Te gast bij de Ayatollah
Mark Bowden
Uitgave: Luitingh
(Het ware verhaal van het Iraanse gijzelingsdrama)
Tot 4 november was de wereld nog redelijk simpel. De olie kwam uit Iran en Iran werd bestuurd door de Sjah. In het zadel gehouden door de Amerikanen en met steun van zijn beruchte geheime politie de Savak. Dat die een waar schrikbewind uitvoerde was iets dat in de westerse pers zelden ter sprake kwam. Onder de Iraanse studenten gistte het en de rest is inmiddels history: Ayatollah Khomeini werd het icoon van de fundamentalistische Islam, de sjah ziek afgevoerd naar Amerika. Niet de slimste zet van de, overigens een redelijke buitenlandse politiek voerende, Jimmy Carter. De Islamitische bevrijders wezen de Amerikanen aan als de grote satan. En doen dat heden ten dage nog. Om dat te onderstrepen bestormde op 4 november 1979 een groep ‘studenten’ de Amerikaanse ambassade in Teheran. Opeens was de wereld een stuk ingewikkelder. Wat op het eerste gezicht een tijdelijke demonstratieve bezetting leek, liep uit op een gijzelingsdrama dat geen precedent in de geschiedenis kende. Iran lapte alle internationale afspraken rond diplomatie en recht aan z’n laars en de studenten waren volkshelden geworden. Met steun van Khomeini die als dank voor zijn jarenlang verblijf in het gastvrije Parijs, alles wat westers was verketterde. 53 Amerikanen zouden 444 dagen in handen blijven van de militante Iranezen. Een bevrijdingspoging, op poten gezet door de staf van Carter eindigde in de woestijn: helikopters en ander legermateriaal waren niet opgewassen tegen het stuifzand en het debacle betekende in feite het einde van Carter’s politieke loopbaan. Het was Reagan, aan wie de Iranezen de eer gunden om de gijzelaars weer op Amerikaanse bodem te verwelkomen. Mark Bowden, schrijver van Black Hawk Down, heeft vijf jaar research gestoken in wat nu gezien wordt als het echte begin van de clash tussen de Islam en het westen. Zonder de politieke achtergronden uit het oog te verliezen, heeft Bowden de nadruk gelegd op de menselijke kant van het drama. Dat alle Amerikanen het hebben overleefd mag een wonder heten, dat de meeste gegijzelden zijn er zonder psychische stoornissen zijn afgekomen: een mirakel. Bowden heeft een boek gemaakt dat indringender is dan een thriller en onmogelijk weg te leggen. Zoals gewoonlijk: de realiteit overtreft de fantasie. Sterker: het boek is actueler dan ooit. Veel is er niet veranderd in Iran, tenminste niet ten goede.Pikant onderdeel: op een foto, naast een geblinddoekte gijzelaar, is de huidige president van Iran Mahmoud Ahmadinejad, te zien. Een grillige, demagogische figuur, waarover het laatste woord zeker is niet is gesproken. Mahmoud ontkent, formeel, dat hij’t is op dat kiekje. Maar de overeenkomst is meer dan toevallig. En past bij het imago dat hij zich anno 2007 aanmeet. Hij zal een van de weinigen zijn die dit doortimmerde boek niet met rode oren zal lezen. Voor de rest: een must voor iedereen die meer wil weten over de achtergronden van de War On Terror. Niet dat alles uit de doeken wordt gedaan: Amerika speelt en speelde een dubieuze rol in het midden oosten. Met hulp van vazallen als Nederland en Engeland. Maar daarmee zijn de islamitische machthebbers allerminst vrijgepleit. Politics of Power!!! Nederland kiest gewoon als altijd: economisch pragmatisch. Benieuwd hoe lang die houding overeind blijft. Want pragmatisch vechten hebben de Hollanders helemaal niks mee. Pragmatisch de benen nemen zit er wel diep in….Of kopen we straks gewoon kern-energie van Ahmadinejad. Hoeven we in ieder geval niet meer tegen windmolens te vechten….
F.W.
Mark Bowden
Uitgave: Luitingh
(Het ware verhaal van het Iraanse gijzelingsdrama)
Tot 4 november was de wereld nog redelijk simpel. De olie kwam uit Iran en Iran werd bestuurd door de Sjah. In het zadel gehouden door de Amerikanen en met steun van zijn beruchte geheime politie de Savak. Dat die een waar schrikbewind uitvoerde was iets dat in de westerse pers zelden ter sprake kwam. Onder de Iraanse studenten gistte het en de rest is inmiddels history: Ayatollah Khomeini werd het icoon van de fundamentalistische Islam, de sjah ziek afgevoerd naar Amerika. Niet de slimste zet van de, overigens een redelijke buitenlandse politiek voerende, Jimmy Carter. De Islamitische bevrijders wezen de Amerikanen aan als de grote satan. En doen dat heden ten dage nog. Om dat te onderstrepen bestormde op 4 november 1979 een groep ‘studenten’ de Amerikaanse ambassade in Teheran. Opeens was de wereld een stuk ingewikkelder. Wat op het eerste gezicht een tijdelijke demonstratieve bezetting leek, liep uit op een gijzelingsdrama dat geen precedent in de geschiedenis kende. Iran lapte alle internationale afspraken rond diplomatie en recht aan z’n laars en de studenten waren volkshelden geworden. Met steun van Khomeini die als dank voor zijn jarenlang verblijf in het gastvrije Parijs, alles wat westers was verketterde. 53 Amerikanen zouden 444 dagen in handen blijven van de militante Iranezen. Een bevrijdingspoging, op poten gezet door de staf van Carter eindigde in de woestijn: helikopters en ander legermateriaal waren niet opgewassen tegen het stuifzand en het debacle betekende in feite het einde van Carter’s politieke loopbaan. Het was Reagan, aan wie de Iranezen de eer gunden om de gijzelaars weer op Amerikaanse bodem te verwelkomen. Mark Bowden, schrijver van Black Hawk Down, heeft vijf jaar research gestoken in wat nu gezien wordt als het echte begin van de clash tussen de Islam en het westen. Zonder de politieke achtergronden uit het oog te verliezen, heeft Bowden de nadruk gelegd op de menselijke kant van het drama. Dat alle Amerikanen het hebben overleefd mag een wonder heten, dat de meeste gegijzelden zijn er zonder psychische stoornissen zijn afgekomen: een mirakel. Bowden heeft een boek gemaakt dat indringender is dan een thriller en onmogelijk weg te leggen. Zoals gewoonlijk: de realiteit overtreft de fantasie. Sterker: het boek is actueler dan ooit. Veel is er niet veranderd in Iran, tenminste niet ten goede.Pikant onderdeel: op een foto, naast een geblinddoekte gijzelaar, is de huidige president van Iran Mahmoud Ahmadinejad, te zien. Een grillige, demagogische figuur, waarover het laatste woord zeker is niet is gesproken. Mahmoud ontkent, formeel, dat hij’t is op dat kiekje. Maar de overeenkomst is meer dan toevallig. En past bij het imago dat hij zich anno 2007 aanmeet. Hij zal een van de weinigen zijn die dit doortimmerde boek niet met rode oren zal lezen. Voor de rest: een must voor iedereen die meer wil weten over de achtergronden van de War On Terror. Niet dat alles uit de doeken wordt gedaan: Amerika speelt en speelde een dubieuze rol in het midden oosten. Met hulp van vazallen als Nederland en Engeland. Maar daarmee zijn de islamitische machthebbers allerminst vrijgepleit. Politics of Power!!! Nederland kiest gewoon als altijd: economisch pragmatisch. Benieuwd hoe lang die houding overeind blijft. Want pragmatisch vechten hebben de Hollanders helemaal niks mee. Pragmatisch de benen nemen zit er wel diep in….Of kopen we straks gewoon kern-energie van Ahmadinejad. Hoeven we in ieder geval niet meer tegen windmolens te vechten….
F.W.