
In zijn boek Dansen op vulkanen verhalen over het dagelijks leven in Reggio Calabria schetst
Remko Tekke op onnavolgbare wijze hoe de maffia zich op alle terreinen geworteld heeft in die samenleving en kan hij van binnenuit verhalen door zijn jarenlange verblijf aldaar.
Calabrese Maffia overstemt de Siciliaanse’N drangheta
Door de beestachtige moord op vijf Italianen in Duisburg wordt de wereld zich er ineens van bewust dat de Siciliaanse maffia, de cosa nostra, in Calabrië (de teen van de Italiaanse laars) een tegenhanger heeft, de ’n drangheta, die inmiddels veel machtiger is. De cocaïnehandel in de hele wereld wordt gedomineerd door de Calabrese mannen uit het malavita en schijnt het verbond een omzet te draaien van een slordige 36 miljard euro. Waar dat geld blijft nadat het is witgewassen, onder andere in Nederlandse coffeeshops, blijft een raadsel als je door het Calabrise landschap rijdt; de provincie is erg landelijk en de armste van Italië.
Over wat het woord ’n drangheta precies betekent, verschillen de meningen. Er zijn mensen die beweren dat het een linguïstisch residu is van de Arabische beschaving die Calabrië een tijd overheerst heeft, maar anderen twijfelen er niet aan de afkomst van het oud-griekse andragathía, dat iets als heldendom en deugd betekent. Zuid Italië maakte een groot gedeelte van de oudheid deel uit van “Magna Grecia” (heren als Pythagoras en Archimedes zouden vandaag de dag in alle waarschijnlijkheid een Italiaans paspoort hebben gehad) en er zijn streken waar het dialect nog een duidelijk Grieks fundament heeft, dus dat is niet geheel onwaarschijnlijk.
”Wereldleider. In de door de mediterrane zon verhitte snelkookpan van culturen die Calabrië is, is heel weinig goed georganiseerd, maar de streek is op het moment wel zondermeer wereldleider op het gebied van de georganiseerde misdaad. Aldus een opmerking bij het persbericht van Tussen Twee Vulkanen.”
Remko Tekke is een halve Nederlander. Hij woont liever in Reggio Calabria, het meest zuidelijke stuk Italië, een boottochtje verwijderd van Sicilië. Het gebied is niet alleen roerig door twee actieve vulkanen, De Stromboli en de Etna. Niet zo bekend als de Vesuvius, maar wat niet is kan nog komen…Voor toeristen is dit deel Italië nog steeds onontgonnen gebied. Aan het landschap zal het niet leggen want dat behoort tot het mooiste, in een land, dat het toch al niet van een tekort mooie panaroma’s moet hebben.
Informatie uit een ANWB gids vertelde, vrij vertaald, ongeveer het volgende: Wijlen Alexander Dumas, de schrijver van o.m. De Drie Musketiers, dus een man met een romantische visie, schreef dat God de aarde, steden en bergen af en toe, zo deed schudden dat er geen steen op de andere bleef en geen rotsblok op z’n plek. Niet te grote woorden in dit geval want tijdens een aardbeving in 1908 vielen er in dit, niet al te dicht bevolkte gebied, meer dan 12.000 slachtoffers. Voor Calabria een drama, in de geschiedenis een onbeduidende voetnoot. De bevingen hebben er wel voor gezorgd dat er van de belangrijke Italiaanse cultuurhistorie aldaar weinig over is. Je moet er dus niet naartoe gaan omdat je graag een Giotto, Da Vinci of Raphael in het echt wilt zien. Het is de vraag of er veel van dat soort historie gemaakt is want Calabria ligt nou niet bepaald op een steenworp afstand van het Vaticaan en Venetie. Het geloof is natuurlijk katholiek en de bevolking schijnt de leer naar alle eer en ruim geweten toe te passen. Zo verwacht je dat natuurlijk in het gebied waar de maffia zijn echte roots zijn geplant.
Raar land
Remko Tekke heeft zijn hart verpand aan deze streek, waar een toerist een bezienswaardigheid is en een Nederlander die er wóónt nog meer moet opvallen. Hij schrijft: “Door familieomstandigheden gedwongen geweest anderhalf jaar in Nederland te verblijven en het zuidelijke Italië waar ik daarvoor jaren had gewoond, heb ik intens gemist.” En hij voegt daaraan toe: “Het is moeilijk uit te leggen waarom precies: in Nederland functioneert alles heel redelijk, en in Calibria- de teen van de Italiaanse laars- werkelijk helemaal niets. Merkwaardig genoeg heb ik toch nooit méér in leven gevoeld dan in dat rare (cursivering vet F.W.) land.”
De motivatie van Remko lijkt een beetje op die van een zeezeiler of een bergbeklimmer. Het verkennen van onbekend gebied, dat niet gebonden is aan de benauwdheid van de Nederlandse overbureaucratisering. Wat overigens niet wil zeggen dat er in Calabria geen sprake is van bureaucratie: integendeel. Tekke besteedt bijna een heel hoofdstuk aan alles wat er gedaan en gelaten moet worden om een pakje (in dit geval psychedelische paddo’s bevattend, maar dat is het punt niet) fatsoenlijk het postale circuit binnen te loodsen. Het blijkt dat de bureaucratie in Calabria eigenlijk heel flexibel is wanneer je de juiste connectie hebt en weet eie je wat moet toeschuiven. Weet je, zoals Tekke, weliswaar door schade en schande, uiteindelijk de weg, dan valt er heel wat te regelen. Je vraagt je af of Remko Tekke de ontwikkelingen in zijn eerste vaderland de laatste jaren heeft gevolgd want daar werkt het systeem ongeveer hetzelfde. Weliswaar is het versturen van een pakje in Nederland nog steeds een fluitje van een cent als je tenminste in de buurt van een BRUNA vestiging woont. Maar kom je iets boven dat niveau dan spreken we echt over Italiaanse toestanden…Maar uit eigen ervaring weten wij dat moeilijkheden elders, altijd iets anders worden ervaren dan moeilijkheden thuis…Elders horen ze er gewoon bij!
Misdaad
De misdaad speelt in Tekke’s boek geen grote rol. Wel kun je tussen de regels door lezen dat je nooit zeker bent of degene die je een glas wijn aanbiedt niet de avond van tevoren een liquidatie heeft uitgevoerd. Maar zelfs al vermoed je dat, de gewoonte is dat er niet naar vraagt en zo is iedereen tevreden. En ook om meer moverende redenen kun je in Calibria beter niet naar achtergronden vragen. Je neemt het leven zoals het zich voordoet, en dan is het er volgens Tekke, erg goed toeven.
Tekke probeert zijn brood te verdienen als leraar –verdient hij geen vermogen mee, maar hij kan er van rondkomen. En zo nu en dan wordt hij voor een klusje zoals het vertalen van politieverslagen (er is politie in Calabria) en dan gaat het om een akkefietje van dertig kilo coke, een ontvoering en een moord. Remko hoorde de kassa al rinkelen, voor deze supergeheime opdrachten. Als ik het goed heb gelezen zit hij nog steeds op zijn salaris, een ápaar honderd euro, te wachten. Zo werkt dat daar. Het leuke aan dit vermakelijke boekje is dat Remko het zelf allemaal met een prettig optimisme ondergaat. Hij accepteert zijn rol als buitenstaander en insider (een rare combinatie, maar wáár) en speelt met verve de rituelen die gevraagd worden mee. Dat betekent dat hij niet klaagt dat zijn auto wordt gestolen door zigeuners en hij hem tegen betaling van een bescheiden losgeld weer terug kan kopen. Dat gaat er bij de parkeerpolitie in Amsterdam een stuk minder gemoedelijk aan toe…
Drugs en hoeren
Erg amusant zijn de passage’s die worden besteed aan de uitleg van Remko als de Italianen vragen hoe het mogelijk is dat in Nederland zo makkelijk met drugs en hoeren wordt omgegaan (we hebben het over de bakermat van de maffia!!!). “Hoe vaak gaat een gemiddelde Nederlander eigenlijk naar de hoeren? “
“Dat zou ik je niet kunnen zeggen. Ze praten er in elk geval niet vaak over. Van één vriend weet ik het toevallig…”
“En hoe vaak gaan ze naar de koffieshop?”
“Ik geloof geen vriendin of vriend te hebben die nog nooit een joint heeft gerookt, maar ik ken ook niemand die de deur van de koffieshop platloopt,” is Remko’s laconieke antwoord. En hij voegt daar fijntjes aan toe: “Als iets legaal is wordt het meteen een stuk minder interessant….” Dat laatste snappen ze in Calibria nou weer heel goed.
Al met al heeft Remko Tekke een aangenaam boek geschreven over een streek waar op het eerste gezicht de absolute vrede heerst, maar de onderhuidse spanning die er is weet de schrijver ook goed voelbaar te maken. En dat is misschien de reden waarom hij zo gesteld is op de streek. Want Tekke is in feite een avonturier, een soort zeezeiler, met een vaste verblijfsplek. En uit de recepten die achterin het boek staan zou alleen al om de plaatselijke keuken een reisje naar Reggio Calabria boeken. Wel dit boek meenemen, want ander zou men wel eens kunnen denken dat je er voor andere zaken rondneust…
Uitgave: Elmar