Zappa
De Biografie
Barry Miles
Uitgave Thomas Rap
Information is not knowledge,
Knowledge is not wisdom,
Wisdom is not truth,
Truth is not beauty,
Beauty is not love,
Love is not music,
and Music is THE BEST. Frank Zappa op Joe’s Garage.
Frank Zappa was een complexe figuur. In de jaren zestig en zeventig veroorzaakte de iconische poster van een blote Zappa op een toilet, het imago van een vreemd soort hippie die weirde dingen deed. Van dat aura raakte hij nooit meer verlost. Niet tot zijn ongenoegen. Zappa hield van shockeren. Wie die foto gebruikte als argument dat het met de muziek van zo’n smeerpijp ook niks kon wezen, had het bij het verkeerde eind. Zappa vond het best: wie z’n image niet doorzag, verdiende z’n muziek niet . Mainstream was hem een gruwel. De simpele muziek, en de naïeve wijze waarop de flowerpower generatie politieke invloed claimde, deed hij af als hilarisch. In een song op het album Mothers of Prevention, veegt hij de vloer aan met alles waar de hippies in geloofden. Hij had het goed gezien. Zijn rechtszaken, zijn cynisme en het imago van een freak, het leidde de aandacht af van waar het bij Zappa echt om ging: zijn muziek.
Na de jaren zestig en zeventig was de moderne muziek zich in rap tempo aan het ontwikkelen. Aan de ene kant de consumptiepret, makkelijk in het gehoor liggend materiaal, overal te horen. Ook nu nog. Zelden kwaliteit, maar inmiddels gekoppeld aan het nostalgisch gevoel: een oude hit die een prettige herinnering genereert. Plasticware. Twee singles van hem die een hit werden, zag Zappa als mislukte stukken. Net als Miles Davis, John Coltrane, Roger McGuinn en Jimi Hendrix, wist Zappa dat hij geniaal was. Op dat punt was hij beslist niet bescheiden. Terecht. Ook voor zijn personeel legde hij de lat hoog. Zijn teksten waren een doorn in het oog van puristen en brave burgers. Daarvan zijn er nogal wat in de VS. En elders. Over de grote familie doorsnee: : “It would be easier to pay off the national debtovernight than to neutralize the long-range effects of OUR NATIONAL STUPIDITY.”
Biograaf Barry Miles heeft vermoedelijk menigmaal diep moeten slikken, want eerder maakte hij een bio over Paul McCarthy. Dat werd een goed nieuws show, want behalve de niet te negeren composities van The Beatles die SIR Paul met Lennon schreef, heeft de geridderde songwriter en handige muzikant altijd braaf een plekje uit de wind gezocht. De hypocrisie van de flexibele Fab Four bassist doorzag Zappa vanaf dag 1. Een goede reden om z’n derde album, met The Mothers “We’re only in it for the money,” te noemen. De hoes was een pastiche op Sergeant Pepper. Niet het slechtste album uit de rock. Warner Bros, dat Zappa’s albums uitbracht nam overigens geen genoegen met “Mothers”. Ze dachten daar dat het stond voor een uitdrukking die we hier maar weglaten..
A dirty mind is a joy forever, maar Zappa ging schoorvoetend accoord met het neutraal klinkende “Mothers of Invention.” Een van de weinige concessies, misschien wel de enige die hij ooit deed.
Zappa bewonderde John Lennon. Een gezamenlijke jamsessie eindigde in een drama: Yoko Ono werd op het podium in een vuilniszak gestopt, intussen maakten Lennon en Zappa de act af. Ono, nog steeds woedend heeft de tapes achterovergedrukt. Ono, onthield Zappa de credits. Zappa trok het zich niet echt aan. Hij had Lennon hoger ingeschat. Vooral omdat de explosieve gitaarpartij van Zappa nu op Lennon’s conto stond. Zappa: “Iedereen die een beetje verstand van rockgitaar heeft, weet dat Lennon nooit zo’n solo kan spelen.” Hij had gelijk. Lennon was een vernieuwer, componeerde schitterend, maar als gitarist bleef hij onder de maat. De meeste albums van The Beatles zijn tot stand gekomen door het inhuren van batterijen studiopersoneel, geregeld door producer George Martin. De wizzard die achter de mengtafel de ‘sound’ bepaalde. George Harrison was een solide gitarist. Hij kende z’n beperkingen. Daarom werd Clapton ingehuurd op “While my guitar gently weeps.” Compositie van George die bewees dat hij als componist wel recht van spreken had. Het neemt niet weg dat de som der delen toch groter werd dan het geheel. En Clapton? Ooit veelbelovend, maar daar is’t bij gebleven. Clapton lijkt een gitarist. Maar harmonische structuren, verkenning van grenzen en muzikale inventies: het bleven abstracties. Tussen de regels door valt op te maken dat Zappa met enige jaloezie naar Srgt. Pepper luisterde. Zijn lezing dat The Beatles dit monumentale album uit commerciele belangen maakten is kinnesinne. Juist Sgt. Pepper was het album dat inging tegen alles wat The Beatles daarvoor maakten. Met het risico de fans van ze te vervreemden.
De basis van zijn (quasi) antimaatschappelijke houding ligt vermoedelijk in Zappa’s prille begin. Een bordje aan een bouwval, waarmee een primitieve studio, Studio Z, een multimediabedrijf suggereerde. Dat wekte de aandacht van de plaatselijke sherrif. Undercover liet hij Zappa een band met seksgeluiden samenstellen. De alerte agent had liever een film gehad, maar helaas had Zappa geen camera. Wel een recorder en een vriendin, die suggestieve soundbites tussen Zappa’s grappen en muziek leverde. Zappa werd opgepakt wegens het maken van porno, de band in beslag genomen en de aspirant arrangeur/muzikant ging enkele weken de gevangenis in. Een schokkende ervaring, want Zappa was zich van geen kwaad bewust, De rechter moest zelfs lachen, omdat de tape eerder komisch, dan aanstootgevend was. Lang haar, snor en gitarist. Staatsgevaarlijk. Op het rancuneuze af heeft Zappa daarna vrijwel al zijn songs en composities opgewaardeerd met expliciete verwijzingen naar seks. De anti Zappa campagne van de echtgenotes van Al Gore, Tipper Gore en andere fatsoenrakkers tegen wat zij Porn Rock noemden leidde tot een proces. In de rechtszaal werden de debatten getaped. Zappa won, de dames, Gore en de rechters zijn voor eeuwig vastgelegd in een geluidswal die ze zelf nimmer af zullen spelen. Cynisme, montage en muziek volgens de formule van Zappa. Beat them with their words. Te horen op The Mothers of Prevention. Zappa’s experiment in soundscape building.
Biograaf Miles is zo’n man die graag bij een grap aanwezig is, maar de andere kant opkijkt als hij erin wordt betrokken. Een beetje een voyeur, maar wel een opmerkzame. Zappa’s korte leven was doorspekt met bizarre incidenten. Moeilijk te negeren voor een biograaf. Optredens die werden afgelast omdat gevestigde musici Frank’s, nu inmiddels klassieke, ’smerige’ composities niet wilden spelen. Duizenden dollars investering om een Nederlands omroeporkest Zappa’ s muziek te laten spelen: washed down the drain. Later merkte hij daarover op: ” Ik ben de enige componist die moet betalen om mijn werk te laten horen. Geef mij maar een rockband. Fossiele componisten waarvan ze elke noot automatisch ophoesten. De smaak van vergane adel is passé”.”
Zappa, de serieuze componist, moest elke journalist moest uitleggen dat hij nooit drugs gebruikte. Dit fragment uit Joe’s Garage is volstrekt autobiografisch.
We could jam in Joe's garage
we didn't have no dope or LSD
but a coupl'o'quarts o'beer,
would fix it so the intonation,
would not offend your ear.
Het was waar, maar Zappa werd niet geloofd. Hij rookte gewoon. Voor de wereld was hij een weirdo. In werkelijkheid leidde Frank een bijna ascetisch bestaan. Hij kon maanden werken in zijn studio waar hij het concept ontwikkelde om live gespeelde gitaarsolo’s, te mixen met backingtracks. En vervolgens die, schijnbaar onsamenhangende, stukken transformeren in een nieuw geluid. Hij had geen band: hij had werknemers. Waarvan hij eiste dat ze clean waren: ” A drug is not bad. A drug is a chemical compound. The problem comes in when people who take drugs treat them like a licence to behave like an asshole”
Zappa was een democraat in hart en nieren. Maar inspraak van derden in zijn muziek was voor hem, als uitvoerder en componist niet bespreekbaar. Zijn muzikanten waren het palet, de meester hanteerde het penseel. Miles besteedt ruimte aan Zappa, de zakenman, de organisator, de controlefreak en de cynicus. Zappa doet denken aan figuren als Groucho Marx, en W.C. Fields. Fields beweerde: “I’ll never drink water because fish fuck in it. “ En “I love children just in case they are roasted, well done.” Groucho Marx ging prat op het principe nooit lid te willen zijn van een club die hem als lid wilde hebben. Zappa: “I'm not black, but there's a whole lot of times I wish I could say I'm not white.” Veel albums maakte hij in eigen beheer.Totale muzikale vrijheid was zijn ambitie. Op het album Baby Snakes vertelt Zappa in een soort rap tegen de duivel dat hij al zes jaar in de hel heeft doorgebracht, dus de duivel kan’ m nog meer vertellen: “I have been there, I was in hell. For six fucking years I signed for Warner Bros. Now what do you say at that? “ Gejoel van het publiek en de duivel heeft geen weerwoord. Live Rap anno 1983. Het woord bestond nog niet eens.
Medy van de Laan, leden van het concertgebouworkest en andere cultuurclowns willen de orkesten met groot geld in stand houden om zo de ‘cultuur’ te behouden.
Zappa zou daar vast van over zijn nek gegaan zijn:“If classical music is the state of the art, then the arts are in sad state.” Beïnvloed door moderne ‘klassieke’ componisten als Varese en Strawinsky, besefte Zappa dat de gevestigde muziekcultuur door en door vermolmd was
Het establishment reageerde woedend op Zappa’s constatering over hun muziek. Ze willen er niet aan dat verandering en muziek inherent zijn aan elkaar. Als het aan de zelfbenoemde muzikale elite had gelegen zou jazz nog steeds een variatie zijn op het geluid van het oerwoud. Er is weinig veranderd. Ik stel dat 90% van de nog uitgevoerde klassieke muziek pure bullshit is. Dit jaar is Mozart jaar. Hou je hart vast. Want van die Mozart is elk lullig werkje bewaard en het wordt nog gespeeld ook. Zelfs de deuntjes die hij als tienjarige in elkaar flanste. Ik troost me met de gedachte dat Mozart (die een paar schitterende composities maakte, dat wel, maar die worden steevast verkankerd door suikerzoete pianisten, gespecialiseerd in klassieke muzak) straks op elke koektrommel staat, en de AVRO om de dag Eine Kleine Nacht Muziek de ether in zal sturen. Die overkill zal ons hopelijk voorgoed verlossen van niet uit het hoofd te krijgen deuntjes. Die “klassieke” muziek heeft z’n tijd gehad.
Hoewel: ik geef de strijkkwartetten van Beethoven een goede kans om te overleven en maak een uitzondering voor de oude J.S. Bach. Die heeft uiteindelijk de muziek uitgevonden. Net als Zappa een modern componist. Bach’s mathematische muzikale constructies zijn psychedelisch van karakter. In feite maakte Bach samples en monteerde die tot werken die niets met tijd, plaats, ruimte of effect hadden. Music for the headphone. Bij Bach geen gillende operettediva’s, geen vibrato, geen valse dramatiek. Alleen maar noten op de goede plek. Je kunt ze zelfs in een synthysizer programmeren en dan nog staat het als een huis. De Einstein van de muziek. Bach stond bekend als een groot improvisator. Zappa was dat ook. Voor liefhebbers van klassieke muziek omwille van de status, is dit vloeken in de kerk. Voor liefhebbers van volmaakte muziek is dit geen nieuws. Het is geen wonder dat juist Bach het meest en het best wordt uitgevoerd door atheïsten. Zappa en Bach samen horen jammen. Daarvoor zou je even in de hemel willen zijn. Tot die tijd doen we het maar met Jazz from Hell van Zappa en de fuga’s van J.S. Laten we ons troosten met het feit dat ze beiden door de massa onbereikbaar zijn. Dus blijven ze lekker van ons: de kleine maar hardnekkige groep die de platgetreden paden mijdt. En over Einstein gesproken: Zappa’s autobiografie is opgedragen aan Stephen Hawking. Dat is geen toeval….Einstein was trouwens een zeer slechte violist. Gelukkig maar….
“The real question is:
Is it possible to laugh
while fucking?"
Six fucking years Warner, maar uiteindelijk zelfstandig. Opbrengst: een uiterst pluriform oeuvre. Miles belicht vooral de satirische Zappa. Gedegen, soms een beetje zuur, geeft hij inzicht in het leven van een veelzijdig talent. De persoon Zappa komt goed uit de verf, de musicus helaas een stuk minder. Over Zappa’s genialiteit heeft Miles weinig te melden. Niet zo vreemd, want hoe analyseer je duizenden uren muziek, als je nauwelijks in muziek geïnteresseerd bent? Miles weet de oplossing: hij concludeert dat we zijn muziek gewoon moeten beluisteren. Het ei van Columbus, ik had het zelf kunnen bedenken. Barry Miles heeft dat luisteren duidelijk nagelaten. Verklaarbaar, want de muziek van Zappa beluisteren vergt een stuk meer concentratie dan de poppy songs van McCarthy. Bij Zappa heeft iedereen natuurlijk zijn eigen voorkeuren. Voor mij is dat de gitaarwizzard Zappa. De cynicus Zappa scoort ook hoog, maar zijn gitaarwerk is ongelooflijk structureel en bezield. Daarin is niets cynisch, maar is alles gebaseerd op intense liefde voor de gitaar: op zijn slechtste momenten denk je aan Clapton op dreef, op de beste momenten geeft hij Hendrix het nakijken. Die gitarist schreef historie op de driedelige box: “Shut Up, ’n Play Yer Guitar.” Een verbijsterende collage, die geen enkele gitarist kan horen zonder moedeloos te worden. Donderende accoorden. Live solo’s, opgenomen tijdens tours, later in de studio met backing gemixt. Zappa: “De meeste solo’s die ik speel zijn bagger. Maar soms zit er iets goeds tussen….” Ook “Them or Us” met Steve Vay is een monumentale staalkaart van strak gitaarwerk en experimentele jazz-fusion. Alles wat Zappa heeft uitgebracht is keurig genoteerd. Nog vele albums te gaan, er liggen honderden uren muziek op tapes die nog niet zijn uitgebracht. Zijn kinderen zijn daar druk mee doende. Zappa moet je horen. Dat is dus ook de conclusie van Miles. Frank Zappa. Not the Man, but the Music. Barry Miles schreef een leuke bio, vooral de passage’s over Frank’s excentrieke houding geven, paradoxaal, een aardige indruk van de Zappa die meer weirdo speelde dan was. De discografie is compleet. Zappa had een biograaf met meer inzicht in zijn muziek verdiend. Maar eerlijk is eerlijk: Miles heeft het gered om zo te enthousiasmeren dat ik nog een tiental CD’s van Zappa heb aangeschaft. Wat een gitarist, wat een stijl, wat een briljante opnames. Earphones of sublieme geluidsboxen zijn een must.
Some more quotes:
Interviewer: "So Frank, you have long hair. Does that make you a
woman?"
FZ: "You have a wooden leg. Does that make you a table?"
“I knew Jimi (Hendrix) and I think that the best thing
you could say about Jimi was: there was a person who
shouldn't use drugs.”
“’If you wind up with a boring, miserable life because you listened to your
mom, your dad, your teacher, your priest or some guy on TV telling you how to
do your shit, then YOU DESERVE IT.”
“The ONLY thing that seems to band all nations together, is that their
governments are universally bad....”
“I'm not going to be Bill Clinton and say I never inhaled. I did
inhale. I liked tobacco a lot better.”