermoedelijk ligt het wrak stampvol met zand en slik en zou je het moeten lichten om de lading te kunnen bergen. Maar tot nu toe heeft niemand in die onderneming willen investeren. Feit en fictie zijn moeilijk van elkaar te scheiden en veel betrokkenen houden hun kaken stijf op elkaar. De een beweert dat het schip al stiekem van z'n lading is ontdaan, de ander zegt dat alles is weggespoeld in het wad....
Tandarts zoekt goud
Over kaken gesproken: iemand die al jaren, in alle stilte, onderzoek doet naar de lading van de Lutine is de Harlinger tandarts Anne Duyf. Duyf heeft van het vullen van tanden en kiezen niet z'n levenswerk gemaakt. Zijn doel is om de buit van de Lutine naar boven te halen. En daarin heeft Duyf in ieder geval veel werk en geld geïnvesteerd. Hij heeft talloze malen, met al even zwijgzame collega's de zeebodem rond het wrak verkend en ook daadwerkelijk voorwerpen naar boven gehaald. Hij wil best een paar kisten met spijkers laten zien die hij uit het wrak wist te lichten, maar over andere vondsten zwijgt hij als het graf. Omdat Duyf wil bevestigen noch ontkennen dat hij iets van enig belang heeft gevonden, draait de geruchtenmachine rond deze zwijgzame wrakduiker op volle toeren. Boze tongen beweren dat een tandarts bij uitstek iemand is die verstand heeft van het omsmelten van goud. Een paar jaar geleden probeerde Duyf de artefacten uit de omgeving van het wrak omhoog te halen met behulp van een schelpenzuiger. Deze zuiger heeft geen weken gezogen, maar maanden, dus we mogen gevoeglijk aannemen dat Duyf gegronde redenen heeft om zoveel energie en geld te investeren, want hij is weliswaar zwijgzaam, maar zeker niet gek. Duyf heeft niks losgelaten over wat er toen is opgezogen. Hij beroept zich op een zwijgplicht die hem door Lloyds zou zijn opgelegd, maar dat staat weer haaks op het feit dat hij van tijd tot tijd aankondigt lezingen te zullen houden, om openheid van zaken te geven, die hij overigens met dezelfde regelmaat van de klok weer afzegt. Ook heeft Duyf een soort van aandelen uitgegeven aan avonturiers die wilden meedelen in een eventuele winst, maar bij mijn weten is er tot nu toe geen cent uitgekeerd. Op dit moment opereert Duyf vanaf een vast ponton dat boven het wrak drijft. Als het heel mooi weer is kun je het vanaf de kust zien liggen. Je zou een duikje kunnen wagen, maar het risico dat je Duyf op je dak krijgt of de weg kwijtraakt in het troebele water van het IJzergat is groter dan de kans op het vinden van een baar goud die vermoedelijk meters diep in het slik van de Wadden ligt. Vooralsnog levert jutten meer op!
Anne Duyf was niet bereid om commentaar te geven. De waarde van de lading wordt momenteel geschat op zo'n 200 miljoen euro.
Feije Wieringa